1
H6963
En het zal geschieden, indien gij der stem
H3068
des HEEREN
H430
, uws Gods
H8085 H8800
, vlijtiglijk
H8085 H8799
zult gehoorzamen
H8104 H8800
, waarnemende
H6213 H8800
te doen
H4687
al Zijn geboden
H3117
, die ik u heden
H6680 H8764
gebiede
H3068
, zo zal de HEERE
H430
, uw God
H5945
, u hoog
H5414 H8804
zetten
H1471
boven alle volken
H776
der aarde.
Deuteronomy 28:1 Cross References - DSV_Strongs
Exodus 15:26
26
H559 H8799
En zeide
H8085 H8800
: Is het, dat gij met ernst
H6963
naar de stem
H3068
des HEEREN
H430
uws Gods
H8085 H8799
horen zult
H6213 H8799
, en doen
H3477
, wat recht
H5869
is in Zijn ogen
H238 H8689
, en uw oren neigt
H4687
tot Zijn geboden
H8104 H8804
, en houdt
H2706
al Zijn inzettingen
H4245
; zo zal Ik geen van de krankheden
H7760 H8799
op u leggen
H4714
, die Ik op Egypteland
H7760 H8804
gelegd heb
H3068
; want Ik ben de HEERE
H7495 H8802
, uw Heelmeester!
Exodus 23:22
Leviticus 26:3-13
3
H2708
Indien gij in Mijn inzettingen
H3212 H8799
wandelen
H4687
, en Mijn geboden
H8104 H8799
houden
H6213 H8804
, en die doen zult;
4
H1653
Zo zal Ik uw regens
H5414 H8804
geven
H6256
op hun tijd
H776
; en het land
H2981
zal zijn inkomst
H5414 H8804
geven
H6086
, en het geboomte
H7704
des velds
H6529
zal zijn vrucht
H5414 H8799
geven;
5
H1786
En de dorstijd
H5381 H8689
zal u reiken
H1210
tot den wijnoogst
H1210
, en de wijnoogst
H5381 H8686
zal reiken
H2233
tot den zaaitijd
H3899
; en gij zult uw brood
H398 H8804
eten
H7648
tot verzadiging
H983
toe, en gij zult zeker
H776
in uw land
H3427 H8804
wonen.
6
H7965
Ook zal Ik vrede
H5414 H8804
geven
H776
in het land
H7901 H8804
, dat gij zult te slapen liggen
H2729 H8688
, en niemand zij, die verschrikke
H7451
; en Ik zal het boos
H2416
gedierte
H776
uit het land
H7673 H8689
doen ophouden
H2719
, en het zwaard
H776
zal door uw land
H5674 H8799
niet doorgaan.
7
H341 H8802
En gij zult uw vijanden
H7291 H8804
vervolgen
H6440
; en zij zullen voor uw aangezicht
H2719
door het zwaard
H5307 H8804
vallen.
8
H2568
Vijf
H3967
uit u zullen honderd
H7291 H8804
vervolgen
H3967
, en honderd
H7233
uit u zullen tien duizend
H7291 H8799
vervolgen
H341 H8802
; en uw vijanden
H6440
zullen voor uw aangezicht
H2719
door het zwaard
H5307 H8804
vallen.
9
H6437 H8804
En Ik zal Mij tot u wenden
H6509 H8689
, en zal u vruchtbaar maken
H7235 H8689
, en u vermenigvuldigen
H1285
; en Mijn verbond
H6965 H8689
zal Ik met u bevestigen.
10
H3462 H8737
En gij zult het oude, dat verouderd is
H398 H8804
, eten
H3465
; en het oude
H6440
zult gij vanwege
H2319
het nieuwe
H3318 H8686
uitbrengen.
11
H4908
En Ik zal Mijn tabernakel
H8432
in het midden
H5414 H8804
van u zetten
H5315
; en Mijn ziel
H1602 H8799
zal van u niet walgen.
Deuteronomy 7:12-26
12
H6118
Zo zal het geschieden, omdat
H4941
gij deze rechten
H8085 H8799
zult horen
H8104 H8804
, en houden
H6213 H8804
, en dezelve doen
H3068
, dat de HEERE
H430
, uw God
H1285
, u het verbond
H2617
en de weldadigheid
H8104 H8804
zal houden
H1
, die Hij uw vaderen
H7650 H8738
gezworen heeft;
13
H157 H8804
En Hij zal u liefhebben
H1288 H8765
, en zal u zegenen
H7235 H8689
, en u doen vermenigvuldigen
H1288 H8765
; en Hij zal zegenen
H6529
de vrucht
H990
uws buiks
H6529
, en de vrucht
H127
uws lands
H1715
, uw koren
H8492
, en uw most
H3323
, en uw olie
H7698
, de voortzetting
H504
uwer koeien
H6251
, en de kudden
H6629
van uw klein vee
H127
, in het land
H1
, dat Hij aan uw vaderen
H7650 H8738
gezworen heeft
H5414 H8800
u te geven.
14
H1288 H8803
Gezegend zult gij zijn
H5971
boven alle volken
H6135
; er zal onder u noch man
H6135
noch vrouw onvruchtbaar
H929
zijn, ook [niet] onder uw beesten;
15
H3068
En de HEERE
H2483
zal alle krankheid
H5493 H8689
van u afweren
H7451
, en Hij zal u geen van de kwade
H4064
ziekten
H4714
der Egyptenaren
H3045 H8804
, die gij kent
H7760 H8799
, opleggen
H5414 H8804
, maar zal ze leggen
H8130 H8802
op allen, die u haten.
16
H5971
Gij zult dan al die volken
H398 H8804
verteren
H3068
, die de HEERE
H430
, uw God
H5414 H8802
, u geven zal
H5869
; uw oog
H2347 H8799
zal hen niet verschonen
H430
, en gij zult hun goden
H5647 H8799
niet dienen
H4170
; want dat zoude u een strik zijn.
17
H3824
Zo gij in uw hart
H559 H8799
zeidet
H1471
: Deze volken
H7227
zijn meerder
H349
dan ik; hoe
H3201 H8799
zou ik hen uit de bezitting kunnen
H3423 H8687
verdrijven?
18
H3372 H8799
Vreest
H2142 H8799
niet voor hen; gedenkt
H2142 H8800
steeds
H3068
, wat de HEERE
H430
, uw God
H6547
, aan Farao
H4714
en aan alle Egyptenaren
H6213 H8804
gedaan heeft;
19
H1419
De grote
H4531
verzoekingen
H5869
, die uw ogen
H7200 H8804
gezien hebben
H226
, en de tekenen
H4159
, en de wonderen
H2389
, en de sterke
H3027
hand
H5186 H8803
, en den uitgestrekten
H2220
arm
H3068
, door welken u de HEERE
H430
, uw God
H3318 H8689
, heeft uitgevoerd
H3068
; alzo zal de HEERE
H430
, uw God
H6213 H8799
, doen
H5971
aan alle volken
H6440
, voor welker aangezicht
H3373
gij vreest.
20
H3068
Daartoe zal de HEERE
H430
, uw God
H6880
, ook horzelen
H7971 H8762
onder hen zenden
H6 H8800
; totdat zij omkomen
H7604 H8737
, die overgebleven
H6440
, en voor uw aangezicht
H5641 H8737
verborgen zijn.
21
H6206 H8799
Ontzet u
H6440
niet voor hunlieder aangezicht
H3068
; want de HEERE
H430
, uw God
H7130
, is in het midden
H1419
van u, een groot
H3372 H8737
en vreselijk
H410
God.
22
H3068
En de HEERE
H430
, uw God
H411
, zal deze
H1471
volken
H6440
voor uw aangezicht
H4592 H4592
allengskens
H5394 H8804
uitwerpen
H4118
; haastelijk
H3201 H8799
zult gij hen niet mogen
H3615 H8763
te niet doen
H2416
, opdat het wild
H7704
des velds
H7235 H8799
niet tegen u vermenigvuldige.
23
H3068 H430
En de HEERE
H5414 H8804
zal hen geven
H6440
voor uw aangezicht
H1949 H8804
, en Hij zal hen verschrikken
H1419
met grote
H4103
verschrikking
H8045 H8736
, totdat zij verdelgd worden.
24
H4428
Ook zal Hij hun koningen
H3027
in uw hand
H5414 H8804
geven
H8034
, dat gij hun naam
H8064
van onder den hemel
H6 H8689
te niet doet
H376
; geen man
H6440
zal voor uw aangezicht
H3320 H8691
bestaan
H8045 H8687
, totdat gij hen zult hebben verdelgd.
25
H6456
De gesneden beelden
H430
van hun goden
H784
zult gij met vuur
H8313 H8799
verbranden
H3701
; het zilver
H2091
en goud
H2530 H8799
, dat daaraan is, zult gij niet begeren
H3947 H8804
, noch voor u nemen
H3369 H8735
, opdat gij daardoor niet verstrikt wordt
H3068
; want dat is den HEERE
H430
, uw God
H8441
, een gruwel.
Deuteronomy 11:13
Deuteronomy 15:5
Deuteronomy 26:19-27:1
19
H1471
Opdat Hij u alzo boven al de volken
H6213 H8804
, die Hij gemaakt heeft
H5945
, hoog
H5414 H8800
zette
H8416
, tot lof
H8034
, en tot een naam
H8597
, en tot heerlijkheid
H6918
; en opdat gij een heilig
H5971
volk
H3068
zijt den HEERE
H430
, uw God
H1696 H8765
, gelijk als Hij gesproken heeft.
Psalms 91:14
Psalms 106:3
Psalms 111:10
Psalms 119:6
Psalms 119:128
Psalms 148:14
Isaiah 1:19
Isaiah 3:10
Isaiah 55:2-3
2
H8254 H8799
Waarom weegt
H3701
gijlieden geld
H3899
uit voor hetgeen geen brood
H3018
is, en uw arbeid
H3808
voor hetgeen niet
H7654
verzadigen kan
H8085 H8798
? Hoort
H8085 H8800
aandachtiglijk
H398 H8798
naar Mij, en eet
H2896
het goede
H5315
, en laat uw ziel
H1880
in vettigheid
H6026 H8691
zich verlustigen.
Jeremiah 11:4
4
H1
Dat Ik uw vaderen
H6680 H8765
geboden heb
H3117
, ten dage
H776 H4714
als Ik hen uit Egypteland
H1270 H3564
, uit den ijzeroven
H3318 H8687
, uitvoerde
H559 H8800
, zeggende
H6963
: Zijt Mijner stem
H8085 H8798
gehoorzaam
H6213 H8804
, en doet
H6680 H8762
dezelve, naar alles wat Ik ulieden gebiede
H5971
; zo zult gij Mij tot een volk
H430
zijn, en Ik zal u tot een God zijn;
Jeremiah 12:16
16
H1870
En het zal geschieden, indien zij de wegen
H5971
Mijns volks
H3925 H8800
vlijtiglijk
H3925 H8799
zullen leren
H7650 H8736
, zwerende
H8034
bij Mijn Naam
H3068
: [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE
H2416
leeft
H5971
! gelijk als zij Mijn volk
H3925 H8765
geleerd hebben
H7650 H8736
te zweren
H1168
bij Baal
H8432
, zo zullen zij in het midden
H5971
Mijns volks
H1129 H8738
gebouwd worden.
Jeremiah 17:24
24
H8085 H8800
Het zal dan geschieden, indien gij vlijtiglijk
H8085 H8799
naar Mij zult horen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H4853
, dat gij geen last
H8179
door de poorten
H5892
dezer stad
H7676 H3117
op den sabbatdag
H935 H8687
inbrengt
H7676 H3117
, en gij den sabbatdag
H6942 H8763
heiligt
H1115
, dat gij geen
H4399
werk
H6213 H8800
daarop doet;
Luke 1:6
Luke 9:48
48
G2532
En
G2036 G5627
zeide
G846
tot hen
G1437
: Zo
G3739
wie
G5124
dit
G3813
kindeken
G1209 G5667
ontvangen zal
G1909
in
G3450
Mijn
G3686
Naam
G1209 G5736
, die ontvangt
G1691
Mij
G2532
; en
G1437
zo
G3739
wie
G1691
Mij
G1209 G5667
ontvangen zal
G1209 G5736
, ontvangt
G3165
Hem, Die Mij
G649 G5660
gezonden heeft
G1063
. Want
G3398
die de minste
G1722
onder
G5213
u
G3956
allen
G5225 G5723
is
G3778
, die
G3173
zal groot
G2071 G5704
zijn.
Luke 11:28
John 15:14
Romans 2:7
Galatians 3:10
10
G1063
Want
G3745
zovelen als
G1537
er uit
G2041
de werken
G3551
der wet
G1526 G5748
zijn
G1526 G5748
, die zijn
G5259
onder
G2671
den vloek
G1063
; want
G1125 G5769
er is geschreven
G1944
: Vervloekt
G3956
is een iegelijk
G3739
, die
G3756
niet
G1696 G5719
blijft
G1722
in
G3956
al
G3588
hetgeen
G1125 G5772
geschreven is
G1722
in
G975
het boek
G3551
der wet
G846
, om dat
G4160 G5658
te doen.
James 2:10-11
10
G1063
Want
G3748
wie
G3650
de gehele
G3551
wet
G5083 G5692
zal houden
G1161
, en
G1722
in
G1520
een
G4417 G5692
zal struikelen
G1777
, die is schuldig
G1096 G5754
geworden
G3956
aan alle.
11
G1063
Want
G2036 G5631
Die gezegd heeft
G3361
: Gij zult geen
G3431 G5661
overspel doen
G2532
, Die heeft ook
G2036 G5627
gezegd
G3361
: Gij zult niet
G5407 G5661
doden
G1487
. Indien
G1161
gij nu
G3756
geen
G3431 G5692
overspel zult doen
G1161
, maar
G5407 G5692
zult doden
G3848
, zo zijt gij een overtreder
G3551
der wet
G1096 G5754
geworden.