Hebrews 11:36 Cross References - DSV_Strongs

  36 G1161 En G2087 anderen G1701 hebben bespottingen G2532 en G3148 geselen G3984 G2983 G5627 geproefd G1161 , en G2089 ook G1199 banden G2532 en G5438 gevangenis;

Genesis 39:20

  20 H3130 En Jozefs H113 heer H3947 H8799 nam H853 hem H5414 H8799 , en leverde H413 hem in H1004 H5470 het gevangenhuis H4725 , ter plaatse H834 , waar H4428 des konings H615 gevangenen H631 H8803 gevangen waren H1961 H8799 ; alzo was hij H8033 daar H1004 H5470 in het gevangenhuis.

Judges 16:25

  25 H1961 H8799 En het geschiedde H3588 , als H3820 hun hart H2896 vrolijk was H559 H8799 , dat zij zeiden H7121 H8798 : Roept H8123 Simson H7832 H8762 , dat hij voor ons spele H7121 H8799 . En zij riepen H8123 Simson H4480 uit H631 H8803 H1004 het gevangenhuis H6711 H8762 ; en hij speelde H6440 voor hun aangezichten H853 , en zij deden hem H5975 H8686 staan H996 tussen H5982 de pilaren.

1 Kings 22:24

  24 H5066 H0 Toen trad H6667 Zedekia H1121 , de zoon H3668 van Kenaana H5066 H8799 , toe H5221 H8686 , en sloeg H4321 Micha H5921 op H3895 het kinnebakken H559 H8799 ; en hij zeide H335 H2088 : Door wat H7307 [weg] is de geest H3068 des HEEREN H4480 van H854 mij H5674 H8804 doorgegaan H854 , om u H1696 H8763 aan te spreken?

1 Kings 22:27

  27 H559 H8804 En gij zult zeggen H3541 : Zo H559 H8804 zegt H4428 de koning H7760 H8798 : Zet H2088 dezen H1004 H3608 in het gevangenhuis H398 H8685 , en spijst H3899 hem met brood H3906 der bedruktheid H4325 , en met water H3906 der bedruktheid H5704 , totdat H7965 ik met vrede H935 H8800 [weder] kom.

2 Kings 2:23

  23 H5927 H0 En hij ging H4480 van H8033 daar H5927 H8799 op H1008 naar Beth-el H1931 . Als hij H1870 nu den weg H5927 H8802 opging H3318 H8804 , zo kwamen H6996 kleine H5288 jongens H4480 uit H5892 de stad H7046 H8691 ; die bespotten H559 H8799 hem, en zeiden H7142 tot hem: Kaalkop H5927 H8798 , ga op H7142 , kaalkop H5927 H8798 , ga op!

2 Chronicles 16:10

  10 H609 Doch Asa H3707 H8799 werd toornig H413 tegen H7200 H8802 den ziener H5414 H8799 , en leidde H4115 H1004 hem in het gevangenhuis H3588 ; want H5921 H2063 hij was hierover H5973 tegen H2197 hem ontsteld H7533 H8762 ; daartoe onderdrukte H609 Asa H4480 [enigen] uit H5971 het volk H1931 ter zelfder H6256 tijd.

2 Chronicles 30:10

  10 H1961 H0 H5674 H0 Zo gingen H7323 H8801 de lopers H1961 H8799 H5674 H8802 door H4480 , van H5892 stad H5892 tot stad H776 , door het land H669 van Efraim H4519 en Manasse H5704 , tot H2074 Zebulon H1961 H8799 H7832 H8688 toe; doch zij belachten H5921 hen H3932 H8688 , en bespotten hen.

2 Chronicles 36:16

  16 H1961 H8799 H3931 H8688 Maar zij spotten H4397 met de boden H430 Gods H959 H8802 , en verachtten H1697 Zijn woorden H8591 H8700 ; zij verleidden zichzelven H5030 tegen Zijn profeten H5704 ; totdat H2534 de grimmigheid H3068 des HEEREN H5971 tegen Zijn volk H5927 H8800 opging H5704 , dat H369 H0 er geen H4832 helen H369 aan was.

Psalms 105:17-18

  17 H7971 H8804 Hij zond H376 een man H6440 voor hun aangezicht H3130 henen; Jozef H4376 H8738 werd verkocht H5650 tot een slaaf.
  18 H6031 H8765 Men drukte H7272 zijn voeten H3525 in den stok H5315 ; zijn persoon H935 H8804 kwam H1270 [in] de ijzers.

Jeremiah 20:2

  2 H5221 H8686 Zo sloeg H6583 Pashur H5030 den profeet H3414 Jeremia H5414 H8799 , en hij stelde H4115 hem in de gevangenis H5945 , dewelke is in de bovenste H8179 poort H1144 van Benjamin H1004 , die aan het huis H3068 des HEEREN is.

Jeremiah 20:7

  7 H3068 HEERE H6601 H8765 ! Gij hebt mij overreed H6601 H8735 , en ik ben overreed geworden H2388 H8804 ; Gij zijt mij te sterk geweest H3201 H8799 , en hebt overmocht H3117 ; ik ben den gansen dag H7814 tot een belachen H3932 H8802 , een ieder van hen bespot mij.

Jeremiah 29:26

  26 H3068 De HEERE H3548 heeft u tot priester H5414 H8804 gesteld H3548 , in plaats van den priester H3077 Jojada H6496 , dat gij opzieners H3068 zoudt zijn [in] des HEEREN H1004 huis H376 over allen man H7696 H8794 , die onzinnig is H5012 H8693 , en zich voor een profeet uitgeeft H5414 H8804 , dat gij dien stelt H4115 in de gevangenis H6729 en in den stok.

Jeremiah 32:2-3

  2 H2428 (Het heir H4428 nu des konings H894 van Babel H6696 H8802 belegerde H3389 toen Jeruzalem H5030 , en de profeet H3414 Jeremia H3607 H8803 was besloten H2691 in het voorhof H4307 der bewaring H1004 , dat in het huis H4428 des konings H3063 van Juda is.
  3 H6667 Want Zedekia H4428 , de koning H3063 van Juda H3607 H8804 , had hem besloten H559 H8800 , zeggende H5012 H8737 : Waarom profeteert gij H559 H8800 , zeggende H559 H8804 : Zo zegt H3068 de HEERE H5414 H8802 : Ziet, Ik geef H5892 deze stad H3027 in de hand H4428 des konings H894 van Babel H3920 H8804 , en hij zal ze innemen;

Jeremiah 32:8

  8 H935 H8799 Alzo kwam H2601 Hanameel H1730 , mijns ooms H1121 zoon H3068 , naar des HEEREN H1697 woord H2691 , tot mij, in het voorhof H4307 der bewaring H559 H8799 , en zeide H7069 H8798 tot mij: Koop H7704 toch mijn veld H6068 , hetwelk is bij Anathoth H776 , dat in het land H1144 van Benjamin H4941 H3425 is; want gij hebt het erfrecht H1353 , en gij hebt de lossing H7069 H8798 , koop H3045 H8799 [het] voor u. Toen merkte ik H3068 , dat het des HEEREN H1697 woord was.

Jeremiah 36:6

  6 H935 H8804 Zo ga gij henen H7121 H8804 , en lees H4039 in de rol H6310 , [in] dewelke gij uit mijn mond H3789 H8804 geschreven hebt H1697 , de woorden H3068 des HEEREN H241 , voor de oren H5971 des volks H3068 , in des HEEREN H1004 huis H6685 H3117 , op den vastendag H7121 H8799 ; en gij zult ze ook lezen H241 voor de oren H3063 van gans Juda H5892 , die uit hun steden H935 H8802 komen.

Jeremiah 37:15-21

  15 H8269 En de vorsten H7107 H8799 werden zeer toornig H3414 op Jeremia H5221 H8689 en sloegen H5414 H8804 hem; en zij stelden H612 hem in het gevangenhuis H1004 , ten huize H3083 van Jonathan H5608 H8802 , den schrijver H3608 ; want zij hadden dat tot een gevangenhuis H6213 H8804 gemaakt.
  16 H3414 Als Jeremia H1004 in de plaats H953 des kuils H2588 , en in de kotjes H935 H8804 gekomen was H3414 , en Jeremia H7227 aldaar veel H3117 dagen H3427 H8799 gezeten had;
  17 H7971 H8799 Zo zond H4428 de koning H6667 Zedekia H3947 H8799 henen, en liet hem halen H4428 ; en de koning H7592 H8799 vraagde H1004 hem in zijn huis H5643 , in het verborgene H559 H8799 , en zeide H1697 : Is er ook een woord H3068 van den HEERE H3414 ? En Jeremia H559 H8799 zeide H3426 : Er is H559 H8799 ; en hij zeide H3027 : Gij zult in de hand H4428 des konings H894 van Babel H5414 H8735 gegeven worden.
  18 H559 H8799 Voorts zeide H3414 Jeremia H4428 tot den koning H6667 Zedekia H5650 : Wat heb ik tegen u, of tegen uw knechten H5971 , of tegen dit volk H2398 H8804 gezondigd H1004 H3608 , dat gijlieden mij in het gevangenhuis H5414 H8804 gesteld hebt?
  19 H346 Waar zijn nu H5030 ulieder profeten H5012 H8738 , die u geprofeteerd hebben H559 H8800 , zeggende H4428 : De koning H894 van Babel H776 zal niet tegen ulieden, noch tegen dit land H935 H8799 komen.
  20 H8085 H8798 Nu dan, hoor H113 toch, o mijn heer H4428 koning H8467 ! laat toch mijn smeking H6440 voor uw aangezicht H5307 H8799 nedervallen H7725 H8686 , en breng mij niet weder H1004 [in] het huis H3083 van Jonathan H5608 H8802 , den schrijver H4191 H8799 , opdat ik aldaar niet sterve.
  21 H6680 H0 Toen gaf H4428 de koning H6667 Zedekia H6680 H8762 bevel H6485 H8686 ; en zij bestelden H3414 Jeremia H2691 in het voorhof H4307 der bewaring H5414 H8800 , en men gaf H3117 hem des daags H3603 een bol H3899 broods H644 H8802 H2351 uit de Bakkerstraat H3899 , totdat al het brood H5892 van de stad H8552 H8800 op was H3427 H8799 . Alzo bleef H3414 Jeremia H2691 in het voorhof H4307 der bewaring.

Jeremiah 38:6-13

  6 H3947 H8799 Toen namen zij H3414 Jeremia H7993 H8686 en wierpen H953 hem in den kuil H4441 van Malchia H1121 , den zoon H4428 van Hammelech H2691 , die in het voorhof H4307 der bewaring H7971 H0 was, en zij lieten H3414 Jeremia H7971 H8762 af H2256 met zelen H953 ; in den kuil H4325 nu was geen water H2916 , maar slijk H3414 ; en Jeremia H2883 H8799 zonk H2916 in het slijk.
  7 H5663 Als nu Ebed-melech H3569 , de Moorman H376 , een H5631 der kamerlingen H4428 , die toen in des konings H1004 huis H8085 H8799 was, hoorde H3414 , dat zij Jeremia H953 in den kuil H5414 H8804 gedaan hadden H4428 (de koning H3427 H8802 nu zat H8179 in de poort H1144 van Benjamin);
  8 H3318 H8799 Zo ging H5663 Ebed-melech H1004 uit het huis H4428 des konings H1696 H8762 uit, en hij sprak H4428 tot den koning H559 H8800 , zeggende:
  9 H113 Mijn heer H4428 koning H582 ! deze mannen H7489 H8689 hebben kwalijk gehandeld H6213 H8804 in alles, wat zij gedaan hebben H5030 aan den profeet H3414 Jeremia H953 , dien zij in den kuil H7993 H8689 geworpen hebben H8478 ; daar hij toch in zijn plaats H4191 H8799 zou gestorven zijn H6440 vanwege H7458 den honger H3899 , dewijl geen brood H5892 meer in de stad is.
  10 H6680 H8762 Toen gebood H4428 de koning H3569 den Moorman H5663 Ebed-melech H559 H8800 , zeggende H3947 H8798 : Neem H7970 van hier dertig H582 mannen H3027 onder uw hand H5927 H0 , en haal H5030 den profeet H3414 Jeremia H5927 H8689 op H953 uit den kuil H4191 H8799 , eer dat hij sterft.
  11 H3947 H8799 Alzo nam H5663 Ebed-melech H582 de mannen H3027 onder zijn hand H935 H8799 , en ging H4428 in des konings H1004 huis H214 tot onder de schatkamer H3947 H8799 , en nam H1094 van daar enige oude H5499 verscheurde H1094 en oude H4418 versleten lompen H7971 H0 ; en hij liet H2256 ze met zelen H7971 H8762 af H3414 tot Jeremia H953 in den kuil.
  12 H5663 En Ebed-melech H3569 , de Moorman H559 H8799 , zeide H3414 tot Jeremia H7760 H8798 : Leg H1094 nu deze oude H5499 verscheurde H4418 en versleten lompen H679 onder de oksels H3027 uwer armen H2256 , van onder aan de zelen H3414 . En Jeremia H6213 H8799 deed alzo.
  13 H4900 H8799 En zij trokken H3414 Jeremia H2256 bij de zelen H5927 H8686 , en haalden hem op H953 uit de kuil H3414 ; en Jeremia H3427 H8799 bleef H2691 in het voorhof H4307 der bewaring.

Jeremiah 38:28

  28 H3414 En Jeremia H3427 H8799 bleef H2691 in het voorhof H4307 der bewaring H3117 tot op den dag H3389 , dat Jeruzalem H3920 H8738 werd ingenomen H3389 ; en hij was er [nog], als Jeruzalem H3920 H8738 was ingenomen.

Jeremiah 39:15

  15 H1697 Het woord H3068 des HEEREN H3414 was ook tot Jeremia H2691 geschied, als hij in het voorhof H4307 der bewaring H6113 H8803 besloten was H559 H8800 , zeggende:

Lamentations 3:52-55

  52 H341 H8802 [Tsade]. Die mijn vijanden H2600 zijn zonder oorzaak H6833 , hebben mij als een vogeltje H6679 H8800 dapperlijk H6679 H8804 gejaagd.
  53 H2416 [Tsade]. Zij hebben mijn leven H953 in een kuil H6789 H8804 uitgeroeid H68 , en zij hebben een steen H3034 H8762 op mij geworpen.
  54 H4325 [Tsade]. De wateren H6687 H8804 zwommen H7218 over mijn hoofd H559 H8804 ; ik zeide H1504 H8738 : Ik ben afgesneden!
  55 H3068 [Koph]. HEERE H8034 ! Ik heb Uw Naam H7121 H8804 aangeroepen H8482 uit den ondersten H953 kuil.

Matthew 20:19

  19 G2532 En G846 zij zullen Hem G1484 den heidenen G3860 G5692 overleveren G1519 , om G1702 G5658 Hem te bespotten G2532 en G3146 G5658 te geselen G2532 , en G4717 G5658 te kruisigen G2532 ; en G5154 ten derden G2250 dage G450 G5698 zal Hij weder opstaan.

Matthew 21:35

  35 G2532 En G1092 de landlieden G2983 G5631 , nemende G846 zijn G1401 dienstknechten G3739 G3303 , hebben den een G1194 G5656 geslagen G1161 , en G3739 den anderen G615 G5656 gedood G1161 , en G3739 den derden G3036 G5681 gestenigd.

Matthew 23:34

  34 G1223 G5124 Daarom G2400 G5628 ziet G1473 , Ik G649 G5719 zende G4314 tot G5209 u G4396 profeten G2532 , en G4680 wijzen G2532 , en G1122 schriftgeleerden G2532 , en G1537 uit G846 dezelve G615 G5692 zult gij [sommigen] doden G2532 en G4717 G5692 kruisigen G2532 , en G1537 [sommigen] uit G846 dezelve G3146 G5692 zult gij geselen G1722 in G5216 uw G4864 synagogen G2532 , en G1377 G5692 zult hen vervolgen G575 van G4172 stad G1519 tot G4172 stad;

Matthew 27:26

  26 G5119 Toen G630 G liet hij G846 hun G912 Bar-abbas G630 G5656 los G1161 , maar G2424 Jezus G5417 G5660 gegeseld hebbende G3860 G5656 , gaf hij Hem over G2443 om G4717 G5686 gekruisigd te worden.

Mark 10:34

  34 G2532 En G1702 G zij zullen G846 Hem G1702 G5692 bespotten G2532 , en G846 Hem G3146 G5692 geselen G2532 , en G846 Hem G1716 G5692 bespuwen G2532 , en G846 Hem G615 G5692 doden G2532 ; en G5154 ten derden G2250 dage G450 G5698 zal Hij weder opstaan.

Luke 18:32

  32 G1063 Want G1484 Hij zal den heidenen G3860 G5701 overgeleverd worden G2532 , en G1702 G5701 Hij zal bespot worden G2532 , en G5195 G5701 smadelijk behandeld worden G2532 , en G1716 G5701 bespogen worden.

Luke 23:11

  11 G1161 En G2264 Herodes G4862 met G846 zijn G4753 krijgslieden G846 Hem G1848 G5660 veracht G2532 en G1702 G5660 bespot hebbende G4016 G , deed G846 Hem G2986 een blinkend G2066 kleed G4016 G5631 aan G375 G , en zond G846 Hem G375 G5656 weder G4091 tot Pilatus.

Luke 23:36

  36 G1161 En G2532 ook G4757 de krijgsknechten G4334 G5740 , tot [Hem] komende G1702 G5707 , bespotten G846 Hem G2532 , en G4374 G5723 brachten G846 Hem G3690 edik;

Acts 4:3

  3 G2532 En G1911 G5627 zij sloegen G5495 de handen G846 aan hen G2532 , en G5087 G5639 zetten G1519 ze in G5084 bewaring G1519 tot G839 den anderen dag G1063 ; want G2258 G5713 het was G2235 nu G2073 avond.

Acts 5:18

  18 G2532 En G1911 G5627 sloegen G846 hun G5495 handen G1909 aan G652 de apostelen G2532 , en G5087 G5639 zetten G846 hen G1722 in G1219 de gemene G5084 gevangenis.

Acts 5:40

  40 G1161 En G3982 G zij gaven G846 hem G3982 G5681 gehoor G2532 ; en G652 als zij de apostelen G4341 G5666 tot zich geroepen hadden G1194 G5660 , geselden zij G3853 G5656 [dezelve], en geboden G3361 [hun], dat zij niet G2980 G5721 zouden spreken G1909 in G3686 den Naam G2424 van Jezus G2532 ; en G630 G lieten G846 hen G630 G5656 gaan.

Acts 8:3

  3 G1161 En G4569 Saulus G3075 G5711 verwoestte G1577 de Gemeente G1531 G5740 G5734 , gaande G2596 in G3624 de huizen G5037 ; en G4951 G5723 trekkende G435 mannen G2532 en G1135 vrouwen G3860 G5707 , leverde hen over G1519 in G5438 de gevangenis.

Acts 12:4-19

  4 G2532 Denwelken ook G4084 G5660 gegrepen hebbende G1519 , hij in G5438 de gevangenis G5087 G5639 zette G3860 G5631 , en gaf [hem] over G5064 aan vier G5069 [wachten], [elk] van vier G4757 krijgsknechten G846 , om hem G5442 G5721 te bewaren G1014 G5740 , willende G3326 na G3957 het paas [feest G846 ] hem G321 G5629 voorbrengen G2992 voor het volk.
  5 G3303   G4074 Petrus G3767 dan G1722 werd in G5438 de gevangenis G5083 G5712 bewaard G1161 ; maar G5259 van G1577 de Gemeente G2258 G5713 werd G1618 een gedurig G4335 gebed G4314 tot G2316 God G5228 voor G846 hem G1096 G5740 gedaan.
  6 G3753 Toen G846 hem G1161 nu G2264 Herodes G3195 G5707 zou G4254 G5721 voorbrengen G2258 G5713 G2837 G5746 , sliep G4074 Petrus G1565 dienzelfden G3571 nacht G3342 tussen G1417 twee G4757 krijgsknechten G1210 G5772 , gebonden G1417 met twee G254 ketenen G5037 ; en G5441 de wachters G4253 voor G2374 de deur G5083 G5707 bewaarden G5438 de gevangenis.
  7 G2532 En G2400 G5628 ziet G32 , een engel G2962 des Heeren G2186 G5627 stond daar G2532 , en G5457 een licht G2989 G5656 scheen G1722 in G3612 de woning G1161 , en G3960 G5660 slaande G4125 de zijde G4074 van Petrus G1453 G5656 , wekte hij G846 hem G3004 G5723 op, zeggende G450 G5628 : Sta G1722 G5034 haastelijk G2532 op. En G846 zijn G254 ketenen G1601 G5627 vielen af G1537 van G5495 de handen.
  8 G5037 En G32 de engel G2036 G5627 zeide G4314 tot G846 hem G4024 G5669 : Omgord u G2532 , en G5265 G5669 bind G4675 uw G4547 schoenzolen G1161 aan. En G4160 G5656 hij deed G3779 alzo G2532 . En G3004 G5719 hij zeide G846 tot hem G4016 G : Werp G4675 uw G2440 mantel G4016 G5640 om G2532 , en G190 G5720 volg G3427 mij.
  9 G2532 En G1831 G5631 uitgaande G190 G5707 volgde hij G846 hem G2532 , en G1492 G5715 wist G3756 niet G3754 , dat G227 het waarachtig G2076 G5748 was G3588 , hetgeen G1223 door G32 den engel G1096 G5740 geschiedde G1161 , maar G1380 G5707 hij meende G3705 , dat hij een gezicht G991 G5721 zag.
  10 G1161 En als G4413 zij door de eerste G2532 en G1208 tweede G5438 wacht G1330 G5631 gegaan waren G2064 G5627 , kwamen zij G1909 aan G4603 de ijzeren G4439 poort G1519 , die naar G4172 de stad G5342 G5723 leidt G3748 ; dewelke G844 van zelve G846 hun G455 G5681 geopend werd G2532 . En G1831 G5631 uitgegaan zijnde G4281 G5627 , gingen zij G3391 een G4505 straat G2532 voort, en G2112 terstond G868 G5627 scheidde G32 de engel G575 van G846 hem.
  11 G2532 En G4074 Petrus G1722 , tot G1438 zichzelven G1096 G5637 gekomen zijnde G2036 G5627 , zeide G3568 : Nu G1492 G5758 weet ik G230 waarachtiglijk G3754 dat G2962 de Heere G846 Zijn G32 engel G1821 G5656 uitgezonden heeft G2532 , en G3165 mij G1807 G5639 verlost heeft G1537 uit G5495 de hand G2264 van Herodes G2532 , en G3956 [uit] G4329 de verwachting G2992 van het volk G2453 der Joden.
  12 G5037 En G4894 G5631 als hij [alles] overlegd had G2064 G5627 , ging hij G1909 naar G3614 het huis G3137 van Maria G3384 , de moeder G2491 van Johannes G1941 G5746 , die toegenaamd was G3138 Markus G3757 , alwaar G2425 velen G4867 G5772 samenvergaderd G2532 en G4336 G5740 biddende G2258 G5713 waren.
  13 G1161 En G4074 als Petrus G2374 aan de deur G4440 van de voorpoort G2925 G5660 klopte G4334 G5627 , kwam G3814 een dienstmaagd G5219 G5658 voor om te luisteren G3686 , met name G4498 Rhode.
  14 G2532 En G5456 zij de stem G4074 van Petrus G1921 G5631 bekennende G455 G , deed G575 van G5479 blijdschap G4440 de voorpoort G3756 niet G455 G5656 open G1161 , maar G1532 G5631 liep naar binnen G518 G5656 en boodschapte G4074 , dat Petrus G4253 voor G4440 [aan] de voorpoort G2476 G5760 stond.
  15 G1161 En G2036 G5627 zij zeiden G4314 tot G846 haar G3105 G5736 : Gij raast G1161 . Doch G1340 G5711 zij bleef er sterk bij G3779 , dat het alzo G2192 G5721 was G1161 . En G3004 G5707 zij zeiden G2076 G5748 : Het is G846 zijn G32 engel.
  16 G1161 Maar G4074 Petrus G1961 G5707 bleef G2925 G5723 kloppende G1161 : en G455 G5660 als zij opengedaan hadden G1492 G5627 , zagen zij G846 hem G2532 , en G1839 G5627 ontzetten zich.
  17 G1161 En G846 als hij hen G5495 met de hand G2678 G5660 gewenkt had G4601 G5721 , dat zij zwijgen zouden G1334 G5662 , verhaalde hij G846 hun G4459 , hoe G846 hem G2962 de Heere G1537 uit G5438 de gevangenis G1806 G5627 uitgeleid had G1161 , en G2036 G5627 zeide G518 G5657 : Boodschapt G5023 dit G2385 aan Jakobus G2532 en G80 de broederen G2532 . En G1831 G5631 hij uitgegaan zijnde G4198 G5675 , reisde G1519 naar G2087 een andere G5117 plaats.
  18 G1161 En G2250 als het dag G1096 G5637 was geworden G2258 G5713 , was er G3756 geen G3641 kleine G5017 beroerte G1722 onder G4757 de krijgsknechten G5101 , wat G686 toch G4074 aan Petrus G1096 G5633 mocht geschied zijn.
  19 G1161 En G2264 als Herodes G846 hem G1934 G5660 gezocht had G2532 , en G3361 niet G2147 G5631 vond G5441 , en de wachters G350 G5660 rechtelijk ondervraagd had G2753 G5656 , gebood hij G520 G5683 , dat zij weggeleid zouden worden G2532 . En G2718 G5631 hij vertrok G575 van G2449 Judea G1519 naar G2542 Cesarea G1304 G5707 , en hield zich [aldaar].

Acts 16:22-40

  22 G2532 En G3793 de schare G4911 G stond gezamenlijk G2596 tegen G846 hen G4911 G5627 op G2532 ; en G4755 de hoofdmannen G846 , hun G2440 de klederen G4048 G5660 afgescheurd hebbende G2753 G5707 , bevalen G4463 G5721 hen te geselen.
  23 G5037 En G846 als zij hun G4183 vele G4127 slagen G2007 G5631 gegeven hadden G906 G5627 , wierpen zij G1519 hen in G5438 de gevangenis G3853 G5660 , en geboden G1200 den stokbewaarder G846 , dat hij hen G806 zekerlijk G5083 G5721 bewaren zou.
  24 G3739 Dewelke G5108 , zulk G3852 een gebod G2983 G5761 ontvangen hebbende G906 G5627 , wierp G846 hen G1519 in G2082 den binnensten G5438 kerker G2532 , en G805 G5662 verzekerde G846 hun G4228 voeten G1519 in G3586 de stok.
  25 G1161 En G2596 omtrent G3317 den middernacht G4336 G5740 baden G3972 Paulus G2532 en G4609 Silas G5214 G , en zongen G2316 Gode G5214 G5707 lofzangen G1161 en G1198 de gevangenen G1874 G5711 hoorden G846 naar hen.
  26 G1161 En G1096 G5633 er geschiedde G869 snellijk G3173 een grote G4578 aardbeving G5620 , alzo dat G2310 de fundamenten G1201 des kerkers G4531 G5683 bewogen werden G5037 ; en G3916 terstond G3956 werden al G2374 de deuren G455 G5681 geopend G2532 , en G1199 de banden G3956 van allen G447 G5681 werden los.
  27 G1161 En G1200 de stokbewaarder G1853 , wakker G1096 G5637 geworden zijnde G2532 , en G1492 G5631 ziende G2374 de deuren G5438 der gevangenis G455 G5772 geopend G4685 G5671 , trok G3162 een zwaard G3195 G5707 , en zou G1438 zichzelven G337 G5721 omgebracht hebben G3543 G5723 , menende G1198 , dat de gevangenen G1628 G5755 ontvloden waren.
  28 G1161 Maar G3972 Paulus G5455 G5656 riep G3173 met grote G5456 stem G3004 G5723 , zeggende G4238 G5661 : Doe G4572 uzelven G3367 geen G2556 kwaad G1063 ; want G2070 G5748 wij zijn G537 allen G1759 hier.
  29 G1161 En als G5457 hij licht G154 G5660 geeist had G1530 G5656 , sprong hij in G2532 , en G1096 G5637 werd G1790 zeer bevende G4363 G , en viel G3972 voor Paulus G2532 en G4609 Silas G4363 G5627 neder [aan] [de] [voeten];
  30 G2532 En G846 hen G1854 buiten G4254 G5631 gebracht hebbende G5346 G5713 , zeide hij G2962 : [Lieve] heren G5101 , wat G1163 G5748 moet G3165 ik G4160 G5721 doen G2443 , opdat G4982 ik zalig worde?
  31 G1161 En G2036 G5627 zij zeiden G4100 G5657 : Geloof G1909 in G2962 den Heere G2424 Jezus G5547 Christus G2532 , en G4771 gij G4982 G5701 zult zalig worden G2532 , gij en G4675 uw G3624 huis.
  32 G2532 En G2980 G5656 zij spraken G846 tot hem G3056 het woord G2962 des Heeren G2532 , en G3956 tot allen G1722 , die in G846 zijn G3614 huis waren.
  33 G2532 En G3880 G5631 hij nam G846 hen G1722 tot zich in G1565 dezelve G5610 ure G3571 des nachts G3068 G5656 , en wies G575 [hen] van G4127 de striemen G2532 ; en G846 hij G3916 werd terstond G907 G5681 gedoopt G2532 , en G3956 al G846 de zijnen.
  34 G5037 En G321 G5631 hij bracht G846 hen G1519 in G846 zijn G3624 huis G3908 G5656 , en zette G5132 [hun] de tafel G2532 voor, en G21 G5662 verheugde zich G3832 , dat hij met al zijn huis G2316 aan God G4100 G5761 gelovig geworden was.
  35 G1161 En G2250 als het dag G1096 G5637 geworden was G649 G5656 , zonden G4755 de hoofdmannen G4465 de stadsdienaars G3004 G5723 , zeggende G630 G : Laat G1565 die G444 mensen G630 G5657 los.
  36 G1161 En G1200 de stokbewaarder G518 G5656 boodschapte G5128 deze G3056 woorden G4314 aan G3972 Paulus G3754 , [zeggende]: G4755 De hoofdmannen G649 G5758 hebben gezonden G2443 , dat G630 G5686 gij zoudt losgelaten worden G1831 G5631 ; gaat G3767 dan G3568 nu G4198 G5737 uit, en reist heen G1722 in G1515 vrede.
  37 G1161 Maar G3972 Paulus G5346 G5713 zeide G4314 tot G846 hen G2248 : Zij hebben ons G444 G4514 , die Romeinen G5225 G5723 zijn G178 , onveroordeeld G1219 in het openbaar G1194 G5660 gegeseld G1519 , en in G5438 de gevangenis G906 G5627 geworpen G2532 , en G1544 G werpen zij G2248 zij ons G3568 nu G2977 heimelijk G1544 G5719 daaruit G3756 ? Niet G1063 alzo G235 ; maar G846 dat zij zelven G206 G5631 komen G2248 , en ons G1806 G5628 uitleiden.
  38 G1161 En G4465 de stadsdienaars G312 G boodschapten G5023 deze G4487 woorden G312 G5656 wederom G4755 den hoofdmannen G2532 ; en G5399 G5675 zij werden bevreesd G191 G5660 , horende G3754 , dat G4514 zij Romeinen G1526 G5748 waren.
  39 G2532 En G2064 G5631 zij, komende G3870 G5656 , baden G846 hen G2532 , en G1806 G5631 als zij hen uitgeleid hadden G2065 G5707 , begeerden zij G4172 , dat zij uit de stad G1831 G5629 gaan zouden.
  40 G1161 En G1831 G5631 uitgegaan zijnde G1537 uit G5438 de gevangenis G1525 G5627 , gingen zij G1519 in G3070 tot Lydia G2532 ; en G80 de broeders G1492 G5631 gezien hebbende G3870 G5656 , vertroostten zij G846 dezelve G2532 , en G1831 G5627 gingen uit [de] [stad].

Acts 21:33

  33 G5119 Toen G1448 G5660 naderde G5506 de overste G1949 G5633 en greep G846 hem G2532 , en G2753 G5656 beval G1417 , dat men [hem] met twee G254 ketenen G1210 G5683 zou binden G2532 ; en G4441 G5711 vraagde G5101 , wie G1498 G5751 G302 hij was G2532 , en G5101 wat G4160 G5761 hij gedaan G2076 G5748 had.

Acts 24:27

  27 G1161 Maar G1333 als twee jaren G4137 G5685 vervuld waren G2983 G5627 , kreeg G5344 Felix G4201 Porcius G5347 Festus G1240 in zijn plaats G5037 ; en G5344 Felix G2309 G5723 , willende G2453 den Joden G5485 gunst G2698 G5641 bewijzen G2641 G5627 , liet G3972 Paulus G1210 G5772 gevangen.

2 Corinthians 11:23-25

  23 G1526 G5748 Zijn zij G1249 dienaars G5547 van Christus G2980 G5719 ? (ik spreek G3912 G5723 onwijs zijnde G1473 ) ik G5228 ben boven G1722 [hen]; in G2873 arbeid G4056 overvloediger G1722 , in G4127 slagen G5234 uitnemender G1722 , in G5438 gevangenissen G4056 overvloediger G1722 , in G2288 doods G4178 [gevaar] menigmaal.
  24 G5259 Van G2453 de Joden G5062 heb ik veertig G3844 [slagen] min G3391 een G3999 , vijfmaal G2983 G5627 ontvangen.
  25 G5151 Driemaal G4463 G5681 ben ik met roeden gegeseld geweest G530 , eens G3034 G5681 ben ik gestenigd G5151 , driemaal G3489 G5656 heb ik schipbreuk geleden G3574 , een [gansen] nacht en dag G1722 heb ik in G1037 de diepte G4160 G5758 doorgebracht.

Ephesians 3:1

  1 G5127 Om deze G5484 oorzaak G1473 [ben] ik G3972 Paulus G1198 de gevangene G5547 van Christus G2424 Jezus G5228 , voor G5216 u G1484 , die heidenen zijt.

Ephesians 4:1

  1 G3870 G5719 Zo bid G1473 ik G5209 u G3767 dan G1198 , ik, de gevangene G1722 in G2962 den Heere G4043 G5658 , dat gij wandelt G516 waardiglijk G2821 der roeping G3739 , met welke G2564 G5681 gij geroepen zijt;

2 Timothy 1:16

  16 G2962 De Heere G1325 G5630 geve G3624 den huize G3683 van Onesiforus G1656 barmhartigheid G3754 ; want G3165 hij heeft mij G4178 dikmaals G404 G5656 verkwikt G2532 , en G3450 heeft zich mijner G254 keten G3756 niet G1870 G5681 geschaamd.

2 Timothy 2:9

  9 G1722 Om G3739 hetwelk G2553 G5719 ik verdrukkingen lijde G3360 tot G1199 de banden G5613 toe, als G2557 een kwaaddoener G235 ; maar G3056 het Woord G2316 Gods G3756 is niet G1210 G5769 gebonden.

Hebrews 10:34

  34 G1063 Want G2532 gij hebt ook G3450 over mijn G1199 banden G4834 G5656 medelijden gehad G2532 , en G724 de roving G5216 uwer G5224 G5723 goederen G3326 met G5479 blijdschap G4327 G5662 aangenomen G1097 G5723 , wetende G2192 G5721 , dat gij hebt G1722 in G1438 uzelven G2909 een beter G2532 en G3306 G5723 blijvend G5223 goed G1722 in G3772 de hemelen.

Revelation 2:10

  10 G5399 G5732 G5737 Vrees G3367 geen G3739 der dingen, die G3958 G5721 gij lijden G3195 G5719 zult G2400 G5628 . Ziet G1228 , de duivel G3195 G5719 zal G1537 [enigen] van G5216 ulieden G1519 in G5438 de gevangenis G906 G5629 werpen G2443 , opdat G3985 G5686 gij verzocht wordt G2532 ; en G2347 gij zult een verdrukking G2192 G5692 hebben G1176 van tien G2250 dagen G1096 G5737 . Zijt G4103 getrouw G891 tot G2288 den dood G2532 , en G4671 Ik zal u G1325 G5692 geven G4735 de kroon G2222 des levens.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.