Proverbs 14

DSV_Strongs(i)
  1 H2454 Elke wijze H802 vrouw H1129 H8804 bouwt H1004 haar huis H200 ; maar die zeer dwaas H2040 H8799 is, breekt het af H3027 met haar handen.
  2 H3476 Die in zijn oprechtheid H1980 H8802 wandelt H3373 , vreest H3068 den HEERE H3868 H8737 ; maar die afwijkt H1870 in zijn wegen H959 H8802 , veracht Hem.
  3 H6310 In den mond H191 des dwazen H2415 is een roede H1346 des hoogmoeds H8193 ; maar de lippen H2450 der wijzen H8104 H8799 bewaren hen.
  4 H504 Als er geen ossen H18 zijn, zo is de krib H1249 rein H3581 ; maar door de kracht H7794 van den os H8393 is der inkomsten H7230 veel.
  5 H529 Een waarachtig H5707 getuige H3577 zal niet liegen H8267 ; maar een vals H5707 getuige H6315 H8686 blaast H3576 H8762 leugens.
  6 H3887 H8801 De spotter H1245 H8765 zoekt H2451 wijsheid H1847 , en er is gene; maar de wetenschap H995 H8737 is voor den verstandige H7043 H8738 licht.
  7 H3212 H8798 Ga weg H5048 van de tegenwoordigheid H3684 eens zotten H376 mans H8193 ; want gij zoudt [bij] [hem] geen lippen H1847 der wetenschap H3045 H8804 merken.
  8 H2451 De wijsheid H6175 des kloekzinnigen H1870 is zijn weg H995 H8687 te verstaan H200 ; maar dwaasheid H3684 der zotten H4820 is bedriegerij.
  9 H191 Elke dwaas H817 zal de schuld H3887 H8686 verbloemen H3477 ; maar onder de oprechten H7522 is goedwilligheid.
  10 H3820 Het hart H3045 H8802 kent H5315 zijn eigen H4787 bittere droefheid H2114 H8801 ; en een vreemde H8057 zal zich met deszelfs blijdschap H6148 H8691 niet vermengen.
  11 H1004 Het huis H7563 der goddelozen H8045 H8735 zal verdelgd worden H168 ; maar de tent H3477 der oprechten H6524 H8686 zal bloeien.
  12 H3426 Er is H1870 een weg H6440 H376 , die iemand H3477 recht schijnt H319 ; maar het laatste H1870 van dien zijn wegen H4194 des doods.
  13 H3820 Het hart H7814 zal ook in het lachen H3510 H8799 smart hebben H319 ; en het laatste H8057 van die blijdschap H8424 is droefheid.
  14 H5472 H8803 Die afkerig H3820 van hart H1870 is, zal van zijn wegen H7646 H8799 verzadigd worden H2896 ; maar een goed H376 man van zich zelven.
  15 H6612 De slechte H539 H8686 gelooft H1697 alle woord H6175 ; maar de kloekzinnige H995 H8799 merkt op H838 zijn gang.
  16 H2450 De wijze H3373 vreest H5493 H8802 , en wijkt H7451 van het kwade H3684 ; maar de zot H5674 H8693 is oplopende toornig H982 H8802 , en zorgeloos.
  17 H7116 Die haastig H639 is tot toorn H200 , zal dwaasheid H6213 H8799 doen H376 ; en een man H4209 van schandelijke verdichtselen H8130 H8735 zal gehaat worden.
  18 H6612 De slechten H5157 H8804 erven H200 dwaasheid H6175 ; maar de kloekzinnigen H1847 zullen zich met wetenschap H3803 H8686 kronen.
  19 H7451 De kwaden H7817 H8804 buigen H6440 voor het aangezicht H2896 der goeden H7563 neder, en de goddelozen H8179 voor de poorten H6662 des rechtvaardigen.
  20 H7326 H8802 De arme H7453 wordt zelfs van zijn vriend H8130 H8735 gehaat H157 H8802 ; maar de liefhebbers H6223 des rijken H7227 zijn vele.
  21 H7453 Die zijn naaste H936 H8802 veracht H2398 H8802 , zondigt H6035 H8675 H6041 ; maar die zich der nederigen H2603 H8781 ontfermt H835 , die is welgelukzalig.
  22 H8582 H8799 Dwalen zij H7451 niet, die kwaad H2790 H8802 stichten H2617 ? Maar weldadigheid H571 en trouw H2896 is voor degenen, die goed H2790 H8802 stichten.
  23 H6089 In allen smartelijken arbeid H4195 is overschot H1697 ; maar het woord H8193 der lippen H4270 [strekt] alleen tot gebrek.
  24 H2450 Der wijzen H5850 kroon H6239 is hun rijkdom H200 ; de dwaasheid H3684 der zotten H200 is dwaasheid.
  25 H571 Een waarachtig H5707 getuige H5337 H8688 redt H5315 de zielen H3577 ; maar die leugens H6315 H8686 blaast H4820 , is een bedrieger.
  26 H3374 In de vreze H3068 des HEEREN H5797 is een sterk H4009 vertrouwen H1121 , en Hij zal Zijn kinderen H4268 een Toevlucht wezen.
  27 H3374 De vreze H3068 des HEEREN H4726 is een springader H2416 des levens H5493 H8800 , om af te wijken H4170 van de strikken H4194 des doods.
  28 H7230 In de menigte H5971 des volks H4428 is des konings H1927 heerlijkheid H657 ; maar in gebrek H3816 van volk H7333 is eens vorsten H4288 verstoring.
  29 H750 H639 De lankmoedige H7227 is groot H8394 van verstand H7116 ; maar die haastig H7307 is van gemoed H7311 H8688 , verheft H200 de dwaasheid.
  30 H4832 Een gezond H3820 hart H2416 is het leven H1320 des vleses H7068 ; maar nijd H7538 is verrotting H6106 der beenderen.
  31 H1800 Die den arme H6231 H8802 verdrukt H2778 H8765 , smaadt H6213 H8802 deszelfs Maker H34 ; maar die zich des nooddruftigen H2603 H8802 ontfermt H3513 H8764 , eert Hem.
  32 H7563 De goddeloze H1760 H8735 zal heengedreven worden H7451 in zijn kwaad H6662 ; maar de rechtvaardige H2620 H8802 betrouwt H4194 [zelfs] in zijn dood.
  33 H2451 Wijsheid H5117 H8799 rust H3820 in het hart H995 H8737 des verstandigen H7130 ; maar wat in het binnenste H3684 der zotten H3045 H8735 is, wordt bekend.
  34 H6666 Gerechtigheid H7311 H8787 verhoogt H1471 een volk H2403 , maar de zonde H2617 is een schandvlek H3816 der natien.
  35 H7522 Het welbehagen H4428 des konings H7919 H8688 is over een verstandigen H5650 knecht H5678 ; maar zijn verbolgenheid H954 H8688 zal zijn [over] dengene, die beschaamd maakt.