Acts 23:12 Cross References - DSV_Strongs

  12 G1161 En G2250 als het dag G1096 G5637 geworden was G4160 G5660 , maakten G5100 sommigen G2453 van de Joden G4963 een samenrotting G332 G5656 , en vervloekten G1438 zichzelven G3004 G5723 , zeggende G3383 , dat zij noch G5315 G5629 eten G3383 noch G4095 G5629 drinken zouden G2193 , totdat G3972 zij Paulus G615 G5725 zouden gedood hebben.

Leviticus 27:29

  29 H2764 Al wat verbannen H120 is, dat van de mensen H2763 H8714 zal verbannen zijn H3808 , zal niet H6299 H8735 gelost worden H4191 H8800 ; het zal zekerlijk H4191 H8714 gedood worden.

Joshua 6:26

  26 H1931 En ter zelver H6256 tijd H7650 H8686 bezwoer H3091 hen Jozua H559 H8800 , zeggende H779 H8803 : Vervloekt H376 zij die man H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H834 , die H6965 H8799 zich opmaken H2063 en deze H5892 stad H3405 Jericho H1129 H8804 bouwen zal H3245 H8762 ; dat hij ze grondveste H1060 op zijn eerstgeborenen zoon H1817 , en haar poorten H5324 H8686 stelle H6810 op zijn jongsten zoon!

Joshua 7:1

  1 H1121 Maar de kinderen H3478 Israels H4603 H8799 overtraden H4604 door overtreding H2764 met het verbannene H5912 ; want Achan H1121 , de zoon H3756 van Charmi H1121 , den zoon H2067 van Zabdi H1121 , den zoon H2226 van Zerah H4294 , uit den stam H3063 van Juda H3947 H8799 , nam H2764 van het verbannene H2734 H8799 . Toen ontstak H639 de toorn H3068 des HEEREN H1121 tegen de kinderen H3478 Israels.

Joshua 7:15

  15 H1961 H8804 En het zal geschieden H3920 H8737 , die geraakt zal worden H2764 met den ban H784 , die zal met vuur H8313 H8735 verbrand worden H853 , hij H3605 en al H834 wat H3588 hij heeft; omdat H1285 hij het verbond H3068 des HEEREN H5674 H8804 overtreden heeft H3588 , en omdat H5039 hij dwaasheid H3478 in Israel H6213 H8804 gedaan heeft.

1 Samuel 14:24

  24 H376 En de mannen H3478 van Israel H5065 H8738 werden mat H1931 te dien H3117 dage H7586 ; want Saul H5971 had het volk H422 H8686 bezworen H559 H8800 , zeggende H779 H8803 : Vervloekt H376 zij de man H438 , die H3899 spijze H398 H8799 eet H5704 tot aan H6153 den avond H4480 , opdat ik mij aan H341 H8802 mijn vijanden H5358 H8738 wreke H2938 H8804 ! Daarom proefde H3605 dat ganse H5971 volk H3808 geen H3899 spijs.

1 Samuel 14:27-28

  27 H3129 Maar Jonathan H3808 had het niet H8085 H8804 gehoord H1 , toen zijn vader H5971 het volk H7650 H8687 bezworen had H7971 H8799 , en hij reikte H7097 het einde H4294 van den staf H834 uit, die H3027 in zijn hand H2881 H8799 was, en hij doopte H853 denzelven H3295 H1706 in een honigraat H3027 ; als hij nu zijn hand H413 tot H6310 zijn mond H7725 H8686 wendde H5869 , zo werden zijn ogen H215 H8799 verlicht.
  28 H6030 H8799 Toen antwoordde H376 een man H4480 uit H5971 het volk H559 H8799 , en zeide H1 : Uw vader H5971 heeft het volk H7650 H8687 zwaarlijk H7650 H8689 bezworen H559 H8800 , zeggende H779 H8803 : Vervloekt H376 zij de man H834 , die H3117 heden H3899 brood H398 H8799 eet H5774 H8799 ! Daarom bezwijkt H5971 het volk.

1 Samuel 14:40-44

  40 H559 H8799 Verder zeide hij H413 tot H3605 het ganse H3478 Israel H859 : Gijlieden H259 zult aan de ene H5676 zijde H1961 H8799 zijn H589 , en ik H1121 en mijn zoon H3129 Jonathan H259 zullen aan de andere H5676 zijde H1961 H8799 zijn H559 H8799 . Toen zeide H5971 het volk H413 tot H7586 Saul H6213 H8798 : Doe H2896 , wat goed H5869 is in uw ogen.
  41 H7586 Saul H559 H8799 nu sprak H413 tot H3068 den HEERE H430 , den God H3478 Israels H3051 H8798 : Toon H8549 den onschuldige H3129 . Toen werd Jonathan H7586 en Saul H3920 H8735 geraakt H5971 , en het volk H3318 H8804 ging [vrij] uit.
  42 H559 H8799 Toen zeide H7586 Saul H5307 H8685 : Werpt H996 [het] [lot] tussen H996 mij en tussen H1121 mijn zoon H3129 Jonathan H3129 . Toen werd Jonathan H3920 H8735 geraakt.
  43 H7586 Saul H559 H8799 dan zeide H413 tot H3129 Jonathan H5046 H8685 : Geef mij te kennen H4100 , wat H6213 H8804 gij gedaan hebt H5046 H0 . Toen gaf H3129 het Jonathan H5046 H8686 hem te kennen H559 H8799 , en zeide H2938 H8800 : Ik heb maar H4592 een weinig H1706 honigs H2938 H8804 geproefd H7097 , met het uiterste H4294 des stafs H834 , dien H3027 ik in mijn hand H2009 had; zie H4191 H8799 [hier] ben ik, moet ik sterven?
  44 H559 H8799 Toen zeide H7586 Saul H3541 : Zo H6213 H8799 doe H430 [mij] God H3541 , en zo H3254 H8686 doe Hij daartoe H3588 , H3129 Jonathan H4191 H8800 ! gij moet den dood H4191 H8799 sterven.

1 Kings 19:2

  2 H7971 H8799 Toen zond H348 Izebel H4397 een bode H413 tot H452 Elia H559 H8800 , om te zeggen H3541 : Zo H6213 H8799 doen H430 [mij] de goden H3254 H0 , en doen H3541 zo H3254 H8686 daartoe H3588 , voorzeker H4279 , ik zal morgen H6256 omtrent dezen tijd H5315 uw ziel H7760 H8799 stellen H5315 , als de ziel H4480 van H259 een hunner.

2 Kings 6:31

  31 H559 H8799 En hij zeide H3541 : Zo H6213 H8799 doe H430 mij God H3541 , en doe zo H3254 H8686 daartoe H518 , indien H7218 het hoofd H477 van Elisa H1121 den zoon H8202 van Safat H3117 , heden H5921 op H5975 H8799 hem zal blijven staan!

Nehemiah 10:29

  29 H2388 H8688 Die hielden zich H5921 aan H251 hun broederen H117 , hun voortreffelijken H935 H8802 , en kwamen H423 in den vloek H7621 en in den eed H3212 H8800 , dat zij zouden wandelen H8451 in de wet H430 Gods H834 , die H5414 H8738 gegeven is H3027 door de hand H5650 van den knecht H430 Gods H4872 , Mozes H8104 H8800 ; en dat zij zouden houden H6213 H8800 , en dat zij zouden doen H3605 al H4687 de geboden H3068 des HEEREN H113 , onzes Heeren H4941 , en Zijn rechten H2706 en Zijn inzettingen;

Psalms 2:1-3

  1 H4100 Waarom H7283 H8804 woeden H1471 de heidenen H1897 H8799 , en bedenken H3816 de volken H7385 ijdelheid?
  2 H4428 De koningen H776 der aarde H3320 H8691 stellen zich op H7336 H8802 , en de vorsten H3245 H8738 beraadslagen H3162 te zamen H5921 tegen H3068 den HEERE H5921 , en tegen H4899 Zijn Gezalfde, [zeggende]:
  3 H853 Laat ons hun H4147 banden H5423 H8762 verscheuren H5688 , en hun touwen H4480 van ons H7993 H8686 werpen.

Psalms 31:13

  13 H8085 H8804 [031:14] Want ik hoorde H1681 de naspraak H7227 van velen H4032 ; vreze H5439 is van rondom H3162 , dewijl zij te zamen H3245 H8736 tegen mij raadslaan H2161 H8804 ; zij denken H5315 mijn ziel H3947 H8800 te nemen.

Psalms 64:2-6

  2 H5641 H8686 [064:3] Verberg H5475 mij voor den heimelijken raad H7489 H8688 der boosdoeners H7285 , voor de oproerigheid H6466 H8802 van de werkers H205 der ongerechtigheid.
  3 H3956 [064:4] Die hun tong H8150 H8804 scherpen H2719 als een zwaard H4751 , een bitter H1697 woord H1869 H8804 aanleggen H2671 [als] hun pijl;
  4 H4565 [064:5] Om in verborgen plaatsen H8535 den oprechte H3384 H8800 te schieten H6597 ; haastig H3384 H8686 schieten zij H3372 H8799 naar hem, en vrezen niet.
  5 H2388 H8762 [064:6] Zij sterken zichzelven H7451 [in] een boze H1697 zaak H5608 H8762 ; zij houden spraak H4170 van strikken H2934 H8800 te verbergen H559 H8804 ; zij zeggen H7200 H8799 : Wie zal ze zien?
  6 H2664 H8799 [064:7] Zij doorzoeken H5766 allerlei schalkheid H8552 H8804 ; ten uiterste H2664 H8794 doorzoeken zij H2665 , wat te doorzoeken H7130 is; zelfs het binnenste H376 eens mans H6013 , en het diepe H3820 hart.

Isaiah 8:9-10

  9 H7489 H8798 Vergezelt u te zamen H5971 , gij volken H2865 H8798 ! doch wordt verbroken H238 H8685 ; en neemt ter ore H3605 , allen H4801 gij, die in verre H776 landen H247 H8690 zijt, omgordt u H2865 H8798 , doch wordt verbroken H247 H8690 ; omgordt u H2865 H8798 , doch wordt verbroken!
  10 H5779 H8798 Beraadslaagt H6098 een raad H6565 H8714 , doch hij zal vernietigd worden H1696 H8761 ; spreekt H1697 een woord H6965 H8799 , doch het zal niet bestaan H410 ; want God is met ons!

Jeremiah 11:19

  19 H3532 En ik was als een lam H441 , [als] een os H2986 H8714 , die geleid wordt H2873 H8800 om te slachten H3045 H8804 ; want ik wist H4284 niet, dat zij gedachten H2803 H8804 tegen mij dachten H6086 , [zeggende]: Laat ons den boom H3899 met zijn vrucht H7843 H8686 verderven H776 , en laat ons hem uit het land H2416 der levenden H3772 H8799 uitroeien H8034 , dat zijn naam H2142 H8735 niet meer gedacht worde.

Matthew 26:4

  4 G2532 En G4823 G5668 zij beraadslaagden te zamen G2443 , dat G2424 zij Jezus G1388 met listigheid G2902 G5661 vangen G2532 en G615 G5725 doden zouden.

Matthew 26:74

  74 G5119 Toen G756 G5662 begon hij G2653 G5721 [zich] te vervloeken G2532 , en G3660 G5721 te zweren G3754 : G1492 G5758 Ik ken G444 den Mens G3756 niet.

Matthew 27:25

  25 G2532 En G3956 al G2992 het volk G611 G5679 , antwoordende G2036 G5627 , zeide G129 : Zijn bloed G1909 [kome] over G2248 ons G2532 , en G1909 over G2257 onze G5043 kinderen.

Mark 6:23-26

  23 G2532 En G3660 G5656 hij zwoer G846 haar G3754 : G1437 Zo G3739 wat G3165 gij van mij G154 G5661 zult eisen G1325 G , zal ik G4671 u G1325 G5692 geven G2193 , [ook] tot G2255 de helft G3450 mijns G932 koninkrijks!
  24 G1161 En G1831 G5631 zij, uitgegaan zijnde G2036 G5627 , zeide G846 tot haar G3384 moeder G5101 : Wat G154 G5698 zal ik eisen G1161 ? En G2036 G5627 die zeide G2776 : Het hoofd G2491 van Johannes G910 den Doper.
  25 G2532 En G2112 zij, terstond G3326 met G4710 haast G1525 G5631 ingaande G4314 tot G935 den koning G154 G5668 , heeft het geeist G3004 G5723 , zeggende G2309 G5719 : Ik wil G2443 , dat G3427 gij mij G1824 nu terstond G1909 , in G4094 een schotel G1325 G5632 , geeft G2776 het hoofd G2491 van Johannes G910 den Doper.
  26 G2532 En G935 de koning G4036 , zeer bedroefd G1096 G5637 geworden zijnde G1223 , [nochtans] om G3727 de eden G2532 , en G3588 degenen, die G4873 G5740 mede aanzaten G2309 G5656 , wilde hij G846 haar G3756 [hetzelve] niet G114 G5658 afslaan.

Acts 23:14

  14 G3748 Dewelke G4334 G5631 gingen G749 tot de overpriesters G2532 en G4245 de ouderlingen G2036 G5627 , en zeiden G1438 : Wij hebben ons zelven G331 met vervloeking G332 G5656 vervloekt G3367 , niets G1089 G5664 te zullen nuttigen G2193 G3739 , totdat G3972 wij Paulus G615 G5725 zullen gedood hebben.

Acts 23:21

  21 G4771   G3767 Doch G3982 G5686 geloof G846 hen G3361 niet G1063 ; want G4119 meer dan G5062 veertig G435 mannen G1537 uit G846 hen G1748 G leggen G846 hem G1748 G5719 lagen G3748 , welke G1438 zichzelven G332 G5656 met een vervloeking verbonden hebben G3383 noch G5315 G5629 te eten G3383 noch G4095 G5629 te drinken G2193 , totdat G846 zij hem G337 G5661 zullen omgebracht hebben G2532 ; en G1526 G5748 zij zijn G3568 nu G2092 gereed G4327 G5740 , verwachtende G1860 de toezegging G575 van G4675 u.

Acts 23:30

  30 G1161 En G3427 als mij G3377 G5685 te kennen gegeven was G5259 , dat G2453 van de Joden G1917 een lage G1519 tegen G435 deze man G3195 G5721 G1510 G5705 [gelegd] zou worden G1824 , zo heb ik [hem] terstond G4314 aan G4571 u G3992 G5656 gezonden G3853 G5660 ; gebiedende G2532 ook G2725 den beschuldigers G1909 voor G4675 u G3004 G5721 te zeggen G4314 , hetgeen zij tegen G846 hem G4517 G5770 hadden. Vaarwel.

Acts 25:3

  3 G154 G5734 Begerende G5485 gunst G2596 tegen G846 hem G3704 , opdat G846 hij hem G3343 G5667 zou doen komen G1519 te G2419 Jeruzalem G4160 G5723 ; [en] leggende G1747 een lage G846 , om hem G2596 op G3598 den weg G337 G5629 om te brengen.

1 Corinthians 16:22

  22 G1536 Indien iemand G2962 den Heere G2424 Jezus G5547 Christus G3756 niet G5368 G5719 liefheeft G2277 G5749 , die zij G331 een vervloeking G3134 ; Maran-atha!

Galatians 3:13

  13 G5547 Christus G2248 heeft ons G1805 G5656 verlost G1537 van G2671 den vloek G3551 der wet G2671 , een vloek G1096 G5637 geworden zijnde G5228 voor G2257 ons G1063 ; want G1125 G5769 er is geschreven G1944 : Vervloekt G3956 is een iegelijk G1909 , die aan G3586 het hout G2910 G5734 hangt.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.