DSV_Strongs(i)
1
H227
Toen
H6950 H8686
vergaderde
H8010
Salomo
H2205
de oudsten
H3478
van Israel
H3605
, en al
H7218
de hoofden
H4294
der stammen
H5387
, de oversten
H1
der vaderen
H1121
, onder de kinderen
H3478
Israels
H413
, tot
H4428
den koning
H8010
Salomo
H3389
te Jeruzalem
H727
, om de ark
H1285
des verbonds
H3068
des HEEREN
H5927 H8687
op te brengen
H4480
uit
H5892
de stad
H1732
Davids
H1931
, dewelke
H6726
is Sion.
2
H3605
En alle
H376
mannen
H3478
van Israel
H6950 H8735
verzamelden zich
H413
tot
H4428
den koning
H8010
Salomo
H3391
, in de maand
H388
Ethanim
H2282
op het feest
H1931
; die
H7637
is de zevende
H2320
maand.
3
H3605
En al
H2205
de oudsten
H3478
van Israel
H935 H8799
kwamen
H3548
; en de priesters
H5375 H0
namen
H727
de ark
H5375 H8799
op.
4
H5927 H0
En zij brachten
H727
de ark
H3068
des HEEREN
H168
en de tent
H4150
der samenkomst
H5927 H8686
opwaarts
H3605
mitsgaders al
H6944
de heilige
H3627
vaten
H834
, die
H168
in de tent
H3548
waren; en de priesters
H3881
en de Levieten
H5927 H0
brachten
H853
dezelve
H5927 H8686
opwaarts.
5
H4428
De koning
H8010
Salomo
H3605
nu en de ganse
H5712
vergadering
H3478
van Israel
H5921
, die bij
H3259 H8737
hem vergaderd waren
H854
, waren met
H6440
hem voor
H727
de ark
H2076 H8764
, offerende
H6629
schapen
H1241
en runderen
H834
, die
H4480
vanwege
H7230
de menigte
H3808
niet
H5608 H8735
konden geteld
H3808
, noch
H4487 H8735
gerekend worden.
6
H935 H8686
Alzo brachten
H3548
de priesteren
H727
de ark
H1285
des verbonds
H3068
des HEEREN
H413
tot
H4725
haar plaats
H413
, tot
H1687
de aanspraakplaats
H1004
van het huis
H413
, tot
H6944
het heilige
H6944
der heiligen
H413
, tot
H8478
onder
H3671
de vleugelen
H3742
der cherubim.
7
H3588
Want
H3742
de cherubim
H6566 H8802
spreidden
H3671
beide vleugelen
H413
over
H4725
de plaats
H727
der ark
H3742
; en de cherubim
H5526 H8799
overdekten
H5921
de
H727
ark
H5921
en haar
H905
handbomen
H4480
van
H4605
boven.
8
H748 H0
Daarna schoven zij
H905
de handbomen
H748 H8686
verder uit
H7218
, dat de hoofden
H905
der handbomen
H7200 H8735
gezien werden
H4480
uit
H6944
het heiligdom
H5921
voor
H6440
aan
H1687
de aanspraakplaats
H2351
, maar buiten
H3808
niet
H7200 H8735
gezien werden
H1961 H8799
; en zij zijn
H8033
aldaar
H5704
tot op
H2088
dezen
H3117
dag.
9
H369
Er was niets
H727
in de ark
H7535
, dan alleen
H8147
de twee
H68
stenen
H3871
tafelen
H834
, die
H4872
Mozes
H2722
bij Horeb
H8033
daarin
H3240 H8689
gelegd had
H834
, als
H3068
de HEERE
H3772 H8804
[een] [verbond] maakte
H5973
met
H1121
de kinderen
H3478
Israels
H4480
, toen zij uit
H776 H4714
Egypteland
H3318 H8800
uitgetogen waren.
10
H1961 H8799
En het geschiedde
H3548
, als de priesters
H4480
uit
H6944
het heilige
H3318 H8800
uitgingen
H6051
, dat een wolk
H1004
het huis
H3068
des HEEREN
H4390 H8804
vervulde.
11
H3548
En de priesters
H3201 H8804
konden
H3808
niet
H5975 H8800
staan
H8334 H8763
om te dienen
H4480 H6440
, vanwege
H6051
de wolk
H3588
; want
H3519
de heerlijkheid
H3068
des HEEREN
H1004
had het huis
H3068
des HEEREN
H4390 H8804
vervuld.
12
H227
Toen
H559 H8804
zeide
H8010
Salomo
H3068
: De HEERE
H559 H8804
heeft gezegd
H6205
, dat Hij in donkerheid
H7931 H8800
zou wonen.
13
H1129 H8800
Ik heb immers
H1004
een huis
H1129 H8804
gebouwd
H2073
, U ter woonstede
H4349
, een vaste plaats
H5769
tot Uw eeuwige
H3427 H8800
woning.
14
H5437 H0
Daarna wendde
H4428
de koning
H6440
zijn aangezicht
H5437 H8686
om
H1288 H8762
, en zegende
H3605
de ganse
H6951
gemeente
H3478
van Israel
H3605
; en de ganse
H6951
gemeente
H3478
van Israel
H5975 H8802
stond.
15
H559 H8799
En hij zeide
H1288 H8803
: Geloofd
H3068
zij de HEERE
H430
, de God
H3478
Israels
H834
, Die
H6310
met Zijn mond
H1
tot mijn vader
H1732
David
H1696 H8765
gesproken heeft
H3027
, en heeft het met Zijn hand
H4390 H8765
vervuld
H559 H8800
, zeggende:
16
H4480
Van
H3117
dien dag
H834
af, dat
H5971
Ik Mijn volk
H3478
Israel
H4480
uit
H4714
Egypteland
H3318 H8689
uitgevoerd heb
H3808
, heb Ik geen
H5892
stad
H977 H8804
verkoren
H4480
uit
H3605
alle
H7626
stammen
H3478
van Israel
H1004
, om een huis
H1129 H8800
te bouwen
H8034
, dat Mijn Naam
H8033
daar
H1961 H8800
zou wezen
H1732
; maar Ik heb David
H977 H8799
verkoren
H5921
, dat hij over
H5971
Mijn volk
H3478
Israel
H1961 H8800
wezen zou.
17
H1961 H8799
Het was
H5973
ook in
H3824
het hart
H1
van mijn vader
H1732
David
H1004
, een huis
H8034
den Naam
H3068
van den HEERE
H430
, den God
H3478
Israels
H1129 H8800
, te bouwen.
18
H3068
Maar de HEERE
H559 H8799
zeide
H413
tot
H1732
David
H1
, mijn vader
H3282
: Dewijl
H834
dat
H5973
in
H3824
uw hart
H1961 H8804
geweest is
H8034
Mijn Naam
H1004
een huis
H1129 H8800
te bouwen
H2895 H8689
, gij hebt welgedaan
H3588
, dat
H5973
het in
H3824
uw hart
H1961 H8804
geweest is.
19
H7535
Evenwel
H859
gij
H1004
zult dat huis
H3808
niet
H1129 H8799
bouwen
H3588 H518
; maar
H1121
uw zoon
H4480
, die uit
H2504
uw lendenen
H3318 H8802
voortkomen zal
H1931
, die
H8034
zal Mijn Naam
H1004
dat huis
H1129 H8799
bouwen.
20
H3068
Zo heeft de HEERE
H6965 H8686
bevestigd
H1697
Zijn woord
H834
, dat
H1696 H8765
Hij gesproken had
H6965 H8799
; want ik ben opgestaan
H8478
in de plaats
H1
van mijn vader
H1732
David
H3427 H8799
, en ik zit
H5921
op
H3678
den troon
H3478
van Israel
H834
, gelijk als
H3068
de HEERE
H1696 H8765
gesproken heeft
H1004
; en ik heb een huis
H1129 H8799
gebouwd
H8034
den Naam
H3068
des HEEREN
H430
, des Gods
H3478
van Israel.
21
H8033
En ik heb daar
H4725
een plaats
H7760 H8799
beschikt
H727
voor de ark
H834 H8033
, waarin
H1285
het verbond
H3068
des HEEREN
H834
is, hetwelk
H5973
Hij met
H1
onze vaderen
H3772 H8804
maakte
H853
, als Hij hen
H4480
uit
H776 H4714
Egypteland
H3318 H8687
uitvoerde.
22
H8010
En Salomo
H5975 H8799
stond
H6440
voor
H4196
het altaar
H3068
des HEEREN
H5048
, tegenover
H3605
de ganse
H6951
gemeente
H3478
van Israel
H6566 H0
, en breidde
H3709
zijn handen
H6566 H8799
uit
H8064
naar den hemel;
23
H559 H8799
En hij zeide
H3068
: HEERE
H430
, God
H3478
van Israel
H369
, er is geen
H430
God
H3644
, gelijk
H4480 H4605
Gij, boven
H8064
in den hemel
H4480 H8478
, noch beneden
H5921
op
H776
de aarde
H8104 H8802
, houdende
H1285
het verbond
H2617
en de weldadigheid
H5650
aan Uw knechten
H6440
, die voor Uw aangezicht
H3605
met hun ganse
H3820
hart
H1980 H8802
wandelen;
24
H834
Die
H5650
Uw knecht
H1
, mijn vader
H1732
David
H8104 H8804
, gehouden hebt
H834
, wat
H1696 H8765
Gij tot hem gesproken hadt
H6310
; want met Uw mond
H1696 H8762
hebt Gij gesproken
H3027
, en met Uw hand
H4390 H8765
vervuld
H2088
, gelijk het te dezen
H3117
dage is.
25
H6258
En nu
H3068
HEERE
H430
, God
H3478
van Israel
H8104 H8798
, houd
H5650
Uw knecht
H1
, mijn vader
H1732
David
H834
, wat
H1696 H8765
Gij tot hem gesproken hebt
H559 H8800
, zeggende
H3808
: Geen
H376
man
H4480
zal u van
H6440
voor Mijn aangezicht
H3772 H8735
afgesneden worden
H5921
, die op
H3678
den troon
H3478
van Israel
H3427 H8802
zitte
H7535
; alleenlijk
H1121
zo uw zonen
H1870
hun weg
H8104 H8799
bewaren
H3212 H8800
, om te wandelen
H6440
voor Mijn aangezicht
H834
, gelijk als
H1980 H8804
gij gewandeld hebt
H6440
voor Mijn aangezicht.
26
H6258
Nu dan
H430
, o God
H3478
van Israel
H4994
, laat toch
H1697
Uw woord
H539 H8735
waar worden
H834
, hetwelk
H1696 H8765
Gij gesproken hebt
H5650
tot Uw knecht
H1
, mijn vader
H1732
David.
27
H3588
Maar
H552
waarlijk
H430
, zou God
H5921
op
H776
de aarde
H3427 H8799
wonen
H2009
? Zie
H8064
, de hemelen
H8064
, ja, de hemel
H8064
der hemelen
H3808
zouden U niet
H3557 H8770
begrijpen
H637 H3588
, hoeveel te min
H2088
dit
H1004
huis
H834
, dat
H1129 H8804
ik gebouwd heb!
28
H6437 H8804
Wend U
H413
dan nog tot
H8605
het gebed
H5650
van Uw knecht
H413
, en tot
H8467
zijn smeking
H3068
, o HEERE
H430
, mijn God
H8085 H8800
, om te horen
H413
naar
H7440
het geroep
H413
en naar
H8605
het gebed
H834
, dat
H5650
Uw knecht
H3117
heden
H6440
voor Uw aangezicht
H6419 H8693
bidt.
29
H5869
Dat Uw ogen
H6605 H8803
open
H1961 H8800
zijn
H3915
, nacht
H3117
en dag
H413
, over
H2088
dit
H1004
huis
H413
, over
H4725
deze plaats
H834
, van dewelke
H559 H8804
Gij gezegd hebt
H8034
: Mijn Naam
H8033
zal daar
H1961 H8799
zijn
H8085 H8800
; om te horen
H413
naar
H8605
het gebed
H834
, hetwelk
H5650
Uw knecht
H6419 H8691
bidden zal
H413
in
H2088
deze
H4725
plaats.
30
H8085 H8804
Hoor
H413
dan naar
H8467
de smeking
H5650
van Uw knecht
H5971
, en van Uw volk
H3478
Israel
H834
, die
H413
in
H2088
deze
H4725
plaats
H6419 H8691
zullen bidden
H859
; en Gij
H8085 H8799
, hoor
H413
in
H4725
de plaats
H3427 H8800
Uwer woning
H413
, in
H8064
den hemel
H8085 H8804
, ja, hoor
H5545 H8804
, en vergeef.
31
H834
Wanneer
H376
iemand
H7453
tegen zijn naaste
H2398 H8799
zal gezondigd hebben
H423
, en hij hem een eed des vloeks
H5375 H8804
opgelegd zal hebben
H422 H8687
, om zichzelven te vervloeken
H423
; en de eed des vloeks
H6440
voor
H4196
Uw altaar
H2088
in dit
H1004
huis
H935 H8804
komen zal;
32
H8085 H8799
Hoor
H859
Gij
H8064
dan in den hemel
H6213 H8804
, en doe
H8199 H8804
, en richt
H5650
Uw knechten
H7561 H8687
, veroordelende
H7563
den ongerechtige
H5414 H8800
, gevende
H1870
zijn weg
H7218
op zijn hoofd
H6663 H8687
, en rechtvaardigende
H6662
den gerechtige
H5414 H8800
, gevende
H6666
hem naar zijn gerechtigheid.
33
H5971
Wanneer Uw volk
H3478
Israel
H5062 H8736
zal geslagen worden
H6440
voor het aangezicht
H341 H8802
des vijands
H834
, omdat
H2398 H8799
zij tegen U gezondigd zullen hebben
H413
, en zich tot
H7725 H8804
U bekeren
H8034
, en Uw Naam
H3034 H8689
belijden
H413
, en tot
H2088
U in dit
H1004
huis
H6419 H8694
bidden
H2603 H8694
en smeken zullen;
34
H8085 H8799
Hoor
H859
Gij
H8064
dan in den hemel
H5545 H8804
, en vergeef
H2403
de zonde
H5971
van Uw volk
H3478
Israel
H7725 H8689
, en breng hen weder
H413
in
H127
het land
H834
, dat
H1
Gij hun vaderen
H5414 H8804
gegeven hebt.
35
H8064
Als de hemel
H6113 H8736
zal gesloten zijn
H3808
, dat er geen
H4306
regen
H1961 H8799
is
H3588
, omdat
H2398 H8799
zij tegen U gezondigd zullen hebben
H413
; en zij in
H2088
deze
H4725
plaats
H6419 H8694
bidden
H8034
, en Uw Naam
H3034 H8689
belijden
H4480
, en van
H2403
hun zonden
H7725 H8799
zich bekeren zullen
H3588
, als
H6031 H8686
Gij hen geplaagd zult hebben;
36
H8085 H8799
Hoor
H589
Gij
H8064
dan in den hemel
H5545 H8804
, en vergeef
H2403
de zonde
H5650
van Uw knechten
H5971
en van Uw volk
H3478
Israel
H3588
, als
H3384 H8686
Gij hun zult geleerd hebben
H2896
den goeden
H1870
weg
H834
in denwelken
H3212 H8799
zij wandelen zullen
H5414 H8804
; en geef
H4306
regen
H5921
op
H776
Uw land
H834
, dat
H5971
Gij Uw volk
H5159
tot een erfenis
H5414 H8804
gegeven hebt.
37
H3588
Als
H7458
er honger
H776
in het land
H1961 H8799
wezen zal
H3588
, als
H1698
er pest
H1961 H8799
wezen zal
H3588
, als
H7711
er brandkoren
H3420
, honigdauw
H697
, sprinkhanen
H2625
, kevers
H1961 H8799
wezen zullen
H3588
, als
H341 H8802
zijn vijand
H776
in het land
H8179
zijner poorten
H6887 H8686
hem belegeren zal
H3605
, [of] enige
H5061
plage
H3605
, [of] enige
H4245
krankheid wezen zal;
38
H3605
Alle
H8605
gebed
H3605
, alle
H8467
smeking
H834
, die
H3605
van enig
H120
mens
H3605
, van al
H5971
Uw volk
H3478
Israel
H1961 H8799
, geschieden zal
H834
; als
H3045 H8799
zij erkennen
H376
, een ieder
H5061
de plage
H3824
zijns harten
H3709
, en [een] [ieder] zijn handen
H413
in
H2088
dit
H1004
huis
H6566 H8804
uitbreiden zal;
39
H8085 H8799
Hoor
H859
Gij
H8064
dan in den hemel
H4349
, de vaste plaats
H3427 H8800
Uwer woning
H5545 H8804
, en vergeef
H6213 H8804
, en doe
H5414 H8804
, en geef
H376
een iegelijk
H3605
naar al
H1870
zijn wegen
H834
, gelijk
H3824
Gij zijn hart
H3045 H8799
kent
H3588
; want
H859
Gij
H3045 H8804
alleen kent
H3824
het hart
H3605
van alle
H1121
kinderen
H120
der mensen;
40
H4616
Opdat
H3372 H8799
zij U vrezen
H3605
al
H3117
de dagen
H834
, die
H1992
zij
H2416
leven zullen
H5921 H6440
in
H127
het land
H834
, dat
H1
Gij onzen vaderen
H5414 H8804
gegeven hebt.
41
H1571
Zelfs ook
H413
aangaande
H5237
den vreemde
H834
, die
H4480
van
H5971
Uw volk
H3478
Israel
H3808
niet
H1931
zal zijn
H4480
, maar uit
H7350
verren
H776
lande
H4616
om
H8034
Uws Naams
H935 H8804
wil komen zal;
42
H3588
(Want
H8085 H8799
zij zullen horen
H1419
van Uw groten
H8034
Naam
H2389
, en van Uw sterke
H3027
hand
H5186 H8803
, en van Uw uitgestrekten
H2220
arm
H935 H8804
) als hij komen
H6419 H8694
en bidden zal
H413
in
H2088
dit
H1004
huis;
43
H8085 H8799
Hoor
H859
Gij
H8064
in den hemel
H4349
, de vaste plaats
H3427 H8800
Uwer woning
H6213 H8804
, en doe
H3605
naar alles
H834
, waarom
H5237
die vreemde
H413
tot
H7121 H8799
U roepen zal
H4616
; opdat
H3605
alle
H5971
volken
H776
der aarde
H8034
Uw Naam
H3045 H8799
kennen
H853
, om U
H3372 H8800
te vrezen
H5971
, gelijk Uw volk
H3478
Israel
H3045 H8800
, en om te weten
H3588
, dat
H8034
Uw Naam
H7121 H8738
genoemd wordt
H5921
over
H2088
dit
H1004
huis
H834
, hetwelk
H1129 H8804
ik gebouwd heb.
44
H3588
Wanneer
H5971
Uw volk
H4421
in den krijg
H5921
tegen
H341 H8802
zijn vijand
H3318 H8799
uittrekken zal
H1870
door den weg
H834
, dien
H7971 H8799
Gij hen henen zenden zult
H413
, en zullen tot
H3068
den HEERE
H6419 H8694
bidden
H1870
naar den weg
H5892
dezer stad
H834
, die
H977 H8804
Gij verkoren hebt
H1004
, en naar dit huis
H834
, hetwelk
H8034
ik Uw Naam
H1129 H8804
gebouwd heb;
45
H8085 H8804
Hoor
H8064
dan in den hemel
H8605
hun gebed
H8467
en hun smeking
H6213 H0
, en voer
H4941
hun recht
H6213 H8804
uit.
46
H3588
Wanneer
H2398 H8799
zij gezondigd zullen hebben
H3588
tegen U (want
H369 H0
geen
H120
mens
H369
is er
H834
, die
H3808
niet
H2398 H8799
zondigt
H599 H8804
), en Gij tegen hen vertoornd zult zijn
H5414 H8804
, en hen leveren zult
H6440
voor het aangezicht
H341 H8802
des vijands
H7617 H8802
, dat degenen, die hen gevangen hebben
H7617 H8804
, hen gevankelijk wegvoeren
H413
in
H341 H8802
des vijands
H776
land
H7350
, dat verre
H176
of
H7138
nabij is.
47
H776
En zij in het land
H834 H8033
, waar
H7617 H8738
zij gevankelijk weggevoerd zijn
H413
, weder aan
H3820
hun hart
H7725 H8689
brengen zullen
H7725 H8804
, dat zij zich bekeren
H413
, en tot
H2603 H8694
U smeken
H776
in het land
H7617 H8802
dergenen, die ze gevankelijk weggevoerd hebben
H559 H8800
, zeggende
H2398 H8804
: Wij hebben gezondigd
H5753 H8689
, en verkeerdelijk gedaan
H7561 H8804
, wij hebben goddelooslijk gehandeld;
48
H413
En zij zich tot
H7725 H8804
U bekeren
H3605
, met hun ganse
H3824
hart
H3605
, en met hun ganse
H5315
ziel
H776
, in het land
H341 H8802
hunner vijanden
H834
, die
H853
hen
H7617 H8804
gevankelijk weggevoerd zullen hebben
H413
; en tot
H6419 H8694
U bidden zullen
H1870
naar den weg
H776
van hun land
H834
(hetwelk
H1
Gij hun vaderen
H5414 H8804
gegeven hebt
H5892
), naar deze stad
H834
, die
H977 H8804
Gij verkoren hebt
H1004
, en naar dit huis
H834
, dat
H8034
ik Uw Naam
H1129 H8804
gebouwd heb;
49
H8085 H8804
Hoor
H8064
dan in den hemel
H4349
, de vaste plaats
H3427 H8800
Uwer woning
H8605
, hun gebed
H8467
en hun smeking
H6213 H0
en voer
H4941
hun recht
H6213 H8804
uit;
50
H5545 H8804
En vergeef
H5971
aan Uw volk
H834
, dat
H2398 H8804
zij tegen U gezondigd zullen hebben
H3605
, en al
H6588
hun overtredingen
H834
, waarmede
H6586 H8804
zij tegen U zullen overtreden hebben
H5414 H8804
; en geef
H7356
hun barmhartigheid
H6440
voor het aangezicht
H7617 H8802
dergenen, die ze gevangen houden
H7355 H8765
, opdat zij zich hunner ontfermen;
51
H3588
Want
H1992
zij
H5971
zijn Uw volk
H5159
en Uw erfdeel
H834
, die
H3318 H8689
Gij uitgevoerd hebt
H4480
uit
H4714
Egypteland
H4480
, uit
H8432
het midden
H1270
des ijzeren
H3564
ovens;
52
H5869
Opdat Uw ogen
H6605 H8803
open
H1961 H8800
zijn
H413
tot
H8467
de smeking
H5650
van Uw knecht
H413
, en tot
H8467
de smeking
H5971
van Uw volk
H3478
Israel
H413
, om naar
H8085 H8800
hen te horen
H3605
, in al
H7121 H8800
hun roepen
H413
tot U.
53
H3588
Want
H589
Gij
H5159
hebt hen U tot een erfdeel
H914 H8689
afgezonderd
H4480
, uit
H3605
alle
H5971
volken
H776
der aarde
H834
; gelijk als
H1696 H8765
Gij gesproken hebt
H3027
door den dienst
H4872
van Mozes
H5650
, Uw knecht
H1
, als Gij onze vaderen
H4480
uit
H4714
Egypte
H3318 H8687
uitvoerdet
H136
, Heere
H3069
HEERE!
54
H1961 H8799
Het geschiedde
H8010
nu, als Salomo
H3615 H8763
voleind had
H3605
dit ganse
H8605
gebed
H8467
, en deze smeking
H413
tot
H3068
den HEERE
H6419 H8692
te bidden
H4480
, [dat] hij van
H6440
voor
H4196
het altaar
H3068
des HEEREN
H6965 H8804
opstond
H4480
, van
H3766 H8800
het knielen
H5921
op
H1290
zijn knieen
H3709
, met zijn handen
H6566 H8803
uitgebreid
H8064
naar den hemel;
55
H5975 H8799
Zo stond hij
H1288 H8762
, en zegende
H3605
de ganse
H6951
gemeente
H3478
van Israel
H559 H8800
, zeggende
H1419
met luider
H6963
stem:
56
H1288 H8803
Geloofd
H3068
zij de HEERE
H834
, Die
H5971
aan Zijn volk
H3478
Israel
H4496
rust
H5414 H8804
gegeven heeft
H3605
, naar alles
H834
, wat
H1696 H8765
Hij gesproken heeft
H3808
! Niet
H259
een enig
H1697
woord
H5307 H8804
is er gevallen
H4480
van
H3605
al
H2896
Zijn goede
H1697
woorden
H834
, die
H1696 H8765
Hij gesproken heeft
H3027
door den dienst
H4872
van Mozes
H5650
, Zijn knecht.
57
H3068
De HEERE
H430
, onze God
H1961 H8799
, zij
H5973
met
H834
ons, gelijk als
H1961 H8804
Hij geweest is
H5973
met
H1
onze vaderen
H5800 H8799
; Hij verlate
H408
ons niet
H5203 H8799
, en begeve
H408
ons niet;
58
H5186 H8687
Neigende
H413
tot
H3824
Zich ons hart
H3605
, om in al
H1870
Zijn wegen
H3212 H8800
te wandelen
H8104 H8800
, en om te houden
H4687
Zijn geboden
H2706
, en Zijn inzettingen
H4941
, en Zijn rechten
H834
, dewelke
H1
Hij onzen vaderen
H6680 H8765
geboden heeft.
59
H428
En dat deze
H1697
mijn woorden
H834
, waarmede
H6440
ik voor
H3068
den HEERE
H2603 H8694
gesmeekt heb
H7138
, mogen nabij
H1961 H8799
zijn
H413
voor
H3068
den HEERE
H430
, onzen God
H3119
, dag
H3915
en nacht
H4941
; opdat Hij het recht
H5650
van Zijn knecht
H6213 H8800
uitvoere
H4941
, en het recht
H5971
van Zijn volk
H3478
Israel
H1697
, elkeen
H3117
dagelijks
H3117
op zijn dag.
60
H4616
Opdat
H3605
alle
H5971
volken
H776
der aarde
H3045 H8800
weten
H3588
, dat
H3068
de HEERE
H1931
die
H430
God
H369
is, niemand
H5750
meer;
61
H3824
En ulieder hart
H8003
volkomen
H1961 H8804
zij
H5973
met
H3068
den HEERE
H430
, onzen God
H3212 H8800
, om te wandelen
H2706
in Zijn inzettingen
H4687
, en Zijn geboden
H8104 H8800
te houden
H2088
, gelijk te dezen
H3117
dage.
62
H4428
En de koning
H3605
, en gans
H3478
Israel
H5973
met
H2076 H8802
hem, offerden
H2077
slachtofferen
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN.
63
H8010
En Salomo
H2076 H8799
offerde
H2077 H8002
ten dankoffer
H834
, dat
H3068
hij den HEERE
H2076 H8804
offerde
H8147
, twee
H6242
en twintig
H505
duizend
H1241
runderen
H3967
, en honderd
H6242
en twintig
H505
duizend
H6629
schapen
H1004
. Alzo hebben zij het huis
H3068
des HEEREN
H2596 H8799
ingewijd
H4428
, de koning
H3605
en al
H1121
de kinderen
H3478
Israels.
64
H1931
Ten zelfden
H3117
dage
H6942 H8765
heiligde
H4428
de koning
H8432
het middelste
H2691
des voorhofs
H834
, dat
H6440
voor
H1004
het huis
H3068
des HEEREN
H3588
was, omdat
H8033
hij aldaar
H5930
het brandoffer
H4503
en het spijsoffer
H6213 H8804
bereid had
H2459
, mitsgaders het vet
H8002
der dankofferen
H3588
; want
H5178
het koperen
H4196
altaar
H834
, dat
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H6996
was, was te klein
H4480
, om
H5930
de brandofferen
H4503
, en de spijsofferen
H2459
, en het vet
H8002
der dankofferen
H3557 H8687
te vatten.
65
H1931
Terzelfder
H6256
tijd
H6213 H8799
ook hield
H8010
Salomo
H2282
het feest
H3605
, en gans
H3478
Israel
H5973
met
H1419
hem, een grote
H6951
gemeente
H4480
, van
H935 H8800
den ingang
H2574
af van Hamath
H5704
tot
H5158
de rivier
H4714
van Egypte
H6440
, voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H430
, onzes Gods
H7651
, zeven
H3117
dagen
H7651
en zeven
H3117
dagen
H702 H6240
, zijnde veertien
H3117
dagen.
66
H8066
Op den achtsten
H3117
dag
H7971 H0
liet hij
H5971
het volk
H7971 H8765
gaan
H1288 H8762
, en zij zegenden
H4428
den koning
H3212 H8799
; daarna gingen zij
H168
naar hun tenten
H8056
, blijde
H2896 H3820
en goedsmoeds
H5921
over
H3605
al
H2896
het goede
H834
, dat
H3068
de HEERE
H1732
aan David
H5650
, Zijn knecht
H3478
, en aan Israel
H5971
, Zijn volk
H6213 H8804
, gedaan had.