Joshua 8:9-35

DSV_Strongs(i)
  9 H7971 H0 Alzo zond H3091 Jozua H7971 H8799 hen heen H3212 H8799 , en zij gingen H413 naar H3993 de achterlage H3427 H8799 , en zij bleven H996 tussen H1008 Beth-el H996 en tussen H5857 Ai H4480 , tegen H3220 het westen H5857 van Ai H3091 ; maar Jozua H3885 H8799 overnachtte H1931 dien H3915 nacht H8432 in het midden H5971 des volks.
  10 H3091 En Jozua H7925 H0 maakte zich H1242 des morgens H7925 H8686 vroeg op H6485 H8799 , en hij monsterde H5971 het volk H5927 H8799 ; en hij trok op H1931 , hij H2205 en de oudsten H3478 van Israel H6440 , voor het aangezicht H5971 des volks H5857 , naar Ai.
  11 H5927 H0 Ook trok H3605 al H5971 H4421 het krijgsvolk H5927 H8804 op H834 , dat H854 bij H5066 H8799 hem was; en zij naderden H935 H8799 en kwamen H5048 tegenover H5892 de stad H2583 H8799 , en zij legerden zich H4480 tegen H6828 het noorden H5857 van Ai H1516 ; en er was een dal H996 tussen H996 hem en tussen H5857 Ai.
  12 H3947 H8799 Hij nam H2568 ook omtrent vijf H505 duizend H376 man H7760 H8799 , en hij stelde H853 hen H693 H8802 tot een achterlage H996 tussen H1008 Beth-el H996 en tussen H5857 Ai H4480 , aan H3220 het westen H5857 H8675 H5892 der stad.
  13 H7760 H8799 En zij stelden H5971 het volk H3605 , het ganse H4264 leger H834 , dat H4480 aan H6828 het noorden H5892 der stad H6119 was, en zijn lage H4480 was aan H3220 het westen H5892 der stad H3091 . En Jozua H3212 H8799 ging H1931 in denzelven H3915 nacht H8432 in het midden H6010 des dals.
  14 H1961 H8799 En het geschiedde H4428 , toen de koning H5857 van Ai H7200 H8800 [dat] zag H4116 H8762 , zo haastten zij H7925 H8686 en maakten zich vroeg op H582 , en de mannen H5892 der stad H3318 H8799 kwamen uit H3478 , Israel H7125 H8800 tegemoet H4421 , ten strijde H1931 , hij H3605 en al H5971 zijn volk H4150 , ter bestemder tijd H6440 , voor H6160 het vlakke veld H1931 ; want hij H3045 H8804 wist H3808 niet H3588 , dat H693 H8802 hem iemand een achterlage leide H4480 van H310 achter H5892 de stad.
  15 H3091 Jozua H3605 dan, en gans H3478 Israel H5060 H8735 , werd geslagen H6440 voor hun aangezichten H5127 H8799 ; en zij vloden H1870 door den weg H4057 der woestijn.
  16 H2199 H8735 Daarom werd samengeroepen H3605 al H5971 het volk H834 , dat H5857 H8675 H5892 in de stad H310 was, om hen na H7291 H8800 te jagen H7291 H8799 ; en zij joegen H3091 Jozua H310 na H4480 , en werden van H5892 de stad H5423 H8735 afgetrokken.
  17 H3808 En er werd niet H376 een man H7604 H8738 overgelaten H5857 , in Ai H1008 , noch Beth-el H834 , die H3808 niet H3318 H8804 uittrokken H3478 , Israel H310 na H5800 H8799 ; en zij lieten H5892 de stad H6605 H8803 openstaan H7291 H8799 , en joegen H3478 Israel H310 achterna.
  18 H559 H8799 Toen sprak H3068 de HEERE H413 tot H3091 Jozua H5186 H0 : Strek H3591 de spies H5186 H8798 uit H834 , die H3027 in uw hand H413 is, naar H5857 Ai H3588 , want H3027 Ik zal hen in uw hand H5414 H8799 geven H5186 H8799 . Toen strekte H3091 Jozua H3591 de spies H834 , die H3027 in zijn hand H413 was, naar H5892 de stad aan.
  19 H6965 H0 Toen rees H693 H8802 de achterlage H4120 haastelijk H6965 H8804 op H4480 van H4725 haar plaats H7323 H8799 , en zij liepen toe H3027 , met dat hij zijn hand H5186 H8800 uitgestrekt had H935 H8799 , en kwamen H5892 aan de stad H3920 H8799 , en zij namen ze in H4116 H8762 , en zij haastten zich H3341 H0 , en staken H5892 de stad H3341 H8686 aan H784 met vuur.
  20 H582 Als de mannen H5857 van Ai H310 zich achterom H6437 H8799 keerden H7200 H8799 , zo zagen zij H2009 , en ziet H6227 , de rook H5892 der stad H5927 H8804 ging op H8064 naar den hemel H1961 H8804 ; en zij hadden H3808 geen H3027 ruimte H2008 , om herwaarts H2008 of derwaarts H5127 H8800 te vlieden H5971 ; want het volk H4057 , dat naar de woestijn H5127 H8801 vluchtte H2015 H8738 , keerde zich H413 tegen H7291 H8802 degenen, die [hen] najoegen.
  21 H3091 En Jozua H3605 en gans H3478 Israel H7200 H8804 , ziende H3588 , dat H693 H8802 de achterlage H5892 de stad H3920 H8804 ingenomen had H3588 , en dat H6227 de rook H5892 der stad H5927 H8804 opging H7725 H8799 , zo keerden zij zich om H5221 H8686 , en sloegen H582 de mannen H5857 van Ai.
  22 H3318 H8804 Ook kwamen H428 die H4480 uit H5892 de stad H7125 H8800 hun tegemoet H8432 , zodat zij in het midden H3478 der Israelieten H1961 H8799 waren H428 , deze H4480 van H2088 hier H428 en gene H4480 van H2088 daar H5221 H8686 ; en zij sloegen H853 hen H5704 , totdat H1115 geen H8300 overige H7604 H8689 onder hen overbleef H6412 , noch die ontkwam.
  23 H4428 Doch den koning H5857 van Ai H8610 H8804 grepen zij H2416 levend H7126 H8686 , en zij brachten H853 hem H413 tot H3091 Jozua.
  24 H1961 H8799 En het geschiedde H3478 , toen de Israelieten H3615 H8763 een einde gemaakt hadden H3605 van al H3427 H8802 de inwoners H5857 van Ai H2026 H8800 te doden H7704 , op het veld H4057 , in de woestijn H834 , in dewelke H7291 H8804 zij hen nagejaagd hadden H3605 , en dat zij allen H6310 door de scherpte H2719 des zwaards H5307 H8799 gevallen waren H5704 , totdat H3605 zij allen H8552 H8800 vernield waren H7725 H8799 ; zo keerde zich H3478 gans Israel H5857 naar Ai H5221 H8686 , en zij sloegen H853 ze H6310 met de scherpte H2719 des zwaards.
  25 H1961 H8799 En het geschiedde H3605 , dat allen H1931 , die te dien H3117 dage H5307 H8802 vielen H4480 , H376 zo mannen H5704 als H802 vrouwen H8147 H6240 , waren twaalf H505 duizend H3605 , al te zamen H582 lieden H5857 van Ai.
  26 H3091 Jozua H7725 H0 trok H3027 ook zijn hand H3808 niet H7725 H8689 terug H834 , die H3591 hij met de spies H5186 H8804 had uitgestrekt H5704 H834 , totdat H3605 hij al H3427 H8802 de inwoners H5857 van Ai H2763 H8689 verbannen had.
  27 H7535 Alleenlijk H962 H8804 roofden H3478 de Israelieten H929 voor zichzelven het vee H7998 en den buit H1931 derzelver H5892 stad H1697 , naar het woord H3068 des HEEREN H3091 , dat Hij Jozua H6680 H8765 geboden had.
  28 H3091 Jozua H8313 H8799 nu verbrandde H5857 Ai H7760 H8799 , en hij stelde H5769 haar tot een eeuwigen H8510 hoop H8077 , ter verwoesting H5704 , tot H2088 op dezen H3117 dag.
  29 H4428 En den koning H5857 van Ai H8518 H8804 hing hij H5921 aan H6086 een hout H5704 , tot aan H6256 H6153 den avondstond H935 H8800 ; en omtrent den ondergang H8121 der zon H6680 H8765 gebood H3091 Jozua H5038 , dat men zijn dood lichaam H4480 van H6086 het hout H3381 H8686 afname H7993 H8686 ; en zij wierpen H853 het H413 aan H6607 de deur H8179 H5892 der stadspoort H6965 H8686 , en richtten H5921 daarop H1419 een groten H1530 H68 steenhoop H5704 , zijnde tot H2088 op dezen H3117 dag.
  30 H227 Toen H1129 H8799 bouwde H3091 Jozua H4196 een altaar H3068 den HEERE H430 , den God H3478 van Israel H2022 , op den berg H5858 Ebal;
  31 H834 Gelijk als H4872 Mozes H5650 , de knecht H3068 des HEEREN H1121 , den kinderen H3478 Israels H6680 H8765 geboden had H3789 H8803 , achtereenvolgens hetgeen geschreven is H5612 H8451 in het wetboek H4872 van Mozes H4196 : een altaar H8003 van gehele H68 stenen H5921 , over H834 dewelke H3808 men geen H1270 ijzer H5130 H8689 bewogen had H5921 ; en daarop H5927 H8686 offerden zij H3068 den HEERE H5930 brandofferen H2076 H8799 ; ook offerden zij H8002 dankofferen.
  32 H8033 Aldaar H3789 H8799 schreef hij H5921 ook H68 op stenen H4932 een dubbel H8451 van de wet H4872 van Mozes H834 , hetwelk H3789 H8804 hij geschreven heeft H6440 voor het aangezicht H1121 der kinderen H3478 Israels.
  33 H3605 En gans H3478 Israel H2205 met zijn oudsten H7860 H8802 , en ambtlieden H8199 H8802 , en zijn rechters H5975 H8802 , stonden H4480 aan H2088 deze H4480 en aan H2088 gene H727 zijde der ark H5048 , voor H3881 de Levietische H3548 priesteren H727 , die de ark H1285 des verbonds H3068 des HEEREN H5375 H8802 droegen H1616 , zo vreemdelingen H249 als inboorlingen H2677 , een helft H413 H4136 daarvan tegenover H2022 den berg H1630 Gerizim H2677 , en een helft H4136 daarvan tegenover H2022 den berg H5858 Ebal H834 , gelijk als H4872 Mozes H5650 , de knecht H3068 des HEEREN H6680 H8765 , bevolen had H5971 ; om het volk H3478 van Israel H7223 in het eerst H1288 H8763 te zegenen.
  34 H310 H3651 En daarna H7121 H8804 las hij overluid H3605 al H1697 de woorden H8451 der wet H1293 , de zegening H7045 en den vloek H3605 , naar alles, H5612 H8451 wat in het wetboek H3789 H8803 geschreven staat.
  35 H1961 H8804 Daar was H3808 niet H1697 een woord H4480 van H3605 al H834 hetgeen H4872 Mozes H6680 H8765 geboden had H834 , dat H3091 Jozua H3808 niet H7121 H8804 overluid las H5048 voor H3605 de gehele H6951 gemeente H3478 van Israel H802 , en de vrouwen H2945 , en de kleine kinderen H1616 , en de vreemdelingen H7130 , die in het midden H1980 H8802 van hen wandelden.