Jeremiah 43 Cross References - DSV_Strongs

  1 H3414 En het geschiedde, als Jeremia H3615 H8763 geeindigd had H5971 tot het ganse volk H1696 H8763 te spreken H1697 al de woorden H3068 des HEEREN H430 , huns Gods H3068 , [met] dewelke hem de HEERE H430 , hun God H7971 H8804 , tot hen gezonden had H1697 , [te] [weten] al die woorden,
  2 H559 H8799 Zo sprak H5838 Azaria H1121 , de zoon H1955 van Hosaja H3110 , en Johanan H1121 , de zoon H7143 van Kareah H2086 , en al de trotse H582 mannen H559 H8802 , zeggende H3414 tot Jeremia H1696 H8764 : Gij spreekt H8267 leugen H3068 ; de HEERE H430 , onze God H7971 H8804 , heeft u niet gezonden H559 H8800 , om te zeggen H935 H8799 : Gijlieden zult niet gaan H4714 in Egypte H1481 H8800 , om aldaar als vreemdelingen te verkeren.
  3 H1263 Maar Baruch H1121 , de zoon H5374 van Nerija H5496 H0 , hitst H5496 H8688 u tegen ons op H4616 , opdat H5414 H8800 hij ons overgeve H3027 in de hand H3778 der Chaldeen H4191 H8687 , dat zij ons doden H1540 H0 en ons gevankelijk H894 [naar] Babel H1540 H8687 wegvoeren.
  4 H8085 H8804 Alzo gehoorzaamde H3110 Johanan H1121 , de zoon H7143 van Kareah H8269 , en al de oversten H2428 der heiren H5971 , en al het volk H6963 , der stem H3068 des HEEREN H776 niet, om in het land H3063 van Juda H3427 H8800 te blijven.
  5 H3110 Maar Johanan H1121 , de zoon H7143 van Kareah H8269 , en al de oversten H2428 der heiren H3947 H8799 namen H7611 het ganse overblijfsel H3063 van Juda H1471 , die van al de heidenen H5080 H8738 , waar zij waren henengedreven H7725 H8804 , wedergekeerd waren H776 , om in het land H3063 van Juda H1481 H8800 te wonen;
  6 H1397 De mannen H802 , en de vrouwen H2945 , en de kinderkens H4428 , en des konings H1323 dochteren H5315 , en alle ziel H5018 , die Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H1436 , bij Gedalia H1121 , den zoon H296 van Ahikam H1121 , den zoon H8227 van Safan H3240 H8689 , gelaten had H5030 , ook den profeet H3414 Jeremia H1263 , en Baruch H1121 , den zoon H5374 van Nerija;
  7 H935 H8799 En zij togen H776 H4714 in Egypteland H6963 , want zij waren der stem H3068 des HEEREN H8085 H8804 niet gehoorzaam H935 H8799 ; en zij kwamen H8471 tot Tachpanhes.
  8 H3068 Toen geschiedde des HEEREN H1697 woord H3414 tot Jeremia H8471 te Tachpanhes H559 H8800 , zeggende:
  9 H3947 H8798 Neem H1419 grote H68 stenen H3027 in uw hand H2934 H8804 , en verberg H4423 ze in de klei H4404 in den ticheloven H6607 , die bij de deur H6547 van Farao's H1004 huis H8471 te Tachpanhes H5869 is, voor de ogen H3064 der Joodse H582 mannen;
  10 H559 H8804 En zeg H559 H8804 tot hen: Zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H430 , de God H3478 Israels H7971 H8802 : Ziet, Ik zal henenzenden H5019 , en Nebukadrezar H4428 , den koning H894 van Babel H5650 , Mijn knecht H3947 H8804 , halen H3678 , en Ik zal zijn troon H7760 H8804 zetten H4605 boven op H68 deze stenen H2934 H8804 , die Ik verborgen heb H8237 ; en hij zal zijn schone tent H5186 H8804 daarover spannen.
  11 H935 H8804 En hij zal komen H776 H4714 en Egypteland H5221 H8689 slaan H4194 : wie ten dood H4194 , ten dode H7628 ; en wie ter gevangenis H7628 , ter gevangenis H2719 ; en wie ten zwaard H2719 , ten zwaarde.
  12 H784 En Ik zal een vuur H3341 H8689 aansteken H1004 in de huizen H430 der goden H4714 van Egypte H8313 H8804 , en hij zal ze verbranden H7617 H8804 , en gevankelijk wegvoeren H776 H4714 ; en hij zal Egypteland H5844 H8804 aantrekken H7462 H8802 , gelijk als een herder H899 zijn kleed H5844 H8799 aantrekt H3318 H8804 , en hij zal van daar uittrekken H7965 in vrede.
  13 H4676 En hij zal de opgerichte beelden H1053 van Beth-semes H776 H4714 , hetwelk in Egypteland H7665 H8765 is, verbreken H1004 ; en hij zal de huizen H430 der goden H4714 van Egypte H784 met vuur H8313 H8799 verbranden.

Exodus 24:3

  3 H4872 Als Mozes H935 H8799 kwam H5608 H8762 en verhaalde H5971 aan het volk H1697 al de woorden H3068 des HEEREN H4941 , en al de rechten H6030 H8799 , toen antwoordde H5971 al het volk H259 met een H6963 stem H559 H8799 , en zij zeiden H1697 : Al deze woorden H3068 , die de HEERE H1696 H8765 gesproken heeft H6213 H8799 , zullen wij doen.

1 Samuel 8:10

  10 H8050 Samuel H559 H8799 nu zeide H3605 al H1697 de woorden H3068 des HEEREN H5971 het volk H413 aan H4428 , hetwelk een koning H4480 van H854 hem H7592 H8802 begeerde.

Jeremiah 1:7

  7 H3068 Maar de HEERE H559 H8799 zeide H559 H8799 tot mij: Zeg H5288 niet: Ik ben jong H7971 H8799 ; want overal, waarhenen Ik u zenden zal H3212 H8799 , zult gij gaan H6680 H8762 , en alles, wat Ik u gebieden zal H1696 H8762 , zult gij spreken.

Jeremiah 1:17

  17 H247 H8799 Gij dan, gord H4975 uw lendenen H6965 H8804 , en maakt u op H1696 H8765 , en spreek H6680 H8762 tot hen alles, wat Ik u gebieden zal H2865 H8735 ; wees niet verslagen H6440 voor hun aangezicht H6440 , opdat Ik u voor hun aangezicht H2865 H8686 niet versla.

Jeremiah 26:2

  2 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H5975 H8798 : Sta H2691 in het voorhof H1004 van het huis H3068 des HEEREN H1696 H8765 , en spreek H5892 tot alle steden H3063 van Juda H935 H8802 , die komen H7812 H8692 om aan te bidden H1004 [in] het huis H3068 des HEEREN H1697 , al de woorden H6680 H8765 , die Ik u geboden heb H1696 H8763 tot hen te spreken H1639 H0 , doe H1697 er niet een woord H1639 H8799 af.

Jeremiah 26:8

  8 H3414 Zo geschiedde het, als Jeremia H3615 H8763 geeindigd had H1696 H8763 te spreken H3068 alles, wat de HEERE H6680 H8765 geboden had H5971 tot al het volk H1696 H8763 te spreken H3548 , dat de priesters H5030 en de profeten H5971 en al het volk H8610 H8799 hem grepen H559 H8800 , zeggende H4191 H8800 : Gij zult den dood H4191 H8799 sterven!

Jeremiah 42:3-5

  3 H3068 Dat ons de HEERE H430 , uw God H5046 H8686 , bekend make H1870 den weg H3212 H8799 , dien wij zullen ingaan H1697 , en de zaak H6213 H8799 , die wij zullen doen.
  4 H5030 En de profeet H3414 Jeremia H559 H8799 zeide H8085 H8804 tot hen: Ik heb het gehoord H3068 ; ziet, ik zal tot den HEERE H430 , uw God H6419 H8693 , bidden H1697 naar uw woorden H1697 ; en het zal geschieden, het ganse woord H3068 , dat de HEERE H6030 H8799 u zal antwoorden H5046 H8686 , zal ik u bekend maken H1697 , ik zal u niet een woord H4513 H8799 onthouden.
  5 H559 H8804 Toen zeiden zij H3414 tot Jeremia H3068 : De HEERE H571 zij tussen ons tot een waarachtig H539 H8737 en gewis H5707 Getuige H1697 : indien wij niet naar alle woord H3068 , [met] hetwelk u de HEERE H430 , uw God H7971 H8799 , tot ons zal zenden H6213 H8799 , alzo zullen doen!

Jeremiah 42:22

  22 H3045 H8799 Zo weet H3045 H8800 nu zekerlijk H2719 , dat gij door het zwaard H7458 , door den honger H1698 en door de pestilentie H4191 H8799 sterven zult H4725 , ter plaatse H2654 H8804 , waar het u gelust heeft H935 H8800 henen te gaan H1481 H8800 , om aldaar als vreemdelingen te verkeren.

Jeremiah 51:63

  63 H3615 H8763 En het zal geschieden, als gij geeindigd zult hebben H5612 dit boek H7121 H8800 te lezen H68 , [dan] zult gij een steen H7194 H8799 daaraan binden H7993 H8689 , en werpen H8432 het in het midden H6578 van den Frath;

Matthew 28:20

  20 G2532 En G2400 G5628 ziet G1473 , Ik G1510 G5748 ben G3326 met G5216 ulieden G3956 al G2250 de dagen G2193 tot G4930 de voleinding G165 der wereld G281 . Amen.

Acts 5:20

  20 G4198 G5737 Gaat heen G2476 G5685 , en staat G2532 , en G2980 G5720 spreekt G1722 in G2411 den tempel G2992 tot het volk G3956 al G4487 de woorden G5026 dezes G2222 levens.

Acts 20:27

  27 G1063 Want G3756 ik heb niet G5288 G5668 achtergehouden G5213 , dat ik u G3361 niet G312 G5658 zou verkondigd hebben G3956 al G1012 den raad G2316 Gods.

Exodus 5:2

  2 H6547 Maar Farao H559 H8799 zeide H3068 : Wie is de HEERE H6963 , Wiens stem H8085 H8799 ik gehoorzamen zou H3478 , om Israel H7971 H8763 te laten trekken H3045 H8804 ? Ik ken H3068 den HEERE H3478 niet, en ik zal ook Israel H7971 H8762 niet laten trekken.

Exodus 9:17

  17 H5549 H8706 Verheft gij uzelven H5971 nog tegen Mijn volk H7971 H8763 , dat gij het niet wilt laten trekken?

2 Chronicles 36:13

  13 H1571 Daartoe werd hij ook H4775 H8804 afvallig H4428 tegen den koning H5019 Nebukadnezar H834 , die H7650 H8689 hem beedigd had H430 bij God H7185 H8686 ; en verhardde H6203 zijn nek H553 H8762 , en verstokte H3824 zijn hart H4480 , dat hij zich niet H7725 H8800 bekeerde H413 tot H3068 den HEERE H430 , den God H3478 Israels.

Psalms 10:4-5

  4 H7563 De goddeloze H639 , gelijk hij zijn neus H1363 omhoog steekt H1875 H8799 , onderzoekt H4209 niet; al zijn gedachten H430 zijn, dat er geen God is.
  5 H1870 Zijn wegen H6256 maken ten allen tijde H2342 H8799 smarte H4941 ; Uw oordelen H4791 zijn een hoogte H6887 H8802 , verre van hem; al zijn tegenpartijders H6315 H8686 , die blaast hij aan.

Psalms 12:3

  3 H3068 [012:4] De HEERE H3772 H8686 snijde af H2513 alle vleiende H8193 lippen H1696 H8764 H1419 , de grootsprekende H3956 tong;

Psalms 119:21

  21 H1605 H8804 Gij scheldt H779 H8803 de vervloekte H2086 hovaardigen H4687 , die van Uw geboden H7686 H8802 afdwalen.

Psalms 123:4

  4 H5315 Onze ziel H7227 is veel H7646 H8804 te zat H3933 des spots H7600 der weelderigen H937 , der verachting H3238 H8802 H8678 H1343 H8675 H1349 der hovaardigen.

Proverbs 6:17

  17 H7311 H8802 Hoge H5869 ogen H8267 , een valse H3956 tong H3027 , en handen H5355 , die onschuldig H1818 bloed H8210 H8802 vergieten;

Proverbs 8:13

  13 H3374 De vreze H3068 des HEEREN H8130 H8800 is, te haten H7451 het kwade H1344 , de hovaardigheid H1347 , en den hoogmoed H7451 , en den kwaden H1870 weg H8130 H8804 ; Ik haat H6310 ook den mond H8419 der verkeerdheden.

Proverbs 16:5

  5 H1362 Al wie hoog H3820 is van hart H3068 , is den HEERE H8441 een gruwel H3027 ; hand H3027 aan hand H5352 H8735 , zal hij niet onschuldig zijn.

Proverbs 16:18-19

  18 H1347 Hovaardigheid H6440 is voor H7667 de verbreking H1363 , en hoogheid H7307 des geestes H6440 voor H3783 den val.
  19 H2896 Het is beter H8217 nederig H7307 van geest H6035 H8675 H6041 te zijn met de zachtmoedigen H7998 , dan roof H2505 H8763 te delen H1343 met de hovaardigen.

Proverbs 30:9

  9 H7646 H8799 Opdat ik, zat zijnde H3584 H8765 , [U] dan niet verloochene H559 H8804 , en zegge H3068 : Wie is de HEERE H3423 H8735 ? of dat ik, verarmd zijnde H1589 H8804 , dan niet stele H8034 , en den Naam H430 mijns Gods H8610 H8804 aantaste.

Isaiah 7:9

  9 H8111 Ondertussen zal Samaria H669 Efraims H7218 hoofd H1121 zijn, en de zoon H7425 van Remalia H7218 het hoofd H8111 van Samaria H539 H8686 . Indien gijlieden niet gelooft H539 H8735 , zekerlijk, gij zult niet bevestigd worden.

Isaiah 9:9-10

  9 H5971 [09:8] En al dit volk H3045 H8804 zal het gewaar worden H669 , Efraim H3427 H8802 en de inwoner H8111 van Samaria H1346 ; in hoogmoed H1433 en grootsheid H3824 des harten H559 H8800 , zeggende:
  10 H3843 [09:9] De tichelstenen H5307 H8804 zijn gevallen H1496 , maar [met] uitgehouwen stenen H1129 H8799 zullen wij [wederom] bouwen H8256 ; de wilde vijgebomen H1438 H8795 zijn afgehouwen H730 , maar wij zullen ze in cederen H2498 H8686 veranderen;

Jeremiah 5:12-13

  12 H3584 H8765 Zij verloochenen H3068 den HEERE H559 H8799 , en zeggen H7451 : Hij is het niet, en ons zal geen kwaad H935 H8799 overkomen H2719 , wij zullen noch zwaard H7458 noch honger H7200 H8799 zien.
  13 H5030 Ja, die profeten H7307 zullen tot wind worden H1696 H8763 , want het woord H6213 H8735 is niet bij hen; hun zelven zal zo geschieden.

Jeremiah 13:15

  15 H8085 H8798 Hoort H238 H8685 en neemt ter ore H1361 H8799 , verheft u H3068 niet; want de HEERE H1696 H8765 heeft het gesproken.

Jeremiah 40:8

  8 H935 H8799 Zo kwamen zij H1436 tot Gedalia H4708 te Mizpa H3458 , namelijk, Ismael H1121 , de zoon H5418 van Nethanja H3110 , en Johanan H3129 en Jonathan H1121 , de zonen H7143 van Kareah H8304 , en Seraja H1121 , de zoon H8576 van Tanhumeth H1121 , en de zonen H5778 van Efai H5200 , den Netofathiet H3153 , en Jezanja H1121 , de zoon H4602 eens Maachathiets H582 , zij en hun mannen.

Jeremiah 40:13-16

  13 H3110 Doch Johanan H1121 , de zoon H7143 van Kareah H8269 , en alle oversten H2428 der heiren H7704 , die in het veld H935 H8804 waren, kwamen H1436 tot Gedalia H4708 te Mizpa;
  14 H559 H8799 En zeiden H3045 H8799 tot hem: Weet gij H3045 H8800 wel H1185 , dat Baalis H4428 , de koning H1121 der kinderen H5983 Ammons H3458 , Ismael H1121 , den zoon H5418 van Nethanja H7971 H8804 , uitgezonden heeft H5315 , om u aan het leven H5221 H8687 te slaan H1436 ? Maar Gedalia H1121 , de zoon H296 van Ahikam H539 H8689 , geloofde hen niet.
  15 H3110 Johanan H1121 nochtans, de zoon H7143 van Kareah H559 H8804 , sprak H1436 tot Gedalia H5643 , in het verborgene H4709 , te Mizpa H559 H8800 , zeggende H3212 H8799 : Laat mij toch henengaan H3458 , en Ismael H1121 , den zoon H5418 van Nethanja H5221 H8686 , slaan H376 , en niemand H3045 H8799 zal het weten H5315 ; waarom zou hij u aan het leven H5221 H8686 slaan H3064 , en gans Juda H6908 H8737 , die tot u vergaderd zijn H6327 H8738 , verstrooid worden H7611 , en het overblijfsel H3063 van Juda H6 H8804 verloren gaan?
  16 H1436 Maar Gedalia H1121 , de zoon H296 van Ahikam H559 H8799 , zeide H3110 tot Johanan H1121 , den zoon H7143 van Kareah H6213 H8799 : Doe H1697 deze zaak H1696 H8802 niet, want gij spreekt H8267 vals H3458 van Ismael.

Jeremiah 41:16

  16 H3947 H8799 Toen nam H3110 Johanan H1121 , de zoon H7143 van Kareah H8269 , mitsgaders al de oversten H2428 der heiren H7611 , die met hem waren, het ganse overblijfsel H5971 des volks H7725 H8689 , dat hij wedergebracht had H3458 van Ismael H1121 , den zoon H5418 van Nethanja H4709 , van Mizpa H310 , (nadat H1436 hij Gedalia H1121 , den zoon H296 van Ahikam H5221 H8689 , geslagen had H582 ) [te] [weten] de mannen H1397 H4421 , die krijgslieden H802 waren, en de vrouwen H2945 , en kinderkens H5631 , en kamerlingen H1391 , die hij van Gibeon H7725 H8689 had wedergebracht;

Jeremiah 42:1

  1 H5066 H8799 Toen traden toe H8269 alle oversten H2428 der heiren H3110 , Johanan H1121 , de zoon H7143 van Kareah H3153 , en Jezanja H1121 , de zoon H1955 van Hosaja H5971 , en al het volk H6996 , van den kleinste H1419 tot den grootste toe;

Jeremiah 43:1

  1 H3414 En het geschiedde, als Jeremia H3615 H8763 geeindigd had H5971 tot het ganse volk H1696 H8763 te spreken H1697 al de woorden H3068 des HEEREN H430 , huns Gods H3068 , [met] dewelke hem de HEERE H430 , hun God H7971 H8804 , tot hen gezonden had H1697 , [te] [weten] al die woorden,

Habakkuk 2:4-5

  4 H2009 Ziet H5315 , zijn ziel H6075 H8795 verheft zich H3474 H0 , zij is H3808 niet H3474 H8804 recht H6662 in hem; maar de rechtvaardige H530 zal door zijn geloof H2421 H8799 leven.
  5 H637 En ook H3588 dewijl H898 H8802 hij trouwelooslijk handelt H3196 bij den wijn H3093 , een trots H1397 man H3808 is, en in zijn woning niet H5115 H8799 blijft H834 ; die H5315 zijn ziel H7337 H8689 wijd opendoet H7585 als het graf H4194 , en gelijk de dood H1931 is H3808 , die niet H7646 H8799 zat wordt H413 , en tot H622 H8799 zich verzamelt H3605 al H1471 de heidenen H6908 H8799 , en vergadert H413 tot H3605 zich alle H5971 volken.

James 4:6

  6 G1161 Ja G1325 G5719 , Hij geeft G3187 meerdere G5485 genade G1352 . Daarom G3004 G5719 zegt G2316 [de] [Schrift]: God G498 G5731 wederstaat G5244 de hovaardigen G1161 , maar G5011 den nederigen G1325 G5719 geeft Hij G5485 genade.

1 Peter 5:5

  5 G3668 Desgelijks G3501 gij jongen G4245 , zijt den ouden G5293 G5649 onderdanig G1161 ; en G3956 zijt allen G240 elkander G5293 G5746 onderdanig G5012 ; zijt met de ootmoedigheid G1463 G5663 bekleed G3754 ; want G2316 God G498 G5731 wederstaat G5244 de hovaardigen G1161 , maar G5011 den nederigen G1325 G5719 geeft Hij G5485 genade.

Psalms 109:4

  4 H160 Voor mijn liefde H7853 H8799 , staan zij mij tegen H8605 ; maar ik was [steeds] [in] [het] gebed.

Jeremiah 36:4

  4 H7121 H8799 Toen riep H3414 Jeremia H1263 Baruch H1121 , den zoon H5374 van Nerija H1263 ; en Baruch H3789 H8799 schreef H6310 uit den mond H3414 van Jeremia H1697 alle woorden H3068 des HEEREN H1696 H8765 , die Hij tot hem gesproken had H4039 , op een rol H5612 des boeks.

Jeremiah 36:10

  10 H7121 H8799 Zo las H1263 Baruch H5612 in dat boek H1697 de woorden H3414 van Jeremia H3068 [in] des HEEREN H1004 huis H3957 , in de kamer H1587 van Gemarja H1121 , den zoon H8227 van Safan H5608 H8802 , den schrijver H5945 , in het bovenste H2691 voorhof H6607 , [aan] de deur H2319 der nieuwe H8179 poort H1004 van het huis H3068 des HEEREN H241 , voor de oren H5971 des gansen volks.

Jeremiah 36:26

  26 H6680 H8762 Daartoe gebood H4428 de koning H3396 aan Jerahmeel H1121 , den zoon H4429 van Hammelech H8304 , en Zeraja H1121 , den zoon H5837 van Azriel H8018 , en Selemja H1121 , den zoon H5655 van Abdeel H5608 H8802 , om den schrijver H1263 Baruch H5030 en den profeet H3414 Jeremia H3947 H8800 te vangen H3068 . Maar de HEERE H5641 H8686 had hen verborgen.

Jeremiah 38:4

  4 H559 H8799 Zo zeiden H8269 de vorsten H4428 tot den koning H376 : Laat toch dezen man H4191 H8714 gedood worden H3651 ; want aldus H7503 H0 maakt hij H3027 de handen H582 H4421 der krijgslieden H5892 , die in deze stad H7604 H8737 zijn overgebleven H3027 , en de handen H5971 des gansen volks H7503 H8764 slap H1697 , alzulke woorden H1696 H8763 tot hen sprekende H376 ; want deze man H1875 H8802 zoekt H7965 den vrede H5971 dezes volks H7451 niet, maar het kwaad.

Jeremiah 43:6

  6 H1397 De mannen H802 , en de vrouwen H2945 , en de kinderkens H4428 , en des konings H1323 dochteren H5315 , en alle ziel H5018 , die Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H1436 , bij Gedalia H1121 , den zoon H296 van Ahikam H1121 , den zoon H8227 van Safan H3240 H8689 , gelaten had H5030 , ook den profeet H3414 Jeremia H1263 , en Baruch H1121 , den zoon H5374 van Nerija;

Jeremiah 45:1-3

  1 H1697 Het woord H5030 , dat de profeet H3414 Jeremia H1696 H8765 gesproken heeft H1263 tot Baruch H1121 , den zoon H5374 van Nerija H1697 , als hij die woorden H6310 uit den mond H3414 van Jeremia H5612 in een boek H3789 H8800 schreef H7243 , in het vierde H8141 jaar H3079 van Jojakim H1121 , den zoon H2977 van Josia H4428 , den koning H3063 van Juda H559 H8800 , zeggende:
  2 H559 H8804 Alzo zegt H3068 de HEERE H430 , de God H3478 Israels H1263 , van u, o Baruch!
  3 H559 H8804 Gij zegt H188 : Wee H3068 nu mij, want de HEERE H3015 heeft droefenis H4341 tot mijn smart H3254 H8804 gedaan H3021 H8804 ; ik ben moede H585 van mijn zuchten H4672 H8804 , en vind H4496 geen rust!

Matthew 5:11-12

  11 G3107 Zalig G2075 G5748 zijt gij G3752 , als G5209 u G3679 G5661 [de] [mensen] smaden G2532 , en G1377 G5661 vervolgen G2532 , en G5574 G5730 liegende G3956 alle G4190 G4487 kwaad G2596 tegen G5216 u G2036 G5632 spreken G1752 , om G1700 Mijnentwil.
  12 G5463 G5720 Verblijdt G2532 en G21 G5737 verheugt G3754 [u]; want G5216 uw G3408 loon G4183 [is] groot G1722 in G3772 de hemelen G1063 ; want G3779 alzo G1377 G5656 hebben zij vervolgd G4396 de profeten G3588 , die G4253 voor G5216 u [geweest] [zijn].

Luke 6:22-23

  22 G3107 Zalig G2075 G5748 zijt gij G3752 , wanneer G5209 u G444 de mensen G3404 G5661 haten G2532 , en G3752 wanneer G5209 zij u G873 G5661 afscheiden G2532 , en G3679 G5661 smaden G2532 , en G5216 uw G3686 naam G5613 als G4190 kwaad G1544 G5632 verwerpen G1752 , om G5207 des Zoons G444 des mensen wil.
  23 G5463 G5720 Verblijdt u G1722 in G1565 dien G2250 dag G2532 , en G4640 G5657 zijt vrolijk G1063 ; want G2400 G5628 , ziet G5216 , uw G3408 loon G4183 is groot G1722 in G3772 den hemel G1063 ; want G846 hun G3962 vaders G4160 G5707 deden G2596 G5024 desgelijks G4396 den profeten.

Luke 6:26

  26 G3759 Wee G5213 u G3752 , wanneer G3956 al G444 de mensen G2573 wel G5209 van u G2036 G5632 spreken G1063 , want G846 hun G3962 vaders G4160 G5707 deden G5024 G2596 desgelijks G5578 den valsen profeten.

2 Chronicles 25:16

  16 H1961 H8799 En het geschiedde H413 , als hij tot H1696 H8763 hem sprak H559 H8799 , dat hij hem zeide H4428 : Heeft men u tot des konings H3289 H8802 raadgever H5414 H8804 gesteld H2308 H8798 ? Houd gij op H4100 ; waarom H5221 H8686 zouden zij u slaan H2308 H0 ? Toen hield H5030 de profeet H2308 H8799 op H559 H8799 , en zeide H3045 H8804 : Ik merk H3588 , dat H430 God H3289 H8804 besloten heeft H7843 H8687 u te verderven H3588 , dewijl H2063 gij dit H6213 H8804 gedaan H6098 , en naar mijn raad H3808 niet H8085 H8804 gehoord hebt.

Psalms 37:3

  3 H982 H8798 [Beth]. Vertrouw H3068 op den HEERE H6213 H8798 , en doe H2896 het goede H7931 H8798 ; bewoon H776 de aarde H7462 H8798 , en voed u H530 [met] getrouwigheid.

Ecclesiastes 9:16

  16 H559 H8804 Toen zeide ik H2451 : Wijsheid H2896 is beter H1369 dan kracht H2451 , hoewel de wijsheid H4542 des armen H959 H8803 veracht H1697 , en zijn woorden H8085 H8737 niet waren gehoord geweest.

Jeremiah 42:5-6

  5 H559 H8804 Toen zeiden zij H3414 tot Jeremia H3068 : De HEERE H571 zij tussen ons tot een waarachtig H539 H8737 en gewis H5707 Getuige H1697 : indien wij niet naar alle woord H3068 , [met] hetwelk u de HEERE H430 , uw God H7971 H8799 , tot ons zal zenden H6213 H8799 , alzo zullen doen!
  6 H2896 Hetzij dan goed H7451 of kwaad H6963 , wij zullen der stem H3068 des HEEREN H430 , onzes Gods H580 , tot Welken wij H7971 H8802 u zenden H8085 H8799 , gehoorzaam zijn H3190 H8799 ; opdat het ons welga H6963 , wanneer wij der stem H3068 des HEEREN H430 , onzes Gods H8085 H8799 , zullen gehoorzaam zijn.

Jeremiah 42:10-13

  10 H776 Indien gijlieden in dit land H7725 H8800 zult blijven H3427 H8799 wonen H1129 H8804 , zo zal Ik u bouwen H2040 H8799 en niet afbreken H5193 H8804 , en u planten H5428 H8799 en niet uitrukken H5162 H8738 ; want Ik heb berouw H7451 over het kwaad H6213 H8804 , dat Ik u aangedaan heb.
  11 H3372 H8799 Vreest H6440 niet voor het aangezicht H4428 des konings H894 van Babel H6440 , voor wiens aangezicht H3373 gij vreest H3372 H8799 ; vreest H5002 H8803 niet voor hem, spreekt H3068 de HEERE H3467 H8687 ; want Ik zal met u zijn, om u te behouden H3027 en u van zijn hand H5337 H8687 te redden.
  12 H7356 En Ik zal ulieden barmhartigheid H5414 H8799 geven H7355 H8765 , dat hij zich uwer erbarme H7725 H0 , en u weder H127 in uw land H7725 H8689 brenge.
  13 H559 H8802 Maar zo gijlieden zult zeggen H776 : Wij zullen in dit land H3427 H8799 niet blijven H6963 ; opdat gij der stem H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H8085 H8800 , niet gehoorzaam zijt,

Jeremiah 44:5

  5 H8085 H8804 Maar zij hebben niet gehoord H241 , noch hun oor H5186 H8689 geneigd H7451 , om zich van hun boosheid H7725 H8800 te bekeren H312 , dat zij anderen H430 goden H6999 H8763 niet roken.

1 Samuel 26:19

  19 H6258 En nu H113 , mijn heer H4428 de koning H8085 H8799 hore H4994 toch H1697 naar de woorden H5650 zijns knechts H518 . Indien H3068 de HEERE H5496 H8689 u tegen mij aanport H4503 , laat Hem het spijsoffer H7306 H8686 rieken H518 ; maar indien H1121 H120 het mensenkinderen H1992 zijn, zo zijn zij H779 H8803 vervloekt H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H3588 , dewijl H3117 zij mij heden H1644 H8765 verstoten H4480 , dat ik niet H5596 H8692 mag vastgehecht blijven H5159 in het erfdeel H3068 des HEEREN H559 H8800 , zeggende H3212 H8798 : Ga heen H5647 H8798 , dien H312 andere H430 goden.

Jeremiah 40:11-12

  11 H3064 Als ook al de Joden H4124 , die in Moab H5983 , en onder de kinderen Ammons H123 , en in Edom H776 , en die in al die landen H8085 H8804 waren, hoorden H4428 , dat de koning H894 van Babel H3063 in Juda H7611 een overblijfsel H5414 H8804 gelaten had H1436 ; en dat hij Gedalia H1121 , den zoon H296 van Ahikam H1121 , den zoon H8227 van Safan H6485 H8689 , over hen gesteld had;
  12 H7725 H0 Zo keerden H3064 al de Joden H7725 H8799 weder H4725 uit al de plaatsen H5080 H8738 , waarhenen zij gedreven waren H935 H8799 , en kwamen H776 in het land H3063 van Juda H1436 tot Gedalia H4708 te Mizpa H622 H8799 ; en zij verzamelden H3966 zeer H7235 H8687 veel H3196 wijns H7019 en zomervruchten.

Jeremiah 41:15-16

  15 H3458 Doch Ismael H1121 , de zoon H5418 van Nethanja H4422 H8738 , ontkwam H3110 van Johanans H6440 aangezicht H8083 , met acht H582 mannen H3212 H8799 , en hij toog H1121 tot de kinderen H5983 Ammons.
  16 H3947 H8799 Toen nam H3110 Johanan H1121 , de zoon H7143 van Kareah H8269 , mitsgaders al de oversten H2428 der heiren H7611 , die met hem waren, het ganse overblijfsel H5971 des volks H7725 H8689 , dat hij wedergebracht had H3458 van Ismael H1121 , den zoon H5418 van Nethanja H4709 , van Mizpa H310 , (nadat H1436 hij Gedalia H1121 , den zoon H296 van Ahikam H5221 H8689 , geslagen had H582 ) [te] [weten] de mannen H1397 H4421 , die krijgslieden H802 waren, en de vrouwen H2945 , en kinderkens H5631 , en kamerlingen H1391 , die hij van Gibeon H7725 H8689 had wedergebracht;

Ecclesiastes 9:1-2

  1 H3820 Zekerlijk, dit alles heb ik in mijn hart H5414 H8804 gelegd H952 H8800 , opdat ik dit alles klaarlijk mocht verstaan H6662 , dat de rechtvaardigen H2450 , en de wijzen H5652 , en hun werken H3027 in de hand H430 Gods H1571 zijn; ook H160 liefde H1571 , ook H8135 haat H3045 H8802 , weet H120 de mens H6440 niet [uit] al hetgeen voor zijn aangezicht is.
  2 H259 Alle ding [wedervaart] [hun], gelijk aan alle [anderen]; enerlei H4745 wedervaart H6662 den rechtvaardige H7563 en den goddeloze H2896 , den goede H2889 en den reine H2931 , als den onreine H2076 H8802 ; zo dien, die offert H834 , als dien, die H2076 H8802 niet offert H2896 ; gelijk den goede H2398 H8802 , alzo [ook] den zondaar H7650 H8737 , dien, die zweert H7621 , gelijk dien, die den eed H3373 vreest.

Jeremiah 39:10

  10 H5971 Maar van het volk H1800 , die arm H3972 waren, die niet met al H7604 H0 hadden, liet H5018 Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H7604 H8689 , [enigen] overig H776 in het land H3063 van Juda H5414 H8799 ; en hij gaf H3117 hun te dien dage H3754 wijngaarden H3010 en akkers.

Jeremiah 40:7

  7 H8269 Toen nu alle oversten H2428 der heiren H7704 , die in het veld H582 waren, zij en hun mannen H8085 H8799 , hoorden H4428 , dat de koning H894 van Babel H1436 Gedalia H1121 , den zoon H296 van Ahikam H776 , over het land H6485 H8689 gesteld had H6485 H8689 , en dat hij aan hem bevolen had H582 de mannen H802 , en de vrouwen H2945 , en de kinderkens H1803 , en van de armsten H776 des lands H894 , van degenen, die niet naar Babel H1540 H8717 gevankelijk waren weggevoerd;

Jeremiah 41:10

  10 H3458 En Ismael H7617 H0 voerde H7611 het ganse overblijfsel H5971 des volks H4709 , dat te Mizpa H7617 H8799 was, gevankelijk H4428 , [te] [weten] des konings H1323 dochteren H5971 , en al het volk H4709 , die te Mizpa H7604 H8737 waren overgelaten H5018 , die Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H1436 , aan Gedalia H1121 , den zoon H296 van Ahikam H6485 H8689 , bevolen had H3458 ; Ismael H1121 dan, den zoon H5418 van Nethanja H7617 H8799 , voerde ze gevankelijk weg H3212 H8799 , en toog henen H5674 H8800 , om over te gaan H1121 tot de kinderen H5983 Ammons.

Jeremiah 52:10

  10 H4428 En de koning H894 van Babel H7819 H8799 slachtte H1121 de zonen H6667 van Zedekia H5869 voor zijn ogen H7819 H8804 ; en hij slachtte H8269 ook al de vorsten H3063 van Juda H7247 te Ribla.

Lamentations 3:1

  1 H1397 [Aleph]. Ik ben de man H6040 , [die] ellende H7200 H8804 gezien heeft H7626 door de roede H5678 Zijner verbolgenheid.

John 21:18

  18 G281 Voorwaar G281 , voorwaar G3004 G5719 , zeg Ik G4671 u G3753 : Toen G3501 gij jonger G2258 G5713 waart G2224 G5707 , gorddet gij G4572 uzelven G2532 , en G4043 G5707 wandeldet G3699 , alwaar G2309 G5707 gij wildet G1161 ; maar G3752 wanneer G1095 G5661 gij zult oud geworden zijn G4675 , zo zult gij uw G5495 handen G1614 G5692 uitstrekken G2532 , en G243 een ander G4571 zal u G2224 G5692 gorden G2532 , en G5342 G5692 brengen G3699 , waar G3756 gij niet G2309 G5719 wilt.

Isaiah 30:4

  4 H8269 Wanneer zijn vorsten H6814 zullen geweest zijn tot Zoan H4397 , en zijn gezanten H5060 H8686 zullen gekomen zijn H2609 tot nabij Chanes;

Jeremiah 2:16

  16 H1121 Ook hebben u de kinderen H5297 van Nof H8471 en Tachpanhes H6936 den schedel H7462 H8799 afgeweid.

Jeremiah 44:1

  1 H1697 Het woord H3414 , dat tot Jeremia H3064 geschiedde aan al de Joden H776 H4714 , die in Egypteland H3427 H8802 woonden H4024 , die te Migdol H3427 H8802 woonden H8471 , en te Tachpanhes H5297 , en te Nof H776 , en in het land H6624 Pathros H559 H8800 , zeggende:

Jeremiah 46:14

  14 H5046 H8685 Verkondigt H4714 in Egypte H8085 H8685 , en doet het horen H4024 te Migdol H8085 H8685 ; doet het ook horen H5297 te Nof H8471 en Tachpanhes H559 H8798 ; zegt H3320 H8690 : Stelt er u naar H3559 H8685 , en maakt u gereed H2719 , want het zwaard H398 H8804 heeft verteerd H5439 , wat rondom u is.

Ezekiel 30:18

  18 H8471 En te Tachpanhes H3117 zal de dag H2821 H8804 H8676 H2820 H8804 verduisterd worden H4133 , als Ik het juk H4714 van Egypte H7665 H8800 aldaar zal verbreken H1347 , en de hovaardij H5797 harer sterkte H1931 in haar H7673 H8738 zal ophouden H6051 ; haar zal een wolk H3680 H8762 bedekken H1323 , en haar dochters H3212 H8799 zullen gaan H7628 in de gevangenis.

Psalms 139:7

  7 H3212 H8799 Waar zou ik heengaan H7307 voor Uw Geest H1272 H8799 en waar zou ik heenvlieden H6440 voor Uw aangezicht?

2 Timothy 2:9

  9 G1722 Om G3739 hetwelk G2553 G5719 ik verdrukkingen lijde G3360 tot G1199 de banden G5613 toe, als G2557 een kwaaddoener G235 ; maar G3056 het Woord G2316 Gods G3756 is niet G1210 G5769 gebonden.

Exodus 1:14

  14 H2416 Zodat zij hun het leven H4843 H8762 bitter maakten H7186 met harden H5656 dienst H2563 , in leem H3843 en in tichelstenen H5656 , en met allen dienst H7704 op het veld H5656 , met al hun dienst H5647 H8804 , dien zij hen deden dienen H6531 met hardigheid.

2 Samuel 12:31

  31 H5971 Het volk H834 nu, dat H3318 H8689 daarin was, voerde hij uit H7760 H8799 , en leide H4050 het onder zagen H1270 , en onder ijzeren H2757 dorswagens H1270 , en onder ijzeren H4037 bijlen H853 , en deed hen H4404 door den ticheloven H5674 H8689 doorgaan H3651 ; en alzo H6213 H8799 deed hij H3605 aan alle H5892 steden H1121 der kinderen H5983 Ammons H7725 H0 . Daarna keerde H1732 David H3605 , en al H5971 het volk H7725 H8799 , weder H3389 naar Jeruzalem.

1 Kings 11:29-31

  29 H1961 H8799 Het geschiedde H1931 nu te dier H6256 tijd H3379 , als Jerobeam H4480 uit H3389 Jeruzalem H3318 H8804 uitging H5030 , dat de profeet H281 Ahia H7888 , de Siloniet H853 , hem H1870 op den weg H4672 H8799 vond H1931 , en hij H2319 zich een nieuw H8008 kleed H3680 H8693 aangedaan had H8147 , en zij beiden H909 alleen H7704 op het veld waren;
  30 H8610 H8799 Zo vatte H281 Ahia H2319 het nieuwe H8008 kleed H5921 , dat aan H7167 H8799 hem was, en scheurde H8147 H6240 het, in twaalf H7168 stukken.
  31 H559 H8799 En hij zeide H3379 tot Jerobeam H3947 H8798 : Neem H6235 u tien H7168 stukken H3588 ; want H3541 alzo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H430 , de God H3478 Israels H2009 : Zie H4467 , Ik zal het koninkrijk H4480 van H3027 de hand H8010 van Salomo H7167 H8802 scheuren H6235 , en u tien H7626 stammen H5414 H8804 geven.

Isaiah 20:1-4

  1 H8141 In het jaar H8661 , toen Tartan H795 naar Asdod H935 H8800 kwam H5623 , als hem Sargon H4428 , de koning H804 van Assyrie H7971 H8800 gezonden had H3898 H8735 , toen hij krijg voerde H795 tegen Asdod H3920 H8799 , en het innam;
  2 H6256 Ter zelfder tijd H1696 H8765 sprak H3068 de HEERE H3027 , door den dienst H3470 van Jesaja H1121 , den zoon H531 van Amoz H559 H8800 , zeggende H3212 H8798 : Ga heen H6605 H8765 , en ontbind H8242 den zak H4975 van uw lendenen H2502 H8799 , en doe H5275 uw schoenen H7272 van uw voeten H6213 H8799 . En hij deed H1980 H8800 alzo, gaande H6174 naakt H3182 en barrevoets.
  3 H559 H8799 Toen zeide H3068 de HEERE H5650 : Gelijk als Mijn knecht H3470 Jesaja H6174 naakt H3182 en barrevoets H1980 H8804 wandelt H7969 , drie H8141 jaren H226 , [tot] een teken H4159 en wonder H4714 over Egypte H3568 en over Morenland;
  4 H4428 Alzo zal de koning H804 van Assyrie H5090 H8799 voortdrijven H7628 de gevangenen H4714 der Egyptenaren H3568 , en de Moren H1546 , die weggevoerd zullen worden H5288 , jongen H2205 en ouden H6174 , naakt H3182 en barrevoets H2834 H8803 , en met blote H8357 billen H4714 , den Egyptenaren H6172 [tot] schaamte.

Jeremiah 13:1-11

  1 H3068 Alzo heeft de HEERE H559 H8804 tot mij gezegd H1980 H8800 : Ga henen H7069 H8804 , en koop H6593 u een linnen H232 gordel H7760 H8804 , en doe H4975 dien aan uw lenden H935 H8686 , maar breng H4325 hem niet in het water.
  2 H7069 H8799 En ik kocht H232 een gordel H1697 naar het woord H3068 des HEEREN H7760 H8799 , en ik deed H4975 dien aan mijn lenden.
  3 H3068 Toen geschiedde des HEEREN H1697 woord H8145 ten tweeden H559 H8800 male tot mij, zeggende:
  4 H3947 H8798 Neem H232 den gordel H7069 H8804 , dien gij gekocht hebt H4975 , die aan uw lenden H6965 H8798 is, en maak u op H3212 H8798 , [en] ga henen H6578 naar den Frath H2934 H8798 , en versteek H5357 dien aldaar in de klove H5553 ener steenrots.
  5 H3212 H8799 Zo ging ik henen H2934 H8799 , en verstak H6578 dien bij den Frath H3068 , gelijk als de HEERE H6680 H8765 mij geboden had.
  6 H7093 Het geschiedde nu ten einde H7227 van vele H3117 dagen H3068 , dat de HEERE H559 H8799 tot mij zeide H6965 H8798 : Maak u op H3212 H8798 , ga henen H6578 naar den Frath H3947 H8798 , en neem H232 den gordel H6680 H8765 van daar, dien Ik u geboden heb H2934 H8800 aldaar te versteken.
  7 H3212 H8799 Zo ging ik H6578 naar den Frath H2658 H8799 , en groef H3947 H8799 , en nam H232 den gordel H4725 van de plaats H2934 H8804 , alwaar ik dien verstoken had H232 ; en ziet, de gordel H7843 H8738 was verdorven H6743 H8799 en deugde nergens toe.
  8 H3068 Toen geschiedde des HEEREN H1697 woord H559 H8800 tot mij, zeggende:
  9 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H7843 H8686 : Alzo zal Ik verderven H1347 de hovaardij H3063 van Juda H7227 , en die grote H1347 hovaardij H3389 van Jeruzalem.
  10 H7451 Ditzelve boze H5971 volk H1697 , dat Mijn woorden H3987 weigert H8085 H8800 te horen H8307 , dat in het goeddunken H3820 zijns harten H1980 H8802 wandelt H312 , en andere H430 goden H3212 H8799 H310 navolgt H5647 H8800 , om die te dienen H7812 H8692 , en voor die zich neder te buigen H232 ; dat zal worden gelijk deze gordel H6743 H8799 , die nergens toe deugt.
  11 H232 Want gelijk als een gordel H1692 H8799 kleeft H4975 aan de lenden H376 eens mans H1004 , alzo heb Ik het ganse huis H3478 Israels H1004 en het ganse huis H3063 van Juda H1692 H8689 aan Mij doen kleven H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H5971 , om Mij te zijn tot een volk H8034 , en tot een naam H8416 , en tot lof H8597 , en tot heerlijkheid H8085 H8804 ; maar zij hebben niet gehoord.

Jeremiah 18:2-12

  2 H6965 H8798 Maak u op H3381 H8804 , en ga af H1004 [in] het huis H3335 H8802 des pottenbakkers H1697 , en aldaar zal Ik u Mijn woorden H8085 H8686 doen horen.
  3 H3381 H8799 Zo ging ik af H1004 [in] het huis H3335 H8802 des pottenbakkers H2009 ; en ziet H6213 H8802 , hij maakte H4399 een werk H70 op de schijven.
  4 H3627 En het vat H6213 H8802 , dat hij maakte H7843 H8738 , werd verdorven H2563 , als leem H3027 , in de hand H3335 H8802 des pottenbakkers H6213 H8799 ; toen maakte hij H7725 H8804 daarvan weder H312 een ander H3627 vat H3474 H8804 , gelijk als het recht was H5869 in de ogen H3335 H8802 des pottenbakkers H6213 H8800 te maken.
  5 H3068 Toen geschiedde des HEEREN H1697 woord H559 H8800 tot mij, zeggende:
  6 H3201 H8799 Zal Ik ulieden niet kunnen H6213 H8800 doen H3335 H8802 , gelijk deze pottenbakker H1004 , o huis H3478 Israels H5002 H8803 ? spreekt H3068 de HEERE H2563 ; ziet, gelijk leem H3027 in de hand H3335 H8802 des pottenbakkers H3027 , alzo zijt gijlieden in Mijn hand H1004 , o huis H3478 Israels!
  7 H7281 [In] een ogenblik H1696 H8762 zal Ik spreken H1471 over een volk H4467 en over een koninkrijk H5428 H8800 , dat Ik het zal uitrukken H5422 H8800 , en afbreken H6 H8686 , en verdoen;
  8 H1471 Maar [indien] datzelve volk H1696 H8765 , over hetwelk Ik [zulks] gesproken heb H7451 , zich van zijn boosheid H7725 H8804 bekeert H5162 H8738 , zo zal Ik berouw hebben H7451 over het kwaad H2803 H8804 , dat Ik hetzelve gedacht H6213 H8800 te doen.
  9 H7281 Ook zal Ik [in] een ogenblik H1696 H8762 spreken H1471 over een volk H4467 en over een koninkrijk H1129 H8800 , dat Ik het zal bouwen H5193 H8800 en planten;
  10 H6213 H8804 Maar [indien] het doet H7451 , dat kwaad H5869 is in Mijn ogen H6963 , dat het naar Mijn stem H8085 H8800 niet hoort H5162 H8738 , zo zal Ik berouw hebben H2896 over het goede H559 H8804 , [met] hetwelk Ik gezegd had H3190 H8687 hetzelve te zullen weldoen.
  11 H559 H8798 Nu dan, spreek H376 nu tot de mannen H3063 van Juda H3427 H8802 en tot de inwoners H3389 van Jeruzalem H559 H8800 , zeggende H559 H8804 : Zo zegt H3068 de HEERE H3335 H8802 : Ziet, Ik formeer H7451 een kwaad H2803 H8802 tegen ulieden, en denk H4284 tegen ulieden een gedachte H7725 H8798 ; [zo] bekeert u H376 nu, een iegelijk H7451 van zijn bozen H1870 weg H1870 , en maakt uw wegen H4611 en uw handelingen H3190 H8685 goed.
  12 H559 H8804 Doch zij zeggen H2976 H8737 : Het is buiten hoop H310 ; maar wij zullen naar H4284 onze gedachten H3212 H8799 wandelen H6213 H8799 , en wij zullen doen H376 , een iegelijk H8307 het goeddunken H7451 van zijn boos H3820 hart.

Jeremiah 19:1-15

  1 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H1980 H8800 : Ga henen H7069 H8804 en koop H3335 H8802 H2789 H1228 een pottenbakkerskruik H2205 , en [neem] [tot] [u] van de oudsten H5971 des volks H2205 , en van de oudsten H3548 der priesteren.
  2 H3318 H8804 En ga uit H1516 naar het dal H1121 des zoons H2011 van Hinnom H6607 , dat voor de deur H2777 H8179 der Zonnepoort H7121 H8804 is, en roep aldaar uit H1697 de woorden H1696 H8762 , die Ik tot u spreken zal;
  3 H559 H8804 En zeg H8085 H8798 : Hoort H3068 des HEEREN H1697 woord H4428 , gij koningen H3063 van Juda H3427 H8802 en inwoners H3389 van Jeruzalem H559 H8804 ! Alzo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H430 , de God H3478 Israels H7451 : Ziet, Ik zal een kwaad H935 H8688 brengen H4725 over deze plaats H8085 H8802 , [van] hetwelk een ieder, die het hoort H241 , zijn oren H6750 H8799 klinken zullen;
  4 H5800 H8804 Omdat zij Mij verlaten H4725 , en deze plaats H5234 H8762 vervreemd H312 , en anderen H430 goden H6999 H8762 daarin gerookt hebben H3045 H8804 die zij niet gekend hebben H1 , zij, noch hun vaders H4428 , noch de koningen H3063 van Juda H4725 ; en hebben deze plaats H4390 H8804 vervuld H1818 met bloed H5355 der onschuldigen.
  5 H1116 Want zij hebben de hoogten H1168 van Baal H1129 H8804 gebouwd H1121 , om hun zonen H784 met vuur H8313 H8800 te verbranden H1168 , aan Baal H5930 [tot] brandofferen H6680 H8765 ; hetwelk Ik niet geboden H1696 H8765 , noch gesproken heb H3820 , noch in Mijn hart H5927 H8804 is opgekomen?
  6 H3117 Daarom, ziet, de dagen H935 H8802 komen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H4725 , dat deze plaats H7121 H8735 niet meer zal genoemd worden H8612 het Tofeth H1516 , of dal H1121 des zoons H2011 van Hinnom H1516 H2028 , maar Moorddal.
  7 H6098 Want Ik zal den raad H3063 van Juda H3389 en Jeruzalem H4725 in deze plaats H1238 H8804 verijdelen H6440 , en zal hen voor het aangezicht H341 H8802 hunner vijanden H5307 H8689 doen vallen H2719 door het zwaard H3027 , en door de hand H5315 dergenen, die hun ziel H1245 H8764 zoeken H5038 ; en Ik zal hun dode lichamen H5775 het gevogelte H8064 des hemels H929 en het gedierte H776 der aarde H3978 tot spijze H5414 H8804 geven.
  8 H5892 En Ik zal deze stad H7760 H8804 zetten H8047 tot een ontzetting H8322 en tot een aanfluiting H5674 H8802 ; al wie voorbij haar gaat H8074 H8799 , zal zich ontzetten H8319 H8799 en fluiten H4347 over al haar plagen.
  9 H1320 En Ik zal hunlieden het vlees H1121 hunner zonen H1320 en het vlees H1323 hunner dochteren H398 H8689 doen eten H398 H8799 , en zij zullen eten H376 , een iegelijk H1320 het vlees H7453 zijns naasten H4692 , in de belegering H4689 en in de benauwing H341 H8802 , waarmede hen hun vijanden H5315 , en die hun ziel H1245 H8764 zoeken H6693 H8686 , benauwen zullen.
  10 H1228 Dan zult gij de kruik H7665 H8804 verbreken H5869 voor de ogen H582 der mannen H1980 H8802 , die met u gegaan zijn;
  11 H559 H8804 En gij zult tot hen zeggen H559 H8804 : Zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H3602 : Alzo H5971 zal Ik dit volk H5892 en deze stad H7665 H8799 verbreken H3335 H8802 H3627 , gelijk als men een pottenbakkersvat H7665 H8799 verbreekt H7495 H0 , dat niet weder geheeld H3201 H8799 kan H7495 H8736 worden H8612 ; en zij zullen hen in Tofeth H6912 H8799 begraven H4725 , omdat er geen [andere] plaats H6912 H8800 zal zijn om te begraven.
  12 H4725 Zo zal Ik deze plaats H6213 H8799 doen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H3427 H8802 , en haar inwoners H5892 ; en dat om deze stad H5414 H8800 te stellen H8612 als een Tofeth.
  13 H1004 En de huizen H3389 van Jeruzalem H1004 en de huizen H4428 der koningen H3063 van Juda H4725 zullen, gelijk alle plaatsen H8612 van Tofeth H2931 , onrein worden H1004 , met al de huizen H1406 , op welker daken H6635 zij aan al het heir H8064 des hemels H6999 H8765 gerookt H312 en aan vreemde H430 goden H5262 drankofferen H5258 H8687 geofferd hebben.
  14 H3414 Toen nu Jeremia H8612 van Tofeth H935 H8799 kwam H3068 , waarhenen hem de HEERE H7971 H8804 gezonden had H5012 H8736 , om te profeteren H5975 H8799 , stond hij H2691 in het voorhof H3068 van des HEEREN H1004 huis H559 H8799 , en zeide H5971 tot al het volk:
  15 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H430 , de God H3478 Israels H5892 : Ziet, Ik zal over deze stad H5892 , en over al haar steden H7451 , al het kwaad H935 H8688 brengen H1696 H8765 , dat Ik over haar gesproken heb H6203 ; omdat zij hun nek H7185 H8689 verhard hebben H1697 , om Mijn woorden H8085 H8800 niet te horen.

Jeremiah 51:63-64

  63 H3615 H8763 En het zal geschieden, als gij geeindigd zult hebben H5612 dit boek H7121 H8800 te lezen H68 , [dan] zult gij een steen H7194 H8799 daaraan binden H7993 H8689 , en werpen H8432 het in het midden H6578 van den Frath;
  64 H559 H8804 En zult zeggen H894 : Alzo zal Babel H8257 H8799 zinken H6965 H8799 , en niet weder opkomen H6440 , vanwege H7451 het kwaad H935 H8688 , dat Ik over haar zal brengen H3286 H8804 , en zij zullen mat worden H1697 . Tot hiertoe zijn de woorden H3414 van Jeremia.

Ezekiel 4:1-5:17

  1 H1121 H120 En gij, mensenkind H3947 H8798 , neem H3843 u een tichelsteen H5414 H8804 , en leg H6440 dien voor uw aangezicht H2710 H8804 , en bewerp H5892 daarop de stad H3389 Jeruzalem.
  2 H5414 H8804 En maak H4692 een belegering H1129 H8804 tegen haar, en bouw H1785 tegen haar sterkten H8210 H8804 , en werp H5550 tegen haar een wal H5414 H8804 op, en stel H4264 legers H7760 H8798 tegen haar, en zet H3733 tegen haar stormrammen H5439 rondom.
  3 H3947 H8798 Verder, neem gij H1270 u een ijzeren H4227 pan H5414 H8804 , en stel H1270 ze tot een ijzeren H7023 muur H5892 tussen u en tussen die stad H3559 H8689 ; en richt H6440 uw aangezicht H4692 tegen haar, dat zij in belegering H6696 H8804 kome, en gij zult ze belegeren H1004 . Dit zij den huize H3478 Israels H226 een teken.
  4 H7901 H8798 Lig gij ook neder H8042 H6654 op uw linkerzijde H7760 H8804 , en leg H5771 daarop de ongerechtigheid H1004 van het huis H3478 Israels H4557 , [naar] het getal H3117 der dagen H7901 H8799 , dat gij daarop zult liggen H5771 , zult gij hun ongerechtigheid H5375 H8799 dragen.
  5 H5414 H8804 Want Ik heb u gegeven H8141 de jaren H5771 hunner ongerechtigheid H4557 , naar het getal H3117 der dagen H7969 H3967 , driehonderd H8673 en negentig H3117 dagen H5771 , dat gij de ongerechtigheid H1004 van het huis H3478 Israels H5375 H8804 dragen zult.
  6 H428 Als gij nu deze H3615 H8765 voleinden zult H7901 H8804 , lig H8145 ten anderen male H3233 H8675 H3227 H6654 neder op uw rechterzijde H5771 , en gij zult de ongerechtigheid H1004 van het huis H3063 van Juda H5375 H8804 dragen H705 veertig H3117 dagen H5414 H8804 ; Ik heb u gegeven H3117 H3117 elken dag H8141 H8141 voor elk jaar.
  7 H6440 Daarom zult gij uw aangezicht H3559 H8686 richten H4692 tegen de belegering H3389 van Jeruzalem H2220 , en uw arm H2834 H8803 zal ontbloot zijn H5012 H8738 ; en gij zult tegen haar profeteren.
  8 H5688 En ziet, Ik zal dikke touwen H5414 H8804 aan u leggen H2015 H8735 , dat gij u niet omkeert H6654 van uw [ene] zijde H6654 tot uw [andere] zijde H3117 , totdat gij de dagen H4692 uwer belegering H3615 H8763 voleind hebt.
  9 H3947 H8798 En neemt gij H2406 voor u tarwe H8184 , en gerst H6321 , en bonen H5742 , en linzen H1764 , en heerse H3698 , en spelt H5414 H8804 ; en doe H259 die in een H3627 vat H6213 H8804 , en maak H3899 die u tot brood H4557 ; [naar] het getal H3117 der dagen H6654 , die gij op uw zijde H7901 H8802 nederliggen zult H7969 H3967 , driehonderd H8673 en negentig H3117 dagen H398 H8799 , zult gij dat eten.
  10 H3978 Uw spijze H398 H8799 nu, die gij eten zult H4946 , zal in gewicht H6242 zijn twintig H8255 sikkelen H3117 daags H6256 ; van tijd H6256 tot tijd H398 H8799 zult gij die eten.
  11 H4325 Gij zult ook water H4884 naar [zekere] maat H8354 H8799 drinken H8345 , het zesde H1969 deel van een hin H6256 ; van tijd H6256 tot tijd H8354 H8799 zult gij het drinken.
  12 H8184 H5692 En gij zult een gerstekoek H398 H8799 eten H1561 , en dien zult gij met drek H120 van des mensen H6627 afgang H5746 H8799 bakken H5869 voor hun ogen.
  13 H3068 En de HEERE H559 H8799 zeide H1121 : Alzo zullen de kinderen H3478 Israels H3899 hun brood H2931 onrein H398 H8799 eten H1471 onder de heidenen H5080 H8686 , waarhenen Ik hen verdrijven zal.
  14 H559 H8799 Toen zeide ik H162 : Ach H136 , Heere H3069 , HEERE H5315 , zie, mijn ziel H2930 H8794 is niet verontreinigd geweest H5271 ; want ik heb, van mijn jeugd H5038 af tot nu toe, geen dood aas H2966 , noch dat verscheurd H398 H8804 is, gegeten H6292 , en geen verfoeilijk H1320 vlees H6310 is in mijn mond H935 H8804 gekomen.
  15 H559 H8799 En Hij zeide H7200 H8798 tot mij: Zie H1241 H6832 H8675 H6832 , Ik heb u rundermest H5414 H8804 gegeven H120 H1561 voor mensendrek H3899 , zo zult gij uw brood H6213 H8804 daarmede bereiden.
  16 H559 H8799 Daarna zeide Hij H1121 H120 tot mij: Gij mensenkind H7665 H8799 , zie, Ik breek H4294 den staf H3899 des broods H3389 in Jeruzalem H3899 , en zij zullen het brood H4948 met gewicht H1674 en met kommer H398 H8804 eten H4325 , en het water H4884 met [zekere] maat H8078 en met verbaasdheid H8354 H8799 drinken;
  17 H3899 Opdat zij des broods H4325 en des waters H2637 H8799 gebrek hebben H376 , en de een H251 met den ander H8074 H8738 verbaasd worden H5771 , en in hun ongerechtigheid H4743 H8738 uitteren.

Ezekiel 5:1-17

  1 H1121 H120 En gij, mensenkind H3947 H8798 , neem H2299 u een scherp H2719 mes H8593 , een scheermes H1532 der barbieren H3947 H8799 zult gij u nemen H5674 H8689 , hetwelk gij zult laten gaan H7218 over uw hoofd H2206 en over uw baard H3976 H4948 ; daarna zult gij u een weegschaal H3947 H8804 nemen H2505 H8765 , en die [haren] delen.
  2 H7992 Een derde deel H8432 zult gij in het midden H5892 der stad H217 met vuur H1197 H8686 verbranden H3117 , nadat de dagen H4692 der belegering H4390 H8800 vervuld worden H7992 ; dan zult gij een derde deel H3947 H8804 nemen H5221 H8686 , slaande H2719 met een zwaard H5439 rondom H7992 hetzelve, en een derde deel H7307 zult gij in den wind H2219 H8799 strooien H2719 ; want Ik zal het zwaard H310 achter H7324 H8686 hen uittrekken.
  3 H4592 Gij zult ook weinige H4557 in getal H3947 H8804 daarvan nemen H3671 , en in uw slippen H6696 H8804 binden.
  4 H3947 H8799 En nog zult gij van die nemen H7993 H8689 , en die werpen H8432 in het midden H784 des vuurs H8313 H8804 , en zult ze verbranden H784 met vuur H3318 H8799 ; daaruit zal voortkomen H784 een vuur H1004 tegen het gehele huis H3478 van Israel.
  5 H559 H8804 Alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H3389 : Dit is Jeruzalem H8432 , welke Ik in het midden H1471 der heidenen H7760 H8804 gezet heb H776 , en landen H5439 rondom haar henen.
  6 H4941 Doch zij heeft Mijn rechten H4784 H8686 veranderd H7564 in goddeloosheid H1471 meer dan de heidenen H2708 , en Mijn inzettingen H776 meer dan de landen H5439 , die rondom H4941 haar zijn; want zij hebben Mijn rechten H3988 H8804 verworpen H2708 , en in Mijn inzettingen H1980 H8804 hebben zij niet gewandeld.
  7 H559 H8804 Daarom zegt H136 de Heere H3069 HEERE H1995 H8800 alzo: Dewijl gijlieden dies meer gemaakt hebt H1471 dan de heidenen H5439 , die rondom H2708 u zijn, in Mijn inzettingen H1980 H8804 niet gewandeld hebt H4941 , en Mijn rechten H6213 H8804 niet gedaan hebt H4941 , zelfs naar de rechten H1471 der heidenen H5439 , die rondom H6213 H8804 u zijn, niet gedaan hebt;
  8 H559 H8804 Daarom zegt H136 de Heere H3069 HEERE H4941 alzo: Ziet, Ik [wil] aan u, ja Ik, want Ik zal gerichten H8432 in het midden H6213 H8804 van u oefenen H5869 , voor de ogen H1471 van die heidenen.
  9 H6213 H8804 En Ik zal onder u doen H6213 H8804 , hetgeen Ik niet gedaan heb H6213 H8799 , en desgelijks Ik voortaan niet doen zal H3282 , om H8441 al uwer gruwelen wil.
  10 H1 Daarom zullen de vaders H1121 de kinderen H398 H8799 eten H8432 in het midden H1121 van u, en de kinderen H1 zullen hun vaderen H398 H8799 eten H8201 ; en Ik zal gerichten H6213 H8804 onder u oefenen H7611 , en zal al uw overblijfsel H7307 in alle winden H2219 H8765 verstrooien.
  11 H2416 Daarom [zo] [waarachtig] [als] Ik leef H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE H4720 (omdat gij Mijn heiligdom H2930 H8765 verontreinigd hebt H8251 met al uw verfoeiselen H8441 , en met al uw gruwelen H1639 H8799 ), zo Ik ook niet daarom [u] verminderen H5869 , en Mijn oog H2347 H8799 [u] niet verschonen zal H2550 H8799 , en Ik ook niet zal sparen!
  12 H7992 Een derde deel H1698 van u zal van de pestilentie H4191 H8799 sterven H7458 , en zal door honger H8432 in het midden H3615 H8799 van u te niet worden H7992 ; en een derde deel H2719 zal in het zwaard H5307 H8799 vallen H5439 rondom H7992 u; en een derde deel H7307 zal Ik in alle winden H2219 H8762 verstrooien H2719 , en Ik zal het zwaard H310 achter H7324 H8686 hen uittrekken.
  13 H639 Alzo zal Mijn toorn H3615 H8804 volbracht worden H2534 , en Ik zal Mijn grimmigheid H5117 H8689 op hen doen rusten H5162 H8694 , en Mij troosten H3045 H8804 ; en zij zullen weten H3068 , dat Ik, de HEERE H7068 , in Mijn ijver H1696 H8765 gesproken heb H2534 , als Ik Mijn grimmigheid H3615 H8763 tegen hen volbracht zal hebben.
  14 H2723 Daartoe zal Ik u ter woestheid H2781 en ter smaadheid H5414 H8799 zetten H1471 onder de heidenen H5439 , die rondom H5869 u zijn, voor de ogen H5674 H8802 van al degene, die voorbijgaat.
  15 H2781 Zo zal de smaadheid H1422 en hoon H4148 een onderwijs H4923 en ontzetting H1471 den heidenen H5439 zijn, die rondom H8201 u zijn, wanneer Ik over u gerichten H639 in toorn H2534 , en in grimmigheid H2534 , en in grimmige H8433 straffen H6213 H8800 oefenen zal H3068 ; Ik, de HEERE H1696 H8765 , heb [het] gesproken!
  16 H7451 Wanneer Ik de boze H2671 pijlen H7458 des hongers H7971 H8762 tegen hen uitzenden zal H4889 , die ten verderve H7971 H8763 zijn zullen, die Ik uitzenden zal H7843 H8763 om u te verderven H7458 ; zo zal Ik den honger H3254 H8686 over u vermeerderen H4294 , en u den staf H3899 des broods H7665 H8804 breken.
  17 H7458 Ja, honger H7451 en boos H2416 gedierte H7921 H8765 , die u van kinderen beroven zullen H7971 H8765 , zal Ik over u zenden H1698 ; ook zal pestilentie H1818 en bloed H5674 H8799 onder u omgaan H2719 ; en het zwaard H935 H8686 zal Ik over u brengen H3068 ; Ik, de HEERE H1696 H8765 , heb [het] gesproken!

Ezekiel 12:3-16

  3 H1121 H120 Daarom gij, mensenkind H6213 H8798 , maak H3627 u gereedschap H1473 van vertrekking H1540 H8798 ; en vertrek H3119 bij dag H5869 voor hun ogen H1540 H8804 ; en gij zult vertrekken H4725 van uw plaats H312 tot een andere H4725 plaats H5869 voor hun ogen H7200 H8799 ; misschien zullen zij het merken H4805 , hoewel zij een wederspannig H1004 huis zijn.
  4 H3627 Gij zult dan uw gereedschap H3119 bij dag H5869 voor hun ogen H3318 H8689 uitbrengen H3627 , als het gereedschap H1473 dergenen, die vertrekken H6153 ; daarna zult gij in den avond H3318 H8799 uitgaan H5869 voor hun ogen H4161 , gelijk zij uitgaan H1473 , die vertrekken.
  5 H2864 H8798 Doorgraaf H7023 u den wand H5869 voor hun ogen H3318 H8689 , en breng daardoor [uw] [gereedschap] uit.
  6 H5869 Voor hun ogen H3802 zult gij het op de schouders H5375 H8799 dragen H5939 , in donker H3318 H8686 zult gij het uitbrengen H6440 ; uw aangezicht H3680 H8762 zult gij bedekken H776 , dat gij het land H7200 H8799 niet ziet H1004 ; want Ik heb u den huize H3478 Israels H4159 tot een wonderteken H5414 H8804 gegeven.
  7 H6213 H8799 En ik deed H6680 H8795 alzo, gelijk als mij bevolen was H3318 H0 ; ik bracht H3627 mijn gereedschap H3318 H8689 uit H3119 bij dag H3627 , als het gereedschap H1473 dergenen, die vertrekken H6153 ; daarna in den avond H2864 H8804 doorgroef ik H7023 mij den wand H3027 met de hand H3318 H8689 ; ik bracht het uit H5939 in donker H5375 H8804 , [en] ik droeg H3802 het op den schouder H5869 voor hun ogen.
  8 H1242 En des morgens H1697 geschiedde het woord H3068 des HEEREN H559 H8800 tot mij, zeggende:
  9 H1121 H120 Mensenkind H1004 , heeft niet het huis H3478 Israels H4805 , het wederspannig H1004 huis H559 H8804 , tot u gezegd H6213 H8802 : Wat doet gij?
  10 H559 H8798 Zeg H559 H8804 tot hen: Alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H4853 : Deze last H5387 is [tegen] den vorst H3389 te Jeruzalem H1004 , en het ganse huis H3478 Israels H8432 , dat in het midden van hen is.
  11 H559 H8798 Zeg H4159 : Ik ben ulieder wonderteken H6213 H8804 ; gelijk als ik gedaan heb H6213 H8735 , alzo zal hun gedaan worden H1473 ; zij zullen door wegvoering H7628 in de gevangenis H3212 H8799 heengaan.
  12 H5387 En de vorst H8432 , die in het midden H3802 van hen is, zal [het] [gereedschap] op den schouder H5375 H8799 dragen H5939 in donker H3318 H8799 , en hij zal uitgaan H7023 ; zij zullen door den wand H2864 H8799 graven H3318 H8687 , om [hem] daardoor uit te brengen H6440 ; hij zal zijn aangezicht H3680 H8762 bedekken H3282 , opdat H5869 hij met het oog H776 de aarde H7200 H8799 niet zie.
  13 H7568 Ik zal ook Mijn net H6566 H8804 over hem uitspreiden H4686 , dat hij in Mijn jachtgaren H8610 H8738 gegrepen worde H935 H8689 ; en Ik zal hem brengen H894 in Babylonie H776 , het land H3778 der Chaldeen H7200 H8799 ; ook zal hij dat niet zien H4191 H8799 , hoewel hij daar sterven zal.
  14 H5439 En allen, die rondom H5828 hem zijn [tot] zijn hulp H102 , en al zijn benden H7307 zal Ik in alle winden H2219 H8762 verstrooien H2719 ; en Ik zal het zwaard H310 achter H7324 H8686 hen uittrekken.
  15 H3045 H8804 Alzo zullen zij weten H3068 , dat Ik de HEERE H1471 ben, wanneer Ik hen onder de heidenen H6327 H8687 verspreiden H776 en hen in de landen H2219 H8765 verstrooien zal.
  16 H4557 Doch Ik zal van hen weinige H582 lieden H3498 H8689 doen overblijven H2719 van het zwaard H7458 , van den honger H1698 en van de pestilentie H8441 ; opdat zij al hun gruwelen H5608 H8762 vertellen H1471 onder de heidenen H935 H8804 , waarhenen zij komen zullen H3045 H8804 , en zij zullen weten H3068 , dat Ik de HEERE ben.

Hosea 12:10

  10 H1696 [012:11] En Ik zal spreken H5030 tot de profeten H2377 , en Ik zal het gezicht H7235 vermenigvuldigen H3027 ; en door den dienst H5030 der profeten H1819 zal Ik gelijkenissen voorstellen.

Nahum 3:14

  14 H7579 H8798 Schep H4325 u water H4692 ter belegering H2388 H8761 ; versterk H4013 uw vastigheden H935 H8798 ; ga H2916 in de klei H7429 H8798 , en treed H2563 in het leem H2388 H8685 ; verbeter H4404 den ticheloven.

Acts 21:11

  11 G2532 En G2064 G5631 hij kwam G4314 tot G2248 ons G2532 , en G142 G5660 nam G2223 den gordel G3972 van Paulus G5037 , en G846 zichzelven G5495 handen G2532 en G4228 voeten G1210 G5660 gebonden hebbende G2036 G5627 , zeide G3592 : Dit G3004 G5719 zegt G40 de Heilige G4151 Geest G435 : Den man G3739 , wiens G3778 deze G2223 gordel G2076 G5748 is G2453 , zullen de Joden G3779 alzo G1722 te G2419 Jeruzalem G1210 G5692 binden G2532 , en G3860 G5692 overleveren G1519 in G5495 de handen G1484 der heidenen.

Revelation 18:21

  21 G2532 En G1520 een G2478 sterke G32 engel G142 G5656 hief G3037 een steen G5613 op als G3173 een groten G3458 molensteen G2532 , en G906 G5627 wierp G1519 [dien] in G2281 de zee G3004 G5723 , zeggende G3779 : Aldus G3173 zal de grote G4172 stad G897 Babylon G3731 met geweld G906 G5701 geworpen worden G2532 , en G3364 zal niet G2089 meer G2147 G5686 gevonden worden.

1 Kings 20:12

  12 H1961 H8799 En het geschiedde H2088 , als hij dit H1697 woord H8085 H8800 hoorde H1931 , daar hij H8354 H8802 was drinkende H1931 , hij H4428 en de koningen H5521 in de tenten H559 H8799 , dat hij zeide H413 tot H5650 zijn knechten H7760 H8798 : Legt aan H7760 H8799 ! En zij leiden aan H5921 tegen H5892 de stad.

1 Kings 20:16

  16 H3318 H8799 En zij togen uit H6672 op den middag H1130 . Benhadad H8354 H8802 nu dronk H7910 zich dronken H5521 in de tenten H1931 , hij H4428 en de koningen H8147 , de twee H7970 en dertig H4428 koningen H853 , die hem H5826 H8802 hielpen.

Psalms 18:11

  11 H2822 [018:12] Duisternis H7896 H8799 zette Hij H5643 tot Zijn verberging H5439 ; rondom H5521 Hem was Zijn tent H2824 , duisterheid H4325 der wateren H5645 , wolken H7834 des hemels.

Psalms 27:5

  5 H6845 H8799 Want Hij versteekt H5520 mij in Zijn hut H3117 , ten dage H7451 des kwaads H5641 H8686 ; Hij verbergt H5643 mij in het verborgene H168 Zijner tent H7311 H8787 ; Hij verhoogt H6697 mij op een rotssteen.

Psalms 31:20

  20 H5641 H8686 [031:21] Gij verbergt H5643 hen in het verborgene H6440 Uws aangezichts H7407 voor de hoogmoedigheden H376 des mans H6845 H8799 ; Gij versteekt H5521 hen in een hut H7379 voor den twist H3956 der tongen.

Isaiah 44:28-45:1

  28 H3566 Die van Cores H559 H8802 zegt H7462 H8802 : Hij is Mijn herder H2656 , en hij zal al Mijn welgevallen H7999 H8686 volbrengen H559 H8800 ; zeggende H3389 ook tot Jeruzalem H1129 H8735 : Word gebouwd H1964 ; en [tot] den tempel H3245 H8735 : Word gegrond.

Jeremiah 1:15

  15 H7121 H8802 Want zie, Ik roep H4940 alle geslachten H4467 der koninkrijken H6828 van het noorden H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H935 H8804 ; en zij zullen komen H5414 H8804 , en zetten H376 een iegelijk H3678 zijn troon H6607 [voor] de deur H8179 der poorten H3389 van Jeruzalem H2346 , en tegen al haar muren H5439 rondom H5892 , en tegen alle steden H3063 van Juda.

Jeremiah 25:6-26

  6 H3212 H8799 En wandelt H312 andere H430 goden H310 niet na H5647 H8800 , om die te dienen H7812 H8692 , en u voor die neder te buigen H3707 H8686 ; en vertoornt H3027 Mij niet door uwer handen H4639 werk H7489 H8686 , opdat Ik u geen kwaad doe.
  7 H8085 H8804 Maar gij hebt naar Mij niet gehoord H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H3707 H8687 ; opdat gij Mij vertoorndet H4639 door het werk H3027 uwer handen H7451 , u zelven ten kwade.
  8 H559 H8804 Daarom, zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H1697 : Omdat gij Mijn woorden H8085 H8804 niet hebt gehoord;
  9 H7971 H8802 Ziet, Ik zal zenden H3947 H8804 , en nemen H4940 alle geslachten H6828 van het noorden H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H5019 ; en tot Nebukadnezar H4428 , den koning H894 van Babel H5650 , Mijn knecht H935 H8689 ; en zal ze brengen H776 over dit land H3427 H8802 , en over de inwoners H1471 van hetzelve, en over al deze volken H5439 rondom H2763 H8689 ; en Ik zal ze verbannen H7760 H8804 , en zal ze stellen H8047 tot een ontzetting H8322 , en tot een aanfluiting H5769 , en tot eeuwige H2723 woestheden.
  10 H6 H8689 En Ik zal van hen doen vergaan H6963 de stem H8342 der vrolijkheid H6963 en de stem H8057 der vreugde H6963 , de stem H2860 des bruidegoms H6963 en de stem H3618 der bruid H6963 , het geluid H7347 der molens H216 en het licht H5216 der lamp.
  11 H776 En dit ganse land H2723 zal worden tot een woestheid H8047 , tot een ontzetting H1471 ; en deze volken H4428 zullen den koning H894 van Babel H5647 H8804 dienen H7657 zeventig H8141 jaren.
  12 H7657 Maar het zal geschieden, als de zeventig H8141 jaren H4390 H8800 vervuld zijn H4428 , [dan] zal Ik over den koning H894 van Babel H1471 , en over dat volk H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H5771 , hun ongerechtigheid H6485 H8799 bezoeken H776 , mitsgaders over het land H3778 der Chaldeen H7760 H8804 , en zal dat stellen H5769 tot eeuwige H8077 verwoestingen.
  13 H776 En Ik zal over dat land H935 H8689 brengen H1697 al Mijn woorden H1696 H8765 , die Ik daarover gesproken heb H5612 ; al wat in dit boek H3789 H8803 geschreven is H3414 , wat Jeremia H5012 H8738 geprofeteerd heeft H1471 over al deze volken.
  14 H5647 H8804 Want van hen zullen zich doen dienen H7227 , die ook machtige H1471 volken H1419 en grote H4428 koningen H7999 H8765 zijn; alzo zal Ik hun vergelden H6467 naar hun doen H4639 , en naar het werk H3027 hunner handen.
  15 H3068 Want alzo heeft de HEERE H430 , de God H3478 Israels H559 H8804 , tot mij gezegd H3947 H8798 : Neem H3563 dezen beker H3196 des wijns H2534 der grimmigheid H3027 van Mijn hand H8248 H8689 , en geef dien te drinken H1471 al den volken H7971 H8802 , tot welke Ik u zende;
  16 H8354 H8804 Dat zij drinken H1607 H8707 , en beven H1984 H8703 , en dol worden H6440 , vanwege H2719 het zwaard H7971 H8802 , dat Ik onder hen zal zenden.
  17 H3947 H8799 En ik nam H3563 den beker H3068 van des HEEREN H3027 hand H8248 H8686 , en ik gaf te drinken H1471 al den volken H3068 , tot welke de HEERE H7971 H8804 mij gezonden had;
  18 H3389 [Namelijk] Jeruzalem H5892 en de steden H3063 van Juda H4428 , en haar koningen H8269 , en haar vorsten H5414 H8800 ; om die te stellen H2723 tot een woestheid H8047 , tot een ontzetting H8322 , tot een aanfluiting H7045 en tot een vloek H3117 , gelijk het is te dezen dage;
  19 H6547 Farao H4428 , den koning H4714 van Egypte H5650 , en zijn knechten H8269 , en zijn vorsten H5971 , en al zijn volk;
  20 H6153 En den gansen gemengden H4428 hoop, en allen koningen H776 des lands H5780 van Uz H4428 ; en allen koningen H6430 van der Filistijnen H776 land H831 , en Askelon H5804 , en Gaza H6138 , en Ekron H7611 , en het overblijfsel H795 van Asdod;
  21 H123 Edom H4124 , en Moab H1121 , en den kinderen H5983 Ammons;
  22 H4428 En allen koningen H6865 van Tyrus H4428 , en allen koningen H6721 van Sidon H4428 ; en den koningen H339 der eilanden H5676 , die aan gene zijde H3220 der zee zijn.
  23 H1719 Dedan H8485 , en Thema H938 , en Buz H6285 , en allen, die aan de hoeken H7112 H8803 afgekort zijn;
  24 H4428 En allen koningen H6152 van Arabie H4428 ; en allen koningen H6153 des gemengden hoops H4057 , die in de woestijn H7931 H8802 wonen;
  25 H4428 En allen koningen H2174 van Zimri H4428 , en allen koningen H5867 van Elam H4428 , en allen koningen H4074 van Medie;
  26 H4428 En allen koningen H6828 van het noorden H7138 , die nabij H7350 en die verre H376 zijn, den een H251 met den anderen H4467 ; ja, allen koninkrijken H776 der aarde H6440 , die op H127 den aardbodem H4428 zijn. En de koning H8347 van Sesach H310 zal na H8354 H8799 hen drinken.

Jeremiah 27:6-8

  6 H776 En nu, Ik heb al deze landen H5414 H8804 gegeven H3027 in de hand H5019 van Nebukadnezar H4428 , den koning H894 van Babel H5650 , Mijn knecht H2416 ; zelfs ook het gedierte H7704 des velds H5414 H8804 heb Ik hem gegeven H5647 H8800 , om hem te dienen.
  7 H1471 En alle volken H1121 zullen hem, en zijn zoon H1121 , en zijns zoons H1121 zoon H5647 H8804 dienen H6256 , totdat ook de tijd H776 zijns eigenen lands H935 H8800 kome H7227 ; dan zullen zich machtige H1471 volken H1419 en grote H4428 koningen H5647 H8804 van hem doen dienen.
  8 H1471 En het zal geschieden, het volk H4467 en het koninkrijk H5019 , dat hem, Nebukadnezar H4428 , den koning H894 van Babel H5647 H8799 , niet zal dienen H6677 , en dat zijn hals H5414 H8799 niet zal geven H5923 onder het juk H4428 des konings H894 van Babel H1471 ; over datzelve volk H5002 H8803 zal Ik, spreekt H3068 de HEERE H6485 H8799 , bezoeking doen H2719 door het zwaard H7458 , en door den honger H1698 , en door de pestilentie H8552 H8800 , totdat Ik ze zal verteerd hebben H3027 door zijn hand.

Jeremiah 46:27-28

  27 H5650 Maar gij, Mijn knecht H3290 Jakob H3372 H8799 ! vrees H2865 H8735 niet, en ontzet u H3478 niet, o Israel H3467 H8688 ! want zie, Ik zal u verlossen H7350 uit verre H2233 [landen], en uw zaad H776 uit het land H7628 hunner gevangenis H3290 ; en Jakob H7725 H8804 zal wederkomen H8252 H8804 , en stil H7599 H8768 en gerust zijn H2729 H8688 , en niemand zal [hem] verschrikken.
  28 H5650 Gij [dan] Mijn knecht H3290 Jakob H3372 H8799 ! vrees H5002 H8803 niet, spreekt H3068 de HEERE H3617 ; want Ik ben met u; want Ik zal een voleinding H6213 H8799 maken H1471 met al de heidenen H5080 H8689 , waarhenen Ik u gedreven zal hebben H3617 , doch met u zal Ik geen voleinding H6213 H8799 maken H3256 H8765 , maar u kastijden H4941 met mate H5352 H8763 , en u niet gans H5352 H8762 onschuldig houden.

Ezekiel 29:18-20

  18 H1121 H120 Mensenkind H5019 ! Nebukadrezar H4428 , de koning H894 van Babel H2428 , heeft zijn heir H1419 een groten H5656 dienst H5647 H8689 doen dienen H6865 tegen Tyrus H7218 ; alle hoofden H7139 H8716 zijn kaal geworden H3802 , en alle zijden H4803 H8803 zijn uitgeplukt H2428 ; en noch hij, noch zijn heir H7939 heeft loon H6865 gehad vanwege Tyrus H5656 , voor den dienst H5647 H8804 , dien hij tegen haar gediend heeft.
  19 H559 H8804 Daarom, zo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H5019 : Zie, Ik zal Nebukadrezar H4428 , den koning H894 van Babel H776 H4714 , Egypteland H5414 H8802 geven H1995 ; en hij zal deszelfs menigte H5375 H8804 wegvoeren H7998 , en deszelfs buit H7997 H8804 buiten H957 , en deszelfs roof H962 H8804 roven H7939 , en het zal het loon H2428 zijn voor zijn heir.
  20 H6468 [Tot] zijn arbeidsloon H5647 H8804 , omdat hij tegen haar gediend heeft H776 H4714 , heb Ik hem Egypteland H5414 H8804 gegeven H6213 H8804 , omdat zij voor Mij gewrocht hebben H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.

Daniel 2:21

  21 H8133 H8683 Want Hij verandert H5732 de tijden H2166 en stonden H5709 H0 ; Hij zet H4430 de koningen H5709 H8683 af H6966 H8683 , en Hij bevestigt H4430 de koningen H3052 H8751 ; Hij geeft H2445 den wijzen H2452 wijsheid H4486 , en wetenschap H999 dengenen, die verstand H3046 H8751 hebben;

Daniel 5:18-19

  18 H607 Wat u H4430 aangaat, o koning H5943 ! de allerhoogste H426 God H2 heeft uw vader H5020 Nebukadnezar H4437 het koninkrijk H7238 , en grootheid H3367 , en eer H1923 , en heerlijkheid H3052 H8754 gegeven;
  19 H4481 En vanwege H7238 de grootheid H3052 H8754 , die Hij hem gegeven had H1934 H8754 H2112 , beefden H1763 H8751 en sidderden H3606 alle H5972 volken H524 , natien H3961 en tongen H4481 voor H6925 hem H1934 H8754 H6634 H8750 ; dien hij wilde H1934 H8754 H6992 H8751 , doodde hij H1934 H8754 H6634 H8750 , en dien hij wilde H1934 H8754 H2418 H8683 , behield hij in het leven H1934 H8754 H6634 H8750 , en dien hij wilde H1934 H8754 H7313 H8683 , verhoogde hij H1934 H8754 H6634 H8750 , en dien hij wilde H1934 H8754 H8214 H8683 , vernederde hij.

Matthew 22:7

  7 G1161 Als nu G935 de koning G191 G5660 [dat] hoorde G3710 G5681 , werd hij toornig G2532 , en G846 zijn G4753 krijgsheiren G3992 G5660 zendende G1565 , heeft die G5406 doodslagers G622 G5656 vernield G2532 , en G846 hun G4172 stad G1714 G5656 in brand gestoken.

Job 20:29

  29 H2088 Dit H2506 is het deel H7563 des goddelozen H120 mensen H4480 van H430 God H5159 , en de erve H561 zijner redenen H4480 van H410 God.

Isaiah 19:1-25

  1 H4853 De last H4714 van Egypte H3068 . Ziet, de HEERE H7392 H8802 rijdt H7031 op een snelle H5645 wolk H4714 , en Hij zal in Egypte H935 H8804 komen H457 ; en de afgoden H4714 van Egypte H5128 H8804 zullen bewogen worden H6440 van Zijn aangezicht H3824 , en het hart H4714 der Egyptenaren H4549 H8735 zal smelten H7130 in het binnenste van hen.
  2 H4714 Want Ik zal de Egyptenaren H4714 tegen de Egyptenaren H5526 H8773 verwarren H3898 H8738 , dat zij zullen strijden H376 een iegelijk H251 tegen zijn broeder H376 , en een iegelijk H7453 tegen zijn naaste H5892 , stad H5892 tegen stad H4467 , koninkrijk H4467 tegen koninkrijk.
  3 H7307 En de geest H4714 der Egyptenaren H1238 H8738 zal uitgeledigd worden H7130 in het binnenste H6098 van hen, en hun raad H1104 H8762 zal Ik verslinden H457 ; dan zullen zij hun afgoden H1875 H8804 vragen H328 , en den bezweerders H178 , en den waarzeggers H3049 , en den duivelskunstenaars.
  4 H853 En Ik zal de H4714 Egyptenaars H5534 H8765 besluiten H3027 in de hand H7186 van harde H113 heren H5794 , en een strenge H4428 koning H4910 H8799 zal over hen heersen H5002 H8803 , spreekt H113 de Heere H3068 HEERE H6635 der heirscharen.
  5 H4325 En zij zullen de wateren H3220 uit de zee H5405 H8738 doen vergaan H5104 , en de rivier H2717 H8799 zal verzijpen H3001 H8804 en verdrogen.
  6 H5104 Zij zullen ook de rivieren H2186 H8689 verre terugdrijven H1809 H8804 , zij zullen ze uithozen H4693 , en de gedamde H2975 stromen H2717 H8804 opdrogen H7070 ; het riet H5488 en het schilf H7060 H8804 zullen verwelken.
  7 H6169 Het papiergewas H2975 bij de stromen H6310 , aan de oevers H2975 der stromen H4218 , en al het gezaaide H2975 aan de stromen H3001 H8799 , zal verdrogen H5086 H8738 ; het zal weggestoten worden, en niet [meer] zijn.
  8 H1771 En de vissers H578 H8804 zullen treuren H2443 , en allen, die den angel H2975 in de stromen H7993 H8688 werpen H56 H8804 , zullen rouw maken H4365 ; en die het werpnet H6566 H8802 uitbreiden H6440 op H4325 de wateren H535 H8797 , zullen kwijnen.
  9 H5647 H8802 En de werkers H8305 in het fijne H6593 vlas H954 H8804 zullen beschaamd worden H707 H8802 , ook de wevers H2355 van de witte stof.
  10 H8356 En zij zullen [met] hun fondamenten H1792 H8794 verbrijzeld worden H7938 , allen, die [voor] loon H5315 lustige H99 staande wateren H6213 H8802 maken.
  11 H8269 Gewisselijk, de vorsten H6814 van Zoan H191 zijn dwazen H6098 , de raad H2450 der wijzen H3289 H8802 , der raadgevers H6547 van Farao H1197 H8737 , is onvernuftig geworden H559 H8799 ; hoe kunt gijlieden [dan] zeggen H6547 tot Farao H1121 ; Ik ben een zoon H2450 der wijzen H1121 , een zoon H6924 der oude H4428 koningen?
  12 H335 H645 Waar H2450 zijn nu uw wijzen H5046 H8686 ? Dat zij u nu te kennen geven H3045 H8799 of vernemen H3068 , wat de HEERE H6635 der heirscharen H3289 H8804 beraadslaagd heeft H4714 tegen Egypte.
  13 H8269 De vorsten H6814 van Zoan H2973 H8738 zijn zot geworden H8269 , de vorsten H5297 van Nof H5377 H8738 zijn bedrogen H4714 ; zij zullen ook Egypte H8582 H8689 doen dwalen H6438 , [tot] den uitersten hoek H7626 zijner stammen.
  14 H3068 De HEERE H5773 heeft een zeer verkeerden H7307 geest H4537 H8804 ingeschonken H7130 in het midden H4714 van hen, en zij hebben Egypte H8582 H8689 doen dwalen H4639 in al zijn doen H7910 , gelijk een dronkaard H8582 H8736 zich om en om wentelt H6892 in zijn uitspuwsel.
  15 H4639 En er zal geen werk H4714 wezen voor de Egyptenaren H7218 , hetwelk het hoofd H2180 of de staart H3712 , de tak H100 of de bieze H6213 H8799 doen mag.
  16 H3117 Te dien dage H4714 zullen de Egyptenaars H802 zijn als de vrouwen H2729 H8804 ; en zij zullen beven H6342 H8804 en vrezen H6440 vanwege H8573 de beweging H3027 van de hand H3068 des HEEREN H6635 der heirscharen H5130 H8688 , welke Hij tegen hen bewegen zal.
  17 H127 En het land H3063 van Juda H4714 zal den Egyptenaren H2283 tot een schrik H2142 H8686 zijn; zo wie het vermelden zal H6342 H8799 , die zal in zichzelven bevreesd wezen H6440 vanwege H6098 den raad H3068 des HEEREN H6635 der heirscharen H3289 H8802 , dien Hij tegen hen beraadslaagd heeft.
  18 H3117 Te dien dage H2568 zullen er vijf H5892 steden H776 H4714 in Egypteland H1696 H8764 zijn, sprekende H8193 de spraak H3667 van Kanaan H7650 H8737 , en zwerende H3068 den HEERE H6635 der heirscharen H259 ; een H559 H8735 zal genoemd zijn H5892 een stad H2041 der verstoring.
  19 H3117 Te dien dage H3068 zal de HEERE H4196 een altaar H8432 hebben in het midden H776 H4714 van Egypteland H4676 , en een opgericht teken H681 aan H1366 haar landpalen H3068 voor den HEERE.
  20 H226 En het zal zijn tot een teken H5707 , en tot een getuigenis H3068 den HEERE H6635 der heirscharen H776 H4714 in Egypteland H3068 , want zij zullen tot den HEERE H6817 H8799 roepen H6440 vanwege H3905 H8801 de verdrukkers H3467 H8688 , en Hij zal hun een Heiland H7227 en Meester H7971 H8799 zenden H5337 H8689 , Die zal hen verlossen.
  21 H3068 En de HEERE H4714 zal den Egyptenaren H3045 H8738 bekend worden H4714 , en de Egyptenaars H3068 zullen den HEERE H3045 H8804 kennen H3117 te dien dage H5647 H8804 ; en zij zullen [Hem] dienen H2077 [met] slachtoffer H4503 , en spijsoffer H3068 , en zij zullen den HEERE H5088 een gelofte H5087 H8804 beloven H7999 H8765 en betalen.
  22 H3068 En de HEERE H4714 zal de Egyptenaars H5062 H8800 dapper H5062 H8804 slaan H7495 H8800 , en genezen H3068 ; en zij zullen zich tot den HEERE H7725 H8804 bekeren H6279 H8738 , en Hij zal Zich van hen verbidden laten H7495 H8804 , en Hij zal hen genezen.
  23 H3117 Te dien dage H4546 zal er een gebaande weg H4714 wezen van Egypte H804 in Assyrie H804 , dat de Assyriers H4714 in Egypte H4714 , en de Egyptenaars H804 in Assyrie H935 H8804 komen zullen H4714 ; en de Egyptenaars H804 zullen met de Assyriers H5647 H8804 [den] [Heere] dienen.
  24 H3117 Te dien dage H3478 zal Israel H7992 de derde H4714 wezen met de Egyptenaren H804 en met de Assyriers H1293 , een zegen H7130 in het midden H776 van het land.
  25 H3068 Want de HEERE H6635 der heirscharen H1288 H8765 zal hen zegenen H559 H8800 , zeggende H1288 H8803 : Gezegend H5971 zij Mijn volk H4714 , de Egyptenaars H804 , en de Assyriers H4639 , het werk H3027 Mijner handen H3478 , en Israel H5159 , Mijn erfdeel!

Jeremiah 15:2

  2 H559 H8799 En het zal geschieden, wanneer zij tot u zullen zeggen H3318 H8799 : Waarhenen zullen wij uitgaan H559 H8804 ? dat gij tot hen zult zeggen H559 H8804 : Zo zegt H3068 de HEERE H4194 : Wie ten dood H4194 , ten dode H2719 ; en wie tot het zwaard H2719 , ten zwaarde H7458 , en wie tot den honger H7458 , ten honger H7628 ; en wie ter gevangenis H7628 , ter gevangenis!

Jeremiah 25:19

  19 H6547 Farao H4428 , den koning H4714 van Egypte H5650 , en zijn knechten H8269 , en zijn vorsten H5971 , en al zijn volk;

Jeremiah 44:13

  13 H6485 H8804 Want Ik zal bezoeking doen H776 H4714 over degenen, die in Egypteland H3427 H8802 wonen H6485 H8804 , gelijk als Ik bezoeking gedaan heb H3389 over Jeruzalem H2719 , door het zwaard H7458 , door den honger H1698 en door de pestilentie;

Jeremiah 46:1-26

  1 H1697 Het woord H3068 des HEEREN H5030 , dat tot den profeet H3414 Jeremia H1471 geschied is tegen de heidenen.
  2 H4714 Tegen Egypte H2428 ; tegen het heir H6549 van Farao Necho H4428 , koning H4714 van Egypte H5104 , dat aan de rivier H6578 Frath H3751 , bij Karchemis H5019 was, dat Nebukadrezar H4428 , de koning H894 van Babel H5221 H8689 , sloeg H7243 , in het vierde H8141 jaar H3079 van Jojakim H1121 , den zoon H2977 van Josia H4428 , den koning H3063 van Juda.
  3 H6186 H0 Rust H4043 het schild H6793 en de rondas H6186 H8798 toe H5066 H8798 , en nadert H4421 tot den strijd!
  4 H631 H0 Spant H5483 de paarden H631 H8798 aan H5927 H8798 , en klimt op H6571 , gij ruiters H3320 H8690 ! en stelt u H3553 met helmen H4838 H8798 ; veegt H7420 de spiesen H3847 H0 , trekt H5630 de pantsiers H3847 H8798 aan!
  5 H7200 H8804 Waarom zie Ik H2844 , [dat] zij versaagd H268 [en] achterwaarts H5472 H8737 gedreven zijn H1368 ? Zelfs hun helden H3807 H8714 zijn verslagen H5127 H8804 H4498 , en nemen de vlucht H6437 H8689 , en zien niet om H4032 ; er is schrik H5439 van rondom H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.
  6 H7031 De snelle H5127 H8799 ontvliede H1368 niet, en de held H4422 H8735 ontkome H6828 niet; tegen het noorden H3027 , aan den oever H5104 der rivier H6578 Frath H3782 H8804 zijn zij gestruikeld H5307 H8804 en gevallen.
  7 H5927 H8799 Wie is deze, [die] optrekt H2975 als een stroom H4325 , wiens wateren H1607 H8691 zich bewegen H5104 als de rivieren?
  8 H4714 Egypte H5927 H8799 trekt op H2975 als een stroom H4325 , en [zijn] wateren H1607 H8704 bewegen zich H5104 als de rivieren H559 H8799 ; en hij zegt H5927 H8799 : Ik zal optrekken H776 , ik zal de aarde H3680 H8762 bedekken H5892 , ik zal de stad H3427 H8802 , en die daarin wonen H6 H8686 , verderven.
  9 H5927 H8798 Trekt op H5483 , gij paarden H1984 H8703 ! en raast H7393 , gij wagens H1368 ! en laat de helden H3318 H8799 uittrekken H3568 : de Moren H6316 , en de Puteers H4043 , die het schild H8610 H8802 handelen H3866 , en de Lydiers H7198 , die den boog H8610 H8802 handelen H1869 H8802 [en] spannen.
  10 H3117 Maar deze dag H136 is des HEEREN H3069 , des HEEREN H6635 der heirscharen H3117 , een dag H5360 der wrake H5358 H8736 , dat Hij zich wreke H6862 van Zijn wederpartijders H2719 , en het zwaard H398 H8804 zal vreten H7646 H8804 , en verzadigd H7301 H8804 , en dronken worden H1818 van hun bloed H136 ; want de Heere H3069 , HEERE H6635 der heirscharen H2077 , heeft een slachtoffer H776 in het land H6828 van het noorden H5104 , aan de rivier H6578 Frath.
  11 H5927 H8798 Ga henen op H1568 naar Gilead H3947 H8798 , en haal H6875 balsem H1330 , gij jonkvrouw H1323 , dochter H4714 van Egypte H7723 ! Tevergeefs H7235 H8689 vermenigvuldigt gij H7499 de medicijnen H8585 , er is geen heling voor u.
  12 H1471 De volken H7036 hebben uw schande H8085 H8804 gehoord H776 , en het land H4390 H8804 is vol H6682 van uw gekrijt H3782 H8804 ; want zij hebben zich gestoten H1368 , held H1368 tegen held H8147 , zij zijn beiden H3162 te zamen H5307 H8804 gevallen.
  13 H1697 Het woord H3068 , dat de HEERE H5030 tot den profeet H3414 Jeremia H1696 H8765 sprak H935 H8800 , van de aankomst H5019 van Nebukadrezar H4428 , den koning H894 van Babel H776 H4714 , om Egypteland H5221 H8687 te slaan.
  14 H5046 H8685 Verkondigt H4714 in Egypte H8085 H8685 , en doet het horen H4024 te Migdol H8085 H8685 ; doet het ook horen H5297 te Nof H8471 en Tachpanhes H559 H8798 ; zegt H3320 H8690 : Stelt er u naar H3559 H8685 , en maakt u gereed H2719 , want het zwaard H398 H8804 heeft verteerd H5439 , wat rondom u is.
  15 H47 Waarom zijn uw sterken H5502 H8738 weggeveegd H5975 H8804 ? Zij stonden H3068 niet, omdat hen de HEERE H1920 H8804 voortdreef.
  16 H7235 H0 Hij maakte H3782 H8802 der struikelenden H7235 H8689 veel H376 ; ja, de een H5307 H8804 viel H7453 op den ander H559 H8799 ; zodat zij zeiden H6965 H8798 : Staat op H7725 H8799 en laat ons wederkeren H5971 tot ons volk H776 , en tot het land H4138 onzer geboorte H6440 , vanwege H3238 H8802 het verdrukkende H2719 zwaard.
  17 H7121 H8804 Daar riepen zij H6547 : Farao H4428 , de koning H4714 van Egypte H7588 , is [maar] een gedruis H4150 ; hij heeft den gezetten tijd H5674 H8689 laten voorbijgaan.
  18 H2416 [Zo] [waarachtig] [als] Ik leef H5002 H8803 , spreekt H4428 de Koning H8034 , Wiens Naam H3068 is HEERE H6635 der heirscharen H8396 ; hij zal voorzeker, als Thabor H2022 onder de bergen H3760 , en als Karmel H3220 bij de zee H935 H8799 , aankomen!
  19 H6213 H8798 Maak H3627 voor u gereedschap H1473 der gevankelijke wegvoering H3427 H8802 , gij inwoneres H1323 , gij dochter H4714 van Egypte H5297 ! want Nof H8047 zal ter verwoesting H3341 H8738 worden, en zal verbrand worden H3427 H8802 , dat er niemand in wone.
  20 H4714 Egypte H3304 is een zeer schone H5697 vaarze H7171 ; de slachter H935 H8804 komt H935 H8804 , hij komt H6828 van het noorden.
  21 H7916 Zelfs haar gehuurden H7130 in haar midden H4770 zijn als gemeste H5695 kalveren H6437 H8689 ; maar die hebben zich ook gewend H3162 , zij zijn te zamen H5127 H8804 gevlucht H5975 H8804 , zij hebben niet gestaan H3117 ; want de dag H343 huns verderfs H935 H8804 is over hen gekomen H6256 , de tijd H6486 hunner bezoeking.
  22 H6963 Haar stem H3212 H8799 zal gaan H5175 als van een slang H2428 ; want zij zullen met krijgsmacht H3212 H8799 daarhenen trekken H7134 , en tot haar met bijlen H935 H8804 komen H2404 H8802 H6086 , gelijk houthouwers.
  23 H3293 Zij hebben haar woud H3772 H8804 afgehouwen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H2713 H8735 , hoewel het niet is te onderzoeken H7231 H8804 ; want zij zijn meerder H697 dan de sprinkhanen H369 , zodat men hen niet H4557 tellen kan.
  24 H1323 De dochter H4714 van Egypte H3001 H8689 is beschaamd H5414 H8738 ; zij is gegeven H3027 in de hand H5971 des volks H6828 van het noorden.
  25 H3068 De HEERE H6635 der heirscharen H430 , de God H3478 Israels H559 H8804 , zegt H6485 H8802 : Ziet, Ik zal bezoeking doen H527 H8676 H528 over de menigte H4996 van No H6547 , en over Farao H4714 , en over Egypte H430 , en over haar goden H4428 , en over haar koningen H6547 , ja, over Farao H982 H8802 , en over degenen, die op hem vertrouwen.
  26 H5414 H8804 En Ik zal hen geven H3027 in de hand H5315 dergenen, die hunlieder ziel H1245 H8764 zoeken H3027 , en in de hand H5019 van Nebukadrezar H4428 , den koning H894 van Babel H3027 , en in de hand H5650 zijner knechten H310 . Maar daarna H7931 H8799 zal zij bewoond worden H3117 als [in] de dagen H6924 van ouds H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.

Ezekiel 5:12

  12 H7992 Een derde deel H1698 van u zal van de pestilentie H4191 H8799 sterven H7458 , en zal door honger H8432 in het midden H3615 H8799 van u te niet worden H7992 ; en een derde deel H2719 zal in het zwaard H5307 H8799 vallen H5439 rondom H7992 u; en een derde deel H7307 zal Ik in alle winden H2219 H8762 verstrooien H2719 , en Ik zal het zwaard H310 achter H7324 H8686 hen uittrekken.

Ezekiel 30:1-26

  1 H3068 Wijders geschiedde des HEEREN H1697 woord H559 H8800 tot mij, zeggende:
  2 H1121 H120 Mensenkind H5012 H8734 ! profeteer H559 H8804 , en zeg H559 H8804 : Zo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H3213 H8685 : Huilt H1929 : Ach H3117 die dag!
  3 H3117 Want de dag H7138 is nabij H3117 , ja, de dag H3068 des HEEREN H7138 is nabij H6051 , een wolkige H3117 dag H1471 , het zal der heidenen H6256 tijd zijn.
  4 H2719 En het zwaard H935 H8804 zal komen H4714 in Egypte H2479 , en er zal grote smart H3568 zijn in Morenland H2491 , als de verslagenen H5307 H8800 zullen vallen H4714 in Egypte H1995 ; want zij zullen derzelver menigte H3947 H8804 wegnemen H3247 , en haar fondamenten H2040 H8738 zullen verbroken worden.
  5 H3568 Morenland H6316 , en Put H3865 , en Lud H6153 , en al de gemengde H3552 hoop, en Cub H1121 , en de kinderen H776 van het land H1285 des verbonds H5307 H8799 zullen met hen vallen H2719 door het zwaard.
  6 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H5307 H8804 : Ja, zij zullen vallen H4714 , die Egypte H5564 H8802 ondersteunen H1347 , en de hovaardij H5797 harer sterkte H3381 H8804 zal nederdalen H4024 ; van den toren H5482 van Syene H2719 af zullen zij daarin door het zwaard H5307 H8799 vallen H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.
  7 H8074 H8738 En zij zullen verwoest worden H8432 in het midden H8074 H8737 der verwoeste H776 landen H5892 ; en haar steden H8432 zullen zijn in het midden H2717 H8737 der verwoeste H5892 steden.
  8 H3045 H8804 En zij zullen weten H3068 , dat Ik de HEERE H784 ben, als Ik een vuur H4714 in Egypte H5414 H8800 zal hebben gelegd H5826 H8802 , en al haar helpers H7665 H8738 zullen verbroken worden.
  9 H3117 Te dien dage H4397 zullen er boden H6440 van voor Mijn aangezicht H6716 in schepen H3318 H8799 uitvaren H983 , om het zorgeloze H3568 Morenland H2729 H8687 te verschrikken H2479 ; en er zal grote smart H3117 bij hen zijn, als in den dag H4714 van Egypte H935 H8802 ; want ziet, het komt aan!
  10 H559 H8804 Zo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H1995 : Ja, Ik zal de menigte H4714 van Egypte H7673 H8689 doen ophouden H3027 , door de hand H5019 van Nebukadrezar H4428 , den koning H894 van Babel.
  11 H5971 Hij, en zijn volk H6184 met hem, de tirannigste H1471 der heidenen H935 H8716 zullen aangevoerd worden H776 , om het land H7843 H8763 te verderven H2719 ; en zij zullen hun zwaarden H4714 tegen Egypte H7324 H8689 uittrekken H776 , en het land H2491 met verslagenen H4390 H8804 vervullen.
  12 H2975 En Ik zal de rivieren H2724 [tot] droogte H5414 H8804 maken H776 , en het land H4376 H8804 verkopen H3027 in de hand H7451 der bozen H776 ; en Ik zal het land H4393 met zijn volheid H8074 H8689 verwoesten H3027 door de hand H2114 H8801 der vreemden H3068 : Ik, de HEERE H1696 H8765 , heb het gesproken.
  13 H559 H8804 Zo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H1544 : Ik zal ook de drekgoden H6 H8689 verdoen H457 , en de nietige afgoden H7673 H8689 doen ophouden H5297 uit Nof H5387 ; en er zal geen vorst H776 H4714 meer zijn uit Egypteland H3374 ; en Ik zal een vreze H776 H4714 in Egypteland H5414 H8804 stellen.
  14 H6624 En Ik zal Pathros H8074 H8689 verwoesten H784 , en een vuur H5414 H8804 leggen H6814 in Zoan H8201 ; en Ik zal gerichten H6213 H8804 oefenen H4996 in No.
  15 H2534 En Ik zal Mijn grimmigheid H8210 H8804 uitgieten H5512 over Sin H4581 , de sterkte H4714 van Egypte H1995 ; en Ik zal de menigte H4996 van No H3772 H8689 uitroeien.
  16 H784 En Ik zal een vuur H4714 in Egypte H5414 H8804 leggen H5512 ; Sin H2342 H8800 zal zeer grote H2342 H8799 pijn hebben H4996 , en No H1234 H8736 zal gespleten worden H5297 , en Nof H3119 zal dagelijks H6862 zeer bang zijn.
  17 H970 De jongelingen H206 van Aven H6364 en Pibeseth H2719 zullen door het zwaard H5307 H8799 vallen H3212 H8799 , en de [dochters] zullen gaan H7628 in de gevangenis.
  18 H8471 En te Tachpanhes H3117 zal de dag H2821 H8804 H8676 H2820 H8804 verduisterd worden H4133 , als Ik het juk H4714 van Egypte H7665 H8800 aldaar zal verbreken H1347 , en de hovaardij H5797 harer sterkte H1931 in haar H7673 H8738 zal ophouden H6051 ; haar zal een wolk H3680 H8762 bedekken H1323 , en haar dochters H3212 H8799 zullen gaan H7628 in de gevangenis.
  19 H8201 Alzo zal Ik gerichten H6213 H8804 oefenen H4714 in Egypte H3045 H8804 ; en zij zullen weten H3068 , dat Ik de HEERE ben.
  20 H259 H6240 Ook gebeurde het in het elfde H8141 jaar H7223 , in de eerste H7651 [maand], op den zevenden H2320 der maand H1697 , [dat] het woord H3068 des HEEREN H559 H8800 tot mij geschiedde, zeggende:
  21 H1121 H120 Mensenkind H2220 ! Ik heb den arm H6547 van Farao H4428 , den koning H4714 van Egypte H7665 H8804 , verbroken H2280 H8795 ; en ziet, hij zal niet verbonden worden H7499 , met pleisters H5414 H8800 op te leggen H2848 , met een windeldoek H7760 H8800 aan te doen H2280 H8800 , om dien te verbinden H2388 H8800 , om dien te sterken H2719 , dat hij het zwaard H8610 H8800 houde.
  22 H559 H8804 Daarom zegt H136 de Heere H3069 HEERE H6547 alzo: Ziet, Ik [wil] aan Farao H4428 , den koning H4714 van Egypte H2220 , en zal zijn armen H7665 H8804 verbreken H2389 , [beide] den sterken H7665 H8737 en den verbrokenen H2719 ; en Ik zal het zwaard H3027 uit zijn hand H5307 H8689 doen vallen.
  23 H4714 En Ik zal de Egyptenaars H6327 H8689 verstrooien H1471 onder de heidenen H2219 H8765 , en zal hen verspreiden H776 in de landen.
  24 H2220 En Ik zal de armen H4428 des konings H894 van Babel H2388 H8765 sterken H2719 , en Mijn zwaard H3027 in zijn hand H5414 H8804 geven H6547 ; maar Farao's H2220 armen H7665 H8804 zal Ik verbreken H6440 , dat hij voor zijn aangezicht H5008 H8804 zal kermen H2491 , gelijk een dodelijk verwonde H5009 kermt.
  25 H2220 Ja, Ik zal de armen H4428 des konings H894 van Babel H2388 H8689 sterken H6547 , maar Farao's H2220 armen H5307 H8799 zullen daarhenen vallen H3045 H8804 ; en zij zullen weten H3068 , dat Ik de HEERE H2719 ben, als Ik Mijn zwaard H3027 in de hand H4428 des konings H894 van Babel H5414 H8800 zal hebben gegeven H776 H4714 , en hij datzelve over Egypteland H5186 H8804 zal hebben uitgestrekt.
  26 H4714 En Ik zal de Egyptenaars H6327 H8689 verstrooien H1471 onder de heidenen H2219 H8765 , en zal hen verspreiden H776 in de landen H3045 H8804 ; alzo zullen zij weten H3068 , dat Ik de HEERE ben.

Zechariah 11:9

  9 H559 H8799 En ik zeide H3808 : Ik zal ulieden niet H7462 H8799 [meer] weiden H4191 H8801 ; wat sterft H4191 H8799 , dat sterve H3582 H8737 , en wat afgesneden is H3582 H8735 , dat zij afgesneden H7604 H8737 , en dat de overgeblevenen H802 de een H7468 des anderen H1320 vlees H398 H8799 verslinden.

Exodus 12:12

  12 H3915 Want Ik zal in dezen nacht H776 H4714 door Egypteland H5674 H8804 gaan H1060 , en alle eerstgeborenen H776 H4714 in Egypteland H5221 H8689 slaan H120 , van de mensen H929 af tot de beesten H8201 toe; en Ik zal gerichten H6213 H8799 oefenen H430 aan al de goden H4714 der Egyptenaren H3068 , Ik, de HEERE!

2 Samuel 5:21

  21 H5800 H8799 En zij lieten H6091 hun afgoden H8033 aldaar H1732 ; en David H582 en zijn mannen H5375 H8799 namen ze op.

Esther 6:9

  9 H3830 En men zal dat kleed H5483 en dat paard H5414 H8800 geven H5921 in H3027 de hand H376 van een H4480 uit H8269 de vorsten H4428 des konings H6579 , van de grootste heren H376 , en men zal het dien man H3847 H8689 aantrekken H834 , tot wiens H3366 eer H4428 de koning H2654 H8804 een welbehagen heeft H5921 ; en men zal hem op H5483 dat paard H7392 H8689 doen rijden H7339 door de straten H5892 der stad H6440 , en men zal voor H7121 H8804 hem roepen H3602 : Alzo H376 zal men dien man H6213 H8735 doen H834 , tot wiens H3366 eer H4428 de koning H2654 H8804 een welbehagen heeft!

Job 40:10

  10 H5710 H8798 [040:5] Versier u H4994 nu H1347 met voortreffelijkheid H1363 en hoogheid H3847 H8799 , en bekleed u H1935 met majesteit H1926 en heerlijkheid!

Psalms 104:2

  2 H5844 H8802 Hij bedekt Zich H216 met het licht H8008 , als met een kleed H5186 H8802 ; Hij rekt H8064 den hemel H3407 uit als een gordijn.

Psalms 109:18-19

  18 H3847 H8799 En hij zij bekleed H7045 met den vloek H4055 , als met zijn kleed H935 H8799 , en dat die ga H7130 tot in het binnenste H4325 van hem als het water H8081 , en als de olie H6106 in zijn beenderen.
  19 H899 Die zij hem als een kleed H5844 H8799 , [waarmede] hij zich bedekt H4206 , en tot een gordel H8548 , waarmede hij zich steeds H2296 H8799 omgordt.

Psalms 132:16

  16 H3548 En haar priesters H3468 zal Ik met heil H3847 H8686 bekleden H2623 , en haar gunstgenoten H7444 H8763 zullen zeer H7442 H8762 juichen.

Psalms 132:18

  18 H341 H8802 Ik zal zijn vijanden H1322 met schaamte H3847 H8686 bekleden H5145 ; maar op hem zal zijn kroon H6692 H8686 bloeien.

Isaiah 19:1

  1 H4853 De last H4714 van Egypte H3068 . Ziet, de HEERE H7392 H8802 rijdt H7031 op een snelle H5645 wolk H4714 , en Hij zal in Egypte H935 H8804 komen H457 ; en de afgoden H4714 van Egypte H5128 H8804 zullen bewogen worden H6440 van Zijn aangezicht H3824 , en het hart H4714 der Egyptenaren H4549 H8735 zal smelten H7130 in het binnenste van hen.

Isaiah 21:9

  9 H935 H8802 En zie nu, daar komt H7393 een wagen H376 mannen H6776 , [en] een paar H6571 ruiters H6030 H8799 ! Toen antwoordde hij H559 H8799 , en zeide H894 : Babel H5307 H8804 is gevallen H5307 H8804 , zij is gevallen H6456 ! en al de gesneden beelden H430 harer goden H7665 H8765 heeft Hij verbroken H776 tegen de aarde.

Isaiah 46:1

  1 H1078 Bel H3766 H8804 is gekromd H5015 , Nebo H7164 H8802 wordt nedergebogen H6091 , hun afgoden H2416 zijn geworden voor de dieren H929 en voor de beesten H6006 H8803 ; uw opgeladen H5385 pakken H4853 zijn een last H5889 voor de vermoeide [beesten].

Isaiah 49:18

  18 H5375 H8798 Hef H5869 uw ogen H5439 op rondom H7200 H8798 , en zie H6908 H8738 , alle deze vergaderen zich H935 H8804 , zij komen H2416 tot u; [Zo] [waarachtig] [als] Ik leef H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H5716 , zekerlijk, gij zult u met alle dezen als met een sieraad H3847 H8799 bekleden H7194 H8762 , en gij zult ze [u] aanbinden H3618 , gelijk een bruid.

Isaiah 52:1

  1 H5782 H8798 Waak op H5782 H8798 , waak op H3847 H0 , trek H5797 uw sterkte H3847 H8798 aan H6726 , o Sion H3847 H0 ! trek H8597 uw sierlijke H899 klederen H3847 H8798 aan H3389 , o Jeruzalem H6944 , gij heilige H5892 stad H6189 ? want in u zal voortaan geen onbesnedene H2931 noch onreine H3254 H8686 meer H935 H8799 komen.

Isaiah 59:17

  17 H3847 H0 Want Hij trok H6666 gerechtigheid H3847 H8799 aan H8302 als een pantser H3553 , en den helm H3444 des heils H7218 [zette] [Hij] op Zijn hoofd H899 , en de klederen H5359 der wraak H3847 H8799 trok Hij aan H8516 [tot] kleding H5844 H0 , en Hij deed H7068 den ijver H5844 H8799 aan H4598 als een mantel.

Isaiah 61:5

  5 H2114 H8801 En uitlanders H5975 H8804 zullen staan H6629 , en uw kudden H7462 H8804 weiden H1121 H5236 ; en vreemden H406 zullen uw akkerlieden H3755 en uw wijngaardeniers zijn.

Isaiah 61:10

  10 H7797 H8800 Ik ben zeer H7797 H8799 vrolijk H3068 in den HEERE H5315 , mijn ziel H1523 H8799 verheugt zich H430 in mijn God H3847 H8689 , want Hij heeft mij bekleed H899 met de klederen H3468 des heils H4598 , den mantel H6666 der gerechtigheid H3271 H8804 heeft Hij mij omgedaan H2860 ; gelijk een bruidegom H6287 zich met priesterlijk sieraad H3547 H8762 versiert H3618 , en als een bruid H5710 H8799 zich versiert H3627 met haar gereedschap.

Jeremiah 46:25

  25 H3068 De HEERE H6635 der heirscharen H430 , de God H3478 Israels H559 H8804 , zegt H6485 H8802 : Ziet, Ik zal bezoeking doen H527 H8676 H528 over de menigte H4996 van No H6547 , en over Farao H4714 , en over Egypte H430 , en over haar goden H4428 , en over haar koningen H6547 , ja, over Farao H982 H8802 , en over degenen, die op hem vertrouwen.

Jeremiah 48:7

  7 H982 H8800 Want om uw vertrouwen H4639 op uw werken H214 , en op uw schatten H3920 H8735 , zult gij ook ingenomen worden H3645 ; en Kamos H3318 H8804 zal henen uitgaan H1473 in gevangenis H3548 , zijn priesteren H8269 en zijn vorsten H3162 te zamen.

Jeremiah 50:2

  2 H5046 H8685 Verkondigt H1471 onder de heidenen H8085 H8685 , en doet horen H5375 H0 , en werpt H5251 een banier H5375 H8798 op H8085 H8685 , laat horen H3582 H8762 , verbergt H559 H8798 het niet; zegt H894 : Babel H3920 H8738 is ingenomen H1078 , Bel H3001 H8689 is beschaamd H4781 , Merodach H2865 H8804 is verpletterd H6091 , haar afgoden H3001 H8689 zijn beschaamd H1544 , haar drekgoden H2865 H8804 zijn verpletterd!

Jeremiah 51:44

  44 H6485 H8804 En Ik zal bezoeking doen H1078 over Bel H894 te Babel H6310 , en Ik zal uit zijn muil H3318 H8689 uithalen H1105 , wat hij verslonden heeft H1471 ; en de heidenen H5102 H8799 zullen niet meer tot hem toevloeien H894 , [want] ook Babels H2346 muur H5307 H8804 is gevallen.

Ezekiel 30:13

  13 H559 H8804 Zo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H1544 : Ik zal ook de drekgoden H6 H8689 verdoen H457 , en de nietige afgoden H7673 H8689 doen ophouden H5297 uit Nof H5387 ; en er zal geen vorst H776 H4714 meer zijn uit Egypteland H3374 ; en Ik zal een vreze H776 H4714 in Egypteland H5414 H8804 stellen.

Zephaniah 2:11

  11 H3372 H0 Vreselijk zal H3068 de HEERE H5921 tegen H3372 H8737 hen wezen H3588 , want H3605 Hij zal al H430 de goden H776 der aarde H7329 H8804 doen uitteren H376 ; en een iegelijk H4725 uit zijn plaats H7812 H8691 zal Hem aanbidden H3605 , al H339 de eilanden H1471 der heidenen.

Romans 13:12

  12 G3571 De nacht G4298 G5656 is voorbijgegaan G1161 , en G2250 de dag G1448 G5758 is nabij gekomen G3767 . Laat ons dan G659 G5643 afleggen G2041 de werken G4655 der duisternis G2532 , en G1746 G5672 aandoen G3696 de wapenen G5457 des lichts.

Ephesians 4:24

  24 G2532 En G2537 den nieuwen G444 mens G1746 G5670 aandoen G3588 , die G2596 naar G2316 God G2936 G5685 geschapen is G1722 in G225 ware G1343 rechtvaardigheid G2532 en G3742 heiligheid.

Ephesians 6:11

  11 G1746 G5669 Doet aan G3833 de gehele wapenrusting G2316 Gods G4314 , opdat G5209 gij G1410 G5738 kunt G2476 G5629 staan G4314 tegen G3180 de listige omleidingen G1228 des duivels.

Colossians 3:12

  12 G1746 G Zo doet G3767 dan G1746 G5669 aan G5613 , als G1588 uitverkorenen G2316 Gods G40 , heiligen G2532 en G25 G5772 beminden G4698 , de innerlijke bewegingen G3628 der barmhartigheid G5544 , goedertierenheid G5012 , ootmoedigheid G4236 , zachtmoedigheid G3115 , lankmoedigheid;

Colossians 3:14

  14 G1161 En G1909 boven G5125 dit G3956 alles G26 [doet] [aan] de liefde G3748 , dewelke G2076 G5748 is G4886 de band G5047 der volmaaktheid.

Isaiah 19:18

  18 H3117 Te dien dage H2568 zullen er vijf H5892 steden H776 H4714 in Egypteland H1696 H8764 zijn, sprekende H8193 de spraak H3667 van Kanaan H7650 H8737 , en zwerende H3068 den HEERE H6635 der heirscharen H259 ; een H559 H8735 zal genoemd zijn H5892 een stad H2041 der verstoring.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.