Psalms 103:6 Cross References - DSV_Strongs

  6 H3068 De HEERE H6213 H8802 doet H6666 gerechtigheid H4941 en gerichten H6231 H8803 al dengenen, die onderdrukt worden.

Deuteronomy 24:14-15

  14 H6041 Gij zult den armen H34 en nooddruftigen H7916 dagloner H6231 H8799 niet verdrukken H251 , die uit uw broederen H1616 is, of uit uw vreemdelingen H776 , die in uw land H8179 en in uw poorten zijn.
  15 H3117 Op zijn dag H7939 zult gij zijn loon H5414 H8799 geven H8121 , en de zon H935 H8799 zal daarover niet ondergaan H6041 ; want hij is arm H5315 , en zijn ziel H5375 H8802 verlangt H7121 H8799 daarnaar; dat hij tegen u niet roepe H3068 tot den HEERE H2399 , en zonde in u zij.

Job 27:13-23

  13 H2088 Dit H2506 is het deel H7563 des goddelozen H120 mensen H5973 bij H410 God H5159 , en de erve H6184 der tirannen H4480 , [die] zij van H7706 den Almachtige H3947 H8799 ontvangen zullen.
  14 H518 Indien H1121 zijn kinderen H7235 H8799 vermenigvuldigen H3926 , het is ten H2719 zwaarde H6631 ; en zijn spruiten H3899 zullen van brood H3808 niet H7646 H8799 verzadigd worden.
  15 H8300 Zijn overgeblevenen H4194 zullen in den dood H6912 H8735 begraven worden H490 , en zijn weduwen H3808 zullen niet H1058 H8799 wenen.
  16 H518 Zo H3701 hij zilver H6651 H8799 opgehoopt zal hebben H6083 als stof H4403 , en kleding H3559 H8686 bereid H2563 als leem;
  17 H3559 H8686 Hij zal ze bereiden H6662 , maar de rechtvaardige H3847 H8799 zal ze aantrekken H5355 , en de onschuldige H3701 zal het zilver H2505 H8799 delen.
  18 H1129 H8804 Hij bouwt H1004 zijn huis H6211 als een motte H5341 H8802 , en als een hoeder H5521 de hutte H6213 H8804 maakt.
  19 H6223 Rijk H7901 H8799 ligt hij neder H3808 , en wordt niet H622 H8735 weggenomen H6491 H0 ; doet H5869 hij zijn ogen H6491 H8804 open H369 , zo is hij er niet.
  20 H1091 Verschrikkingen H4325 zullen hem als wateren H5381 H8686 aangrijpen H3915 ; des nachts H5492 zal hem een wervelwind H1589 H8804 wegstelen.
  21 H6921 De oostenwind H5375 H8799 zal hem wegvoeren H3212 H8799 , dat hij henengaat H8175 H8762 , en zal hem wegstormen H4480 uit H4725 zijn plaats.
  22 H5921 En [God] zal [dit] over H7993 H8686 hem werpen H3808 , en niet H2550 H8799 sparen H4480 ; van H3027 Zijn hand H1272 H8800 zal hij snellijk H1272 H8799 vlieden.
  23 H5921 [Een] [ieder] zal over H3709 hem met zijn handen H5606 H8799 klappen H5921 , en over H8319 H8799 hem fluiten H4725 uit zijn plaats.

Psalms 9:9

  9 H3068 [09:10] En de HEERE H4869 zal een Hoog Vertrek H1790 zijn voor den verdrukte H4869 , een Hoog Vertrek H6256 in tijden H6869 van benauwdheid.

Psalms 10:14-18

  14 H7200 H8804 Gij ziet H5027 H8686 het [immers]; want Gij aanschouwt H5999 de moeite H3708 en het verdriet H3027 , opdat men het in Uw hand H5414 H8800 geve H5800 H8799 ; op U verlaat zich H2489 de arme H5826 H8802 , Gij zijt geweest een Helper H3490 van den wees.
  15 H7665 H8798 Breek H2220 den arm H7563 des goddelozen H7451 en bozen H1875 H8799 ; zoek H7562 zijn goddeloosheid H1077 , [totdat] Gij haar niet H4672 H8799 vindt.
  16 H3068 De HEERE H4428 is Koning H5769 eeuwiglijk H5703 en altoos H1471 ; de heidenen H6 H8804 zijn vergaan H776 uit Zijn land.
  17 H3068 HEERE H8378 ! Gij hebt den wens H6035 der zachtmoedigen H8085 H8804 gehoord H3820 ; Gij zult hun hart H3559 H8686 sterken H241 , Uw oor H7181 H8686 zal opmerken;
  18 H3490 Om den wees H1790 en verdrukte H8199 H8800 recht te doen H582 ; opdat een mens H776 van de aarde H3254 H8686 niet meer voortvare H6206 H8800 geweld te bedrijven.

Psalms 12:5

  5 H7701 [012:6] Om de verwoesting H6041 der ellendigen H603 , om het kermen H34 der nooddruftigen H6965 H8799 , zal Ik nu opstaan H559 H8799 , zegt H3068 de HEERE H3468 ; Ik zal in behoudenis H7896 H8799 zetten H6315 H8686 , dien hij aanblaast.

Psalms 72:4

  4 H6041 Hij zal de ellendigen H5971 des volks H8199 H8799 richten H1121 ; hij zal de kinderen H34 des nooddruftigen H3467 H8686 verlossen H6231 H8802 , en den verdrukker H1792 H8762 verbrijzelen.

Psalms 72:12

  12 H34 Want hij zal den nooddruftige H5337 H8686 redden H7768 H8764 , die daar roept H6041 , mitsgaders den ellendige H5826 H8802 , en die geen helper heeft.

Psalms 109:31

  31 H34 Want Hij zal den nooddruftige H3225 ter rechterhand H5975 H8799 staan H3467 H8687 , om [hem] te verlossen H5315 van degenen, die zijn ziel H8199 H8802 veroordelen.

Psalms 146:7

  7 H6231 H8803 Die den verdrukte H4941 recht H6213 H8802 doet H7457 , Die den hongerige H3899 brood H5414 H8802 geeft H3068 ; de HEERE H5425 H0 maakt H631 H8803 de gevangenen H5425 H8688 los.

Proverbs 14:31

  31 H1800 Die den arme H6231 H8802 verdrukt H2778 H8765 , smaadt H6213 H8802 deszelfs Maker H34 ; maar die zich des nooddruftigen H2603 H8802 ontfermt H3513 H8764 , eert Hem.

Proverbs 22:22-23

  22 H1497 H8799 Beroof H1800 den arme H1800 niet, omdat hij arm H1792 H8762 is; en verbrijzel H6041 den ellendige H8179 niet in de poort.
  23 H3068 Want de HEERE H7379 zal hun twistzaak H7378 H8799 twisten H6906 H8802 , en Hij zal dengenen, die hen beroven H5315 , de ziel H6906 H8804 roven.

Proverbs 23:10

  10 H5253 H0 Zet H5769 de oude H1366 palen H5253 H8686 niet terug H935 H8799 ; en kom H7704 op de akkers H3490 der wezen niet;

Isaiah 14:4-32

  4 H4912 Dan zult gij deze spreuk H5375 H8804 opnemen H4428 tegen den koning H894 van Babel H559 H8804 , en zeggen H7673 H0 : Hoe houdt H5065 H8802 de drijver H7673 H8804 op H7673 H0 ? [Hoe] houdt H4062 de goudene H7673 H8804 op?
  5 H3068 De HEERE H4294 heeft den stok H7563 der goddelozen H7665 H8804 gebroken H7626 , den scepter H4910 H8802 der heersers.
  6 H5971 Die de volken H5221 H8688 plaagde H5678 in verbolgenheid H4347 met een plaag H1115 zonder H5627 ophouden H639 , die in toorn H1471 over de heidenen H7287 H8802 heerste H4783 , die wordt vervolgd H1097 , zonder dat het iemand H2820 H8804 afweren kan.
  7 H776 De ganse aarde H5117 H8804 rust H8252 H8804 , zij is stil H6476 H8804 ; zij maken groot geschal H7440 met gejuich.
  8 H8055 H8804 Ook verheugen zich H1265 de dennen H730 over u, [en] de cederen H3844 van Libanon H7901 H8804 , [zeggende]: Sinds dat gij daar nederligt H5927 H0 , komt H5927 H8799 niemand tegen ons op H3772 H8802 , die ons afhouwe.
  9 H7585 De hel H7264 H8804 van onderen was beroerd H7125 H8800 om uwentwil, om [u] tegemoet te gaan H935 H8800 , als gij kwaamt H5782 H0 ; zij wekt H7496 om uwentwil de doden H5782 H8790 op H6260 , al de bokken H776 der aarde H4428 ; zij doet al de koningen H1471 der heidenen H3678 van hun tronen H6965 H8689 opstaan.
  10 H6030 H8799 Die altegader zullen antwoorden H559 H8799 , en tot u zeggen H2470 H8795 : Gij zijt ook krank geworden H4911 H8738 , gelijk wij, gij zijt ons gelijk geworden.
  11 H1347 Uw hovaardij H7585 is in de hel H3381 H8717 nedergestort H1998 , [met] het geklank H5035 uwer luiten H7415 ; de maden H3331 H8714 zullen onder u gestrooid worden H8438 , en de wormen H4374 zullen u bedekken.
  12 H8064 Hoe zijt gij uit den hemel H5307 H8804 gevallen H1966 , o morgenster H1121 , gij zoon H7837 H8676 H3213 H8685 des dageraads H776 ! [hoe] zijt gij ter aarde H1438 H8738 nedergehouwen H1471 , gij, die de heidenen H2522 H8802 krenktet!
  13 H559 H8804 En zeidet H3824 in uw hart H8064 : Ik zal ten hemel H5927 H8799 opklimmen H3678 , ik zal mijn troon H4605 boven H3556 de sterren H410 Gods H7311 H8686 verhogen H3427 H8799 ; en ik zal mij zetten H2022 op den berg H4150 der samenkomst H3411 aan de zijden H6828 van het noorden.
  14 H1116 Ik zal boven de hoogten H5645 der wolken H5927 H8799 klimmen H5945 , ik zal den Allerhoogste H1819 H8691 gelijk worden.
  15 H7585 Ja, in de hel H3381 H8714 zult gij nedergestoten worden H3411 , aan de zijden H953 van den kuil!
  16 H7200 H8802 Die u zien zullen H7688 H8686 , zullen u aanschouwen H995 H8709 , zij zullen op u letten H376 , [en] [zeggen]: Is dat die man H776 , die de aarde H7264 H8688 beroerde H4467 , die de koninkrijken H7493 H8688 deed beven?
  17 H8398 Die de wereld H4057 als een woestijn H7760 H8804 stelde H5892 , en derzelver steden H2040 H8804 verstoorde H615 , die zijn gevangenen H6605 H8804 niet liet los H1004 [gaan] naar huis toe?
  18 H4428 Al de koningen H1471 der heidenen H7901 H8804 , zij allen liggen neder H3519 met eer H376 , een iegelijk H1004 in zijn huis;
  19 H7993 H8717 Maar gij zijt verworpen H6913 van uw graf H8581 H8737 , als een gruwelijke H5342 scheut H3830 , [als] een kleed H2026 H8803 der gedoden H2719 , die met het zwaard H2944 H8794 doorstoken zijn H3381 H8802 ; [als] die nederdalen H68 H953 in een steenkuil H947 H8716 , als een vertreden H6297 dood lichaam.
  20 H3161 H8799 Gij zult bij dezelve niet gevoegd worden H6900 in de begrafenis H776 ; want gij hebt uw land H7843 H8765 verdorven H5971 , [en] uw volk H2026 H8804 gedood H2233 ; het zaad H7489 H8688 der boosdoeners H5769 zal in der eeuwigheid H7121 H8735 niet genoemd worden.
  21 H3559 H0 Maakt H4293 de slachting H1121 voor zijn kinderen H3559 H8685 gereed H1 , om hunner vaderen H5771 ongerechtigheid H1077 wil; dat zij niet H6965 H8799 opstaan H776 , en de aarde H3423 H8804 erven H6440 H8398 , en de wereld H4390 H8804 vervullen H6145 H8676 H5892 met steden;
  22 H6965 H8804 Want Ik zal tegen hen opstaan H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H894 , en Ik zal van Babel H3772 H8689 uitroeien H8034 den naam H7605 en het overblijfsel H5209 , en den zoon H5220 en den zoonszoon H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.
  23 H7760 H8804 En Ik zal hen stellen H4180 tot een erve H7090 der nachtuilen H98 H4325 , en [tot] waterpoelen H4292 ; en Ik zal hen met een bezem H8045 H8687 des verderfs H2894 H8773 uitvagen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen.
  24 H3068 De HEERE H6635 der heirscharen H7650 H8738 heeft gezworen H559 H8800 , zeggende H1819 H8765 : Indien niet, gelijk Ik gedacht heb H3289 H8804 , het alzo geschiede, en gelijk Ik beraadslaagd heb H6965 H8799 , het bestaan zal!
  25 H804 Dat Ik Assur H776 in Mijn land H7665 H8800 zal verbreken H2022 , en hem op Mijn bergen H947 H8799 vertreden H5923 ; opdat zijn juk H5493 H8804 van hen afwijke H5448 , en zijn last H7926 van hun schouder H5493 H8799 wijke.
  26 H6098 Dit is de raadslag H3289 H8803 , die beraadslaagd is H776 over dat ganse land H3027 ; en dit is de hand H5186 H8803 , die uitgestrekt is H1471 over alle volken.
  27 H3068 Want de HEERE H6635 der heirscharen H3289 H8804 heeft het in Zijn raad besloten H6565 H8686 , wie zal het dan verbreken H3027 ? en Zijn hand H5186 H8803 is uitgestrekt H7725 H8686 , wie zal ze dan keren?
  28 H8141 In het jaar H4428 , toen de koning H271 Achaz H4194 stierf H4853 , geschiedde deze last.
  29 H8055 H8799 Verheug u H6429 niet, gij gans Palestina H7626 ! dat de roede H5221 H8688 die u sloeg H7665 H8738 , gebroken is H8328 ; want uit de wortel H5175 der slang H6848 zal een basilisk H3318 H8799 voortkomen H6529 , en haar vrucht H5774 H8789 zal een vurige vliegende H8314 draak zijn.
  30 H1060 En de eerstgeborenen H1800 der armen H7462 H8804 zullen weiden H34 , en de nooddruftigen H983 zullen zeker H7257 H8799 nederliggen H8328 ; uw wortel H7458 daarentegen zal Ik door den honger H4191 H8689 doden H7611 , en uw overblijfsel H2026 H8799 zal hij ombrengen.
  31 H3213 H8685 Huil H8179 , gij poort H2199 H8798 , schreeuw H5892 , gij stad H4127 H8738 ! gij zijt gesmolten H6429 , gij gans Palestina H6828 ! want van het noorden H935 H8804 komt H6227 een rook H909 H8802 , en er is geen eenzame H4151 in zijn samenkomsten.
  32 H6030 H8799 Wat zal men dan antwoorden H4397 den boden H1471 des volks H3068 ? Dat de HEERE H6726 Sion H3245 H8765 gegrond heeft H6041 , opdat de bedrukten H5971 Zijns volks H2620 H8799 een toevlucht daarin hebben zouden.

Isaiah 58:6-7

  6 H6685 Is niet dit het vasten H977 H8799 , dat Ik verkies H6605 H8763 : dat gij losmaakt H2784 de knopen H7562 der goddeloosheid H5425 H8687 , dat gij ontdoet H92 de banden H4133 des juks H2670 , en dat gij vrij H7971 H8763 loslaat H7533 H8803 de verpletterden H4133 , en alle juk H5423 H8762 verscheurt?
  7 H7457 Is het niet, dat gij den hongerige H3899 uw brood H6536 H8800 mededeelt H6041 , en de armen H4788 , verdrevenen H1004 in huis H935 H8686 brengt H6174 ? Als gij een naakte H7200 H8799 ziet H3680 H8765 , dat gij hem dekt H1320 , en dat gij u voor uw vlees H5956 H8691 niet verbergt?

Jeremiah 7:6-15

  6 H1616 De vreemdeling H3490 , wees H490 en weduwe H6231 H8799 niet zult verdrukken H5355 , en geen onschuldig H1818 bloed H4725 in deze plaats H8210 H8799 vergieten H312 ; en andere H430 goden H3212 H8799 H310 niet zult nawandelen H7451 , ulieden ten kwade;
  7 H4725 Zo zal Ik u in deze plaats H776 , in het land H1 , dat Ik uw vaderen H5414 H8804 gegeven heb H7931 H8765 , doen wonen H5769 van eeuw H5704 tot H5769 eeuw.
  8 H982 H8802 Ziet, gij vertrouwt H8267 u op valse H1697 woorden H3276 H8687 , die geen nut doen.
  9 H1589 H8800 Zult gij stelen H7523 H8800 , doodslaan H5003 H8800 en overspel bedrijven H8267 , en valselijk H7650 H8736 zweren H1168 , en Baal H6999 H8763 roken H312 , en andere H430 goden H1980 H8800 H310 nawandelen H3045 H8804 , die gij niet kent?
  10 H935 H8804 En [dan] komen H5975 H8804 en staan H6440 voor Mijn aangezicht H1004 in dit huis H8034 , dat naar Mijn Naam H7121 H8738 genoemd is H559 H8804 , en zeggen H5337 H8738 : Wij zijn verlost H8441 , om al deze gruwelen H6213 H8800 te doen?
  11 H1004 Is dan dit huis H8034 , dat naar Mijn Naam H7121 H8738 genoemd is H5869 , in uw ogen H4631 een spelonk H6530 der moordenaren H7200 H8804 ? Ziet, Ik heb [het] ook gezien H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.
  12 H3212 H8798 Want gaat nu henen H4725 naar Mijn plaats H7887 , die te Silo H8034 was, alwaar Ik Mijn Naam H7223 in het eerst H7931 H8765 had doen wonen H7200 H8798 ; en ziet H6213 H8804 , wat Ik daaraan gedaan H6440 heb vanwege H7451 de boosheid H5971 van Mijn volk H3478 Israel.
  13 H4639 En nu, omdat gijlieden al deze werken H6213 H8800 doet H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H1696 H8762 , en Ik tot u gesproken heb H7925 H8687 , vroeg op zijnde H1696 H8763 en sprekende H8085 H8804 , maar gij niet gehoord hebt H7121 H8799 , en Ik u geroepen H6030 H8804 , maar gij niet geantwoord hebt;
  14 H1004 Zo zal Ik aan dit huis H8034 , dat naar Mijn Naam H7121 H8738 genoemd is H982 H8802 , waarop gij vertrouwt H4725 , en aan deze plaats H1 , die Ik u en uw vaderen H5414 H8804 gegeven heb H6213 H8804 , doen H7887 , gelijk als Ik aan Silo H6213 H8804 gedaan heb.
  15 H6440 En Ik zal ulieden van Mijn aangezicht H7993 H8689 wegwerpen H251 , gelijk als Ik al uw broederen H2233 , het ganse zaad H669 van Efraim H7993 H8689 , weggeworpen heb.

Ezekiel 22:7

  7 H1 Vader H517 en moeder H7043 H8689 hebben zij in u licht geacht H1616 ; met den vreemdeling H8432 hebben zij in het midden H6233 van u door verdrukking H6213 H8804 gehandeld H3490 ; zij hebben in u den wees H490 en de weduwe H3238 H8689 verdrukt.

Ezekiel 22:12-14

  12 H7810 Zij hebben geschenken H3947 H8804 in u genomen H1818 , om bloed H8210 H8800 te vergieten H5392 ; woeker H8636 en overwinst H3947 H8804 hebt gij genomen H1214 H8762 , en gij hebt gierigheid gepleegd H7453 aan uw naaste H6233 door verdrukking H7911 H8804 ; maar gij hebt Mijner vergeten H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.
  13 H3709 Ziet dan, Ik heb Mijn hand H5221 H8689 geslagen H1215 , om uw gierigheid H6213 H8804 , die gij bedreven hebt H1818 , en om uw bloed H8432 , die in het midden van u geweest zijn.
  14 H3820 Zal uw hart H5975 H8799 bestaan H3027 ? zullen uw handen H2388 H8799 sterk zijn H3117 , in de dagen H6213 H8802 , als Ik met u handelen zal H3068 ? Ik, de HEERE H1696 H8765 , heb het gesproken H6213 H8804 , en zal het doen.

Micah 2:1-3

  1 H1945 Wee H205 dien, die ongerechtigheid H2803 H8802 bedenken H7451 , en kwaad H6466 H8802 werken H5921 op H4904 hun legers H216 ; in het licht H1242 van den morgenstond H6213 H8799 doen zij H3588 het, dewijl H410 het in de macht H3027 van hunlieder hand H3426 is.
  2 H2530 H8804 En zij begeren H7704 akkers H1497 H8804 , en roven H1004 ze, en huizen H5375 H8804 , en nemen ze weg H6231 H8804 ; alzo doen zij geweld H1397 aan den man H1004 en zijn huis H376 , ja, aan een iegelijk H5159 en zijn erfenis.
  3 H3651 Daarom H3541 , alzo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H2009 : Ziet H2803 H8802 , Ik denk H7451 een kwaad H5921 over H2063 dit H4940 geslacht H834 H4480 H8033 , waaruit H6677 gijlieden uw halzen H3808 niet H4185 H8686 zult uittrekken H7317 , en zo rechtop H3808 niet H3212 H8799 gaan H3588 ; want H1931 het H7451 zal een boze H6256 tijd zijn.

Micah 3:2-4

  2 H8130 H8802 Zij haten H2896 het goede H157 H0 , en hebben H7451 het kwade H157 H8802 lief H1497 H8802 ; zij roven H5785 hun huid H4480 H5921 van H7607 hen af, en hun vlees H4480 H5921 van H6106 hun beenderen.
  3 H834 Ja, zij zijn het, die H7607 het vlees H5971 mijns volks H398 H8804 eten H4480 H5921 , en H5785 hun huid H6584 H8689 afstropen H6106 , en hun beenderen H6476 H8765 verbreken H6566 H8804 ; en vaneen leggen H834 , gelijk als H5518 in een pot H1320 , en als vlees H8432 in het midden H7037 eens ketels.
  4 H227 Alsdan H2199 H8799 zullen zij roepen H413 tot H3068 den HEERE H3808 , doch Hij zal hen niet H6030 H8799 verhoren H6440 ; maar zal Zijn aangezicht H1931 te dier H6256 tijd H4480 voor H5641 H8686 hen verbergen H834 , gelijk als H4611 zij hun handelingen H7489 H8689 kwaad gemaakt hebben.

James 2:6

  6 G1161 Maar G5210 gij G4434 hebt den armen G818 G5656 oneer aangedaan G2616 G5719 . Overweldigen G5216 u G3756 niet G4145 de rijken G2532 , en G1670 G5719 trekken G846 zij G5209 u G1519 [niet] tot G2922 de rechterstoelen?

James 5:1-6

  1 G33 G5720 Welaan G3568 nu G4145 , gij rijken G2799 G5657 , weent G3649 G5723 en huilt G1909 over G5216 uw G5004 ellendigheden G1904 G5740 , die over u komen.
  2 G5216 Uw G4149 rijkdom G4595 G5754 is verrot G2532 , en G5216 uw G2440 klederen G1096 G5754 zijn G4598 van de motten gegeten geworden;
  3 G5216 Uw G5557 goud G2532 en G696 zilver G2728 G5769 is verroest G2532 ; en G846 hun G2447 roest G5213 zal u G2071 G5704 zijn G1519 tot G3142 een getuigenis G2532 , en G5216 zal uw G4561 vlees G5613 als G4442 een vuur G5315 G5695 verteren G2343 G5656 ; gij hebt schatten vergaderd G1722 in G2078 de laatste G2250 dagen.
  4 G2400 G5628 Ziet G3408 , het loon G2040 der werklieden G3588 , die G5216 uw G5561 landen G270 G5660 gemaaid hebben G3588 , welke G575 van G5216 u G650 G5772 verkort is G2896 G5719 , roept G2532 ; en G995 het geschrei G2325 G5660 dergenen, die geoogst hebben G1525 G5754 , is gekomen G1519 tot in G3775 de oren G2962 van den Heere G4519 Sebaoth.
  5 G5171 G5656 Gij hebt lekkerlijk geleefd G1909 op G1093 de aarde G2532 , en G4684 G5656 wellusten gevolgd G5216 ; gij hebt uw G2588 harten G5142 G5656 gevoed G5613 als G1722 in G2250 een dag G4967 der slachting.
  6 G2613 G5656 Gij hebt veroordeeld G5407 G5656 , gij hebt gedood G1342 den rechtvaardige G498 G5731 ; [en] hij wederstaat G5213 u G3756 niet.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.