DSV_Strongs(i)
13
G1492 G5627
Zag ik
G935
, o koning
G3319
, in het midden
G2250
van den dag
G2596
, op
G3598
den weg
G5457
een licht
G5228
, boven
G2987
den glans
G2246
der zon
G3771
, van den hemel
G3165
mij
G2532
en
G4862
degenen, die met
G1698
mij
G4198 G5740
reisden
G4034 G5660
, omschijnende.
14
G1161
En
G2257
als wij
G3956
allen
G1519
ter
G1093
aarde
G2667 G5631
nedergevallen waren
G191 G5656
, hoorde ik
G5456
een stem
G4314
, tot
G3165
mij
G2980 G5723
sprekende
G2532
, en
G3004 G5723
zeggende
G1446
in de Hebreeuwse
G1258
taal
G4549
: Saul
G4549
, Saul
G5101
, wat
G1377 G5719
vervolgt gij
G3165
Mij
G4671
? Het is u
G4642
hard
G4314
, tegen
G2759
de prikkels
G2979 G5721
de verzenen te slaan.
15
G1161
En
G1473
ik
G2036 G5627
zeide
G5101
: Wie
G1488 G5748
zijt Gij
G2962
, Heere
G1161
? En
G2036 G5627
Hij zeide
G1473
: Ik
G1510 G5748
ben
G2424
Jezus
G3739
, Dien
G4771
gij
G1377 G5719
vervolgt.
16
G235
Maar
G450 G5628
richt u op
G2532
, en
G2476 G5628
sta
G1909
op
G4675
uw
G4228
voeten
G1063
; want
G1519 G5124
hiertoe
G4671
ben Ik u
G3700 G5681
verschenen
G4571
, om u
G4400 G5664
te stellen
G5257
tot een dienaar
G2532
en
G3144
getuige
G5037
der dingen, beide
G3739
die
G1492 G5627
gij gezien hebt
G5037
en
G3739
in welke
G4671
Ik u
G3700 G5701
[nog] zal verschijnen;
17
G1807 G5734
Verlossende
G4571
u
G1537
van
G2992
dit volk
G2532
, en
G1484
[van] de heidenen
G1519
, tot
G3739
dewelke
G4571
Ik u
G3568
nu
G649 G5719
zende;
18
G846
Om hun
G3788
ogen
G455 G5658
te openen
G1994 G5658
, en [hen] te bekeren
G575
van
G4655
de duisternis
G1519
tot
G5457
het licht
G2532
, en
G1849
[van] de macht
G4567
des satans
G1909
tot
G2316
God
G846
; opdat
G859
zij vergeving
G266
der zonden
G2983 G5629
ontvangen
G2532
, en
G2819
een erfdeel
G1722
onder
G37 G5772
de geheiligden
G4102
, door het geloof
G1519
in
G1691
Mij.