Habakkuk 2:7 Cross References - DSV_Strongs
Proverbs 29:1
Ecclesiastes 10:8
Isaiah 13:1-5
1
H4853
De last
H894
van Babel
H3470
, dien Jesaja
H1121
, de zoon
H531
van Amoz
H2372 H8804
, gezien heeft.
2
H5375 H8798
Heft op
H5251
een banier
H8192 H8737
, op een hogen
H2022
berg
H7311 H8685
; verheft
H6963
een stem
H5130 H8685
tot hen; beweegt
H3027
de hand
H935 H8799
omhoog, dat zij intrekken
H6607
door de deuren
H5081
der prinsen.
3
H6942 H8794
Ik heb aan Mijn geheiligden
H6680 H8765
bevel gegeven
H639
; ook heb Ik tot Mijn toorn
H7121 H8804
geroepen
H1368
Mijn helden
H5947
, de vrolijken
H1346
Mijner hoogheid.
Isaiah 13:16-18
16
H5768
Ook zullen hun kinderkens
H5869
voor hun ogen
H7376 H8792
verpletterd worden
H1004
; hun huizen
H8155 H8735
zullen geplunderd
H802
, en hun vrouwen
H7901 H8735 H8675 H7693 H8735
geschonden worden.
Isaiah 21:2-9
2
H7186
Een hard
H2380
gezicht
H5046 H8717
is mij te kennen gegeven
H898 H8802
: die trouweloze
H898 H8802
handelt trouwelooslijk
H7703 H8802
, en die verstoorder
H7703 H8802
verstoort
H5927 H8798
; trek op
H5867
, o Elam
H6696 H8798
! beleger
H4074
ze, o Media
H585
! Ik heb al haar zuchting
H7673 H8689
doen ophouden.
3
H4975
Daarom zijn mijn lendenen
H4390 H8804
vol
H2479
van grote krankheid
H6735
, bange weeen
H270 H8804
hebben mij aangegrepen
H6735
, gelijk de bange weeen
H3205 H8802
van een, die baart
H5753 H8738
; ik krom mij
H8085 H8800
van horen
H926 H8738
, ik word ontsteld
H7200 H8800
van het aanzien.
4
H3824
Mijn hart
H8582 H8804
dwaalt
H6427
, gruwen
H1204 H8765
verschrikt
H5399
mij, de schemering
H2837
, waar ik naar verlangd heb
H7760 H8804
, stelt Hij
H2731
mij tot beving.
5
H6186 H8800
Bereid
H7979
de tafel
H6822 H8800
, zie toe
H6844
, gij wachter
H398 H8800
! eet
H8354 H8800
, drink
H6965 H8798
; maakt u op
H8269
, gij vorsten
H4886 H8798
, bestrijkt
H4043
het schild!
6
H136
Want aldus heeft de Heere
H559 H8804
tot mij gezegd
H3212 H8798
: Ga heen
H5975 H8685
, zet
H6822 H8764
een wachter
H5046 H8686
, laat hem aanzeggen
H7200 H8799
, wat hij ziet.
7
H7200 H8804
En hij zag
H7393
een wagen
H6776
, een paar
H6571
ruiters
H7393
, een wagen
H2543
[met] ezels
H7393
, een wagen
H1581
[met] kemels
H7181 H0
; en hij merkte
H7182
zeer nauw
H7181 H8689
op
H7227
, met grote
H7182
opmerking.
8
H7121 H8799
En hij riep
H738
: Een leeuw
H136
, Heere
H5975 H8802
! ik sta
H4707
op den wachttoren
H8548
geduriglijk
H3119
bij dag
H4931
, en op mijn hoede
H5324 H8737
zet ik mij
H3915
ganse nachten.
9
H935 H8802
En zie nu, daar komt
H7393
een wagen
H376
mannen
H6776
, [en] een paar
H6571
ruiters
H6030 H8799
! Toen antwoordde hij
H559 H8799
, en zeide
H894
: Babel
H5307 H8804
is gevallen
H5307 H8804
, zij is gevallen
H6456
! en al de gesneden beelden
H430
harer goden
H7665 H8765
heeft Hij verbroken
H776
tegen de aarde.
Isaiah 41:25
25
H5782 H8689
Ik verwek
H6828
[een] van het noorden
H857 H8799
, en hij zal opkomen
H4217
van den opgang
H8121
der zon
H8034
; hij zal Mijn Naam
H7121 H8799
aanroepen
H935 H8799
; en hij zal komen
H5461
[over] de overheden
H2563
als [over] leem
H3335 H8802
, en gelijk een pottenbakker
H2916
het slijk
H7429 H8799
treedt.
Isaiah 45:1-3
1
H559 H8804
Alzo zegt
H3068
de HEERE
H4899
tot Zijn gezalfde
H3566
, tot Cores
H3225
, wiens rechterhand
H2388 H8689
Ik vat
H1471
, om de volken
H6440
voor zijn aangezicht
H7286 H8800
neder te werpen
H4975
; en Ik zal de lendenen
H4428
der koningen
H6605 H8762
ontbinden
H6440
, om voor zijn aangezicht
H1817
de deuren
H6605 H8800
te openen
H8179
, en de poorten
H5462 H8735
zullen niet gesloten worden:
Isaiah 46:11
Isaiah 47:11
11
H7451
Daarom zal er over u een kwaad
H935 H8804
komen
H7837
, gij zult den dageraad
H3045 H8799
daarvan niet weten
H1943
; en een verderf
H5307 H8799
zal er op u vallen
H3201 H8799
, hetwelk gij niet zult kunnen
H3722 H8763
verzoenen
H6597
; want er zal snellijk
H7722
een onstuimige verwoesting
H935 H8799
over u komen
H3045 H8799
, dat gij het niet weten zult.
Isaiah 48:14-15
Jeremiah 8:17
Jeremiah 50:21-32
21
H776
Tegen het land
H4850
Merathaim
H5927 H8798
, trek tegen hetzelve op
H3427 H8802
, en tegen de inwoners
H6489
van Pekod
H2717 H8798
; verwoest
H2763 H8687
en verban
H310
achter
H5002 H8803
hen, spreekt
H3068
de HEERE
H6213 H8798
, en doe
H6680 H8765
naar alles, wat Ik u geboden heb.
23
H6360
Hoe is de hamer
H776
der ganse aarde
H1438 H8738
[zo] afgehouwen
H7665 H8735
en verbroken
H894
! Hoe is Babel
H8047
geworden tot een ontzetting
H1471
onder de heidenen.
24
H3369 H8804
Ik heb u een strik gesteld
H3920 H8738
, dies zijt gij ook gevangen
H894
, o Babel
H3045 H8804
! dat gij het niet wist
H4672 H8738
; gij zijt gevonden
H8610 H8738
, en ook gegrepen
H3068
, omdat gij u tegen den HEERE
H1624 H8694
[in] [strijd] gemengd hebt.
25
H3068
De HEERE
H214
heeft Zijn schatkamer
H6605 H8804
opengedaan
H3627
, en de instrumenten
H2195
Zijner gramschap
H3318 H8686
voortgebracht
H4399
; want dat is een werk
H136
van den Heere
H3069
, den HEERE
H6635
der heirscharen
H776
, in het land
H3778
der Chaldeen.
26
H935 H8798
Komt aan
H7093
tegen haar van het uiterste
H6605 H8798
, opent
H3965
haar schuren
H5549 H8798
, vertreedt
H6194
haar als korenhopen
H2763 H8685
, en verbant
H7611
ze; laat ze geen overblijfsel hebben.
27
H2717 H8798
Doodt
H6499
met het zwaard al haar varren
H3381 H8799
, laat ze afgaan
H2874
ter slachting
H1945
; wee
H3117
over hen, want hun dag
H935 H8802
is gekomen
H6256
, de tijd
H6486
hunner bezoeking!
28
H6963
Er is een stem
H5127 H8801
der gevluchten
H6405
en ontkomenen
H776
uit het land
H894
van Babel
H6726
, om in Sion
H5046 H8687
te verkondigen
H5360
de wraak
H3068
des HEEREN
H430
, onzes Gods
H5360
, de wraak
H1964
Zijns tempels.
29
H8085 H8685
Laat [u] horen
H894
tegen Babel
H7228
, gij schutters
H7198
! gij allen, die den boog
H1869 H8802
spant
H2583 H8798
! legert u
H5439
tegen haar rondom
H6413
, laat niemand van hen ontkomen
H7999 H8761
; vergeldt
H6467
haar naar haar werk
H6213 H8798
, doet
H6213 H8804
haar naar alles, wat zij gedaan heeft
H2102 H8804
; want zij heeft trotselijk gehandeld
H3068
tegen den HEERE
H6918
, tegen den Heilige
H3478
Israels.
30
H970
Daarom zullen haar jongelingen
H5307 H8799
vallen
H7339
op haar straten
H582 H4421
, en al haar krijgslieden
H3117
te dien dage
H1826 H8735
uitgeroeid worden
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.
Jeremiah 51:11
11
H1305 H8685
Zuivert
H2671
de pijlen
H4390 H0
, rust
H7982
de schilden
H4390 H8798
volkomenlijk toe
H3068
; de HEERE
H7307
heeft den geest
H4428
der koningen
H4074
van Medie
H5782 H8689
opgewekt
H4209
; want Zijn voornemen
H894
is tegen Babel
H7843 H8687
, dat Hij haar verderve
H5360
; want dit is de wraak
H3068
des HEEREN
H5360
, de wraak
H1964
Zijns tempels.
Jeremiah 51:27-28
27
H5375 H8798
Verheft
H5251
de banier
H776
in het land
H8628 H8798
, blaast
H7782
de bazuin
H1471
onder de heidenen
H6942 H8761
, heiligt
H1471
de heidenen
H8085 H8685
tegen haar, roept tegen haar bijeen
H4467
de koninkrijken
H780
van Ararat
H4508
, Minni
H813
en Askenaz
H6485 H8798
; bestelt
H2951
een krijgsoverste
H5927 H0
tegen haar, brengt
H5483
paarden
H5927 H8685
opwaarts
H5569
, als ruige
H3218
kevers!
Jeremiah 51:57
57
H8269
En Ik zal haar vorsten
H2450
, en haar wijzen
H6346
, haar landvoogden
H5461
, en haar overheden
H1368
, en haar helden
H7937 H8689
dronken maken
H5769
; en zij zullen een eeuwigen
H8142
slaap
H3462 H8804
slapen
H6974 H8686
, en niet opwaken
H5002 H8803
, spreekt
H4428
de Koning
H8034
, Wiens Naam
H3068
is HEERE
H6635
der heirscharen.
Daniel 5:25-31
25
H1836
Dit
H3792
nu is het schrift
H7560 H8752
, dat daar getekend is
H4484 H8752
: MENE
H4484 H8752
, MENE
H8625 H8752
, TEKEL
H6537 H8751
, UPHARSIN.
26
H1836
Dit
H6591
is de uitlegging
H4406
dezer woorden
H4484 H8752
: MENE
H426
; God
H4437
heeft uw koninkrijk
H4483 H8754
geteld
H8000 H8684
, en Hij heeft het voleind.
27
H8625 H8752
TEKEL
H3977
; gij zijt in weegschalen
H8625 H8760
gewogen
H2627
; en gij zijt te licht
H7912 H8728
gevonden.
28
H6537 H8752
PERES
H4437
; uw koninkrijk
H6537 H8752
is verdeeld
H4076
, en het is den Meden
H6540
en den Perzen
H3052 H8753
gegeven.
29
H116
Toen
H560 H8754
beval
H1113
Belsazar
H3848 H8684
, en zij bekleedden
H1841
Daniel
H711
met purper
H1722
, met een gouden
H2002
keten
H5922
om
H6676
zijn hals
H3745 H8684
, en zij riepen overluid
H5922
van
H8531
hem, dat hij de derde
H7990
heerser
H4437
in dat koninkrijk
H1934 H8748
was.
Nahum 1:9-10
1 Thessalonians 5:3
3
G1063
Want
G3752
wanneer
G3004 G5725
zij zullen zeggen
G1515
: Het is vrede
G2532
, en
G803
zonder gevaar
G5119
; dan
G160
zal een haastig
G3639
verderf
G846
hun
G2186 G5731
overkomen
G5618
, gelijk
G5604
de barensnood
G1722
een
G1064 G2192 G5723
bevruchte
G2532
[vrouw]; en
G3364
zij zullen het geenszins
G1628 G5632
ontvlieden;