Ecclesiastes 5

DSV_Strongs(i)
  1 H8104 H8798 [04:17] Bewaar H7272 uw voet H1004 , als gij tot het huis H430 Gods H3212 H8799 ingaat H7138 , en zijt liever nabij H8085 H8800 om te horen H3684 , dan om der zotten H2077 slachtoffer H5414 H8800 te geven H3045 H8802 ; want zij weten H7451 niet, dat zij kwaad H6213 H8800 doen.
  2 H926 H8762 [05:1] Wees niet te snel H6310 met uw mond H3820 , en uw hart H4116 H8762 haaste H1697 niet een woord H3318 H8687 voort te brengen H430 voor Gods H6440 aangezicht H430 ; want God H8064 is in den hemel H776 , en gij zijt op de aarde H1697 ; daarom laat uw woorden H4592 weinig zijn.
  3 H2472 [05:2] Want [gelijk] de droom H935 H8802 komt H7230 door veel H6045 bezigheid H6963 , alzo de stem H3684 des zots H7230 door de veelheid H1697 der woorden.
  4 H5088 [05:3] Wanneer gij een gelofte H430 aan God H5087 H8799 zult beloofd hebben H309 H8762 , stel niet uit H7999 H8763 dezelve te betalen H2656 ; want Hij heeft geen lust H3684 aan zotten H5087 H8799 ; wat gij zult beloofd hebben H7999 H8761 , betaal het.
  5 H2896 [05:4] Het is beter H5087 H8799 , dat gij niet belooft H5087 H8799 , dan dat gij belooft H7999 H8762 en niet betaalt.
  6 H5414 H0 [05:5] Laat H6310 uw mond H5414 H8799 niet toe H1320 , dat hij uw vlees H2398 H8687 zou doen zondigen H559 H8799 ; en zeg H6440 niet voor het aangezicht H4397 des engels H7684 , dat het een dwaling H430 was; waarom zou God H7107 H8799 grotelijks toornen H6963 , om uwer stemme H2254 H8765 wille, en verderven H4639 het werk H3027 uwer handen?
  7 H7230 [05:6] Want gelijk in de veelheid H2472 der dromen H1892 ijdelheden H7235 H8687 zijn, alzo [in] veel H1697 woorden H3372 H8798 ; maar vrees gij H430 God!
  8 H6233 [05:7] Indien gij de onderdrukking H7326 H8802 des armen H1499 , en de beroving H4941 des gerichts H6664 en der gerechtigheid H7200 H8799 ziet H4082 in een landschap H8539 H8799 , verwonder u H2656 niet over zulk een voornemen H1364 ; want die hoger H1364 is dan de hoge H8104 H8802 , neemt er acht op H1364 ; en daar zijn hogen H5921 boven henlieden.
  9 H3504 [05:8] Het voordeel H776 des aardrijks H4428 is voor allen: de koning H7704 zelfs wordt van het veld H5647 H8738 gediend.
  10 H3701 [05:9] Die het geld H157 H8802 liefheeft H3701 , wordt van het geld H7646 H8799 niet zat H1995 ; en wie den overvloed H157 H8802 liefheeft H8393 , wordt van het inkomen H1892 niet [zat]. Dit is ook ijdelheid.
  11 H2896 [05:10] Waar het goed H7235 H8800 vermenigvuldigt H7231 H8804 , daar vermenigvuldigen H398 H8802 ook die het eten H3788 ; wat nuttigheid H1167 hebben dan de bezitters H518 daarvan, dan H7207 H8675 H7212 H8801 het gezicht H5869 hunner ogen?
  12 H8142 [05:11] De slaap H5647 H8802 des arbeiders H4966 is zoet H4592 , hij hebbe weinig H7235 H8687 of veel H398 H8799 gegeten H7647 ; maar de zatheid H6223 des rijken H3240 H8688 laat H3462 H8800 hem niet slapen.
  13 H3426 [05:12] Er is H7451 een kwaad H2470 H8802 , dat krankheid aanbrengt H7200 H8804 , [hetwelk] ik zag H8121 onder de zon H6239 : rijkdom H1167 van zijn bezitters H8104 H8803 bewaard H7451 tot hun eigen kwaad.
  14 H6239 [05:13] Of de rijkdom H6 H8804 zelf vergaat H7451 door een moeilijke H6045 bezigheid H3205 H8689 ; en hij gewint H1121 een zoon H3972 , en er is niet H3027 met al in zijn hand.
  15 H3318 H8804 [05:14] Gelijk als hij voortgekomen is H517 uit zijner moeders H990 buik H6174 , [alzo] zal hij naakt H7725 H8799 wederkeren H3212 H8800 , gaande H935 H8804 gelijk hij gekomen was H3972 ; en hij zal niet H5375 H8799 medenemen H5999 van zijn arbeid H3027 , dat hij met zijn hand H3212 H8686 zou wegdragen.
  16 H2090 [05:15] Daarom is dit H7451 ook een kwaad H2470 H8802 , dat krankheid aanbrengt H5980 ; dat hij in alle manier H935 H8804 , gelijk hij gekomen is H3212 H8799 , alzo heen gaat H3504 ; en wat voordeel H7307 is het hem, dat hij in den wind H5998 H8799 gearbeid heeft?
  17 H3117 [05:16] Dat hij ook al zijn dagen H2822 in duisternis H398 H8799 gegeten heeft H7235 H8687 ; en dat hij veel H3707 H8804 verdriets gehad heeft H2483 , ook zijn krankheid H7110 , en onstuimigen toorn?
  18 H7200 H8804 [05:17] Ziet, wat ik gezien heb H2896 , een goede H3303 zaak, die schoon H398 H8800 is: te eten H8354 H8800 en te drinken H7200 H8800 , en te genieten H2896 het goede H5999 van al zijn arbeid H5998 H8799 , dien hij bearbeid heeft H8121 onder de zon H4557 , [gedurende] het getal H3117 der dagen H2416 zijns levens H430 , hetwelk God H5414 H8804 hem geeft H2506 ; want dat is zijn deel.
  19 H120 [05:18] Ook een iegelijk mens H430 , aan denwelken God H6239 rijkdom H5233 en goederen H5414 H8804 gegeven heeft H7980 H8689 , en Hij geeft hem de macht H398 H8800 , om daarvan te eten H2506 , en om zijn deel H5375 H8800 te nemen H8055 H8800 , en om zich te verheugen H5999 van zijn arbeid H2090 , datzelve H4991 is een gave H430 van God.
  20 H7235 H8687 [05:19] Want hij zal niet veel H2142 H8799 gedenken H3117 aan de dagen H2416 zijns levens H430 , dewijl [hem] God H6031 H8688 verhoort H8057 in de blijdschap H3820 zijns harten.