Proverbs 20

DSV_Strongs(i)
  1 H3196 De wijn H3887 H8801 is een spotter H7941 , de sterke drank H1993 H8802 is woelachtig H7686 H8802 ; al wie daarin dwaalt H2449 H8799 , zal niet wijs zijn.
  2 H367 De schrik H4428 des konings H5099 is als het brullen H3715 eens jongen leeuws H5674 H8693 ; die zich tegen hem vergramt H2398 H8802 , zondigt H5315 tegen zijn ziel.
  3 H3519 Het is eer H376 voor een man H7379 , van twist H7674 af te blijven H191 ; maar ieder dwaas H1566 H8691 zal er zich in mengen.
  4 H2779 Om den winter H6102 zal de luiaard H2790 H8799 niet ploegen H7592 H8804 H8675 H7592 H8799 ; daarom zal hij bedelen H7105 in den oogst, maar er zal niet zijn.
  5 H6098 De raad H3820 in het hart H376 eens mans H6013 is [als] diepe H4325 wateren H376 ; maar een man H8394 van verstand H1802 H8799 zal dien uithalen.
  6 H376 Elk H7230 van de menigte H120 der mensen H7121 H0 roept H2617 zijn weldadigheid H7121 H8799 uit H529 ; maar wie zal een recht trouwen H376 man H4672 H8799 vinden?
  7 H6662 De rechtvaardige H1980 H8693 wandelt H8537 steeds in zijn oprechtheid H835 ; welgelukzalig H1121 zijn zijn kinderen H310 na hem.
  8 H4428 Een koning H3427 H8802 , zittende H3678 op den troon H1779 des gerichts H2219 H8764 , verstrooit H7451 alle kwaad H5869 met zijn ogen.
  9 H559 H8799 Wie kan zeggen H3820 : Ik heb mijn hart H2135 H8765 gezuiverd H2891 H8804 , ik ben rein H2403 van mijn zonde?
  10 H68 Tweeerlei H68 weegsteen H374 , tweeerlei H374 efa H3068 is den HEERE H8441 een gruwel H1571 , ja H8147 die beide.
  11 H5288 Een jongen H4611 zal ook door zijn handelingen H5234 H8691 zich bekend maken H6467 , of zijn werk H2134 zuiver H3477 , en of het recht zal wezen.
  12 H8085 H8802 Een horend H241 oor H7200 H8802 , en een ziend H5869 oog H3068 heeft de HEERE H6213 H8804 gemaakt H8147 , ja, die beide.
  13 H157 H0 Heb H8142 den slaap H157 H8799 niet lief H3423 H8735 , opdat gij niet arm wordt H6491 H8798 ; open H5869 uw ogen H7646 H8798 , verzadig H3899 u met brood.
  14 H7451 Het is kwaad H7451 , het is kwaad H7069 H8802 ! zal de koper H559 H8799 zeggen H235 H8801 ; maar als hij weggegaan is H1984 H8691 , dan zal hij zich beroemen.
  15 H2091 Goud H3426 is er H7230 , en menigte H6443 van robijnen H8193 ; maar de lippen H1847 de wetenschap H3366 zijn een kostelijk H3627 kleinood.
  16 H2114 H8801 Als [iemand] [voor] een vreemde H6148 H8804 borg H3947 H8798 geworden is, neem H899 zijn kleed H2254 H8798 ; en pand H5237 hem voor de onbekenden.
  17 H3899 Het brood H8267 der leugen H376 is den mens H6156 zoet H310 ; maar daarna H6310 zal zijn mond H4390 H0 vol H2687 van zandsteentjes H4390 H8735 worden.
  18 H4284 Elke gedachte H6098 wordt door raad H3559 H8735 bevestigd H6213 H8798 , daarom voer H4421 oorlog H8458 met wijze raadslagen.
  19 H7400 Die [als] een achterklapper H1980 H8802 wandelt H1540 H8802 , openbaart H5475 het heimelijke H6148 H8691 ; vermeng u H8193 dan niet met hem, die met zijn lippen H6601 H8802 verlokt.
  20 H1 Wie zijn vader H517 of zijn moeder H7043 H8764 vloekt H5216 , diens lamp H1846 H8799 zal uitgeblust worden H380 H8676 H380 in zwarte H2822 duisternis.
  21 H5159 Als een erfenis H7223 in het eerste H926 H8794 H8675 H973 H8794 verhaast wordt H319 , zo zal haar laatste H1288 H8792 niet gezegend worden.
  22 H559 H8799 Zeg H7451 niet: Ik zal het kwaad H7999 H8762 vergelden H6960 H8761 ; wacht op H3068 den HEERE H3467 H8686 , en Hij zal u verlossen.
  23 H68 Tweeerlei H68 weegsteen H3068 is den HEERE H8441 een gruwel H4820 , en de bedriegelijke H3976 weegschaal H2896 is niet goed.
  24 H4703 De treden H1397 des mans H3068 zijn van den HEERE H120 ; hoe zou dan een mens H1870 zijn weg H995 H8799 verstaan?
  25 H4170 Het is een strik H120 des mensen H6944 , dat hij het heilige H3216 H8804 verslindt H310 , en na H5088 [gedane] geloften H1239 H8763 , onderzoek te doen.
  26 H2450 Een wijs H4428 koning H2219 H8764 verstrooit H7563 de goddelozen H7725 H8686 , en hij brengt H212 het rad over hen.
  27 H5397 De ziel H120 des mensen H5216 is een lamp H3068 des HEEREN H2664 H8802 , doorzoekende H2315 al de binnenkameren H990 des buiks.
  28 H2617 Weldadigheid H571 en waarheid H5341 H8799 bewaren H4428 den koning H2617 ; en door weldadigheid H5582 H8804 ondersteunt hij H3678 zijn troon.
  29 H970 Der jongelingen H8597 sieraad H3581 is hun kracht H2205 , en der ouden H1926 heerlijkheid H7872 is de grijsheid.
  30 H2250 Gezwellen H6482 der wonde H7451 zijn in den boze H8562 een zuivering H4347 , mitsgaders de slagen H2315 van het binnenste H990 des buiks.