Ezekiel 16:15-63

DSV_Strongs(i)
  15 H982 H8799 Maar gij hebt vertrouwd H3308 op uw schoonheid H2181 H8799 , en hebt gehoereerd H8034 vanwege uw naam H8457 ; ja, hebt uw hoererijen H8210 H8799 uitgestort H5674 H8802 aan een ieder, die voorbijging; voor hem was zij.
  16 H899 En gij hebt van uw klederen H3947 H8799 genomen H6213 H8799 , en u gemaakt H2921 H8803 geplekte H1116 hoogten H2181 H8799 , en hebt daarop gehoereerd H935 H8802 ; [zulks] is niet gekomen, en zal niet geschieden.
  17 H3947 H8799 Daartoe hebt gij genomen H3627 de vaten H8597 uws sieraads H2091 van Mijn goud H3701 en van Mijn zilver H5414 H8804 , dat Ik u gegeven had H6754 H2145 , en gij hebt u mansbeelden H6213 H8799 gemaakt H2181 H8799 , en gij hebt met dezelve gehoereerd.
  18 H7553 En gij hebt uw gestikte H899 klederen H3947 H8799 genomen H3680 H8762 , en hebt ze bedekt H8081 ; en gij hebt Mijn olie H7004 en Mijn reukwerk H6440 voor hun aangezichten H5414 H8804 gesteld.
  19 H3899 En Mijn brood H5414 H8804 , hetwelk Ik u gaf H5560 , meelbloem H8081 en olie H1706 , en honig H398 H8689 , [waarmede] Ik u spijsde H6440 , dat hebt gij ook voor hun aangezichten H5414 H8804 gesteld H5207 tot een liefelijken H7381 reuk H5002 H8803 ; zo is het geschied, spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.
  20 H1121 Verder hebt gij uw zonen H1323 en uw dochteren H3205 H8804 , die gij Mij gebaard hadt H3947 H8799 , genomen H2076 H8799 , en hebt ze denzelven geofferd H398 H8800 om te verteren H4592 ; is het wat kleins H8457 van uw hoererijen,
  21 H1121 Dat gij Mijn kinderen H7819 H8799 geslacht hebt H5414 H8799 , en hebt ze overgegeven H5674 H8687 , als gij dezelve voor hen door [het] [vuur] hebt doen gaan?
  22 H8441 Ook hebt gij bij al uw gruwelen H8457 en uw hoererijen H2142 H8804 niet gedacht H3117 aan de dagen H5271 uwer jonkheid H5903 , als gij naakt H6181 en bloot H947 H8711 waart, [als] gij vertreden waart H1818 in uw bloed.
  23 H310 Het is ook geschied na H7451 al uw boosheid H188 , (wee H188 , wee H5002 H8803 u, spreekt H136 de Heere H3069 HEERE),
  24 H1354 Dat gij u een verwelfsel H1129 H8799 gebouwd hebt H7413 , en u een hoge plaats H6213 H8799 gemaakt hebt H7339 in elke straat.
  25 H7218 Aan elk hoofd H1870 des wegs H7413 hebt gij uw hoge plaatsen H1129 H8804 gebouwd H3308 , en hebt uw schoonheid H8581 H8762 gruwelijk gemaakt H7272 , en hebt met uw benen H6589 H8762 geschreden H5674 H8802 voor een ieder, die voorbijging H8457 , en hebt uw hoererijen H7235 H8686 vermenigvuldigd.
  26 H2181 H8799 Gij hebt ook gehoereerd H1121 met de kinderen H4714 van Egypte H7934 , uw naburen H1432 , die groot H1320 van vlees H8457 zijn; en gij hebt uw hoererij H7235 H8686 vermenigvuldigd H3707 H8687 , om Mij tot toorn te verwekken.
  27 H5186 H0 Ziet, daarom strekte Ik H3027 Mijn hand H5186 H8804 over u uit H1639 H8799 , en verminderde H2706 uw bescheiden deel H5414 H8799 ; en Ik gaf H5315 u over in den lust H8130 H8802 dergenen, die u haten H1323 , der dochteren H6430 der Filistijnen H2154 , die vanwege uw schandelijken H1870 weg H3637 H8737 beschaamd waren.
  28 H2181 H8799 Verder hebt gij gehoereerd H1121 met de kinderen H804 van Assur H1115 , omdat H7646 H8804 gij onverzadelijk waart H2181 H8799 ; ja, als gij met hen gehoereerd hebt H7654 , zijt gij ook niet verzadigd geworden.
  29 H8457 Maar gij hebt uw hoererij H7235 H8686 vermenigvuldigd H776 in het land H3667 van Kanaan H3778 tot in Chaldea H2063 ; en daarmede H7646 H8804 ook zijt gij niet verzadigd geworden.
  30 H535 H8802 Hoe zwak H3826 is uw hart H5002 H8803 (spreekt H136 de Heere H3069 HEERE H6213 H8800 ) als gij al deze dingen doet H4639 , [zijnde] het werk H7986 van een heersende H2181 H8803 hoerachtige H802 vrouw!
  31 H1354 Als gij uw verwelfsel H1129 H8800 bouwt H7218 aan het hoofd H1870 van iederen weg H7413 , en uw hoge plaats H6213 H8804 maakt H7339 in elke straat H2181 H8802 , en niet zijt geweest als een hoer H868 , het hoerenloon H7046 H8763 beschimpende.
  32 H5003 H8764 O, die overspelige H802 vrouw H3947 H8799 , zij neemt H376 in plaats van haar man H2114 H8801 de vreemden aan.
  33 H5414 H8799 Men geeft H5078 loon H2181 H8802 aan alle hoeren H5414 H8804 ; maar gij geeft H5083 uw loon H157 H8764 aan al uw boelen H7809 H8799 , en gij beschenkt H5439 ze, opdat zij tot u van rondom H935 H8800 zouden ingaan H8457 om uw hoererijen.
  34 H8457 Zo geschiedt met u in uw hoererijen H2016 het tegendeel H802 van de vrouwen H310 , dewijl men u niet naloopt H2181 H8795 , om te hoereren H868 ; want als gij hoerenloon H5414 H8800 geeft H868 , en het hoerenloon H5414 H8738 u niet gegeven wordt H2016 ; zo zijt gij tot een tegendeel H1961 H8799 geworden.
  35 H2181 H8802 Daarom, o hoer H8085 H8798 , hoor H3068 des HEEREN H1697 woord.
  36 H559 H8804 Alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H5178 : Omdat uw vergif H8210 H8736 uitgestort is H6172 , en uw schaamte H8457 door uw hoererijen H157 H8764 met uw boelen H1540 H8735 ontdekt is H1544 , en met al de drekgoden H8441 uwer gruwelen H1818 , en na het bloed H1121 uwer kinderen H5414 H8804 , dat gij hun gegeven hebt;
  37 H157 H8764 Daarom, zie, Ik zal al uw boelen H6908 H8764 vergaderen H6149 H8804 , met dewelke gij vermengd zijt geweest H157 H8804 , en allen, die gij liefgehad hebt H8130 H8804 , met allen, die gij gehaat hebt H5439 ; en Ik zal hen van rondom H6908 H8765 vergaderen H6172 tegen u, en Ik zal voor hen uw naaktheid H1540 H8765 ontdekken H6172 , dat zij uw ganse naaktheid H7200 H8804 zien zullen.
  38 H4941 Daartoe zal Ik u [naar] de rechten H5003 H8802 der overspeelsters H8210 H8802 H1818 en der bloedvergietsters H8199 H8804 richten H5414 H8804 ; en Ik zal u overgeven H1818 aan het bloed H2534 der grimmigheid H7068 en des ijvers.
  39 H3027 En Ik zal u in hun hand H5414 H8804 overgeven H1354 , en zij zullen uw verwelfsel H2040 H8804 afbreken H7413 , en uw hoge plaatsen H5422 H8765 omwerpen H899 , en uw klederen H6584 H8689 u uittrekken H8597 , en uw sierlijke H3627 juwelen H3947 H8804 nemen H5903 , en u naakt H6181 en bloot H3240 H8689 laten.
  40 H6951 Daarna zullen zij tegen u een vergadering H5927 H8689 doen opkomen H68 , en zullen u met stenen H7275 H8804 stenigen H2719 , en u met hun zwaarden H1333 H8765 doorsteken.
  41 H1004 Zij zullen ook uw huizen H784 met vuur H8313 H8804 verbranden H8201 , en oordelen H6213 H8804 tegen u uitvoeren H7227 voor veler H802 vrouwen H5869 ogen H7673 H8689 ; en Ik zal u doen ophouden H2181 H8802 van een hoer te zijn H868 , en gij zult ook niet meer hoerenloon H5414 H8799 geven.
  42 H2534 Zo zal Ik Mijn grimmigheid H5117 H8689 op u doen rusten H7068 , en Mijn ijver H5493 H8804 zal van u afwijken H8252 H8804 ; en Ik zal stil zijn H3707 H8799 , en niet meer toornig wezen.
  43 H2142 H8804 Daarom dat gij niet gedacht hebt H3117 aan de dagen H5271 uwer jonkheid H7264 H8799 , en Mij tot beroering geweest zijt H1887 met dit alles, zie H1870 , zo zal Ik ook uw weg H7218 op [uw] hoofd H5414 H8804 geven H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE H2154 ; en gij zult die schandelijke daad H6213 H8804 niet doen H8441 boven al uw gruwelen.
  44 H4911 H8802 Zie, een ieder, die spreekwoorden gebruikt H4911 H8799 , zal van u een spreekwoord gebruiken H559 H8800 , zeggende H517 : Zo de moeder H1323 is, is haar dochter.
  45 H1323 Gij zijt de dochter H517 uwer moeder H1602 H8802 , die de walg had H376 van haar man H1121 en van haar kinderen H269 ; en gij zijt de zuster H269 uwer zusteren H1602 H8804 , die de walg gehad hebben H582 van haar mannen H1121 en van haar kinderen H517 ; uw moeder H2850 was een Hethietische H1 , en uw vader H567 een Amoriet.
  46 H1419 Uw grote H269 zuster H8111 nu is Samaria H1323 , zij en haar dochteren H3427 H8802 , dewelke woont H8040 aan uw linkerhand H269 ; maar uw zuster H6996 , die kleiner H3225 is dan gij, die tegen uw rechterhand H3427 H8802 woont H5467 , is Sodom H1323 en haar dochteren.
  47 H1870 Doch gij hebt in haar wegen H1980 H8804 niet gewandeld H8441 , noch naar haar gruwelen H6213 H8804 gedaan H6985 ; het was wat H4592 gerings H6962 H8804 , een verdriet H7843 H8686 ; maar gij hebt het meer verdorven H2004 dan zij H1870 , in al uw wegen.
  48 H2416 [Zo] [waarachtig] [als] Ik leef H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE H5467 , indien Sodom H269 , uw zuster H1323 , zij met haar dochteren H6213 H8804 , gedaan heeft H6213 H8804 , gelijk gij gedaan hebt H1323 en uw dochteren!
  49 H5771 Ziet, dit was de ongerechtigheid H269 uwer zuster H5467 Sodom H1347 ; hoogmoed H7653 , zatheid H3899 van brood H8252 H8687 en stille H7962 gerustheid H1323 had zij en haar dochteren H2388 H8689 ; maar zij sterkte H3027 de hand H6041 des armen H34 en nooddruftigen niet.
  50 H1361 H8799 En zij verhieven zich H6213 H8799 , en deden H8441 gruwelijkheid H6440 voor Mijn aangezicht H5493 H8686 ; daarom deed Ik ze weg H7200 H8804 , nadat Ik het gezien had.
  51 H8111 Samaria H2677 ook heeft naar de helft H2403 uwer zonden H2398 H8804 niet gezondigd H8441 ; en gij hebt uw gruwelen H2007 meer dan zij H7235 H8686 vermenigvuldigd H269 , en hebt uw zusters H6663 H8762 gerechtvaardigd H8441 door al uw gruwelen H6213 H8804 , die gij gedaan hebt.
  52 H5375 H8798 Draag gij H3639 [dan] ook uw schande H269 , gij, die voor uw zusteren H6419 H8765 geoordeeld hebt H2403 door uw zonden H8581 H8689 , die gij gruwelijker gemaakt hebt H2004 dan zij H6663 H8799 ; zij zijn rechtvaardiger H954 H8798 dan gij; wees gij dan ook beschaamd H5375 H8798 , en draag H3639 uw schande H269 , omdat gij uw zusters H6663 H8763 gerechtvaardigd hebt.
  53 H7622 H8675 H7622 Als Ik haar gevangenen H7725 H8804 wederbrengen zal H7622 H8675 H7622 , [namelijk] de gevangenen H5467 van Sodom H1323 en haar dochteren H7622 H8676 H7622 , en de gevangenen H8111 van Samaria H1323 en haar dochteren H7622 H8675 H7622 , dan [zal] [Ik] [wederbrengen] de gevangenen H7622 uwer gevangenis H8432 in het midden van haar.
  54 H3639 Opdat gij uw schande H5375 H8799 draagt H3637 H8738 , en te schande gemaakt wordt H6213 H8804 , om al hetgeen gij gedaan hebt H5162 H8763 , als gij haar troosten zult.
  55 H269 Als uw zusters H5467 , Sodom H1323 en haar dochteren H7725 H8799 , zullen wederkeren H6927 tot haar vorigen staat H8111 , mitsgaders Samaria H1323 en haar dochteren H7725 H8799 zullen wederkeren H6927 tot haar vorigen staat H1323 , zult gij ook en uw dochteren H7725 H8799 wederkeren H6927 tot uw vorigen staat.
  56 H269 Ja, uw zuster H5467 Sodom H6310 is in uw mond H8052 niet gehoord geweest H3117 , ten dage H1347 uws groten hoogmoeds,
  57 H7451 Aleer uw boosheid H1540 H8735 ontdekt was H6256 . Als de tijd H2781 was der versmading H1323 van de dochteren H758 van Syrie H5439 , en van al degenen, die rondom H1323 datzelve waren, de dochteren H6430 der Filistijnen H7590 H8801 , die u verachten H5439 van rondom,
  58 H2154 Hebt gij uw schandelijke daden H8441 en uw gruwelen H5375 H8804 gedragen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.
  59 H559 H8804 Want alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H6213 H8804 : Ik zal u ook doen H6213 H8804 , gelijk als gij gedaan hebt H423 , die den eed H959 H8804 veracht hebt H6565 H8687 , brekende H1285 het verbond.
  60 H2142 H8804 Evenwel zal Ik gedachtig wezen H1285 aan Mijn verbond H3117 met u, in de dagen H5271 uwer jonkheid H5769 , en Ik zal met u een eeuwig H1285 verbond H6965 H8689 oprichten.
  61 H1870 Dan zult gij uwer wegen H2142 H8804 gedenken H3637 H8738 en beschaamd zijn H269 , als gij uw zusteren H1419 , die groter H6996 zijn dan gij, met degenen, die kleiner H3947 H8800 zijn dan gij, aannemen zult H5414 H8804 ; want Ik zal u dezelve geven H1323 tot dochteren H1285 , maar niet uit uw verbond.
  62 H1285 Want Ik zal Mijn verbond H6965 H8689 met u oprichten H3045 H8804 , en gij zult weten H3068 , dat Ik de HEERE ben;
  63 H2142 H8799 Opdat gij het gedachtig zijt H954 H8804 , en u schaamt H6310 , en niet meer uw mond H6610 opent H6440 vanwege H3639 uw schande H3722 H8763 , wanneer Ik voor u verzoening doen zal H6213 H8804 over al hetgeen gij gedaan hebt H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.