Genesis 26:18-21

DSV_Strongs(i)
  18 H3327 Als nu Izak H7725 H8799 wedergekeerd was H2658 H0 , groef hij H875 H4325 die waterputten H2658 H8799 op H834 , die H3117 zij ten tijde H85 van Abraham H1 , zijn vader H2658 H8804 , gegraven H6430 , en die de Filistijnen H310 na H85 Abrahams H4194 dood H5640 H8762 toegestopt hadden H7121 H8799 ; en hij noemde H1992 derzelver H8034 namen H8034 naar de namen H834 , waarmede H1 zijn vader H1992 die H7121 H8804 genoemd had.
  19 H5650 De knechten H3327 van Izak H2658 H8799 dan groeven H5158 in dat dal H4672 H8799 , en zij vonden H8033 aldaar H875 een put H2416 van levend H4325 water.
  20 H7462 H8802 En de herders H1642 van Gerar H7378 H8799 twistten H5973 met H3327 Izaks H7462 H8802 herders H559 H8800 , zeggende H4325 : Dit water H7121 H8799 hoort ons toe! Daarom noemde hij H8034 den naam H875 van dien put H6230 Esek H3588 , omdat H5973 zij met H6229 H8694 hem gekeven hadden.
  21 H2658 H8799 Toen groeven zij H312 een anderen H875 put H7378 H8799 , en daar twistten zij H1571 ook H5921 over H7121 H8799 ; daarom noemde H8034 hij deszelfs naam H7856 Sitna.