31
G5101
Wie
G1537
van
G1417
deze twee
G2307
heeft den wil
G3962
des vaders
G4160 G5656
gedaan
G3004 G5719
? Zij zeiden
G846
tot Hem
G4413
: De eerste
G2424
. Jezus
G3004 G5719
zeide
G846
tot hen
G281
: Voorwaar
G3004 G5719
, Ik zeg
G5213
u
G3754
, dat
G5057
de tollenaars
G2532
en
G4204
de hoeren
G5209
u
G4254 G5719
voorgaan
G1519
in
G932
het Koninkrijk
G2316
Gods.
Matthew 21:31 Cross References - DSV_Strongs
2 Samuel 12:5-7
5
H2734 H8799
Toen ontstak
H1732
Davids
H639
toorn
H3966
zeer
H376
tegen dien man
H559 H8799
; en hij zeide
H413
tot
H5416
Nathan
H3068
: [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE
H2416
leeft
H376
, de man
H2063
, die dat
H6213 H8802
gedaan heeft
H3588
,
H1121
is een kind
H4194
des doods!
6
H3535
En dat ooilam
H706
zal hij viervoudig
H7999 H8762
wedergeven
H6118
, daarom
H834
dat
H2088
hij deze
H1697
zaak
H6213 H8804
gedaan
H5921 H834
, en omdat
H3808
hij niet
H2550 H8804
verschoond heeft.
7
H559 H8799
Toen zeide
H5416
Nathan
H413
tot
H1732
David
H859
: Gij
H376
zijt die man
H3541
! Zo
H559 H8804
zegt
H3068
de HEERE
H430
, de God
H3478
Israels
H595
: Ik
H4428
heb u ten koning
H4886 H8804
gezalfd
H5921
over
H3478
Israel
H595
, en Ik
H4480
heb u uit
H7586
Sauls
H3027
hand
H5337 H8689
gered;
Job 15:6
Ezekiel 33:11
11
H559 H8798
Zeg
H2416
tot hen: [Zo] [waarachtig] [als] Ik leef
H5002 H8803
, spreekt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H2654 H8799
, zo Ik lust heb
H4194
in den dood
H7563
des goddelozen
H7563
! maar daarin [heb] [Ik] [lust], dat de goddeloze
H7725 H8800
zich bekere
H1870
van zijn weg
H2421 H8804
en leve
H7725 H8798
. Bekeert u
H7725 H8798
, bekeert u
H7451
van uw boze
H1870
wegen
H4191 H8799
, want waarom zoudt gij sterven
H1004
, o huis
H3478
Israels?
Matthew 5:18
18
G1063
Want
G281
voorwaar
G3004 G5719
zeg Ik
G5213
u
G2193 G302
: Totdat
G3772
de hemel
G2532
en
G1093
de aarde
G3928 G5632
voorbijgaan
G3364
, zal er niet
G1520
een
G2503
jota
G2228
noch
G3391
een
G2762
tittel
G575
van
G3551
de wet
G3928 G5632
voorbijgaan
G2193 G302
, totdat
G3956
het alles
G1096 G5638
zal zijn geschied.
Matthew 6:5
5
G2532
En
G3752
wanneer
G4336 G5741
gij bidt
G3756
, zo zult gij niet
G2071 G5704
zijn
G5618
gelijk
G5273
de geveinsden
G3754
; want
G5368 G5719
die plegen gaarne
G1722
, in
G4864
de synagogen
G2532
en
G1722
op
G1137
de hoeken
G4113
der straten
G2476 G5761
staande
G4336 G5738
, te bidden
G3704
, opdat
G444
zij van de mensen
G302
mogen
G5316 G5652
gezien worden
G281
. Voorwaar
G3004 G5719
, Ik zeg
G5213
u
G3754
, dat
G846
zij hun
G3408
loon
G568 G5719
weg hebben.
Matthew 7:21
Matthew 9:9
9
G2532
En
G2424
Jezus
G1564
, van daar
G3855 G5723
voortgaande
G1492 G5627
, zag
G444
een mens
G1909
in
G5058
het tolhuis
G2521 G5740
zitten
G3004 G5746
, genaamd
G3156
Mattheus
G2532
; en
G3004 G5719
zeide
G846
tot hem
G190 G5720
: Volg
G3427
Mij
G2532
. En
G450 G5631
hij opstaande
G190 G5656
, volgde
G846
Hem.
Matthew 12:50
Matthew 18:3
Matthew 20:16
Luke 7:29
Luke 7:37-50
37
G2532
En
G2400 G5628
ziet
G1135
, een vrouw
G1722
in
G4172
de stad
G3748
, welke
G268
een zondares
G2258 G5713
was
G1921 G5631
, verstaande
G3754
, dat
G1722
Hij in
G5330
des Farizeers
G3614
huis
G345 G5736
aanzat
G2865 G5660
, bracht
G211
een albasten fles
G3464
met zalf.
38
G2532
En
G2476 G5631
staande
G3844 G3694
achter
G846
Zijn
G4228
voeten
G2799 G5723
, wenende
G756 G5662
, begon zij
G846
Zijn
G4228
voeten
G1026 G5721
nat te maken
G1144
met tranen
G2532
, en
G1591 G5707
zij droogde ze af
G2359
met het haar
G846
van haar
G2776
hoofd
G2532
, en
G2705 G5707
kuste
G846
Zijn
G4228
voeten
G2532
, en
G218 G5707
zalfde
G3464
ze met de zalf.
39
G1161
En
G5330
de Farizeer
G3588
, die
G846
Hem
G2564 G5660
genood had
G1492 G5631
, [zulks] ziende
G2036 G5627
, sprak
G1722
bij
G1438
zichzelven
G3004 G5723
, zeggende
G3778
: Deze
G1487
, indien
G4396
Hij een profeet
G2258 G5713
ware
G302
, zou wel
G1097 G5707
weten
G5101
, wat
G2532
en
G4217
hoedanige
G1135
vrouw
G3748
deze is, die
G846
Hem
G680 G5731
aanraakt
G3754
; want
G2076 G5748
zij is
G268
een zondares.
40
G2532
En
G2424
Jezus
G611 G5679
antwoordende
G2036 G5627
, zeide
G4314
tot
G846
hem
G4613
: Simon
G2192 G5719
! Ik heb
G4671
u
G5100
wat
G2036 G5629
te zeggen
G1161
. En
G5346 G5748
hij sprak
G1320
: Meester
G2036 G5628
! zeg het.
41
G5100
[Jezus] [zeide]: Een zeker
G1157
schuldheer
G2258 G5713
had
G1417
twee
G5533
schuldenaars
G1520
; de een
G3784 G5707
was schuldig
G4001
vijfhonderd
G1220
penningen
G1161
, en
G2087
de andere
G4004
vijftig;
42
G1161
En
G846
als zij
G3361
niet
G2192 G5723
hadden
G591 G5629
om te betalen
G5483 G
, schold hij
G297
het hun beiden
G5483 G5662
kwijt
G2036 G5628
. Zeg
G3767
dan
G5101
, wie
G846
van dezen
G846
zal hem
G4119
meer
G25 G5692
liefhebben?
43
G1161
En
G4613
Simon
G611 G5679
, antwoordende
G2036 G5627
, zeide
G5274 G5719
: Ik acht
G3754
, dat
G3739
hij het [is], dien
G4119
hij het meeste
G5483 G5662
kwijtgescholden heeft
G1161
. En
G2036 G5627
Hij zeide
G846
tot hem
G3723
: Gij hebt recht
G2919 G5656
geoordeeld.
44
G2532
En
G4762 G5651
Hij, Zich omkerende
G4314
naar
G1135
de vrouw
G5346 G5713
, zeide
G4613
tot Simon
G991 G5719
: Ziet gij
G5026
deze
G1135
vrouw
G1519
? Ik ben in
G4675
uw
G3614
huis
G1525 G5627
gekomen
G5204
; water
G3756
hebt gij niet
G1909
tot
G3450
Mijn
G4228
voeten
G1325 G5656
gegeven
G1161
; maar
G3778
deze
G3450
heeft Mijn
G4228
voeten
G1144
met tranen
G1026 G5656
nat gemaakt
G2532
, en
G2359
met het haar
G846
van haar
G2776
hoofd
G1591 G5656
afgedroogd.
45
G3427
Gij hebt Mij
G3756
geen
G5370
kus
G1325 G5656
gegeven
G1161
; maar
G3778
deze
G575
, van
G3739
dat
G1525 G5627
zij ingekomen is
G3756
, heeft niet
G1257 G5627
afgelaten
G3450
Mijn
G4228
voeten
G2705 G5723
te kussen.
46
G1637
Met olie
G3450
hebt gij Mijn
G2776
hoofd
G3756
niet
G218 G5656
gezalfd
G1161
; maar
G3778
deze
G3450
heeft Mijn
G4228
voeten
G3464
met zalf
G218 G5656
gezalfd.
47
G3739 G5484
Daarom
G3004 G5719
zeg Ik
G4671
u
G846
: Haar
G266
zonden
G863 G5769
zijn [haar] vergeven
G3588
, die
G4183
vele waren
G3754
; want
G4183
zij heeft veel
G25 G5656
liefgehad
G1161
; maar
G3739
dien
G3641
weinig
G863 G5743
vergeven wordt
G3641
, die heeft weinig
G25 G5719
lief.
48
G1161
En
G2036 G5627
Hij zeide
G846
tot haar
G4675
: Uw
G266
zonden
G863 G5769
zijn [u] vergeven.
Luke 15:1-2
Luke 15:10
Luke 19:9-10
Luke 19:22
22
G1161
Maar
G3004 G5719
hij zeide
G846
tot hem
G1537
: Uit
G4675
uw
G4750
mond
G4571
zal ik u
G2919 G5692
oordelen
G4190
, gij boze
G1401
dienstknecht
G1492 G5715
! Gij wist
G3754
, dat
G1473
ik
G840
een straf
G444
mens
G1510 G5748
ben
G142 G5723
, nemende weg
G3739
, wat
G3756
ik niet
G5087 G5656
gelegd heb
G2532
, en
G2325 G5723
maaiende
G3739
, wat
G3756
ik niet
G4687 G5656
gezaaid heb.
Acts 17:30
Romans 3:19
19
G1492 G5758
Wij weten
G1161
nu
G3754
, dat
G3745
al wat
G3551
de wet
G3004 G5719
zegt
G2980 G5719
, zij dat spreekt
G1722
tot degenen, die onder
G3551
de wet
G2443
zijn; opdat
G3956
alle
G4750
mond
G5420 G5652
gestopt worde
G2532
en
G3956
de gehele
G2889
wereld
G2316
[voor] God
G5267
verdoemelijk
G1096 G5638
zij.
Romans 5:20
Romans 9:30-33
30
G5101
Wat
G3767
zullen wij dan
G2046 G5692
zeggen
G3754
? Dat
G1484
de heidenen
G3588
, die
G1343
de rechtvaardigheid
G3361
niet
G1377 G5723
zochten
G1343
, de rechtvaardigheid
G2638 G5627
verkregen hebben
G1161
, doch
G1343
de rechtvaardigheid
G3588
, die
G1537
uit
G4102
het geloof is.
31
G1161
Maar
G2474
Israel
G3551
, die de wet
G1343
der rechtvaardigheid
G1377 G5723
zocht
G1519
, is tot
G3551
de wet
G1343
der rechtvaardigheid
G3756
niet
G5348 G5656
gekomen.
32
G1302
Waarom
G3754
? Omdat
G3756
zij [die] [zochten] niet
G1537
uit
G4102
het geloof
G235
, maar
G5613
als
G1537
uit
G2041
de werken
G3551
der wet
G1063
, want
G4350 G5656
zij hebben zich gestoten
G3037
aan den steen
G4348
des aanstoots;
33
G2531
Gelijk
G1125 G5769
geschreven is
G2400 G5628
: Ziet
G5087 G5719
, Ik leg
G1722
in
G4622
Sion
G3037
een steen
G4348
des aanstoots
G2532
, en
G4073
een rots
G4625
der ergernis
G2532
; en
G3956
een iegelijk
G1909
, die in
G846
Hem
G4100 G5723
gelooft
G3756
, zal niet
G2617 G5701
beschaamd worden.
1 Timothy 1:13-16
13
G3588
Die
G4386
te voren
G989
een [gods] lasteraar
G5607 G5752
was
G2532
, en
G1376
een vervolger
G2532
, en
G5197
een verdrukker
G235
; maar
G1653 G5681
mij is barmhartigheid geschied
G3754
, dewijl
G50 G5723
ik het onwetende
G4160 G5656
gedaan heb
G1722
in
G570
[mijn] ongelovigheid.
14
G1161
Doch
G5485
de genade
G2257
onzes
G2962
Heeren
G5250 G5656
is zeer overvloedig geweest
G3326
, met
G4102
geloof
G2532
en
G26
liefde
G3588
, die
G1722
er is in
G5547
Christus
G2424
Jezus.
15
G4103
Dit is een getrouw
G3056
woord
G2532
, en
G3956
alle
G594
aanneming
G514
waardig
G3754
, dat
G5547
Christus
G2424
Jezus
G1519
in
G2889
de wereld
G2064 G5627
gekomen is
G268
, om de zondaren
G4982 G5658
zalig te maken
G3739
, van welke
G1473
ik
G4413
de voornaamste
G1510 G5748
ben.
16
G235
Maar
G5124 G1223
daarom
G1653 G5681
is mij barmhartigheid geschied
G2443
, opdat
G2424
Jezus
G5547
Christus
G1722
in
G1698
mij
G4413
, die de voornaamste
G3956
ben, al
G3115
[Zijn] lankmoedigheid
G1731 G5672
zou betonen
G4314
, tot
G5296
een voorbeeld
G1909
dergenen, die in
G846
Hem
G4100 G5721
geloven
G3195 G5723
zullen
G1519
ten
G166
eeuwigen
G2222
leven.
2 Peter 3:9
9
G2962
De Heere
G1019 G5719
vertraagt
G1860
de belofte
G3756
niet
G5613
(gelijk
G5100
enigen
G1022
[dat] traagheid
G2233 G5736
achten
G235
), maar
G3114 G5719
is lankmoedig
G1519
over
G2248
ons
G3361
, niet
G1014 G5740
willende
G5100
, dat enigen
G622 G5641
verloren gaan
G235
, maar
G3956
dat zij allen
G1519
tot
G3341
bekering
G5562 G5658
komen.