Exodus 32

DSV_Strongs(i)
  1 H5971 Toen het volk H7200 H8799 zag H4872 , dat Mozes H954 H8765 vertoog H2022 van den berg H3381 H8800 af te komen H6950 H8735 , zo verzamelde zich H5971 het volk H175 tot Aaron H559 H8799 , en zij zeiden H6965 H8798 tot hem: Sta op H6213 H8798 , maak H430 ons goden H6440 , die voor ons aangezicht H3212 H8799 gaan H4872 ; want dezen Mozes H376 , dien man H776 H4714 , die ons uit Egypteland H5927 H8689 uitgevoerd heeft H3045 H8804 , wij weten niet, wat hem geschied zij.
  2 H175 Aaron H559 H8799 nu zeide H6561 H8761 tot hen: Rukt af H2091 de gouden H5141 oorsierselen H241 , die in de oren H802 uwer vrouwen H1121 , uwer zonen H1323 , en uwer dochteren H935 H8685 zijn; en brengt ze tot mij.
  3 H6561 H8691 Toen rukte H5971 het ganse volk H2091 de gouden H5141 oorsierselen H241 af, die in hun oren H935 H8686 waren; en zij brachten H175 ze tot Aaron.
  4 H3947 H8799 En hij nam H3027 ze uit hun hand H6696 H8799 , en hij bewierp H2747 het met een griffie H6213 H8799 , en hij maakte H4541 een gegoten H5695 kalf H559 H8799 daaruit. Toen zeiden zij H430 : Dit zijn uw goden H3478 , Israel H776 H4714 ! die u uit Egypteland H5927 H8689 opgevoerd hebben.
  5 H175 Als Aaron H7200 H8799 dat zag H1129 H8799 , zo bouwde hij H4196 een altaar H6440 voor H175 hetzelve; en Aaron H7121 H8799 riep uit H559 H8799 , en zeide H4279 : Morgen H3068 zal den HEERE H2282 een feest zijn!
  6 H7925 H0 En zij stonden H4283 des anderen daags H7925 H8686 vroeg op H5927 H8686 , en offerden H5930 brandoffer H5066 H8686 , en brachten H8002 dankoffer H5971 daartoe; en het volk H3427 H8799 zat neder H398 H8800 om te eten H8354 H8800 en te drinken H6965 H8799 ; daarna stonden zij op H6711 H8763 , om te spelen.
  7 H1696 H8762 Toen sprak H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H3212 H8798 : Ga heen H3381 H8798 , klim af H5971 ! want uw volk H776 H4714 , dat gij uit Egypteland H5927 H8689 opgevoerd hebt H7843 H8765 , heeft het verdorven.
  8 H4118 En zij zijn haast H5493 H8804 afgeweken H1870 van den weg H6680 H8765 , dien Ik hun geboden had H4541 , zij hebben zich een gegoten H5695 kalf H6213 H8804 gemaakt H7812 H8691 ; en zij hebben zich voor hetzelve gebogen H2076 H8799 , en hebben het offerande gedaan H559 H8799 , en gezegd H430 : Dit zijn uw goden H3478 , Israel H776 H4714 , die u uit Egypteland H5927 H8689 opgevoerd hebben.
  9 H559 H8799 Verder zeide H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H5971 : Ik heb dit volk H7200 H8804 gezien H7186 H6203 , en zie, het is een hardnekkig H5971 volk!
  10 H3240 H8685 En nu, laat Mij toe H639 , dat Mijn toorn H2734 H8799 tegen hen ontsteke H3615 H8762 , en hen vertere H1419 ; zo zal Ik u tot een groot H1471 volk H6213 H8799 maken.
  11 H4872 Doch Mozes H2470 H8762 aanbad H6440 het aangezicht H3068 des HEEREN H430 zijns Gods H559 H8799 , en hij zeide H3068 : O HEERE H639 ! waarom zou Uw toorn H2734 H8799 ontsteken H5971 tegen Uw volk H1419 , hetwelk Gij met grote H3581 kracht H2389 , en met een sterke H3027 hand H776 H4714 , uit Egypteland H3318 H8689 uitgevoerd hebt?
  12 H4714 Waarom zouden de Egyptenaars H559 H8799 spreken H559 H8800 , zeggende H7451 : In kwaadheid H3318 H8689 heeft Hij hen uitgevoerd H2026 H8800 , opdat Hij hen doodde H2022 op de bergen H3615 H8763 , en opdat Hij hen vernielde H6440 H127 van den aardbodem H7725 H8798 ? Keer af H2740 van de hittigheid H639 Uws toorns H7451 , en laat het U over het kwaad H5971 Uws volks H5162 H8734 berouwen.
  13 H2142 H8798 Gedenk aan H85 Abraham H3327 , aan Izak H3478 en aan Israel H5650 , Uw knechten H7650 H8738 , aan welke Gij bij Uzelven gezworen hebt H1696 H8762 , en hebt tot hen gesproken H2233 : Ik zal uw zaad H7235 H8686 vermenigvuldigen H3556 als de sterren H8064 des hemels H776 ; en dit gehele land H559 H8804 , waarvan Ik gezegd heb H2233 , zal Ik aan ulieder zaad H5414 H8799 geven H5157 H8804 , dat zij het erfelijk bezitten H5769 in eeuwigheid.
  14 H5162 H8735 Toen berouwde H3068 het den HEERE H7451 over het kwaad H1696 H8765 , hetwelk Hij gesproken had H5971 Zijn volk H6213 H8800 te zullen doen.
  15 H4872 En Mozes H6437 H8799 wendde zich om H3381 H8799 , en klom H2022 van den berg H8147 af, met de twee H3871 tafelen H5715 der getuigenis H3027 in zijn hand H3871 ; deze tafelen H8147 waren op haar beide H5676 zijden H3789 H8803 beschreven H3789 H8803 , zij waren op de ene en op de andere zijde beschreven.
  16 H3871 En diezelfde tafelen H430 waren Gods H4639 werk H4385 ; het geschrift H430 was ook Gods H4385 geschrift H3871 zelf, in de tafelen H2801 H8803 gegraveerd.
  17 H3091 Toen nu Jozua H5971 des volks H6963 stem H8085 H8799 hoorde H7452 , als het juichte H559 H8799 , zo zeide hij H4872 tot Mozes H6963 H4421 : Er is een krijgsgeschrei H4264 in het leger.
  18 H559 H8799 Maar hij zeide H6963 : Het is geen stem H6030 H8800 des geroeps H1369 van overwinning H6963 , het is ook geen stem H6030 H8800 des geroeps H2476 van nederlaag H8085 H8802 ; ik hoor H6963 een stem H6031 H8763 van zingen bij beurte.
  19 H4264 En het geschiedde, als hij aan het leger H7126 H8804 naderde H5695 , en het kalf H4246 , en de reien H7200 H8799 zag H639 , dat de toorn H4872 van Mozes H2734 H8799 ontstak H3871 , en dat hij de tafelen H3027 uit zijn handen H7993 H8686 wierp H8478 , en dezelve beneden H2022 aan den berg H7665 H8762 verbrak.
  20 H3947 H8799 En hij nam H5695 dat kalf H6213 H8804 , dat zij gemaakt hadden H8313 H8799 , en verbrandde H784 het in het vuur H2912 H8799 , en vermaalde H1854 H8804 het, totdat het klein werd H2219 H8799 , en strooide H6440 het op H4325 het water H1121 , en deed het den kinderen H3478 Israels H8248 H8686 drinken.
  21 H4872 En Mozes H559 H8799 zeide H175 tot Aaron H5971 : Wat heeft u dit volk H6213 H8804 gedaan H1419 , dat gij [zulk] een grote H2401 zonde H935 H8689 over hetzelve gebracht hebt?
  22 H559 H8799 Toen zeide H175 Aaron H639 : De toorn H113 mijns heren H2734 H8799 ontsteke H3045 H8804 niet! gij kent H5971 dit volk H7451 , dat het in den boze [ligt].
  23 H559 H8799 Zij dan zeiden H6213 H8798 tot mij: Maak H430 ons goden H6440 , die voor ons aangezicht H3212 H8799 gaan H4872 , want dezen Mozes H376 , dien man H776 H4714 , die ons uit Egypteland H5927 H8689 opgevoerd heeft H3045 H8804 , wij weten niet, wat hem geschied zij.
  24 H559 H8799 Toen zeide ik H2091 tot hen: Wie goud H6561 H8690 heeft, die rukke H5414 H8799 het af, en geve H7993 H8686 het mij; en ik wierp H784 het in het vuur H5695 , en dit kalf H3318 H8799 is er uit gekomen.
  25 H4872 Als Mozes H7200 H8799 zag H5971 , dat het volk H6544 H8803 ontbloot was H175 , (want Aaron H6544 H8804 had het ontbloot H8103 tot verkleining H6965 H8801 onder degenen, die tegen hen hadden mogen opstaan),
  26 H5975 H0 Zo bleef H4872 Mozes H5975 H8799 staan H8179 in de poort H4264 des legers H559 H8799 , en zeide H3068 : Wie den HEERE H622 H8735 toebehoort, [kome] tot mij! Toen verzamelden zich H1121 tot hem al de zonen H3878 van Levi.
  27 H559 H8799 En hij zeide H559 H8804 tot hen: Alzo zegt H3068 de HEERE H430 , de God H3478 van Israel H376 : Een ieder H7760 H8798 doe H2719 zijn zwaard H3409 aan zijn heup H5674 H8798 ; gaat door H7725 H8798 en keert weder H8179 , van poort H8179 tot poort H4264 in het leger H376 , en een iegelijk H2026 H8798 dode H251 zijn broeder H376 , en elk H7453 zijn vriend H376 , en elk H7138 zijn naaste!
  28 H1121 En de zonen H3878 van Levi H6213 H8799 deden H1697 naar het woord H4872 van Mozes H5307 H8799 ; en er vielen H5971 van het volk H3117 , op dien dag H7969 , drie H505 duizend H376 man.
  29 H4872 Want Mozes H559 H8799 had gezegd H4390 H8798 : Vult H3117 heden H3027 uw handen H3068 den HEERE H3588 ; want H376 elk H1121 zal zijn tegen zijn zoon H251 , en tegen zijn broeder H3117 ; en dit, opdat Hij heden H1293 een zegen H5414 H8800 over ulieden geve!
  30 H4283 En het geschiedde des anderen daags H4872 , dat Mozes H5971 tot het volk H559 H8799 zeide H1419 : Gijlieden hebt een grote H2401 zonde H2398 H8804 gezondigd H3068 ; doch nu, ik zal tot den HEERE H5927 H8799 opklimmen H194 ; misschien H3722 H8762 zal ik een verzoening doen H1157 voor H2403 uw zonde.
  31 H7725 H8799 Zo keerde H4872 Mozes H3068 weder tot den HEERE H559 H8799 , en zeide H577 : Och H5971 , dit volk H1419 heeft een grote H2401 zonde H2398 H8804 gezondigd H2091 , dat zij zich gouden H430 goden H6213 H8799 gemaakt hebben.
  32 H2403 Nu dan, indien Gij hun zonden H5375 H8799 vergeven zult H4229 H8798 ! doch zo niet, zo delg H5612 mij nu uit Uw boek H3789 H8804 , hetwelk Gij geschreven hebt.
  33 H559 H8799 Toen zeide H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H5612 : Dien zou Ik uit Mijn boek H4229 H8799 delgen H834 , die H2398 H8804 aan Mij zondigt.
  34 H3212 H8798 Doch ga nu heen H5148 H8798 , leid H5971 dit volk H1696 H8765 , waarheen Ik u gezegd heb H4397 ; zie, Mijn Engel H6440 zal voor uw aangezicht H3212 H8799 gaan H3117 ! doch ten dage H6485 H8800 Mijns bezoekens H2403 , zo zal Ik hun zonde H6485 H8804 over hen bezoeken!
  35 H5062 H8799 Aldus plaagde H3068 de HEERE H5971 dit volk H834 , omdat H5695 zij dat kalf H6213 H8804 gemaakt hadden H834 , hetwelk H175 Aaron H6213 H8804 gemaakt had.