Psalms 59:15 Cross References - DSV_Strongs

  15 H5128 H8686 H8675 H5128 H8799 [059:16] Laat hen zelfs omzwerven H398 H8800 om spijs H3885 H8799 ; en laat hen vernachten H7646 H8799 , al zijn zij niet verzadigd.

Deuteronomy 28:48

  48 H341 H8802 Zo zult gij uw vijanden H3068 , die de HEERE H7971 H8762 onder u zenden zal H5647 H8804 , dienen H7458 , in honger H6772 en in dorst H5903 , en in naaktheid H2640 , en in gebrek H1270 van alles; en Hij zal een ijzeren H5923 juk H6677 op uw hals H5414 H8804 leggen H8045 H8687 , totdat Hij u verdelge.

Deuteronomy 28:53-58

  53 H398 H8804 En gij zult eten H6529 de vrucht H990 uws buiks H1320 , het vlees H1121 uwer zonen H1323 en uwer dochteren H3068 , die u de HEERE H430 , uw God H5414 H8804 , gegeven zal hebben H4692 ; in de belegering H4689 en in de benauwing H341 H8802 , waarmede uw vijanden H6693 H8686 u zullen benauwen.
  54 H376 Aangaande den man H7390 , die teder H3966 onder u, en die zeer H6028 wellustig H5869 geweest is, zijn oog H3415 H8799 zal kwaad H251 zijn tegen zijn broeder H802 , en tegen de huisvrouw H2436 zijns schoots H3499 , en tegen zijn overige H1121 zonen H3498 H8686 , die hij overgehouden zal hebben;
  55 H259 Dat hij niet aan een H5414 H8800 van die zal geven H1320 van het vlees H1121 zijner zonen H398 H8799 , die hij eten zal H7604 H8689 , omdat hij voor zich niets heeft overgehouden H4692 ; in de belegering H4689 en in de benauwing H341 H8802 , waarmede uw vijand H8179 u in al uw poorten H6693 H8686 zal benauwen.
  56 H7390 Aangaande de tedere H6028 en wellustige H5254 H8765 [vrouw] onder u, die niet verzocht heeft H3709 H7272 haar voetzool H776 op de aarde H3322 H8687 te zetten H6026 H8692 , omdat zij zich wellustig H7391 en teder hield H5869 ; haar oog H3415 H8799 zal kwaad zijn H376 tegen den man H2436 haars schoots H1121 , en tegen haar zoon H1323 , en tegen haar dochter;
  57 H7988 En dat om haar nageboorte H7272 , die van tussen haar voeten H3318 H8802 uitgegaan zal zijn H1121 , en om haar zonen H3205 H8799 , die zij gebaard zal hebben H398 H8799 ; want zij zal hen eten H5643 in het verborgene H2640 , vermits gebrek H4692 van alles; in de belegering H4689 en in de benauwing H341 H8802 , waarmede uw vijand H6693 H8686 u zal benauwen H8179 in uw poorten.
  58 H8104 H8799 Indien gij niet zult waarnemen H6213 H8800 te doen H1697 al de woorden H8451 dezer wet H5612 , die in dit boek H3789 H8803 geschreven zijn H3372 H8800 , om te vrezen H3513 H8737 dezen heerlijken H3372 H8737 en vreselijken H8034 Naam H3068 , den HEERE H430 , uw God;

2 Kings 6:25-29

  25 H1961 H8799 En er werd H1419 grote H7458 honger H8111 in Samaria H2099 ; want ziet H6696 H8802 H5921 , zij belegerden H5704 ze, totdat H2543 H7218 een ezelskop H8084 voor tachtig H3701 zilverlingen H1961 H800 was H7255 [verkocht], en een vierendeel H6894 van een kab H1686 H8675 H3123 H2755 duivenmest H2568 voor vijf H3701 zilverlingen.
  26 H1961 H8700 En het geschiedde H4428 H3478 , als de koning H5921 op H2346 den muur H5674 H8802 voorbijging H802 , dat een vrouw H413 tot H6817 H8804 hem riep H559 H8800 , zeggende H3467 H8685 : Help H113 mij, heer H4428 koning!
  27 H559 H8799 En hij zeide H3068 : De HEERE H3467 H8686 helpt H408 u niet H4480 H370 ; waarvan H3467 H8686 zou ik u helpen H4480 ? Van H1637 den dorsvloer H176 of H4480 van H3342 de wijnpers?
  28 H559 H8799 Verder zeide H4428 de koning H4100 tot haar: Wat H559 H8799 is u? En zij zeide H2063 : Deze H802 vrouw H413 heeft tot H559 H8804 mij gezegd H5414 H8798 : Geef H1121 uw zoon H3117 , dat wij hem heden H398 H8799 eten H4279 , en morgen H1121 zullen wij mijn zoon H398 H8799 eten.
  29 H1121 Zo hebben wij mijn zoon H1310 H8762 gezoden H398 H8799 , en hebben hem gegeten H312 ; maar als ik des anderen H3117 daags H413 tot H559 H8799 haar zeide H5414 H8798 : Geef H1121 uw zoon H398 H8799 , dat wij hem eten H1121 , zo heeft zij haar zoon H2244 H8686 verstoken.

Job 15:23

  23 H1931 Hij H5074 H8802 zwerft heen en weder H3899 om brood H645 , waar H3045 H8804 het zijn mag; hij weet H3588 , dat H3027 bij zijn hand H3559 H8737 gereed is H3117 de dag H2822 der duisternis.

Job 30:1-7

  1 H6258 Maar nu H7832 H8804 lachen H5921 over H6810 mij minderen H4480 dan H3117 ik van dagen H834 , welker H1 vaderen H3988 H8804 ik versmaad zou hebben H5973 , om bij H3611 de honden H6629 mijner kudde H7896 H8800 te stellen.
  2 H4100 Waartoe H1571 zou mij ook H3581 geweest zijn de krachten H3027 hunner handen H3624 ? Zij was [door] ouderdom H5921 in H6 H8804 hen vergaan.
  3 H2639 Die door gebrek H3720 en honger H1565 eenzaam H6207 H8802 waren, vliedende H6723 naar dorre plaatsen H570 , [in] [het] donkere H7722 , woeste H4875 en verwoeste.
  4 H4408 Die ziltige kruiden H6998 H8801 plukten H5921 bij H7880 de struiken H3899 , en welker spijze H8328 was de wortel H7574 der jeneveren.
  5 H4480 Zij werden uit H1460 het midden H1644 H8792 uitgedreven H7321 H8686 ; (men jouwde H5921 over H1590 hen, als [over] een dief),
  6 H7931 H8800 Opdat zij wonen zouden H6178 in de kloven H5158 der dalen H2356 , de holen H6083 des stofs H3710 en der steenrotsen.
  7 H5101 H8799 Zij schreeuwden H996 tussen H7880 de struiken H8478 ; onder H2738 de netelen H5596 H8792 vergaderden zij zich.

Psalms 109:10

  10 H1121 En dat zijn kinderen H5128 H8800 hier en daar H5128 H8799 omzwerven H7592 H8765 , en bedelen H2723 , en [de] [nooddruft] uit hun verwoeste plaatsen H1875 H8804 zoeken.

Isaiah 8:21

  21 H5674 H8804 En een ieder van hen zal daar doorgaan H7185 H8737 , hard gedrukt H7457 en hongerig H7456 H8799 ; en het zal geschieden, wanneer hem hongert H7107 H8694 , en hij zeer toornig zal zijn H7043 H8765 , dan zal hij vloeken H4428 op zijn koning H430 en op zijn God H4605 , als hij opwaarts H6437 H8804 zal zien;

Isaiah 56:11

  11 H3611 En deze honden H5794 zijn sterk H5315 van begeerte H3045 H8804 , zij kunnen H7654 niet verzadigd H7462 H8802 worden, ja, het zijn herders H995 H8687 , die niet verstaan H6437 H8804 kunnen; zij allen keren zich H1870 naar hun weg H376 , elkeen H1215 naar zijn gewin H7097 , [elk] uit zijn einde.

Lamentations 4:4-5

  4 H3956 [Daleth]. De tong H3243 H8802 van het zoogkind H1692 H8804 kleeft H2441 aan zijn gehemelte H6772 van dorst H5768 ; de kinderkens H7592 H8804 eisen H3899 brood H6566 H8802 , er is niemand, die [het] hun mededeelt.
  5 H4574 [He]. Die lekkernijen H398 H8802 aten H8074 H8738 , versmachten H2351 [nu] op de straten H8438 ; die in karmozijn H539 H8803 opgetrokken zijn H2263 H8765 , omhelzen H830 den drek.

Lamentations 4:9-10

  9 H2491 [Teth]. De verslagenen H2719 van het zwaard H2896 zijn gelukkiger H2491 dan de verslagenen H7458 van den honger H1992 ; want die H2100 H8799 vlieten daarhenen H1856 H8794 , [als] doorstoken zijnde H8570 , omdat er geen vruchten H7704 der velden zijn.
  10 H3027 [Jod]. De handen H7362 der barmhartige H802 vrouwen H3206 hebben haar kinderen H1310 H8765 gekookt H1262 H8763 ; zij zijn haar tot spijze H7667 geworden in de verbreking H1323 der dochter H5971 mijns volks.

Lamentations 5:9

  9 H3899 Wij moeten ons brood H5315 met gevaar onzes levens H935 H8686 halen H6440 , vanwege H2719 het zwaard H4057 der woestijn.

Micah 3:5

  5 H3541 Alzo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H5921 , tegen H5030 de profeten H5971 , die Mijn volk H8582 H8688 verleiden H8127 ; die met hun tanden H5391 H8802 bijten H7121 H8804 , en roepen H7965 vrede H834 uit; maar die H3808 niet H5414 H8799 geeft H5921 in H6310 hun mond H5921 , tegen H6942 H8765 dien zo heiligen zij H4421 een krijg.

Matthew 24:7-8

  7 G1063 Want G1484 het [ene] volk G1909 zal tegen G1484 het [andere] volk G1453 G5701 opstaan G2532 , en G932 het [ene] koninkrijk G1909 tegen G932 het [andere] koninkrijk G2532 ; en G2071 G5704 er zullen zijn G3042 hongersnoden G2532 , en G3061 pestilentien G2532 , en G4578 aardbevingen G2596 in G5117 verscheidene plaatsen.
  8 G1161 Doch G3956 al G5023 die dingen G746 [zijn] [maar] een beginsel G5604 der smarten.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.