1 Kings 8

DSV_Strongs(i)
  1 H227 Toen H6950 H8686 vergaderde H8010 Salomo H2205 de oudsten H3478 van Israel H3605 , en al H7218 de hoofden H4294 der stammen H5387 , de oversten H1 der vaderen H1121 , onder de kinderen H3478 Israels H413 , tot H4428 den koning H8010 Salomo H3389 te Jeruzalem H727 , om de ark H1285 des verbonds H3068 des HEEREN H5927 H8687 op te brengen H4480 uit H5892 de stad H1732 Davids H1931 , dewelke H6726 is Sion.
  2 H3605 En alle H376 mannen H3478 van Israel H6950 H8735 verzamelden zich H413 tot H4428 den koning H8010 Salomo H3391 , in de maand H388 Ethanim H2282 op het feest H1931 ; die H7637 is de zevende H2320 maand.
  3 H3605 En al H2205 de oudsten H3478 van Israel H935 H8799 kwamen H3548 ; en de priesters H5375 H0 namen H727 de ark H5375 H8799 op.
  4 H5927 H0 En zij brachten H727 de ark H3068 des HEEREN H168 en de tent H4150 der samenkomst H5927 H8686 opwaarts H3605 mitsgaders al H6944 de heilige H3627 vaten H834 , die H168 in de tent H3548 waren; en de priesters H3881 en de Levieten H5927 H0 brachten H853 dezelve H5927 H8686 opwaarts.
  5 H4428 De koning H8010 Salomo H3605 nu en de ganse H5712 vergadering H3478 van Israel H5921 , die bij H3259 H8737 hem vergaderd waren H854 , waren met H6440 hem voor H727 de ark H2076 H8764 , offerende H6629 schapen H1241 en runderen H834 , die H4480 vanwege H7230 de menigte H3808 niet H5608 H8735 konden geteld H3808 , noch H4487 H8735 gerekend worden.
  6 H935 H8686 Alzo brachten H3548 de priesteren H727 de ark H1285 des verbonds H3068 des HEEREN H413 tot H4725 haar plaats H413 , tot H1687 de aanspraakplaats H1004 van het huis H413 , tot H6944 het heilige H6944 der heiligen H413 , tot H8478 onder H3671 de vleugelen H3742 der cherubim.
  7 H3588 Want H3742 de cherubim H6566 H8802 spreidden H3671 beide vleugelen H413 over H4725 de plaats H727 der ark H3742 ; en de cherubim H5526 H8799 overdekten H5921 de H727 ark H5921 en haar H905 handbomen H4480 van H4605 boven.
  8 H748 H0 Daarna schoven zij H905 de handbomen H748 H8686 verder uit H7218 , dat de hoofden H905 der handbomen H7200 H8735 gezien werden H4480 uit H6944 het heiligdom H5921 voor H6440 aan H1687 de aanspraakplaats H2351 , maar buiten H3808 niet H7200 H8735 gezien werden H1961 H8799 ; en zij zijn H8033 aldaar H5704 tot op H2088 dezen H3117 dag.
  9 H369 Er was niets H727 in de ark H7535 , dan alleen H8147 de twee H68 stenen H3871 tafelen H834 , die H4872 Mozes H2722 bij Horeb H8033 daarin H3240 H8689 gelegd had H834 , als H3068 de HEERE H3772 H8804 [een] [verbond] maakte H5973 met H1121 de kinderen H3478 Israels H4480 , toen zij uit H776 H4714 Egypteland H3318 H8800 uitgetogen waren.
  10 H1961 H8799 En het geschiedde H3548 , als de priesters H4480 uit H6944 het heilige H3318 H8800 uitgingen H6051 , dat een wolk H1004 het huis H3068 des HEEREN H4390 H8804 vervulde.
  11 H3548 En de priesters H3201 H8804 konden H3808 niet H5975 H8800 staan H8334 H8763 om te dienen H4480 H6440 , vanwege H6051 de wolk H3588 ; want H3519 de heerlijkheid H3068 des HEEREN H1004 had het huis H3068 des HEEREN H4390 H8804 vervuld.
  12 H227 Toen H559 H8804 zeide H8010 Salomo H3068 : De HEERE H559 H8804 heeft gezegd H6205 , dat Hij in donkerheid H7931 H8800 zou wonen.
  13 H1129 H8800 Ik heb immers H1004 een huis H1129 H8804 gebouwd H2073 , U ter woonstede H4349 , een vaste plaats H5769 tot Uw eeuwige H3427 H8800 woning.
  14 H5437 H0 Daarna wendde H4428 de koning H6440 zijn aangezicht H5437 H8686 om H1288 H8762 , en zegende H3605 de ganse H6951 gemeente H3478 van Israel H3605 ; en de ganse H6951 gemeente H3478 van Israel H5975 H8802 stond.
  15 H559 H8799 En hij zeide H1288 H8803 : Geloofd H3068 zij de HEERE H430 , de God H3478 Israels H834 , Die H6310 met Zijn mond H1 tot mijn vader H1732 David H1696 H8765 gesproken heeft H3027 , en heeft het met Zijn hand H4390 H8765 vervuld H559 H8800 , zeggende:
  16 H4480 Van H3117 dien dag H834 af, dat H5971 Ik Mijn volk H3478 Israel H4480 uit H4714 Egypteland H3318 H8689 uitgevoerd heb H3808 , heb Ik geen H5892 stad H977 H8804 verkoren H4480 uit H3605 alle H7626 stammen H3478 van Israel H1004 , om een huis H1129 H8800 te bouwen H8034 , dat Mijn Naam H8033 daar H1961 H8800 zou wezen H1732 ; maar Ik heb David H977 H8799 verkoren H5921 , dat hij over H5971 Mijn volk H3478 Israel H1961 H8800 wezen zou.
  17 H1961 H8799 Het was H5973 ook in H3824 het hart H1 van mijn vader H1732 David H1004 , een huis H8034 den Naam H3068 van den HEERE H430 , den God H3478 Israels H1129 H8800 , te bouwen.
  18 H3068 Maar de HEERE H559 H8799 zeide H413 tot H1732 David H1 , mijn vader H3282 : Dewijl H834 dat H5973 in H3824 uw hart H1961 H8804 geweest is H8034 Mijn Naam H1004 een huis H1129 H8800 te bouwen H2895 H8689 , gij hebt welgedaan H3588 , dat H5973 het in H3824 uw hart H1961 H8804 geweest is.
  19 H7535 Evenwel H859 gij H1004 zult dat huis H3808 niet H1129 H8799 bouwen H3588 H518 ; maar H1121 uw zoon H4480 , die uit H2504 uw lendenen H3318 H8802 voortkomen zal H1931 , die H8034 zal Mijn Naam H1004 dat huis H1129 H8799 bouwen.
  20 H3068 Zo heeft de HEERE H6965 H8686 bevestigd H1697 Zijn woord H834 , dat H1696 H8765 Hij gesproken had H6965 H8799 ; want ik ben opgestaan H8478 in de plaats H1 van mijn vader H1732 David H3427 H8799 , en ik zit H5921 op H3678 den troon H3478 van Israel H834 , gelijk als H3068 de HEERE H1696 H8765 gesproken heeft H1004 ; en ik heb een huis H1129 H8799 gebouwd H8034 den Naam H3068 des HEEREN H430 , des Gods H3478 van Israel.
  21 H8033 En ik heb daar H4725 een plaats H7760 H8799 beschikt H727 voor de ark H834 H8033 , waarin H1285 het verbond H3068 des HEEREN H834 is, hetwelk H5973 Hij met H1 onze vaderen H3772 H8804 maakte H853 , als Hij hen H4480 uit H776 H4714 Egypteland H3318 H8687 uitvoerde.
  22 H8010 En Salomo H5975 H8799 stond H6440 voor H4196 het altaar H3068 des HEEREN H5048 , tegenover H3605 de ganse H6951 gemeente H3478 van Israel H6566 H0 , en breidde H3709 zijn handen H6566 H8799 uit H8064 naar den hemel;
  23 H559 H8799 En hij zeide H3068 : HEERE H430 , God H3478 van Israel H369 , er is geen H430 God H3644 , gelijk H4480 H4605 Gij, boven H8064 in den hemel H4480 H8478 , noch beneden H5921 op H776 de aarde H8104 H8802 , houdende H1285 het verbond H2617 en de weldadigheid H5650 aan Uw knechten H6440 , die voor Uw aangezicht H3605 met hun ganse H3820 hart H1980 H8802 wandelen;
  24 H834 Die H5650 Uw knecht H1 , mijn vader H1732 David H8104 H8804 , gehouden hebt H834 , wat H1696 H8765 Gij tot hem gesproken hadt H6310 ; want met Uw mond H1696 H8762 hebt Gij gesproken H3027 , en met Uw hand H4390 H8765 vervuld H2088 , gelijk het te dezen H3117 dage is.
  25 H6258 En nu H3068 HEERE H430 , God H3478 van Israel H8104 H8798 , houd H5650 Uw knecht H1 , mijn vader H1732 David H834 , wat H1696 H8765 Gij tot hem gesproken hebt H559 H8800 , zeggende H3808 : Geen H376 man H4480 zal u van H6440 voor Mijn aangezicht H3772 H8735 afgesneden worden H5921 , die op H3678 den troon H3478 van Israel H3427 H8802 zitte H7535 ; alleenlijk H1121 zo uw zonen H1870 hun weg H8104 H8799 bewaren H3212 H8800 , om te wandelen H6440 voor Mijn aangezicht H834 , gelijk als H1980 H8804 gij gewandeld hebt H6440 voor Mijn aangezicht.
  26 H6258 Nu dan H430 , o God H3478 van Israel H4994 , laat toch H1697 Uw woord H539 H8735 waar worden H834 , hetwelk H1696 H8765 Gij gesproken hebt H5650 tot Uw knecht H1 , mijn vader H1732 David.
  27 H3588 Maar H552 waarlijk H430 , zou God H5921 op H776 de aarde H3427 H8799 wonen H2009 ? Zie H8064 , de hemelen H8064 , ja, de hemel H8064 der hemelen H3808 zouden U niet H3557 H8770 begrijpen H637 H3588 , hoeveel te min H2088 dit H1004 huis H834 , dat H1129 H8804 ik gebouwd heb!
  28 H6437 H8804 Wend U H413 dan nog tot H8605 het gebed H5650 van Uw knecht H413 , en tot H8467 zijn smeking H3068 , o HEERE H430 , mijn God H8085 H8800 , om te horen H413 naar H7440 het geroep H413 en naar H8605 het gebed H834 , dat H5650 Uw knecht H3117 heden H6440 voor Uw aangezicht H6419 H8693 bidt.
  29 H5869 Dat Uw ogen H6605 H8803 open H1961 H8800 zijn H3915 , nacht H3117 en dag H413 , over H2088 dit H1004 huis H413 , over H4725 deze plaats H834 , van dewelke H559 H8804 Gij gezegd hebt H8034 : Mijn Naam H8033 zal daar H1961 H8799 zijn H8085 H8800 ; om te horen H413 naar H8605 het gebed H834 , hetwelk H5650 Uw knecht H6419 H8691 bidden zal H413 in H2088 deze H4725 plaats.
  30 H8085 H8804 Hoor H413 dan naar H8467 de smeking H5650 van Uw knecht H5971 , en van Uw volk H3478 Israel H834 , die H413 in H2088 deze H4725 plaats H6419 H8691 zullen bidden H859 ; en Gij H8085 H8799 , hoor H413 in H4725 de plaats H3427 H8800 Uwer woning H413 , in H8064 den hemel H8085 H8804 , ja, hoor H5545 H8804 , en vergeef.
  31 H834 Wanneer H376 iemand H7453 tegen zijn naaste H2398 H8799 zal gezondigd hebben H423 , en hij hem een eed des vloeks H5375 H8804 opgelegd zal hebben H422 H8687 , om zichzelven te vervloeken H423 ; en de eed des vloeks H6440 voor H4196 Uw altaar H2088 in dit H1004 huis H935 H8804 komen zal;
  32 H8085 H8799 Hoor H859 Gij H8064 dan in den hemel H6213 H8804 , en doe H8199 H8804 , en richt H5650 Uw knechten H7561 H8687 , veroordelende H7563 den ongerechtige H5414 H8800 , gevende H1870 zijn weg H7218 op zijn hoofd H6663 H8687 , en rechtvaardigende H6662 den gerechtige H5414 H8800 , gevende H6666 hem naar zijn gerechtigheid.
  33 H5971 Wanneer Uw volk H3478 Israel H5062 H8736 zal geslagen worden H6440 voor het aangezicht H341 H8802 des vijands H834 , omdat H2398 H8799 zij tegen U gezondigd zullen hebben H413 , en zich tot H7725 H8804 U bekeren H8034 , en Uw Naam H3034 H8689 belijden H413 , en tot H2088 U in dit H1004 huis H6419 H8694 bidden H2603 H8694 en smeken zullen;
  34 H8085 H8799 Hoor H859 Gij H8064 dan in den hemel H5545 H8804 , en vergeef H2403 de zonde H5971 van Uw volk H3478 Israel H7725 H8689 , en breng hen weder H413 in H127 het land H834 , dat H1 Gij hun vaderen H5414 H8804 gegeven hebt.
  35 H8064 Als de hemel H6113 H8736 zal gesloten zijn H3808 , dat er geen H4306 regen H1961 H8799 is H3588 , omdat H2398 H8799 zij tegen U gezondigd zullen hebben H413 ; en zij in H2088 deze H4725 plaats H6419 H8694 bidden H8034 , en Uw Naam H3034 H8689 belijden H4480 , en van H2403 hun zonden H7725 H8799 zich bekeren zullen H3588 , als H6031 H8686 Gij hen geplaagd zult hebben;
  36 H8085 H8799 Hoor H589 Gij H8064 dan in den hemel H5545 H8804 , en vergeef H2403 de zonde H5650 van Uw knechten H5971 en van Uw volk H3478 Israel H3588 , als H3384 H8686 Gij hun zult geleerd hebben H2896 den goeden H1870 weg H834 in denwelken H3212 H8799 zij wandelen zullen H5414 H8804 ; en geef H4306 regen H5921 op H776 Uw land H834 , dat H5971 Gij Uw volk H5159 tot een erfenis H5414 H8804 gegeven hebt.
  37 H3588 Als H7458 er honger H776 in het land H1961 H8799 wezen zal H3588 , als H1698 er pest H1961 H8799 wezen zal H3588 , als H7711 er brandkoren H3420 , honigdauw H697 , sprinkhanen H2625 , kevers H1961 H8799 wezen zullen H3588 , als H341 H8802 zijn vijand H776 in het land H8179 zijner poorten H6887 H8686 hem belegeren zal H3605 , [of] enige H5061 plage H3605 , [of] enige H4245 krankheid wezen zal;
  38 H3605 Alle H8605 gebed H3605 , alle H8467 smeking H834 , die H3605 van enig H120 mens H3605 , van al H5971 Uw volk H3478 Israel H1961 H8799 , geschieden zal H834 ; als H3045 H8799 zij erkennen H376 , een ieder H5061 de plage H3824 zijns harten H3709 , en [een] [ieder] zijn handen H413 in H2088 dit H1004 huis H6566 H8804 uitbreiden zal;
  39 H8085 H8799 Hoor H859 Gij H8064 dan in den hemel H4349 , de vaste plaats H3427 H8800 Uwer woning H5545 H8804 , en vergeef H6213 H8804 , en doe H5414 H8804 , en geef H376 een iegelijk H3605 naar al H1870 zijn wegen H834 , gelijk H3824 Gij zijn hart H3045 H8799 kent H3588 ; want H859 Gij H3045 H8804 alleen kent H3824 het hart H3605 van alle H1121 kinderen H120 der mensen;
  40 H4616 Opdat H3372 H8799 zij U vrezen H3605 al H3117 de dagen H834 , die H1992 zij H2416 leven zullen H5921 H6440 in H127 het land H834 , dat H1 Gij onzen vaderen H5414 H8804 gegeven hebt.
  41 H1571 Zelfs ook H413 aangaande H5237 den vreemde H834 , die H4480 van H5971 Uw volk H3478 Israel H3808 niet H1931 zal zijn H4480 , maar uit H7350 verren H776 lande H4616 om H8034 Uws Naams H935 H8804 wil komen zal;
  42 H3588 (Want H8085 H8799 zij zullen horen H1419 van Uw groten H8034 Naam H2389 , en van Uw sterke H3027 hand H5186 H8803 , en van Uw uitgestrekten H2220 arm H935 H8804 ) als hij komen H6419 H8694 en bidden zal H413 in H2088 dit H1004 huis;
  43 H8085 H8799 Hoor H859 Gij H8064 in den hemel H4349 , de vaste plaats H3427 H8800 Uwer woning H6213 H8804 , en doe H3605 naar alles H834 , waarom H5237 die vreemde H413 tot H7121 H8799 U roepen zal H4616 ; opdat H3605 alle H5971 volken H776 der aarde H8034 Uw Naam H3045 H8799 kennen H853 , om U H3372 H8800 te vrezen H5971 , gelijk Uw volk H3478 Israel H3045 H8800 , en om te weten H3588 , dat H8034 Uw Naam H7121 H8738 genoemd wordt H5921 over H2088 dit H1004 huis H834 , hetwelk H1129 H8804 ik gebouwd heb.
  44 H3588 Wanneer H5971 Uw volk H4421 in den krijg H5921 tegen H341 H8802 zijn vijand H3318 H8799 uittrekken zal H1870 door den weg H834 , dien H7971 H8799 Gij hen henen zenden zult H413 , en zullen tot H3068 den HEERE H6419 H8694 bidden H1870 naar den weg H5892 dezer stad H834 , die H977 H8804 Gij verkoren hebt H1004 , en naar dit huis H834 , hetwelk H8034 ik Uw Naam H1129 H8804 gebouwd heb;
  45 H8085 H8804 Hoor H8064 dan in den hemel H8605 hun gebed H8467 en hun smeking H6213 H0 , en voer H4941 hun recht H6213 H8804 uit.
  46 H3588 Wanneer H2398 H8799 zij gezondigd zullen hebben H3588 tegen U (want H369 H0 geen H120 mens H369 is er H834 , die H3808 niet H2398 H8799 zondigt H599 H8804 ), en Gij tegen hen vertoornd zult zijn H5414 H8804 , en hen leveren zult H6440 voor het aangezicht H341 H8802 des vijands H7617 H8802 , dat degenen, die hen gevangen hebben H7617 H8804 , hen gevankelijk wegvoeren H413 in H341 H8802 des vijands H776 land H7350 , dat verre H176 of H7138 nabij is.
  47 H776 En zij in het land H834 H8033 , waar H7617 H8738 zij gevankelijk weggevoerd zijn H413 , weder aan H3820 hun hart H7725 H8689 brengen zullen H7725 H8804 , dat zij zich bekeren H413 , en tot H2603 H8694 U smeken H776 in het land H7617 H8802 dergenen, die ze gevankelijk weggevoerd hebben H559 H8800 , zeggende H2398 H8804 : Wij hebben gezondigd H5753 H8689 , en verkeerdelijk gedaan H7561 H8804 , wij hebben goddelooslijk gehandeld;
  48 H413 En zij zich tot H7725 H8804 U bekeren H3605 , met hun ganse H3824 hart H3605 , en met hun ganse H5315 ziel H776 , in het land H341 H8802 hunner vijanden H834 , die H853 hen H7617 H8804 gevankelijk weggevoerd zullen hebben H413 ; en tot H6419 H8694 U bidden zullen H1870 naar den weg H776 van hun land H834 (hetwelk H1 Gij hun vaderen H5414 H8804 gegeven hebt H5892 ), naar deze stad H834 , die H977 H8804 Gij verkoren hebt H1004 , en naar dit huis H834 , dat H8034 ik Uw Naam H1129 H8804 gebouwd heb;
  49 H8085 H8804 Hoor H8064 dan in den hemel H4349 , de vaste plaats H3427 H8800 Uwer woning H8605 , hun gebed H8467 en hun smeking H6213 H0 en voer H4941 hun recht H6213 H8804 uit;
  50 H5545 H8804 En vergeef H5971 aan Uw volk H834 , dat H2398 H8804 zij tegen U gezondigd zullen hebben H3605 , en al H6588 hun overtredingen H834 , waarmede H6586 H8804 zij tegen U zullen overtreden hebben H5414 H8804 ; en geef H7356 hun barmhartigheid H6440 voor het aangezicht H7617 H8802 dergenen, die ze gevangen houden H7355 H8765 , opdat zij zich hunner ontfermen;
  51 H3588 Want H1992 zij H5971 zijn Uw volk H5159 en Uw erfdeel H834 , die H3318 H8689 Gij uitgevoerd hebt H4480 uit H4714 Egypteland H4480 , uit H8432 het midden H1270 des ijzeren H3564 ovens;
  52 H5869 Opdat Uw ogen H6605 H8803 open H1961 H8800 zijn H413 tot H8467 de smeking H5650 van Uw knecht H413 , en tot H8467 de smeking H5971 van Uw volk H3478 Israel H413 , om naar H8085 H8800 hen te horen H3605 , in al H7121 H8800 hun roepen H413 tot U.
  53 H3588 Want H589 Gij H5159 hebt hen U tot een erfdeel H914 H8689 afgezonderd H4480 , uit H3605 alle H5971 volken H776 der aarde H834 ; gelijk als H1696 H8765 Gij gesproken hebt H3027 door den dienst H4872 van Mozes H5650 , Uw knecht H1 , als Gij onze vaderen H4480 uit H4714 Egypte H3318 H8687 uitvoerdet H136 , Heere H3069 HEERE!
  54 H1961 H8799 Het geschiedde H8010 nu, als Salomo H3615 H8763 voleind had H3605 dit ganse H8605 gebed H8467 , en deze smeking H413 tot H3068 den HEERE H6419 H8692 te bidden H4480 , [dat] hij van H6440 voor H4196 het altaar H3068 des HEEREN H6965 H8804 opstond H4480 , van H3766 H8800 het knielen H5921 op H1290 zijn knieen H3709 , met zijn handen H6566 H8803 uitgebreid H8064 naar den hemel;
  55 H5975 H8799 Zo stond hij H1288 H8762 , en zegende H3605 de ganse H6951 gemeente H3478 van Israel H559 H8800 , zeggende H1419 met luider H6963 stem:
  56 H1288 H8803 Geloofd H3068 zij de HEERE H834 , Die H5971 aan Zijn volk H3478 Israel H4496 rust H5414 H8804 gegeven heeft H3605 , naar alles H834 , wat H1696 H8765 Hij gesproken heeft H3808 ! Niet H259 een enig H1697 woord H5307 H8804 is er gevallen H4480 van H3605 al H2896 Zijn goede H1697 woorden H834 , die H1696 H8765 Hij gesproken heeft H3027 door den dienst H4872 van Mozes H5650 , Zijn knecht.
  57 H3068 De HEERE H430 , onze God H1961 H8799 , zij H5973 met H834 ons, gelijk als H1961 H8804 Hij geweest is H5973 met H1 onze vaderen H5800 H8799 ; Hij verlate H408 ons niet H5203 H8799 , en begeve H408 ons niet;
  58 H5186 H8687 Neigende H413 tot H3824 Zich ons hart H3605 , om in al H1870 Zijn wegen H3212 H8800 te wandelen H8104 H8800 , en om te houden H4687 Zijn geboden H2706 , en Zijn inzettingen H4941 , en Zijn rechten H834 , dewelke H1 Hij onzen vaderen H6680 H8765 geboden heeft.
  59 H428 En dat deze H1697 mijn woorden H834 , waarmede H6440 ik voor H3068 den HEERE H2603 H8694 gesmeekt heb H7138 , mogen nabij H1961 H8799 zijn H413 voor H3068 den HEERE H430 , onzen God H3119 , dag H3915 en nacht H4941 ; opdat Hij het recht H5650 van Zijn knecht H6213 H8800 uitvoere H4941 , en het recht H5971 van Zijn volk H3478 Israel H1697 , elkeen H3117 dagelijks H3117 op zijn dag.
  60 H4616 Opdat H3605 alle H5971 volken H776 der aarde H3045 H8800 weten H3588 , dat H3068 de HEERE H1931 die H430 God H369 is, niemand H5750 meer;
  61 H3824 En ulieder hart H8003 volkomen H1961 H8804 zij H5973 met H3068 den HEERE H430 , onzen God H3212 H8800 , om te wandelen H2706 in Zijn inzettingen H4687 , en Zijn geboden H8104 H8800 te houden H2088 , gelijk te dezen H3117 dage.
  62 H4428 En de koning H3605 , en gans H3478 Israel H5973 met H2076 H8802 hem, offerden H2077 slachtofferen H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN.
  63 H8010 En Salomo H2076 H8799 offerde H2077 H8002 ten dankoffer H834 , dat H3068 hij den HEERE H2076 H8804 offerde H8147 , twee H6242 en twintig H505 duizend H1241 runderen H3967 , en honderd H6242 en twintig H505 duizend H6629 schapen H1004 . Alzo hebben zij het huis H3068 des HEEREN H2596 H8799 ingewijd H4428 , de koning H3605 en al H1121 de kinderen H3478 Israels.
  64 H1931 Ten zelfden H3117 dage H6942 H8765 heiligde H4428 de koning H8432 het middelste H2691 des voorhofs H834 , dat H6440 voor H1004 het huis H3068 des HEEREN H3588 was, omdat H8033 hij aldaar H5930 het brandoffer H4503 en het spijsoffer H6213 H8804 bereid had H2459 , mitsgaders het vet H8002 der dankofferen H3588 ; want H5178 het koperen H4196 altaar H834 , dat H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H6996 was, was te klein H4480 , om H5930 de brandofferen H4503 , en de spijsofferen H2459 , en het vet H8002 der dankofferen H3557 H8687 te vatten.
  65 H1931 Terzelfder H6256 tijd H6213 H8799 ook hield H8010 Salomo H2282 het feest H3605 , en gans H3478 Israel H5973 met H1419 hem, een grote H6951 gemeente H4480 , van H935 H8800 den ingang H2574 af van Hamath H5704 tot H5158 de rivier H4714 van Egypte H6440 , voor het aangezicht H3068 des HEEREN H430 , onzes Gods H7651 , zeven H3117 dagen H7651 en zeven H3117 dagen H702 H6240 , zijnde veertien H3117 dagen.
  66 H8066 Op den achtsten H3117 dag H7971 H0 liet hij H5971 het volk H7971 H8765 gaan H1288 H8762 , en zij zegenden H4428 den koning H3212 H8799 ; daarna gingen zij H168 naar hun tenten H8056 , blijde H2896 H3820 en goedsmoeds H5921 over H3605 al H2896 het goede H834 , dat H3068 de HEERE H1732 aan David H5650 , Zijn knecht H3478 , en aan Israel H5971 , Zijn volk H6213 H8804 , gedaan had.