Jeremiah 25:14 Cross References - DSV_Strongs
Psalms 137:8
Isaiah 14:2
2
H5971
En de volken
H3947 H8804
zullen hen aannemen
H4725
, en in hun plaats
H935 H8689
brengen
H1004
; en het huis
H3478
Israels
H5157 H8694
zal hen erfelijk bezitten
H127
in het land
H3068
des HEEREN
H5650
tot knechten
H8198
en tot maagden
H7617 H8802
; en zij zullen gevangen houden
H7617 H8802
degenen, die hen gevangen hielden
H7287 H8804
, en zij zullen heersen
H5065 H8802
over hun drijvers.
Isaiah 45:1-3
1
H559 H8804
Alzo zegt
H3068
de HEERE
H4899
tot Zijn gezalfde
H3566
, tot Cores
H3225
, wiens rechterhand
H2388 H8689
Ik vat
H1471
, om de volken
H6440
voor zijn aangezicht
H7286 H8800
neder te werpen
H4975
; en Ik zal de lendenen
H4428
der koningen
H6605 H8762
ontbinden
H6440
, om voor zijn aangezicht
H1817
de deuren
H6605 H8800
te openen
H8179
, en de poorten
H5462 H8735
zullen niet gesloten worden:
Isaiah 66:6
Jeremiah 27:7
Jeremiah 50:9
9
H6951
Want ziet, Ik zal een verzameling
H1419
van grote
H1471
volken
H776
uit het land
H6828
van het noorden
H5782 H8688
verwekken
H894
, en tegen Babel
H5927 H8688
opbrengen
H6186 H8804
; die zullen zich tegen haar rusten
H3920 H8735
; van daar zal zij ingenomen worden
H2671
; hun pijlen
H1368
zullen zijn als eens kloeken
H7919 H8688 H8676 H7921 H8688
helds
H7387
, geen zal ledig
H7725 H8799
wederkeren.
Jeremiah 50:29-34
29
H8085 H8685
Laat [u] horen
H894
tegen Babel
H7228
, gij schutters
H7198
! gij allen, die den boog
H1869 H8802
spant
H2583 H8798
! legert u
H5439
tegen haar rondom
H6413
, laat niemand van hen ontkomen
H7999 H8761
; vergeldt
H6467
haar naar haar werk
H6213 H8798
, doet
H6213 H8804
haar naar alles, wat zij gedaan heeft
H2102 H8804
; want zij heeft trotselijk gehandeld
H3068
tegen den HEERE
H6918
, tegen den Heilige
H3478
Israels.
30
H970
Daarom zullen haar jongelingen
H5307 H8799
vallen
H7339
op haar straten
H582 H4421
, en al haar krijgslieden
H3117
te dien dage
H1826 H8735
uitgeroeid worden
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.
31
H2087
Ziet, Ik [wil] aan u, gij trotse
H5002 H8803
! spreekt
H136
de Heere
H3069
, de HEERE
H6635
der heirscharen
H3117
; want uw dag
H935 H8802
is gekomen
H6256
, de tijd
H6485 H8804
, dat Ik u bezoeken zal.
32
H2087
Dan zal de trotse
H3782 H8804
aanstoten
H5307 H8804
en vallen
H6965 H8688
, en er zal niemand zijn, die hem opricht
H784
; ja, Ik zal een vuur
H3341 H8689
aansteken
H5892
in zijn steden
H5439
, dat zal alle plaatsen rondom
H398 H8804
hem verteren.
33
H559 H8804
Zo zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H1121
: De kinderen
H3478
Israels
H1121
en de kinderen
H3063
van Juda
H3162
zijn te zamen
H6231 H8803
verdrukt geweest
H7617 H8802
; en allen, die hen gevangen hadden
H2388 H8689
, hebben hen vast gehouden
H3985 H8765
; zij hebben hen geweigerd
H7971 H8763
los te laten.
Jeremiah 50:41
Jeremiah 51:6
Jeremiah 51:20-28
20
H4661
Gij zijt Mij een voorhamer
H3627 H4421
, [en] krijgswapenen
H1471
; en door u zal Ik volken
H5310 H8765
in stukken slaan
H4467
, en door u zal Ik koninkrijken
H7843 H8689
verderven.
21
H5310 H8765
En door u zal Ik in stukken slaan
H5483
het paard
H7392 H8802
en zijn ruiter
H5310 H8765
; en door u zal Ik in stukken slaan
H7393
den wagen
H7392 H8802
en zijn ruiter.
22
H5310 H8765
En door u zal Ik in stukken slaan
H376
den man
H802
en de vrouw
H5310 H8765
; en door u zal Ik in stukken slaan
H2205
den oude
H5288
en den jonge
H5310 H8765
; en door u zal Ik in stukken slaan
H970
den jongeling
H1330
en de jonkvrouw.
23
H5310 H8765
En door u zal Ik in stukken slaan
H7462 H8802
den herder
H5739
en zijn kudde
H5310 H8765
; en door u zal Ik in stukken slaan
H406
den akkerman
H6776
en zijn juk
H5310 H8765
[ossen]; en door u zal Ik in stukken slaan
H6346
landvoogden
H5461
en overheden.
24
H894
Maar Ik zal Babel
H3427 H8802
en allen inwoneren
H3778
van Chaldea
H7999 H8765
vergelden
H7451
al hun boosheid
H6213 H8804
, die zij gedaan hebben
H6726
aan Sion
H5869
, voor ulieder ogen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.
25
H4889
Ziet, Ik [wil] aan u, gij verdervende
H2022
berg
H5002 H8803
! spreekt
H3068
de HEERE
H776
, gij, die de ganse aarde
H7843 H8688
verderft
H3027
, en Ik zal Mijn hand
H5186 H8804
tegen u uitstrekken
H5553
, en u van de steenrotsen
H1556 H8773
afwentelen
H5414 H8804
, en zal u stellen
H2022
tot een berg
H8316
des brands.
26
H68
En zij zullen uit u geen steen
H3947 H8799
nemen
H6438
tot een hoek
H68
, ook [geen] steen
H4146
tot fondamenten
H5769
; want gij zult [tot] eeuwige
H8077
woestheden
H5002 H8803
zijn, spreekt
H3068
de HEERE.
27
H5375 H8798
Verheft
H5251
de banier
H776
in het land
H8628 H8798
, blaast
H7782
de bazuin
H1471
onder de heidenen
H6942 H8761
, heiligt
H1471
de heidenen
H8085 H8685
tegen haar, roept tegen haar bijeen
H4467
de koninkrijken
H780
van Ararat
H4508
, Minni
H813
en Askenaz
H6485 H8798
; bestelt
H2951
een krijgsoverste
H5927 H0
tegen haar, brengt
H5483
paarden
H5927 H8685
opwaarts
H5569
, als ruige
H3218
kevers!
Jeremiah 51:35-41
35
H2555
Het geweld
H7607
, dat mij en mijn vlees
H894
is aangedaan, zij op Babel
H559 H8799
! zegge
H3427 H8802
de inwoneres
H6726
van Sion
H1818
; en mijn bloed
H3427 H8802
zij op de inwoners
H3778
van Chaldea
H559 H8799
! zegge
H3389
Jeruzalem.
36
H559 H8804
Daarom, zo zegt
H3068
de HEERE
H7379
: Ziet, Ik zal uw twist
H7378 H8801
twisten
H5360
, en uw wraak
H5358 H8765
wreken
H3220
; en Ik zal haar zee
H2717 H8689
droog maken
H4726
, en haar springader
H3001 H8689
opdrogen.
37
H894
En Babel
H1530
zal worden tot [steen] hopen
H4583
, een woning
H8577
der draken
H8047
, een ontzetting
H8322
en aanfluiting
H3427 H8802
, dat er geen inwoner zij.
38
H3162
Zij zullen te zamen
H7580 H8799
brullen
H3715
als jonge leeuwen
H5286 H8804
, briesen
H738 H1484
als leeuwenwelpen.
39
H2527
Als zij verhit zijn
H4960
, zal Ik hun drank
H7896 H8799
opzetten
H7937 H8689
, en zal hen dronken maken
H5937 H8799
, opdat zij opspringen
H5769
; maar zij zullen een eeuwigen
H8142
slaap
H3462 H8804
slapen
H6974 H8686
, en niet opwaken
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.
Daniel 5:28
Habakkuk 2:8-16
8
H3588
Omdat
H859
gij
H7227
vele
H1471
heidenen
H7997 H8804
beroofd hebt
H3605
, zo zullen alle
H3499
overgeblevene
H5971
volken
H7997 H8799
u beroven
H4480
; om
H1818
het bloed
H120
der mensen
H2555
, en het geweld
H776
aan het land
H7151
, de stad
H3605
, en alle
H3427 H8802
inwoners derzelve.
9
H1945
Wee
H7451
dien, die met kwade
H1215
gierigheid
H1214 H8802
giert
H1004
voor zijn huis
H4791
, opdat hij in de hoogte
H7064
zijn nest
H7760 H8800
stelle
H5337 H8736
, om bevrijd te zijn
H4480
uit
H3709
de hand
H7451
des kwaads.
10
H1322
Gij hebt schaamte
H3289 H8804
beraadslaagd
H1004
voor uw huis
H7096 H8800
; uitroeiende
H7227
vele
H5971
volken
H2398 H8802
, zo hebt gij gezondigd
H5315
[tegen] uw ziel.
11
H3588
Want
H68
de steen
H4480
uit
H7023
den muur
H2199 H8799
roept
H3714
, en de balk
H4480
uit
H6086
het hout
H6030 H8799
antwoordt dien.
12
H1945
Wee
H5892
dien, die de stad
H1818
met bloed
H1129 H8802
bouwt
H7151
, en die de stad
H5766
met onrecht
H3559 H8790
bevestigt!
13
H2009
Ziet
H3808
, is het niet
H4480
van
H3068
den HEERE
H6635
der heirscharen
H5971
, dat de volken
H3021 H8799
arbeiden
H1767
ten
H784
vure
H3816
, en de lieden
H3286 H8799
zich vermoeien
H1767 H7385
tevergeefs?
14
H3588
Want
H776
de aarde
H4390 H8735
zal vervuld worden
H3519
, dat zij de heerlijkheid
H3068
des HEEREN
H3045 H8800
bekennen
H4325
, gelijk de wateren
H5921
[den] [bodem] [der]
H3220
zee
H3680 H8762
bedekken.
15
H1945
Wee
H7453
dien, die zijn naaste
H8248 H8688
te drinken geeft
H2573
, gij, die uw wijnfles
H5596 H8764
daarbij voegt
H7937 H8763
, en ook dronken maakt
H4616
, opdat
H5921
gij hun
H4589
naaktheden
H5027 H8687
aanschouwt.
16
H7646 H8804
Gij zult [ook] verzadigd worden
H7036
met schande
H4480
, voor
H3519
eer
H8354 H8798
; drinkt
H859
gij
H1571
ook
H6188 H8734
, en ontbloot de voorhuid
H3563
; de beker
H3225
der rechterhand
H3068
des HEEREN
H5921
zal zich tot
H5437 H8735
u wenden
H7022
, en er zal een schandelijk uitbraaksel
H5921
over
H3519
uw heerlijkheid zijn.
Revelation 18:20-24
20
G2165 G5744
Bedrijft vreugde
G1909
over
G846
haar
G3772
, gij hemel
G2532
, en
G40
gij heilige
G652
apostelen
G2532
, en
G4396
gij profeten
G3754
, want
G2316
God
G5216
heeft uw
G2917
oordeel
G1537
aan
G846
haar
G2919 G5656
geoordeeld.
21
G2532
En
G1520
een
G2478
sterke
G32
engel
G142 G5656
hief
G3037
een steen
G5613
op als
G3173
een groten
G3458
molensteen
G2532
, en
G906 G5627
wierp
G1519
[dien] in
G2281
de zee
G3004 G5723
, zeggende
G3779
: Aldus
G3173
zal de grote
G4172
stad
G897
Babylon
G3731
met geweld
G906 G5701
geworpen worden
G2532
, en
G3364
zal niet
G2089
meer
G2147 G5686
gevonden worden.
22
G2532
En
G5456
de stem
G2790
der citerspelers
G2532
, en
G3451
der zangers
G2532
, en
G834
der fluiters
G2532
, en
G4538
der bazuiners
G3364
, zal niet
G2089
meer
G1722
in
G4671
u
G191 G5686
gehoord worden
G2532
; en
G3364 G3956
geen
G5079
kunstenaar
G3956
van enige
G5078
kunst
G2089
zal meer
G1722
in
G4671
u
G2147 G5686
gevonden worden
G2532
; en
G3364
geen
G5456
geluid
G3458
des molens
G1722
zal in
G4671
u
G2089
meer
G191 G5686
gehoord worden.
23
G2532
En
G5457
het licht
G3088
der kaars
G1722
zal in
G4671
u
G2089
niet
G3364
meer
G5316 G5652
schijnen
G2532
; en
G5456
de stem
G3566
eens bruidegoms
G2532
en
G3565
ener bruid
G1722
zal in
G4671
u
G2089
niet
G3364
meer
G191 G5686
gehoord worden
G3754
; want
G4675
uw
G1713
kooplieden
G2258 G5713
waren
G3175
de groten
G1093
der aarde
G3754
, want
G1722
door
G4675
uw
G5331
toverij
G3956
zijn alle
G1484
volken
G4105 G5681
verleid geweest.