40
G846
Hij heeft hun
G3788
ogen
G5186 G5758
verblind
G2532
, en
G846
hun
G2588
hart
G4456 G5758
verhard
G2443
; opdat
G3788
zij met de ogen
G3361
niet
G1492 G5632
zien
G2532
, en
G2588
met het hart
G3539 G5661
[niet] verstaan
G2532
, en
G1994 G5652
zij bekeerd worden
G2532
, en
G846
Ik hen
G2390 G5667
geneze.
John 12:40 Cross References - DSV_Strongs
Exodus 4:21
21
H3068
En de HEERE
H559 H8799
zeide
H4872
tot Mozes
H3212 H8800
: Terwijl gij heentrekt
H4714
, om weder in Egypte
H7725 H8800
te keren
H7200 H8798
, zie toe
H4159
, dat gij al de wonderen
H6213 H8804
doet
H6440
voor
H6547
Farao
H3027
, die Ik in uw hand
H7760 H8804
gesteld heb
H3820
; doch Ik zal zijn hart
H2388 H8762
verstokken
H5971
, dat hij het volk
H7971 H8762
niet zal laten gaan.
Exodus 7:3
Exodus 7:13
Exodus 14:4
4
H6547
En Ik zal Farao's
H3820
hart
H2388 H8765
verstokken
H7291 H8804 H310
, dat hij hen najage
H6547
; en Ik zal aan Farao
H2428
en aan al zijn heir
H3513 H8735
verheerlijkt worden
H4714
, alzo dat de Egyptenaars
H3045 H8804
zullen weten
H3068
, dat Ik de HEERE
H6213 H8799
ben. En zij deden alzo.
Exodus 14:8
Exodus 14:17
Deuteronomy 29:4
Joshua 11:20
20
H3588
Want
H1961 H8804
het was
H4480 H854
van
H3068
den HEERE
H3820
, hun harten
H2388 H8763
te verstokken
H3478
, dat zij Israel
H4421
met oorlog
H7125 H8800
tegemoet gingen
H4616
, opdat
H2763 H8687
hij hen verbannen zoude
H1115
, dat hun geen
H8467
genade
H1961 H8800
geschiedde
H3588
, maar
H4616
opdat
H8045 H8687
hij hen verdelgen zoude
H834
, gelijk als
H3068
de HEERE
H4872
Mozes
H6680 H8765
geboden had.
1 Kings 22:20
Psalms 6:2
Psalms 41:4
Psalms 135:10-18
10
H7227
Die veel
H1471
volken
H5221 H8689
sloeg
H6099
, en machtige
H4428
koningen
H2026 H8804
doodde;
11
H5511
Sihon
H4428
, den koning
H567
der Amorieten
H5747
, en Og
H4428
, den koning
H1316
van Basan
H4467
, en al de koninkrijken
H3667
van Kanaan,
12
H5414 H8804
En Hij gaf
H776
hun land
H5159
ten erve
H5159
, ten erve
H5971
aan Zijn volk
H3478
Israel.
13
H3068
O HEERE
H8034
! Uw Naam
H5769
is in eeuwigheid
H3068
; HEERE
H2143
! Uw gedachtenis
H1755
is van geslacht
H1755
tot geslacht.
14
H3068
Want de HEERE
H5971
zal Zijn volk
H1777 H8799
richten
H5162 H8691
, en het zal Hem berouwen
H5650
over Zijn knechten.
15
H6091
De afgoden
H1471
der heidenen
H3701
zijn zilver
H2091
en goud
H4639
, een werk
H120 H3027
van mensenhanden.
16
H6310
Zij hebben een mond
H1696 H8762
, maar spreken
H5869
niet; zij hebben ogen
H7200 H8799
, maar zien niet;
Psalms 147:3
Isaiah 6:10
10
H3820
Maak het hart
H5971
dezes volks
H8080 H8685
vet
H241
, en maak hun oren
H3513 H8685
zwaar
H8173 H8685
, en sluit
H5869
hun ogen
H7200 H8799
, opdat het niet zie
H5869
met zijn ogen
H241
, noch met zijn oren
H8085 H8799
hore
H3824
, noch met zijn hart
H995 H8799
versta
H7725 H8802
, noch zich bekere
H7495 H8804
, en Hij het geneze.
Isaiah 26:11
Isaiah 29:10
Isaiah 42:19-20
Isaiah 53:5
Isaiah 57:18-19
Jeremiah 3:22
Jeremiah 5:21
Ezekiel 12:2
2
H1121 H120
Mensenkind
H3427 H8802
! gij woont
H8432
in het midden
H4805
van een wederspannig
H1004
huis
H5869
, dewelke ogen
H7200 H8800
hebben om te zien
H7200 H8804
, en niet zien
H241
, oren
H8085 H8800
hebben om te horen
H8085 H8804
, en niet horen
H4805
, want zij zijn een wederspannig
H1004
huis.
Ezekiel 14:9
9
H5030
Als nu een profeet
H6601 H8792
overreed zal zijn
H1697
, en iets
H1696 H8765
gesproken zal hebben
H3068
, Ik, de HEERE
H5030
, heb dienzelven profeet
H6601 H8765
overreed
H3027
, en Ik zal Mijn hand
H5186 H8804
tegen hem uitstrekken
H8045 H8689
, en zal hem verdelgen
H8432
uit het midden
H5971
van Mijn volk
H3478
Israel.
Hosea 6:1
Hosea 14:4
Matthew 13:13-15
13
G1223 G5124
Daarom
G2980 G5719
spreek Ik
G846
tot hen
G1722
door
G3850
gelijkenissen
G3754
, omdat
G991 G5723
zij ziende
G3756
niet
G991 G5719
zien
G2532
, en
G191 G5723
horende
G3756
niet
G191 G5719
horen
G3761
, noch ook
G4920 G5719
verstaan.
14
G2532
En
G1909
in
G846
hen
G4394
wordt de profetie
G2268
van Jesaja
G378 G5743
vervuld
G3588
, die
G3004 G5723
zegt
G189
: Met het gehoor
G191 G5692
zult gij horen
G2532
, en
G3364
geenszins
G4920 G5655
verstaan
G2532
; en
G991 G5723
ziende
G991 G5692
zult gij zien
G2532
, en
G3364
geenszins
G1492 G5632
bemerken.
15
G1063
Want
G2588
het hart
G5127
dezes
G2992
volks
G3975 G5681
is dik geworden
G2532
, en
G3775
zij hebben met de oren
G917
zwaarlijk
G191 G5656
gehoord
G2532
, en
G846
hun
G3788
ogen
G2576 G5656
hebben zij toegedaan
G3379
; opdat zij niet te eniger tijd
G3788
met de ogen
G1492 G5632
zouden zien
G2532
, en
G3775
met de oren
G191 G5661
horen
G2532
, en
G2588
met het hart
G4920 G5632
verstaan
G2532
, en
G1994 G5661
zich bekeren
G2532
, en
G846
Ik hen
G2390 G5667
geneze.
Matthew 15:14
Mark 4:12
12
G2443
Opdat
G991 G5723
zij ziende
G991 G5725
zien
G2532
, en
G3361
niet
G1492 G5632
bemerken
G2532
, en
G191 G5723
horende
G191 G5725
horen
G2532
, en
G3361
niet
G4920 G5725
verstaan
G3379 G
; opdat
G1994 G
zij zich
G3379
niet te eniger tijd
G1994 G5661
, bekeren
G2532
en
G846
hun
G265
de zonden
G863 G5686
vergeven worden.
Mark 6:52
Mark 8:17-18
17
G2532
En
G2424
Jezus
G1097 G5631
, [dat] bekennende
G3004 G5719
, zeide
G846
tot hen
G5101
: Wat
G1260 G5736
overlegt gij
G3754
, dat
G3756
gij geen
G740
broden
G2192 G5719
hebt
G3539 G5719
? Bemerkt gij
G3768
nog niet
G3761 G
, en
G4920 G5719
verstaat gij
G3761
niet
G2192 G5719
, hebt gij
G2089
nog
G5216
uw
G4456 G5772
verharde
G2588
hart?
Luke 4:18
Luke 8:10
10
G1161
En
G2036 G5627
Hij zeide
G5213
: U
G1325 G5769
is het gegeven
G3466
, de verborgenheden
G932
van het Koninkrijk
G2316
Gods
G1097 G5629
te verstaan
G1161
; maar
G3062
tot de anderen
G1722
[spreek] [Ik] in
G3850
gelijkenissen
G2443
, opdat
G991 G5723
zij ziende
G3361
niet
G991 G5725
zien
G2532
, en
G191 G5723
horende
G3361
niet
G4920 G5725
verstaan.
John 9:39
Acts 3:19
Acts 15:3
3
G3303
G3767
Zij dan
G5259
, van
G1577
de Gemeente
G4311 G5685
uitgeleid zijnde
G1330 G5711
, reisden door
G5403
Fenicie
G2532
en
G4540
Samarie
G1555 G5740
, verhalende
G1995
de bekering
G1484
der heidenen
G2532
; en
G4160 G
deden
G3956
al
G80
den broederen
G3173
grote
G5479
blijdschap
G4160 G5707
aan.
Acts 28:26
26
G3004 G5723
Zeggende
G4198 G5676
: Ga heen
G4314
tot
G5126
dit
G2992
volk
G2532
, en
G2036 G5628
zeg
G189
: Met het gehoor
G191 G5692
zult gij horen
G2532
, en
G3364
geenszins
G4920 G5655
verstaan
G2532
; en
G991 G5723
ziende
G991 G5692
zult gij zien
G2532
, en
G3364
geenszins
G1492 G5632
bemerken.
Romans 9:18
Romans 11:7-11
7
G5101
Wat
G3767
dan
G5127
? Hetgeen
G2474
Israel
G1934 G5719
zoekt
G3739
, dat
G3756
heeft het niet
G2013 G5627
verkregen
G1161
; maar
G1589
de uitverkorenen
G2013 G5627
hebben het verkregen
G1161
, en
G3062
de anderen
G4456 G5681
zijn verhard geworden.
8
G2531
(Gelijk
G1125 G5769
geschreven is
G2316
: God
G846
heeft hun
G1325 G5656
gegeven
G4151
een geest
G2659
des diepen slaaps
G3788
; ogen
G3361
om niet
G991 G5721
te zien
G2532
, en
G3775
oren
G3361
om niet
G191 G5721
te horen
G2193
) tot
G4594
op den huidigen
G2250
dag.
9
G2532
En
G1138
David
G3004 G5719
zegt
G846
: Hun
G5132
tafel
G1096 G5676
worde
G1519
tot
G3803
een strik
G2532
, en
G1519
tot
G2339
een val
G2532
, en
G1519
tot
G4625
een aanstoot
G2532
, en
G1519
tot
G468
een vergelding
G846
voor hen.
10
G846
Dat hun
G3788
ogen
G4654 G5682
verduisterd worden
G3361
, om niet
G991 G5721
te zien
G2532
; en
G4781 G5657
verkrom
G846
hun
G3577
rug
G1275
allen tijd.
11
G3004 G5719
Zo zeg ik
G3767
dan
G3361
:
G4417 G5656
Hebben zij gestruikeld
G2443
, opdat
G4098 G5632
zij vallen zouden
G3361 G1096 G5636
? Dat zij verre
G235
; maar
G846
door hun
G3900
val
G4991
[is] de zaligheid
G1484
den heidenen
G1519
[geworden], om
G846
hen
G3863 G5658
tot jaloersheid te verwekken.