DSV_Strongs(i)
9
H7971 H0
Alzo zond
H3091
Jozua
H7971 H8799
hen heen
H3212 H8799
, en zij gingen
H413
naar
H3993
de achterlage
H3427 H8799
, en zij bleven
H996
tussen
H1008
Beth-el
H996
en tussen
H5857
Ai
H4480
, tegen
H3220
het westen
H5857
van Ai
H3091
; maar Jozua
H3885 H8799
overnachtte
H1931
dien
H3915
nacht
H8432
in het midden
H5971
des volks.
10
H3091
En Jozua
H7925 H0
maakte zich
H1242
des morgens
H7925 H8686
vroeg op
H6485 H8799
, en hij monsterde
H5971
het volk
H5927 H8799
; en hij trok op
H1931
, hij
H2205
en de oudsten
H3478
van Israel
H6440
, voor het aangezicht
H5971
des volks
H5857
, naar Ai.
11
H5927 H0
Ook trok
H3605
al
H5971 H4421
het krijgsvolk
H5927 H8804
op
H834
, dat
H854
bij
H5066 H8799
hem was; en zij naderden
H935 H8799
en kwamen
H5048
tegenover
H5892
de stad
H2583 H8799
, en zij legerden zich
H4480
tegen
H6828
het noorden
H5857
van Ai
H1516
; en er was een dal
H996
tussen
H996
hem en tussen
H5857
Ai.
12
H3947 H8799
Hij nam
H2568
ook omtrent vijf
H505
duizend
H376
man
H7760 H8799
, en hij stelde
H853
hen
H693 H8802
tot een achterlage
H996
tussen
H1008
Beth-el
H996
en tussen
H5857
Ai
H4480
, aan
H3220
het westen
H5857 H8675 H5892
der stad.
13
H7760 H8799
En zij stelden
H5971
het volk
H3605
, het ganse
H4264
leger
H834
, dat
H4480
aan
H6828
het noorden
H5892
der stad
H6119
was, en zijn lage
H4480
was aan
H3220
het westen
H5892
der stad
H3091
. En Jozua
H3212 H8799
ging
H1931
in denzelven
H3915
nacht
H8432
in het midden
H6010
des dals.
14
H1961 H8799
En het geschiedde
H4428
, toen de koning
H5857
van Ai
H7200 H8800
[dat] zag
H4116 H8762
, zo haastten zij
H7925 H8686
en maakten zich vroeg op
H582
, en de mannen
H5892
der stad
H3318 H8799
kwamen uit
H3478
, Israel
H7125 H8800
tegemoet
H4421
, ten strijde
H1931
, hij
H3605
en al
H5971
zijn volk
H4150
, ter bestemder tijd
H6440
, voor
H6160
het vlakke veld
H1931
; want hij
H3045 H8804
wist
H3808
niet
H3588
, dat
H693 H8802
hem iemand een achterlage leide
H4480
van
H310
achter
H5892
de stad.
15
H3091
Jozua
H3605
dan, en gans
H3478
Israel
H5060 H8735
, werd geslagen
H6440
voor hun aangezichten
H5127 H8799
; en zij vloden
H1870
door den weg
H4057
der woestijn.
16
H2199 H8735
Daarom werd samengeroepen
H3605
al
H5971
het volk
H834
, dat
H5857 H8675 H5892
in de stad
H310
was, om hen na
H7291 H8800
te jagen
H7291 H8799
; en zij joegen
H3091
Jozua
H310
na
H4480
, en werden van
H5892
de stad
H5423 H8735
afgetrokken.
17
H3808
En er werd niet
H376
een man
H7604 H8738
overgelaten
H5857
, in Ai
H1008
, noch Beth-el
H834
, die
H3808
niet
H3318 H8804
uittrokken
H3478
, Israel
H310
na
H5800 H8799
; en zij lieten
H5892
de stad
H6605 H8803
openstaan
H7291 H8799
, en joegen
H3478
Israel
H310
achterna.
18
H559 H8799
Toen sprak
H3068
de HEERE
H413
tot
H3091
Jozua
H5186 H0
: Strek
H3591
de spies
H5186 H8798
uit
H834
, die
H3027
in uw hand
H413
is, naar
H5857
Ai
H3588
, want
H3027
Ik zal hen in uw hand
H5414 H8799
geven
H5186 H8799
. Toen strekte
H3091
Jozua
H3591
de spies
H834
, die
H3027
in zijn hand
H413
was, naar
H5892
de stad aan.
19
H6965 H0
Toen rees
H693 H8802
de achterlage
H4120
haastelijk
H6965 H8804
op
H4480
van
H4725
haar plaats
H7323 H8799
, en zij liepen toe
H3027
, met dat hij zijn hand
H5186 H8800
uitgestrekt had
H935 H8799
, en kwamen
H5892
aan de stad
H3920 H8799
, en zij namen ze in
H4116 H8762
, en zij haastten zich
H3341 H0
, en staken
H5892
de stad
H3341 H8686
aan
H784
met vuur.
20
H582
Als de mannen
H5857
van Ai
H310
zich achterom
H6437 H8799
keerden
H7200 H8799
, zo zagen zij
H2009
, en ziet
H6227
, de rook
H5892
der stad
H5927 H8804
ging op
H8064
naar den hemel
H1961 H8804
; en zij hadden
H3808
geen
H3027
ruimte
H2008
, om herwaarts
H2008
of derwaarts
H5127 H8800
te vlieden
H5971
; want het volk
H4057
, dat naar de woestijn
H5127 H8801
vluchtte
H2015 H8738
, keerde zich
H413
tegen
H7291 H8802
degenen, die [hen] najoegen.
21
H3091
En Jozua
H3605
en gans
H3478
Israel
H7200 H8804
, ziende
H3588
, dat
H693 H8802
de achterlage
H5892
de stad
H3920 H8804
ingenomen had
H3588
, en dat
H6227
de rook
H5892
der stad
H5927 H8804
opging
H7725 H8799
, zo keerden zij zich om
H5221 H8686
, en sloegen
H582
de mannen
H5857
van Ai.
22
H3318 H8804
Ook kwamen
H428
die
H4480
uit
H5892
de stad
H7125 H8800
hun tegemoet
H8432
, zodat zij in het midden
H3478
der Israelieten
H1961 H8799
waren
H428
, deze
H4480
van
H2088
hier
H428
en gene
H4480
van
H2088
daar
H5221 H8686
; en zij sloegen
H853
hen
H5704
, totdat
H1115
geen
H8300
overige
H7604 H8689
onder hen overbleef
H6412
, noch die ontkwam.
23
H4428
Doch den koning
H5857
van Ai
H8610 H8804
grepen zij
H2416
levend
H7126 H8686
, en zij brachten
H853
hem
H413
tot
H3091
Jozua.
24
H1961 H8799
En het geschiedde
H3478
, toen de Israelieten
H3615 H8763
een einde gemaakt hadden
H3605
van al
H3427 H8802
de inwoners
H5857
van Ai
H2026 H8800
te doden
H7704
, op het veld
H4057
, in de woestijn
H834
, in dewelke
H7291 H8804
zij hen nagejaagd hadden
H3605
, en dat zij allen
H6310
door de scherpte
H2719
des zwaards
H5307 H8799
gevallen waren
H5704
, totdat
H3605
zij allen
H8552 H8800
vernield waren
H7725 H8799
; zo keerde zich
H3478
gans Israel
H5857
naar Ai
H5221 H8686
, en zij sloegen
H853
ze
H6310
met de scherpte
H2719
des zwaards.
25
H1961 H8799
En het geschiedde
H3605
, dat allen
H1931
, die te dien
H3117
dage
H5307 H8802
vielen
H4480
,
H376
zo mannen
H5704
als
H802
vrouwen
H8147 H6240
, waren twaalf
H505
duizend
H3605
, al te zamen
H582
lieden
H5857
van Ai.
26
H3091
Jozua
H7725 H0
trok
H3027
ook zijn hand
H3808
niet
H7725 H8689
terug
H834
, die
H3591
hij met de spies
H5186 H8804
had uitgestrekt
H5704 H834
, totdat
H3605
hij al
H3427 H8802
de inwoners
H5857
van Ai
H2763 H8689
verbannen had.
27
H7535
Alleenlijk
H962 H8804
roofden
H3478
de Israelieten
H929
voor zichzelven het vee
H7998
en den buit
H1931
derzelver
H5892
stad
H1697
, naar het woord
H3068
des HEEREN
H3091
, dat Hij Jozua
H6680 H8765
geboden had.
28
H3091
Jozua
H8313 H8799
nu verbrandde
H5857
Ai
H7760 H8799
, en hij stelde
H5769
haar tot een eeuwigen
H8510
hoop
H8077
, ter verwoesting
H5704
, tot
H2088
op dezen
H3117
dag.
29
H4428
En den koning
H5857
van Ai
H8518 H8804
hing hij
H5921
aan
H6086
een hout
H5704
, tot aan
H6256 H6153
den avondstond
H935 H8800
; en omtrent den ondergang
H8121
der zon
H6680 H8765
gebood
H3091
Jozua
H5038
, dat men zijn dood lichaam
H4480
van
H6086
het hout
H3381 H8686
afname
H7993 H8686
; en zij wierpen
H853
het
H413
aan
H6607
de deur
H8179 H5892
der stadspoort
H6965 H8686
, en richtten
H5921
daarop
H1419
een groten
H1530 H68
steenhoop
H5704
, zijnde tot
H2088
op dezen
H3117
dag.
30
H227
Toen
H1129 H8799
bouwde
H3091
Jozua
H4196
een altaar
H3068
den HEERE
H430
, den God
H3478
van Israel
H2022
, op den berg
H5858
Ebal;
31
H834
Gelijk als
H4872
Mozes
H5650
, de knecht
H3068
des HEEREN
H1121
, den kinderen
H3478
Israels
H6680 H8765
geboden had
H3789 H8803
, achtereenvolgens hetgeen geschreven is
H5612 H8451
in het wetboek
H4872
van Mozes
H4196
: een altaar
H8003
van gehele
H68
stenen
H5921
, over
H834
dewelke
H3808
men geen
H1270
ijzer
H5130 H8689
bewogen had
H5921
; en daarop
H5927 H8686
offerden zij
H3068
den HEERE
H5930
brandofferen
H2076 H8799
; ook offerden zij
H8002
dankofferen.
32
H8033
Aldaar
H3789 H8799
schreef hij
H5921
ook
H68
op stenen
H4932
een dubbel
H8451
van de wet
H4872
van Mozes
H834
, hetwelk
H3789 H8804
hij geschreven heeft
H6440
voor het aangezicht
H1121
der kinderen
H3478
Israels.
33
H3605
En gans
H3478
Israel
H2205
met zijn oudsten
H7860 H8802
, en ambtlieden
H8199 H8802
, en zijn rechters
H5975 H8802
, stonden
H4480
aan
H2088
deze
H4480
en aan
H2088
gene
H727
zijde der ark
H5048
, voor
H3881
de Levietische
H3548
priesteren
H727
, die de ark
H1285
des verbonds
H3068
des HEEREN
H5375 H8802
droegen
H1616
, zo vreemdelingen
H249
als inboorlingen
H2677
, een helft
H413 H4136
daarvan tegenover
H2022
den berg
H1630
Gerizim
H2677
, en een helft
H4136
daarvan tegenover
H2022
den berg
H5858
Ebal
H834
, gelijk als
H4872
Mozes
H5650
, de knecht
H3068
des HEEREN
H6680 H8765
, bevolen had
H5971
; om het volk
H3478
van Israel
H7223
in het eerst
H1288 H8763
te zegenen.
34
H310 H3651
En daarna
H7121 H8804
las hij overluid
H3605
al
H1697
de woorden
H8451
der wet
H1293
, de zegening
H7045
en den vloek
H3605
, naar alles,
H5612 H8451
wat in het wetboek
H3789 H8803
geschreven staat.
35
H1961 H8804
Daar was
H3808
niet
H1697
een woord
H4480
van
H3605
al
H834
hetgeen
H4872
Mozes
H6680 H8765
geboden had
H834
, dat
H3091
Jozua
H3808
niet
H7121 H8804
overluid las
H5048
voor
H3605
de gehele
H6951
gemeente
H3478
van Israel
H802
, en de vrouwen
H2945
, en de kleine kinderen
H1616
, en de vreemdelingen
H7130
, die in het midden
H1980 H8802
van hen wandelden.