25
H559 H8804
Zo spreekt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H430
, de God
H3478
Israels
H559 H8800
, zeggende
H802
: [Aangaande] u en uw vrouwen
H6310
, zij hebben toch met uw mond
H1696 H8762
gesproken
H3027
, en gij hebt het met uw handen
H4390 H8765
vervuld
H559 H8800
, zeggende
H5088
: Wij zullen onze geloften
H5087 H8804
, die wij beloofd hebben
H6213 H8800
, ganselijk
H6213 H8799
houden
H6999 H8763
, rokende
H4446
aan Melecheth
H8064
des hemels
H5262
, en haar drankofferen
H5258 H8687
offerende
H5088
; [nu], zij hebben uw geloften
H6965 H8687
volkomenlijk
H6965 H8686
bevestigd
H5088
en uw geloften
H6213 H8800
volkomenlijk
H6213 H8799
gehouden.
Jeremiah 44:25 Cross References - DSV_Strongs
Job 34:22
Isaiah 28:15
15
H559 H8804
Omdat gijlieden zegt
H1285
: Wij hebben een verbond
H4194
met den dood
H3772 H8804
gemaakt
H7585
, en met de hel
H2374
hebben wij een voorzichtig verdrag
H6213 H8804
gemaakt
H7857 H8802
; wanneer de overvloeiende
H7752 H8675 H7885
gesel
H5674 H8799 H8675 H5674 H8804
doortrekken zal
H935 H8799
, zal hij tot ons niet komen
H3577
; want wij hebben de leugen
H4268
ons tot een toevlucht
H7760 H8804
gesteld
H8267
, en onder de valsheid
H5641 H8738
hebben wij ons verborgen.
Jeremiah 44:15-19
15
H6030 H8799
Toen antwoordden
H3414
aan Jeremia
H582
al de mannen
H3045 H8802
, die wisten
H802
, dat hun vrouwen
H312
anderen
H430
goden
H6999 H8764
rookten
H802
, en al de vrouwen
H5975 H8802
, die daar stonden
H1419
, zijnde een grote
H6951
hoop
H5971
, mitsgaders al het volk
H776 H4714
, die in Egypteland
H6624
, in Pathros
H3427 H8802
, woonde
H559 H8800
, zeggende:
16
H1697
Aangaande het woord
H3068
, dat gij tot ons in des HEEREN
H8034
Naam
H1696 H8765
gesproken hebt
H8085 H8802
, wij zullen naar u niet horen.
17
H6213 H8800
Maar wij zullen ganselijk
H6213 H8799
doen
H1697
al hetgeen
H6310
uit onzen mond
H3318 H8804
is uitgegaan
H6999 H8763
, rokende
H4446
aan Melecheth
H8064
des hemels
H5262
, en haar drankofferen
H5258 H8687
offerende
H6213 H8804
, gelijk als wij gedaan hebben
H1
, wij en onze vaders
H4428
, onze koningen
H8269
en onze vorsten
H5892
, in de steden
H3063
van Juda
H2351
en in de straten
H3389
van Jeruzalem
H3899
; toen werden wij met brood
H7646 H8799
verzadigd
H2896
, en waren vrolijk
H7200 H8804
, en zagen
H7451
geen kwaad.
Ezekiel 20:39
39
H1004
En gijlieden, o huis
H3478
Israels
H559 H8804
, alzo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H3212 H8798
: Gaat henen
H5647 H8798
, dient
H376
een ieder
H1544
zijn drekgoden
H310
, ook hierna
H8085 H8802
, dewijl gijlieden naar Mij niet hoort
H2490 H8762
; doch ontheiligt
H6944
niet meer Mijn heiligen
H8034
Naam
H4979
, met uw giften
H1544
en met uw drekgoden.
Matthew 14:9
Acts 23:12-15
12
G1161
En
G2250
als het dag
G1096 G5637
geworden was
G4160 G5660
, maakten
G5100
sommigen
G2453
van de Joden
G4963
een samenrotting
G332 G5656
, en vervloekten
G1438
zichzelven
G3004 G5723
, zeggende
G3383
, dat zij noch
G5315 G5629
eten
G3383
noch
G4095 G5629
drinken zouden
G2193
, totdat
G3972
zij Paulus
G615 G5725
zouden gedood hebben.
13
G1161
En
G2258 G5713
zij waren
G4119
meer dan
G5062
veertig
G3588
, die
G5026
dezen
G4945
eed
G4160 G5761
te zamen gedaan hadden;
14
G3748
Dewelke
G4334 G5631
gingen
G749
tot de overpriesters
G2532
en
G4245
de ouderlingen
G2036 G5627
, en zeiden
G1438
: Wij hebben ons zelven
G331
met vervloeking
G332 G5656
vervloekt
G3367
, niets
G1089 G5664
te zullen nuttigen
G2193 G3739
, totdat
G3972
wij Paulus
G615 G5725
zullen gedood hebben.
15
G5210
Gij
G3767
dan
G3568
nu
G1718 G
, laat
G5506
den overste
G1718 G5657
weten
G4862
met
G4892
den raad
G3704
, dat
G846
hij hem
G839
morgen
G4314
tot
G5209
u
G2609 G5632
afbrenge
G5613
, alsof
G197
gij nadere
G1231 G
kennis
G3195 G5723
zoudt
G1231 G5721
nemen
G4012
van
G846
zijn
G1161
zaken; en
G2249
wij
G2070 G5748
zijn
G2092
bereid
G846
hem
G337 G5629
om te brengen
G4253
, eer
G846
hij
G1448 G5658
bij [u] komt.