Daniel 5:26 Cross References - DSV_Strongs

  26 H1836 Dit H6591 is de uitlegging H4406 dezer woorden H4484 H8752 : MENE H426 ; God H4437 heeft uw koninkrijk H4483 H8754 geteld H8000 H8684 , en Hij heeft het voleind.

Job 14:14

  14 H518 Als H1397 een man H4191 H8799 gestorven is H2421 H8799 , zal hij weder leven H3605 ? Ik zou al H3117 de dagen H6635 mijns strijds H3176 H8762 hopen H5704 , totdat H2487 mijn verandering H935 H8800 komen zou.

Isaiah 13:1-14

  1 H4853 De last H894 van Babel H3470 , dien Jesaja H1121 , de zoon H531 van Amoz H2372 H8804 , gezien heeft.
  2 H5375 H8798 Heft op H5251 een banier H8192 H8737 , op een hogen H2022 berg H7311 H8685 ; verheft H6963 een stem H5130 H8685 tot hen; beweegt H3027 de hand H935 H8799 omhoog, dat zij intrekken H6607 door de deuren H5081 der prinsen.
  3 H6942 H8794 Ik heb aan Mijn geheiligden H6680 H8765 bevel gegeven H639 ; ook heb Ik tot Mijn toorn H7121 H8804 geroepen H1368 Mijn helden H5947 , de vrolijken H1346 Mijner hoogheid.
  4 H1995 Er is een ruisende H6963 stem H2022 op de bergen H1823 , gelijk H7227 eens groten H5971 volks H6963 ; een stem H7588 van gedruis H4467 der koninkrijken H622 H8737 , der verzamelde H1471 heidenen H3068 ; de HEERE H6635 der heirscharen H6485 H8764 monstert H6635 H4421 het krijgsheir.
  5 H935 H8802 Zij komen H4801 uit verren H776 lande H7097 , van het einde H8064 des hemels H3068 ; de HEERE H3627 en de instrumenten H2195 Zijner gramschap H776 , om dat ganse land H2254 H8763 te verderven.
  6 H3213 H8685 Huilt gijlieden H3117 , want de dag H3068 des HEEREN H7138 is nabij H935 H8799 ; hij komt H7701 als een verwoesting H7706 van den Almachtige.
  7 H3027 Daarom zullen alle handen H7503 H8799 slap worden H582 , en aller mensen H3824 hart H4549 H8735 zal versmelten;
  8 H926 H8738 En zij zullen verschrikt worden H6735 , smarten H2256 en weeen H270 H8799 zullen hen aangrijpen H2342 H8799 , zij zullen bang zijn H3205 H8802 als een barende vrouw H376 ; een iegelijk H7453 zal over zijn naaste H8539 H8799 verbaasd zijn H6440 ; hun aangezichten H3851 zullen vlammende aangezichten zijn.
  9 H3117 Ziet, de dag H3068 des HEEREN H935 H8804 komt H394 , gruwelijk H5678 , met verbolgenheid H2740 en hittigen H639 toorn H776 , om het land H7760 H8800 te stellen H8047 tot verwoesting H2400 , en deszelfs zondaars H8045 H8686 daaruit te verdelgen.
  10 H3556 Want de sterren H8064 des hemels H3685 en zijn gesternten H216 zullen haar licht H1984 H8686 niet laten lichten H8121 ; de zon H2821 H8804 zal verduisterd worden H3318 H8800 , wanneer zij zal opgaan H3394 , en de maan H216 zal haar licht H5050 H8686 niet laten schijnen.
  11 H8398 Want Ik zal over de wereld H7451 de boosheid H6485 H8804 bezoeken H7563 , en over de goddelozen H5771 hun ongerechtigheid H1347 ; en Ik zal den hoogmoed H2086 der stouten H7673 H8689 doen ophouden H1346 , en de hovaardij H6184 der tirannen H8213 H8686 zal Ik vernederen.
  12 H582 Ik zal maken, dat een man H3365 H8686 dierbaarder zal zijn H6337 dan dicht goud H120 , en een mens H3800 dan fijn goud H211 van Ofir.
  13 H8064 Daarom zal Ik den hemel H7264 H8686 beroeren H776 , en de aarde H7493 H8799 zal bewogen worden H4725 van haar plaats H5678 , vanwege de verbolgenheid H3068 des HEEREN H6635 der heirscharen H3117 , en vanwege den dag H2740 Zijns hittigen H639 toorns.
  14 H5080 H8716 En [een] [iegelijk] zal zijn als een verjaagde H6643 ree H6629 , en als een schaap H6908 H8764 , dat niemand vergadert H376 ; een iegelijk H5971 zal naar zijn volk H6437 H8799 omzien H376 , en een iegelijk H776 zal naar zijn land H5127 H8799 vluchten.

Isaiah 21:1-10

  1 H4853 De last H4057 der woestijn H3220 aan de zee H5492 . Gelijk de wervelwinden H5045 in het zuiden H2498 H8800 henen doorgaan H4057 , zal hij uit de woestijn H935 H8802 komen H3372 H8737 , uit een vreselijk H776 land.
  2 H7186 Een hard H2380 gezicht H5046 H8717 is mij te kennen gegeven H898 H8802 : die trouweloze H898 H8802 handelt trouwelooslijk H7703 H8802 , en die verstoorder H7703 H8802 verstoort H5927 H8798 ; trek op H5867 , o Elam H6696 H8798 ! beleger H4074 ze, o Media H585 ! Ik heb al haar zuchting H7673 H8689 doen ophouden.
  3 H4975 Daarom zijn mijn lendenen H4390 H8804 vol H2479 van grote krankheid H6735 , bange weeen H270 H8804 hebben mij aangegrepen H6735 , gelijk de bange weeen H3205 H8802 van een, die baart H5753 H8738 ; ik krom mij H8085 H8800 van horen H926 H8738 , ik word ontsteld H7200 H8800 van het aanzien.
  4 H3824 Mijn hart H8582 H8804 dwaalt H6427 , gruwen H1204 H8765 verschrikt H5399 mij, de schemering H2837 , waar ik naar verlangd heb H7760 H8804 , stelt Hij H2731 mij tot beving.
  5 H6186 H8800 Bereid H7979 de tafel H6822 H8800 , zie toe H6844 , gij wachter H398 H8800 ! eet H8354 H8800 , drink H6965 H8798 ; maakt u op H8269 , gij vorsten H4886 H8798 , bestrijkt H4043 het schild!
  6 H136 Want aldus heeft de Heere H559 H8804 tot mij gezegd H3212 H8798 : Ga heen H5975 H8685 , zet H6822 H8764 een wachter H5046 H8686 , laat hem aanzeggen H7200 H8799 , wat hij ziet.
  7 H7200 H8804 En hij zag H7393 een wagen H6776 , een paar H6571 ruiters H7393 , een wagen H2543 [met] ezels H7393 , een wagen H1581 [met] kemels H7181 H0 ; en hij merkte H7182 zeer nauw H7181 H8689 op H7227 , met grote H7182 opmerking.
  8 H7121 H8799 En hij riep H738 : Een leeuw H136 , Heere H5975 H8802 ! ik sta H4707 op den wachttoren H8548 geduriglijk H3119 bij dag H4931 , en op mijn hoede H5324 H8737 zet ik mij H3915 ganse nachten.
  9 H935 H8802 En zie nu, daar komt H7393 een wagen H376 mannen H6776 , [en] een paar H6571 ruiters H6030 H8799 ! Toen antwoordde hij H559 H8799 , en zeide H894 : Babel H5307 H8804 is gevallen H5307 H8804 , zij is gevallen H6456 ! en al de gesneden beelden H430 harer goden H7665 H8765 heeft Hij verbroken H776 tegen de aarde.
  10 H4098 O mijn dorsing H1121 , en de tarwe H1637 mijns dorsvloers H8085 H8804 ! wat ik gehoord heb H3068 van den HEERE H6635 der heirscharen H430 , den God H3478 Israels H5046 H8689 , dat heb ik ulieden aangezegd.

Isaiah 47:1-15

  1 H3381 H8798 Daal af H3427 H8798 , en zit H6083 in het stof H1330 , gij jonkvrouw H1323 , dochter H894 van Babel H3427 H8798 ! zit H776 op de aarde H3678 , er is geen troon H1323 [meer], gij dochter H3778 der Chaldeen H3254 H8686 ! want gij zult niet meer H7121 H8799 genaamd worden H7390 de tedere H6028 , noch de wellustige.
  2 H3947 H8798 Neem H7347 de molen H2912 H8798 , en maal H7058 meel H1540 H8761 ; ontdek H6777 uw vlechten H2834 H8798 , ontbloot H7640 de enkelen H1540 H8761 , ontdek H7785 de schenkelen H5674 H8798 , ga door H5104 de rivieren.
  3 H6172 Uw schaamte H1540 H8735 zal ontdekt worden H2781 , ook zal uw schande H7200 H8735 gezien worden H5359 ; Ik zal wraak H3947 H8799 nemen H6293 H8799 , en Ik zal [op] [u] niet aanvallen H120 [als] een mens.
  4 H1350 H8802 Onzes Verlossers H8034 Naam H3068 is HEERE H6635 der heirscharen H6918 , de Heilige H3478 Israels.
  5 H3427 H8798 Zit H1748 stilzwijgende H935 H8798 , en ga H2822 in de duisternis H1323 , gij dochter H3778 der Chaldeen H3254 H8686 ! want gij zult niet meer H7121 H8799 genoemd worden H1404 koningin H4467 der koninkrijken.
  6 H5971 Ik was op Mijn volk H7107 H8804 zeer toornig H2490 H8765 , Ik ontheiligde H5159 Mijn erve H5414 H8799 , en Ik gaf H3027 hen over in uw hand H7760 H8804 ; [doch] gij beweest H7356 hun geen barmhartigheden H2205 , [ja], [zelfs] over den oude H5923 maaktet gij uw juk H3966 zeer H3513 H8689 zwaar.
  7 H559 H8799 En gij zeidet H1404 : Ik zal koningin H5769 zijn in eeuwigheid H3820 ; tot nog toe hebt gij deze dingen niet in uw hart H7760 H8804 genomen H319 , gij hebt aan het einde H2142 H8804 daarvan niet gedacht.
  8 H8085 H8798 Nu dan, hoor H5719 dit, gij weelderige H983 ! die zo zeker H3427 H8802 woont H3824 , die in haar hart H559 H8802 zegt H657 : Ik ben het, en niemand H490 meer dan ik: ik zal geen weduwe H3427 H8799 zitten H7908 , noch de beroving van kinderen H3045 H8799 kennen.
  9 H8147 Doch deze beide H7281 dingen zullen u in een ogenblik H935 H8799 overkomen H259 , op een H3117 dag H7908 , de beroving van kinderen H489 en weduwschap H8537 ; volkomenlijk H935 H8804 zullen zij u overkomen H7230 , vanwege de veelheid H3785 uwer toverijen H3966 H6109 , vanwege de menigte H2267 uwer bezweringen.
  10 H7451 Want gij hebt op uw boosheid H982 H8799 vertrouwd H559 H8804 ; gij hebt gezegd H7200 H8802 : Niemand ziet H2451 mij; uw wijsheid H1847 en uw wetenschap H7725 H8790 heeft u afkerig gemaakt H3820 ; en gij hebt in uw hart H559 H8799 gezegd H657 : Ik ben het, en niemand meer dan ik.
  11 H7451 Daarom zal er over u een kwaad H935 H8804 komen H7837 , gij zult den dageraad H3045 H8799 daarvan niet weten H1943 ; en een verderf H5307 H8799 zal er op u vallen H3201 H8799 , hetwelk gij niet zult kunnen H3722 H8763 verzoenen H6597 ; want er zal snellijk H7722 een onstuimige verwoesting H935 H8799 over u komen H3045 H8799 , dat gij het niet weten zult.
  12 H5975 H8798 Sta H2267 nu met uw bezweringen H7230 , en met de veelheid H3785 uwer toverijen H834 , waarin H3021 H8804 gij gearbeid hebt H5271 van uw jeugd H3276 H0 af; of gij misschien voordeel H3201 H8799 kondet H3276 H8687 doen H6206 H8799 , of gij misschien u [kondet] sterken.
  13 H3811 H8738 Gij zijt moede geworden H7230 in de veelheid H6098 uwer raadslagen H5975 H8799 ; laat nu opstaan H8064 , die den hemel H1895 H8802 waarnemen H3556 , die in de sterren H2374 kijken H2320 , die naar de nieuwe manen H3045 H8688 voorzeggen H3467 H8686 ; en laat ze u verlossen H935 H8799 van die dingen, die over u komen zullen.
  14 H7179 Ziet, zij zullen zijn als stoppelen H784 , het vuur H8313 H8804 zal ze verbranden H5315 , zij zullen zichzelven H5337 H8686 niet kunnen rukken H3027 uit de macht H3852 der vlam H1513 ; het zal geen kool H2552 H8800 zijn om [bij] te warmen H217 , [geen] vuur H3427 H8800 om daarvoor neder te zitten.
  15 H3021 H8804 Alzo zullen zij u zijn, met dewelke gij gearbeid hebt H5503 H8802 , uw handelaars H5271 van uw jeugd H376 aan, elk H5676 zal zijns weegs H8582 H8804 dwalen H3467 H8688 , niemand zal u verlossen.

Jeremiah 25:11-12

  11 H776 En dit ganse land H2723 zal worden tot een woestheid H8047 , tot een ontzetting H1471 ; en deze volken H4428 zullen den koning H894 van Babel H5647 H8804 dienen H7657 zeventig H8141 jaren.
  12 H7657 Maar het zal geschieden, als de zeventig H8141 jaren H4390 H8800 vervuld zijn H4428 , [dan] zal Ik over den koning H894 van Babel H1471 , en over dat volk H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H5771 , hun ongerechtigheid H6485 H8799 bezoeken H776 , mitsgaders over het land H3778 der Chaldeen H7760 H8804 , en zal dat stellen H5769 tot eeuwige H8077 verwoestingen.

Jeremiah 27:7

  7 H1471 En alle volken H1121 zullen hem, en zijn zoon H1121 , en zijns zoons H1121 zoon H5647 H8804 dienen H6256 , totdat ook de tijd H776 zijns eigenen lands H935 H8800 kome H7227 ; dan zullen zich machtige H1471 volken H1419 en grote H4428 koningen H5647 H8804 van hem doen dienen.

Jeremiah 50:1-46

  1 H1697 Het woord H3068 , dat de HEERE H1696 H8765 gesproken heeft H894 tegen Babel H776 , tegen het land H3778 der Chaldeen H3027 , door den dienst H5030 van den profeet H3414 Jeremia.
  2 H5046 H8685 Verkondigt H1471 onder de heidenen H8085 H8685 , en doet horen H5375 H0 , en werpt H5251 een banier H5375 H8798 op H8085 H8685 , laat horen H3582 H8762 , verbergt H559 H8798 het niet; zegt H894 : Babel H3920 H8738 is ingenomen H1078 , Bel H3001 H8689 is beschaamd H4781 , Merodach H2865 H8804 is verpletterd H6091 , haar afgoden H3001 H8689 zijn beschaamd H1544 , haar drekgoden H2865 H8804 zijn verpletterd!
  3 H1471 Want een volk H5927 H8804 komt tegen haar op H6828 van het noorden H776 ; dat zal haar land H7896 H8799 zetten H8047 in verwoesting H3427 H8802 , dat er geen inwoner H120 in zal zijn; van de mensen H929 aan tot de beesten H5110 H8804 toe zijn zij weggezworven H1980 H8804 , doorgegaan!
  4 H3117 In dezelve dagen H6256 en ter zelver tijd H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H1121 , zullen de kinderen H3478 Israels H935 H8799 komen H1121 , zij en de kinderen H3063 van Juda H3162 te zamen H1980 H8800 ; wandelende H1058 H8800 en wenende H3212 H8799 zullen zij henengaan H3068 , en den HEERE H430 , hun God H1245 H8762 , zoeken.
  5 H6726 Zij zullen naar Sion H7592 H8799 vragen H1870 ; op den weg H2008 herwaarts H6440 zullen hun aangezichten H935 H8798 zijn; zij zullen komen H3068 en den HEERE H3867 H8738 toegevoegd worden H5769 , [met] een eeuwig H1285 verbond H7911 H8735 , [dat] niet zal worden vergeten.
  6 H5971 Mijn volk H6 H8802 waren verloren H6629 schapen H7462 H8802 , hun herders H8582 H8689 hadden hen verleid H7725 H8790 H8675 H7726 , zij hadden hen gevoerd H2022 [naar] de bergen H1980 H8804 , zij gingen H2022 van berg H1389 tot heuvel H7911 H8804 , zij vergaten H7258 hun legering.
  7 H4672 H8802 Allen, die hen vonden H398 H8804 , aten hen op H6862 , en hun wederpartijders H559 H8804 zeiden H816 H8799 : Wij zullen geen schuld hebben H2398 H8804 ; daarom dat zij gezondigd hebben H3068 tegen den HEERE H5116 , [in] de woning H6664 der gerechtigheid H3068 , ja, [tegen] den HEERE H4723 , de Verwachting H1 hunner vaderen.
  8 H5110 H8798 Vliedt weg H8432 uit het midden H894 van Babel H3318 H8798 H8675 H3318 H8799 , en gaat uit H3778 der Chaldeen H776 land H6260 ; en weest als de bokken H6440 voor H6629 de kudde henen.
  9 H6951 Want ziet, Ik zal een verzameling H1419 van grote H1471 volken H776 uit het land H6828 van het noorden H5782 H8688 verwekken H894 , en tegen Babel H5927 H8688 opbrengen H6186 H8804 ; die zullen zich tegen haar rusten H3920 H8735 ; van daar zal zij ingenomen worden H2671 ; hun pijlen H1368 zullen zijn als eens kloeken H7919 H8688 H8676 H7921 H8688 helds H7387 , geen zal ledig H7725 H8799 wederkeren.
  10 H3778 En Chaldea H7998 zal ten roof H7997 H8802 zijn; allen, die het beroven H7646 H8799 , zullen verzadigd worden H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.
  11 H8055 H8799 Omdat gij u verblijd hebt H5937 H8799 , omdat gij van vreugde hebt opgesprongen H8154 H8802 , gij plunderaars H5159 Mijner erfenis H6335 H8799 ! omdat gij geil geworden zijt H1877 H8676 H1758 H8801 als een grazige H5697 vaars H6670 H8799 , [en] hebt gebriest H47 als de sterke [paarden];
  12 H517 Zo is uw moeder H3966 zeer H954 H8804 beschaamd H3205 H8802 ; die u gebaard heeft H2659 H8804 , is schaamrood geworden H319 ; ziet, zij is geworden de achterste H1471 der heidenen H4057 , een woestijn H6723 , dorheid H6160 en wildernis.
  13 H7110 Vanwege de verbolgenheid H3068 des HEEREN H3427 H8799 zal zij niet bewoond worden H8077 , maar zij zal geheel een verwoesting H894 worden; al wie aan Babel H5674 H8802 voorbijgaat H8074 H8799 , zal zich ontzetten H8319 H8799 , en fluiten H4347 over al haar plagen.
  14 H6186 H8798 Rust u H894 tegen Babel H5439 rondom H7198 , gij allen, die den boog H1869 H8802 spant H3034 H8798 ! schiet H2550 H8799 in haar, en spaart H2671 de pijlen H3068 niet; want zij heeft tegen den HEERE H2398 H8804 gezondigd.
  15 H7321 H8685 Juicht H5439 over haar rondom H3027 , zij heeft haar hand H5414 H8804 gegeven H803 ; haar fondamenten H5307 H8804 zijn gevallen H2346 , haar muren H2040 H8738 zijn afgebroken H3068 ; want dat is des HEEREN H5360 wraak H5358 H8734 , wreekt u H6213 H8798 aan haar, doet H6213 H8804 haar, gelijk als zij gedaan heeft!
  16 H3772 H8798 Roeit uit H894 van Babel H2232 H8802 den zaaier H4038 , en dien, die de sikkel H8610 H8802 handelt H6256 H7105 in den oogsttijd H6440 ; laat hen vanwege H3238 H8802 het verdrukkende H2719 zwaard H6437 H8799 , zich keren H376 , een iegelijk H5971 tot zijn volk H5127 H8799 , en vlieden H376 , een iegelijk H776 naar zijn land.
  17 H3478 Israel H6340 H8801 is een verbijsterd H7716 lam H738 , [dat] de leeuwen H5080 H8689 verjaagd hebben H7223 ; de eerste H398 H8804 , [die] hem heeft opgegeten H4428 , was de koning H804 van Assur H314 , en deze de laatste H5019 , Nebukadrezar H4428 , de koning H894 van Babel H6105 H8765 , heeft hem de beenderen verbrijzeld.
  18 H559 H8804 Daarom, zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H430 , de God H3478 Israels H6485 H8802 : Ziet, Ik zal bezoeking doen H4428 over den koning H894 van Babel H776 en over zijn land H6485 H8804 , gelijk als Ik bezoeking gedaan heb H4428 over den koning H804 van Assur.
  19 H3478 En Ik zal Israel H7725 H0 weder H5116 tot zijn woning H7725 H8790 brengen H7462 H8804 , en hij zal weiden H3760 [op] den Karmel H1316 en [op] den Basan H5315 ; en zijn ziel H2022 zal op het gebergte H669 van Efraim H1568 en Gilead H7646 H8799 verzadigd worden.
  20 H3117 In die dagen H6256 en te dier tijd H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H3478 , zal Israels H5771 ongerechtigheid H1245 H8792 gezocht worden H2403 , maar zij zal er niet zijn, en de zonden H3063 van Juda H4672 H8735 , maar zullen niet gevonden worden H5545 H8799 ; want Ik zal ze dengenen vergeven H7604 H8686 , die Ik zal doen overblijven.
  21 H776 Tegen het land H4850 Merathaim H5927 H8798 , trek tegen hetzelve op H3427 H8802 , en tegen de inwoners H6489 van Pekod H2717 H8798 ; verwoest H2763 H8687 en verban H310 achter H5002 H8803 hen, spreekt H3068 de HEERE H6213 H8798 , en doe H6680 H8765 naar alles, wat Ik u geboden heb.
  22 H6963 H4421 Er is een krijgsgeschrei H776 in het land H1419 , en een grote H7667 breuk.
  23 H6360 Hoe is de hamer H776 der ganse aarde H1438 H8738 [zo] afgehouwen H7665 H8735 en verbroken H894 ! Hoe is Babel H8047 geworden tot een ontzetting H1471 onder de heidenen.
  24 H3369 H8804 Ik heb u een strik gesteld H3920 H8738 , dies zijt gij ook gevangen H894 , o Babel H3045 H8804 ! dat gij het niet wist H4672 H8738 ; gij zijt gevonden H8610 H8738 , en ook gegrepen H3068 , omdat gij u tegen den HEERE H1624 H8694 [in] [strijd] gemengd hebt.
  25 H3068 De HEERE H214 heeft Zijn schatkamer H6605 H8804 opengedaan H3627 , en de instrumenten H2195 Zijner gramschap H3318 H8686 voortgebracht H4399 ; want dat is een werk H136 van den Heere H3069 , den HEERE H6635 der heirscharen H776 , in het land H3778 der Chaldeen.
  26 H935 H8798 Komt aan H7093 tegen haar van het uiterste H6605 H8798 , opent H3965 haar schuren H5549 H8798 , vertreedt H6194 haar als korenhopen H2763 H8685 , en verbant H7611 ze; laat ze geen overblijfsel hebben.
  27 H2717 H8798 Doodt H6499 met het zwaard al haar varren H3381 H8799 , laat ze afgaan H2874 ter slachting H1945 ; wee H3117 over hen, want hun dag H935 H8802 is gekomen H6256 , de tijd H6486 hunner bezoeking!
  28 H6963 Er is een stem H5127 H8801 der gevluchten H6405 en ontkomenen H776 uit het land H894 van Babel H6726 , om in Sion H5046 H8687 te verkondigen H5360 de wraak H3068 des HEEREN H430 , onzes Gods H5360 , de wraak H1964 Zijns tempels.
  29 H8085 H8685 Laat [u] horen H894 tegen Babel H7228 , gij schutters H7198 ! gij allen, die den boog H1869 H8802 spant H2583 H8798 ! legert u H5439 tegen haar rondom H6413 , laat niemand van hen ontkomen H7999 H8761 ; vergeldt H6467 haar naar haar werk H6213 H8798 , doet H6213 H8804 haar naar alles, wat zij gedaan heeft H2102 H8804 ; want zij heeft trotselijk gehandeld H3068 tegen den HEERE H6918 , tegen den Heilige H3478 Israels.
  30 H970 Daarom zullen haar jongelingen H5307 H8799 vallen H7339 op haar straten H582 H4421 , en al haar krijgslieden H3117 te dien dage H1826 H8735 uitgeroeid worden H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.
  31 H2087 Ziet, Ik [wil] aan u, gij trotse H5002 H8803 ! spreekt H136 de Heere H3069 , de HEERE H6635 der heirscharen H3117 ; want uw dag H935 H8802 is gekomen H6256 , de tijd H6485 H8804 , dat Ik u bezoeken zal.
  32 H2087 Dan zal de trotse H3782 H8804 aanstoten H5307 H8804 en vallen H6965 H8688 , en er zal niemand zijn, die hem opricht H784 ; ja, Ik zal een vuur H3341 H8689 aansteken H5892 in zijn steden H5439 , dat zal alle plaatsen rondom H398 H8804 hem verteren.
  33 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H1121 : De kinderen H3478 Israels H1121 en de kinderen H3063 van Juda H3162 zijn te zamen H6231 H8803 verdrukt geweest H7617 H8802 ; en allen, die hen gevangen hadden H2388 H8689 , hebben hen vast gehouden H3985 H8765 ; zij hebben hen geweigerd H7971 H8763 los te laten.
  34 H1350 H8802 [Maar] hun Verlosser H2389 is sterk H3068 , HEERE H6635 der heirscharen H8034 is Zijn Naam H7379 ; Hij zal hun twist H7378 H8800 zekerlijk H7378 H8799 twisten H776 , opdat Hij het land H7280 H8689 in rust brenge H3427 H8802 , maar de inwoners H894 van Babel H7264 H8689 beroere.
  35 H2719 Het zwaard H3778 zal zijn over de Chaldeen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H3427 H8802 ; en over de inwoners H894 van Babel H8269 , en over haar vorsten H2450 , en over haar wijzen.
  36 H2719 Het zwaard H907 zal zijn over de leugenaars H2973 H8738 , dat zij zot worden H2719 ; het zwaard H1368 zal zijn over haar helden H2865 H8804 , dat zij versagen;
  37 H2719 Het zwaard H5483 zal zijn over zijn paarden H7393 en over zijn wagenen H6153 , en over den gansen gemengden hoop H8432 , die in het midden H802 van hen is, dat zij tot wijven worden H2719 ; het zwaard H214 zal zijn over haar schatten H962 H8795 , dat zij geplunderd worden.
  38 H2721 Droogte H4325 zal zijn over haar wateren H3001 H8804 , dat zij uitdrogen H776 ; want het is een land H6456 van gesneden beelden H1984 H8704 , en zij razen H367 naar de schrikkelijke [afgoden].
  39 H6728 Daarom zo zullen de wilde dieren der woestijnen H338 met de wilde dieren der eilanden H3427 H8799 [daarin] wonen H1323 ; ook zullen de jonge H3284 struisen H3427 H8804 daarin wonen H3427 H8799 ; en men zal er geen verblijf meer hebben H5331 in eeuwigheid H7931 H8799 , en zij zal niet bewoond worden H1755 van geslacht H1755 tot geslacht.
  40 H430 Gelijk God H5467 Sodom H6017 en Gomorra H7934 en haar naburen H4114 heeft omgekeerd H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H376 , [alzo] zal niemand H3427 H8799 aldaar wonen H1121 H120 , en geen mensenkind H1481 H8799 in haar verkeren.
  41 H935 H8802 Ziet, daar komt H5971 een volk H6828 uit het noorden H1419 ; en een grote H1471 natie H7227 , en geweldige H4428 koningen H3411 zullen van de zijden H776 der aarde H5782 H8735 opgewekt worden.
  42 H7198 Boog H3591 en spies H2388 H8686 zullen zij voeren H394 ; wreed H7355 H8762 zijn zij, en zullen niet barmhartig zijn H6963 ; hun stem H1993 H8799 zal bruisen H3220 als de zee H5483 , en op paarden H7392 H8799 zullen zij rijden H6186 H8803 ; het is toegerust H376 als een man H4421 ten oorlog H1323 , tegen u, o dochter H894 van Babel!
  43 H4428 De koning H894 van Babel H8088 heeft hunlieder gerucht H8085 H8804 gehoord H3027 , en zijn handen H7503 H8804 zijn slap geworden H6869 ; benauwdheid H2388 H8689 heeft hem aangegrepen H2427 , weedom H3205 H8802 als van een barende [vrouw].
  44 H738 Ziet, gelijk een leeuw H1347 van de verheffing H3383 der Jordaan H5927 H8799 , zal hij opkomen H386 tegen de sterke H5116 woning H7280 H8686 ; want Ik zal hen in een ogenblik H7323 H8686 H8675 H7323 H8799 daaruit doen lopen H977 H8803 ; en wie [daartoe] verkoren is H6485 H8799 , [dien] zal Ik tegen haar bestellen H3259 H8686 ; want wie is Mij gelijk, en wie zou Mij dagvaarden H7462 H8802 ? En wie is de herder H6440 , die voor Mijn aangezicht H5975 H8799 bestaan zou?
  45 H8085 H8798 Daarom hoort H6098 den raadslag H3068 des HEEREN H894 , dien Hij over Babel H3289 H8804 heeft beraadslaagd H4284 , en Zijn gedachten H2803 H8804 , die Hij gedacht heeft H776 over het land H3778 der Chaldeen H6810 : Zo de geringsten H6629 van de kudde H5498 H8799 hen niet zullen nedertrekken H5116 ! Zo hij de woning H8074 H8686 boven hen niet zal verwoesten!
  46 H776 De aarde H7493 H8735 is bevende geworden H6963 van het geluid H8610 H8738 der inneming H894 van Babel H2201 , en het gekrijt H8085 H8738 is gehoord H1471 onder de volken.

Daniel 9:2

  2 H259 In het eerste H8141 jaar H4427 H8800 zijner regering H995 H8804 , merkte ik H1840 , Daniel H5612 , in de boeken H4557 , dat het getal H8141 der jaren H1697 , van dewelke het woord H3068 des HEEREN H5030 tot den profeet H3414 Jeremia H4390 H8763 geschied was, in het vervullen H2723 der verwoestingen H3389 van Jeruzalem H7657 , zeventig H8141 jaren was.

Acts 15:18

  18 G2316 Gode G2076 G5748 zijn G3956 al G846 Zijn G2041 werken G575 van G165 eeuwigheid G1110 bekend.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.