DSV_Strongs(i)
1
H2454
Elke wijze
H802
vrouw
H1129 H8804
bouwt
H1004
haar huis
H200
; maar die zeer dwaas
H2040 H8799
is, breekt het af
H3027
met haar handen.
2
H3476
Die in zijn oprechtheid
H1980 H8802
wandelt
H3373
, vreest
H3068
den HEERE
H3868 H8737
; maar die afwijkt
H1870
in zijn wegen
H959 H8802
, veracht Hem.
3
H6310
In den mond
H191
des dwazen
H2415
is een roede
H1346
des hoogmoeds
H8193
; maar de lippen
H2450
der wijzen
H8104 H8799
bewaren hen.
4
H504
Als er geen ossen
H18
zijn, zo is de krib
H1249
rein
H3581
; maar door de kracht
H7794
van den os
H8393
is der inkomsten
H7230
veel.
5
H529
Een waarachtig
H5707
getuige
H3577
zal niet liegen
H8267
; maar een vals
H5707
getuige
H6315 H8686
blaast
H3576 H8762
leugens.
6
H3887 H8801
De spotter
H1245 H8765
zoekt
H2451
wijsheid
H1847
, en er is gene; maar de wetenschap
H995 H8737
is voor den verstandige
H7043 H8738
licht.
7
H3212 H8798
Ga weg
H5048
van de tegenwoordigheid
H3684
eens zotten
H376
mans
H8193
; want gij zoudt [bij] [hem] geen lippen
H1847
der wetenschap
H3045 H8804
merken.
8
H2451
De wijsheid
H6175
des kloekzinnigen
H1870
is zijn weg
H995 H8687
te verstaan
H200
; maar dwaasheid
H3684
der zotten
H4820
is bedriegerij.
9
H191
Elke dwaas
H817
zal de schuld
H3887 H8686
verbloemen
H3477
; maar onder de oprechten
H7522
is goedwilligheid.
10
H3820
Het hart
H3045 H8802
kent
H5315
zijn eigen
H4787
bittere droefheid
H2114 H8801
; en een vreemde
H8057
zal zich met deszelfs blijdschap
H6148 H8691
niet vermengen.
11
H1004
Het huis
H7563
der goddelozen
H8045 H8735
zal verdelgd worden
H168
; maar de tent
H3477
der oprechten
H6524 H8686
zal bloeien.
12
H3426
Er is
H1870
een weg
H6440 H376
, die iemand
H3477
recht schijnt
H319
; maar het laatste
H1870
van dien zijn wegen
H4194
des doods.
13
H3820
Het hart
H7814
zal ook in het lachen
H3510 H8799
smart hebben
H319
; en het laatste
H8057
van die blijdschap
H8424
is droefheid.
14
H5472 H8803
Die afkerig
H3820
van hart
H1870
is, zal van zijn wegen
H7646 H8799
verzadigd worden
H2896
; maar een goed
H376
man van zich zelven.
15
H6612
De slechte
H539 H8686
gelooft
H1697
alle woord
H6175
; maar de kloekzinnige
H995 H8799
merkt op
H838
zijn gang.
16
H2450
De wijze
H3373
vreest
H5493 H8802
, en wijkt
H7451
van het kwade
H3684
; maar de zot
H5674 H8693
is oplopende toornig
H982 H8802
, en zorgeloos.
17
H7116
Die haastig
H639
is tot toorn
H200
, zal dwaasheid
H6213 H8799
doen
H376
; en een man
H4209
van schandelijke verdichtselen
H8130 H8735
zal gehaat worden.
18
H6612
De slechten
H5157 H8804
erven
H200
dwaasheid
H6175
; maar de kloekzinnigen
H1847
zullen zich met wetenschap
H3803 H8686
kronen.
19
H7451
De kwaden
H7817 H8804
buigen
H6440
voor het aangezicht
H2896
der goeden
H7563
neder, en de goddelozen
H8179
voor de poorten
H6662
des rechtvaardigen.
20
H7326 H8802
De arme
H7453
wordt zelfs van zijn vriend
H8130 H8735
gehaat
H157 H8802
; maar de liefhebbers
H6223
des rijken
H7227
zijn vele.
21
H7453
Die zijn naaste
H936 H8802
veracht
H2398 H8802
, zondigt
H6035 H8675 H6041
; maar die zich der nederigen
H2603 H8781
ontfermt
H835
, die is welgelukzalig.
22
H8582 H8799
Dwalen zij
H7451
niet, die kwaad
H2790 H8802
stichten
H2617
? Maar weldadigheid
H571
en trouw
H2896
is voor degenen, die goed
H2790 H8802
stichten.
23
H6089
In allen smartelijken arbeid
H4195
is overschot
H1697
; maar het woord
H8193
der lippen
H4270
[strekt] alleen tot gebrek.
24
H2450
Der wijzen
H5850
kroon
H6239
is hun rijkdom
H200
; de dwaasheid
H3684
der zotten
H200
is dwaasheid.
25
H571
Een waarachtig
H5707
getuige
H5337 H8688
redt
H5315
de zielen
H3577
; maar die leugens
H6315 H8686
blaast
H4820
, is een bedrieger.
26
H3374
In de vreze
H3068
des HEEREN
H5797
is een sterk
H4009
vertrouwen
H1121
, en Hij zal Zijn kinderen
H4268
een Toevlucht wezen.
27
H3374
De vreze
H3068
des HEEREN
H4726
is een springader
H2416
des levens
H5493 H8800
, om af te wijken
H4170
van de strikken
H4194
des doods.
28
H7230
In de menigte
H5971
des volks
H4428
is des konings
H1927
heerlijkheid
H657
; maar in gebrek
H3816
van volk
H7333
is eens vorsten
H4288
verstoring.
29
H750 H639
De lankmoedige
H7227
is groot
H8394
van verstand
H7116
; maar die haastig
H7307
is van gemoed
H7311 H8688
, verheft
H200
de dwaasheid.
30
H4832
Een gezond
H3820
hart
H2416
is het leven
H1320
des vleses
H7068
; maar nijd
H7538
is verrotting
H6106
der beenderen.
31
H1800
Die den arme
H6231 H8802
verdrukt
H2778 H8765
, smaadt
H6213 H8802
deszelfs Maker
H34
; maar die zich des nooddruftigen
H2603 H8802
ontfermt
H3513 H8764
, eert Hem.
32
H7563
De goddeloze
H1760 H8735
zal heengedreven worden
H7451
in zijn kwaad
H6662
; maar de rechtvaardige
H2620 H8802
betrouwt
H4194
[zelfs] in zijn dood.
33
H2451
Wijsheid
H5117 H8799
rust
H3820
in het hart
H995 H8737
des verstandigen
H7130
; maar wat in het binnenste
H3684
der zotten
H3045 H8735
is, wordt bekend.