Zephaniah 1:6 Cross References - DSV_Strongs
1 Samuel 15:11
11
H5162 H8738
Het berouwt Mij
H3588
, dat
H7586
Ik Saul
H4428
tot koning
H4427 H8689
gemaakt heb
H3588
, dewijl
H4480
hij zich van
H310
achter
H7725 H8804
Mij afgekeerd heeft
H1697
, en Mijn woorden
H3808
niet
H6965 H8689
bevestigd heeft
H2734 H8799
. Toen ontstak
H8050
Samuel
H2199 H8799
, en hij riep
H413
tot
H3068
den HEERE
H3605
den gansen
H3915
nacht.
Psalms 10:4
Psalms 14:2-3
Psalms 36:3
Psalms 125:5
Isaiah 1:4
4
H1945
Wee
H2398 H8802
het zondige
H1471
volk
H5971
, het volk
H3515
van zware
H5771
ongerechtigheid
H2233
, het zaad
H7489 H8688
der boosdoeners
H7843 H8688
, de verdervende
H1121
kinderen
H853
! Zij hebben den
H3068
HEERE
H5800 H8804
verlaten
H853
, zij hebben den
H6918
Heilige
H3478
Israels
H5006 H8765
gelasterd
H2114 H8738
, zij hebben zich vervreemd
H268
, [wijkende] achterwaarts.
Isaiah 9:13
Isaiah 43:22
Jeremiah 2:13
13
H5971
Want Mijn volk
H8147
heeft twee
H7451
boosheden
H6213 H8804
gedaan
H4726
; Mij, den Springader
H2416
des levenden
H4325
waters
H5800 H8804
, hebben zij verlaten
H877
, om zichzelven bakken
H2672 H8800
uit te houwen
H7665 H8737
, gebroken
H877
bakken
H4325
, die geen water
H3557 H8686
houden.
Jeremiah 2:17
Jeremiah 3:10
Jeremiah 15:6
Ezekiel 3:20
20
H6662
Als ook een rechtvaardige
H6664
zich van zijn gerechtigheid
H7725 H8800
afkeert
H5766
, en onrecht
H6213 H8804
doet
H4383
, en Ik een aanstoot
H6440
voor zijn aangezicht
H5414 H8804
leg
H4191 H8799
, hij zal sterven
H2094 H8689
; omdat gij hem niet gewaarschuwd hebt
H2403
, zal hij in zijn zonde
H4191 H8799
sterven
H6666
, en zijn gerechtigheden
H6213 H8804
, die hij gedaan heeft
H2142 H8735
, zullen niet gedacht worden
H1818
; maar zijn bloed
H3027
zal Ik van uw hand
H1245 H8762
eisen.
Hosea 4:15-16
Hosea 7:7
Hosea 11:7
Romans 3:11
Hebrews 2:3
3
G4459
Hoe
G2249
zullen wij
G1628 G5695
ontvlieden
G5082
, indien wij op zo grote
G4991
zaligheid
G272 G5660
geen acht nemen
G3748
? dewelke
G746
, begonnen
G2983 G5631
zijnde
G2980 G5745
verkondigd te worden
G1223
door
G2962
den Heere
G1519
, aan
G2248
ons
G950 G5681
bevestigd is geworden
G5259
van
G191 G5660
degenen, die [Hem] gehoord hebben;
Hebrews 10:38-39
2 Peter 2:18-22
18
G1063
Want
G5246
zij, zeer opgeblazene
G3153
ijdelheid
G5350 G5726
sprekende
G1185 G5719
, verlokken
G1722
, door
G1939
de begeerlijkheden
G4561
des vleses
G766
[en] door ontuchtigheden
G3689
, degenen, die waarlijk
G668 G5631
ontvloden waren
G1722
van degenen, die in
G4106
dwaling
G390 G5746
wandelen;
19
G1861 G5740
Belovende
G846
hun
G1657
vrijheid
G846
, daar zijzelven
G1401
dienstknechten
G5225 G5723
zijn
G5356
der verdorvenheid
G1063
; want
G3739
van wien
G5100
iemand
G2274 G5766
overwonnen is
G5129
, dien
G2532
is hij ook
G1402 G5769
tot een dienstknecht gemaakt.
20
G1063
Want
G1487
indien
G1722
zij, nadat zij door
G1922
de kennis
G2962
van den Heere
G2532
en
G4990
Zaligmaker
G2424
Jezus
G5547
Christus
G3393
, de besmettingen
G2889
der wereld
G668 G5631
ontvloden zijn
G1161
, en
G5125
in dezelve
G3825
wederom
G1707 G5651
ingewikkeld zijnde
G2274 G5736
, [van] [dezelve] overwonnen worden
G846
, zo is hun
G2078
het laatste
G5501
erger
G1096 G5754
geworden
G4413
dan het eerste.
21
G1063
Want
G2258 G5713
het ware
G846
hun
G2909
beter
G3598
, dat zij den weg
G1343
der gerechtigheid
G3361
niet
G1921 G5760
gekend hadden
G2228
, dan
G1921 G5631
dat zij, [dien] gekend hebbende
G1994 G5658
, [weder] afkeren
G1537
van
G40
het heilige
G1785
gebod
G846
, dat hun
G3860 G5685
overgegeven was.