Isaiah 43

DSV_Strongs(i)
  1 H559 H8804 Maar nu, alzo zegt H3068 de HEERE H1254 H8802 , uw Schepper H3290 , o Jakob H3335 H8802 ! en uw Formeerder H3478 , o Israel H3372 H8799 ! vrees H1350 H8804 niet, want Ik heb u verlost H8034 ; Ik heb u bij uw naam H7121 H8804 geroepen, gij zijt Mijn.
  2 H5674 H8799 Wanneer gij zult gaan door H4325 het water H5104 , Ik zal bij u zijn, en door de rivieren H7857 H8799 , zij zullen u niet overstromen H1119 ; wanneer gij door H784 het vuur H3212 H8799 zult gaan H3554 H8735 , zult gij niet verbranden H3852 , en de vlam H1197 H8799 zal u niet aansteken.
  3 H3068 Want Ik ben de HEERE H430 , uw God H6918 , de Heilige H3478 Israels H3467 H8688 , uw Heiland H4714 ; Ik heb Egypte H3568 , Morenland H5434 en Seba H5414 H8804 gegeven H3724 [tot] uw losgeld in uw plaats.
  4 H3365 H8804 Van toen af, dat gij kostelijk zijt geweest H5869 in Mijn ogen H3513 H8738 , zijt gij verheerlijkt geweest H157 H8804 , en Ik heb u liefgehad H120 ; daarom heb Ik mensen H5414 H8799 in uw plaats gegeven H3816 , en volken H5315 in plaats van uw ziel.
  5 H3372 H8799 Vrees H2233 niet, want Ik ben met u; Ik zal uw zaad H4217 van den opgang H935 H8686 brengen H6908 H8762 , en Ik zal u verzamelen H4628 van den ondergang.
  6 H559 H8799 Ik zal zeggen H6828 tot het noorden H5414 H8798 : Geef H8486 ; en tot het zuiden H3607 H8799 : Houd niet terug H935 H8685 ; breng H1121 Mijn zonen H7350 van verre H1323 , en Mijn dochters H7097 van het einde H776 der aarde;
  7 H3605 Een ieder H8034 , die naar Mijn Naam H7121 H8737 genoemd is H1254 H8804 , en dien Ik geschapen heb H3519 tot Mijn eer H3335 H8804 , dien Ik geformeerd heb H6213 H8804 , dien Ik ook gemaakt heb.
  8 H3318 H8685 Breng voort H5787 het blinde H5971 volk H5869 , hetwelk ogen H3426 heeft H2795 , en de doven H241 , die oren hebben.
  9 H1471 Laat al de heidenen H3162 samen H6908 H8738 vergaderd worden H3816 , en laat de volken H622 H8735 verzameld worden H5046 H8686 ; wie onder hen zal dit verkondigen H8085 H8686 ? Of laat hen ons doen horen H7223 de vorige dingen H5707 , laat hen hun getuigen H5414 H8799 voortbrengen H6663 H8799 , opdat zij gerechtvaardigd worden H8085 H8799 , en men het hore H559 H8799 en zegge H571 : Het is de waarheid.
  10 H5707 Gijlieden zijt Mijn getuigen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H5650 , en Mijn knecht H977 H8804 , dien Ik uitverkoren heb H3045 H8799 ; opdat gij het weet H539 H8686 , en Mij gelooft H995 H8799 , en verstaat H6440 , dat Ik Dezelve ben, [dat] voor H410 Mij geen God H3335 H8738 geformeerd is H310 , en na Mij geen zijn zal.
  11 H3068 Ik, Ik ben de HEERE H3467 H8688 , en er is geen Heiland H1107 behalve Mij.
  12 H5046 H8689 Ik heb verkondigd H3467 H8689 , en Ik heb verlost H8085 H8689 , en Ik heb [het] doen horen H2114 H8801 , en geen vreemd H5707 [god] was onder ulieden; en gij zijt Mijn getuigen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H410 , dat Ik God ben.
  13 H3117 Ook eer de dag H3027 was, ben Ik, en er is niemand, die uit Mijn hand H5337 H8688 redden kan H6466 H8799 ; Ik zal werken H7725 H8686 , en wie zal het keren?
  14 H559 H8804 Alzo zegt H3068 de HEERE H1350 H8802 , uw Verlosser H6918 , de Heilige H3478 Israels H894 : Om ulieder wil heb Ik naar Babel H7971 H8765 gezonden H1281 , en heb hen allen vluchtig H3381 H8689 doen nederdalen H3778 , te weten de Chaldeen H591 , in de schepen H7440 , op welke zij juichten.
  15 H3068 Ik ben de HEERE H6918 , uw Heilige H1254 H8802 ; de Schepper H3478 van Israel H4428 , ulieder Koning.
  16 H559 H8804 Alzo zegt H3068 de HEERE H3220 , Die in de zee H1870 een weg H5794 , en in de sterke H4325 wateren H5410 een pad H5414 H8802 maakte;
  17 H7393 Die wagenen H5483 en paarden H2428 , heir H5808 en macht H3318 H8688 voortbracht H3162 ; te zamen H7901 H8799 zijn zij nedergelegen H6965 H8799 , zij zullen niet weder opstaan H1846 H8804 , zij zijn uitgeblust H6594 , gelijk een vlaswiek H3518 H8804 zijn zij uitgegaan.
  18 H2142 H8799 Gedenkt H7223 der vorige H995 H8709 [dingen] niet, en overlegt H6931 de oude dingen niet.
  19 H2319 Ziet, Ik zal wat nieuws H6213 H8802 maken H6779 H8799 , nu zal het uitspruiten H3045 H8799 , zult gijlieden dat niet weten H4057 ? Ja, Ik zal in de woestijn H1870 een weg H7760 H8799 leggen H5104 , [en] rivieren H3452 in de wildernis.
  20 H2416 Het gedierte H7704 des velds H3513 H8762 zal Mij eren H8577 , de draken H1323 en de jonge H3284 struisen H4057 ; want Ik zal in de woestijn H4325 wateren H5414 H8804 geven H5104 , [en] rivieren H3452 in de wildernis H5971 , om Mijn volk H972 , Mijn uitverkorenen H8248 H8687 drinken te geven.
  21 H2098 Dit H5971 volk H3335 H8804 heb Ik Mij geformeerd H8416 , zij zullen Mijn lof H5608 H8762 vertellen.
  22 H7121 H8804 Doch gij hebt Mij niet aangeroepen H3290 , o Jakob H3021 H8804 ! als gij u tegen Mij vermoeid hebt H3478 , o Israel!
  23 H935 H8689 Mij hebt gij niet gebracht H7716 het kleine vee H5930 uwer brandofferen H2077 , en [met] uw slachtofferen H3513 H8765 hebt gij Mij niet geeerd H5647 H8689 ; Ik heb u [Mij] niet doen dienen H4503 met spijsoffer H3021 H8689 , en Ik heb u niet vermoeid H3828 met wierook.
  24 H7070 Mij hebt gij geen kalmus H3701 voor geld H7069 H8804 gekocht H2459 , en met het vette H2077 uwer slachtoffers H7301 H8689 hebt gij Mij niet gedrenkt H5647 H8689 ; maar gij hebt Mij arbeid gemaakt H2403 , met uw zonden H3021 H8689 , gij hebt Mij vermoeid H5771 met uw ongerechtigheden.
  25 H6588 Ik, Ik ben het, Die uw overtredingen H4229 H8802 uitdelg H2142 H8799 , om Mijnentwil, en Ik gedenk H2403 uwer zonden niet.
  26 H2142 H8685 Maakt Mij indachtig H3162 , laat ons te zamen H8199 H8735 richten H5608 H8761 , vertelt gij H6663 H8799 [uw] [redenen], opdat gij moogt gerechtvaardigd worden.
  27 H7223 Uw eerste H1 vader H2398 H8804 heeft gezondigd H3887 H8688 , en uw uitleggers H6586 H8804 hebben tegen Mij overtreden.
  28 H8269 Daarom zal Ik de oversten H6944 des heiligdoms H2490 H8762 ontheiligen H3290 , en Jakob H2764 ten ban H5414 H8799 overgeven H3478 , en Israel H1421 tot beschimpingen.