Acts 20

DSV_Strongs(i)
  1 G3326 Nadat G1161 nu G2351 het oproer G3973 G5670 gestild was G3972 , Paulus G3101 , de discipelen G4341 G5666 tot zich geroepen G2532 en G782 G5666 gegroet hebbende G1831 G5627 , ging uit G1519 om naar G3109 Macedonie G4198 G5677 te reizen.
  2 G1161 En G1565 als hij die G3313 delen G1330 G5631 doorgereisd G2532 , en G846 hen G4183 met vele G3056 redenen G3870 G5660 vermaand had G2064 G5627 , kwam hij G1519 in G1671 Griekenland.
  3 G5037 En G5140 als hij [aldaar] drie G3376 maanden G4160 G5660 overgebracht had G846 , en hem G5259 van G2453 de Joden G1917 lagen G1096 G5637 gelegd werden G1519 , als hij naar G4047 Syrie G3195 G5723 zoude G321 G5745 varen G1096 G5633 , zo werd hij G1106 van zin G5290 G5721 weder te keren G1223 door G3109 Macedonie.
  4 G1161 En G846 hem G4902 G5711 vergezelschapte G891 tot in G773 Azie G4986 Sopater G961 van Berea G1161 ; en G2331 van de Thessalonicensen G708 Aristarchus G2532 en G4580 Sekundus G2532 ; en G1050 Gajus G1190 van Derbe G2532 , en G5095 Timotheus G1161 en G774 van die van Azie G5190 Tychikus G2532 en G5161 Trofimus.
  5 G3778 Dezen G4281 G5631 , vooraf heengegaan zijnde G3306 G5707 , wachtten G2248 ons G1722 te G5174 Troas.
  6 G2249 Wij G1161 nu G1602 G5656 scheepten af G575 van G5375 Filippi G3326 na G2250 de dagen G106 der ongehevelde G2532 [broden], en G2064 G5627 kwamen G891 in G4002 vijf G2250 dagen G4314 bij G846 hen G1519 te G5174 Troas G3757 , alwaar G2033 wij ons zeven G2250 dagen G1304 G5656 onthielden.
  7 G1161 En G1722 op G3391 den eersten G4521 [dag] der week G3101 , als de discipelen G4863 G5772 bijeengekomen waren G740 om brood G2806 G5658 te breken G1256 G5711 , handelde G3972 Paulus G846 met hen G3195 G5723 , zullende G1887 des anderen daags G1826 G5750 verreizen G5037 ; en G3905 G5707 hij strekte G3056 [zijne] rede G3360 uit tot G3317 den middernacht.
  8 G1161 En G2258 G5713 er waren G2425 vele G2985 lichten G1722 in G5253 de opperzaal G3757 waar G4863 G5772 zij vergaderd G2258 G5713 waren.
  9 G1161 En G5100 een zeker G3494 jongeling G3686 , met name G2161 Eutychus G2521 G5740 , zat G1909 in G2376 het venster G901 en met een diepen G5258 slaap G2702 G5746 overvallen zijnde G3972 , alzo Paulus G1909 G4119 lang G1256 G5740 [tot] [hen] sprak G575 , door G5258 den slaap G2702 G5685 nederstortende G4098 G5627 , viel G575 van G5152 de derde zoldering G2736 nederwaarts G2532 , en G3498 werd dood G142 G5681 opgenomen.
  10 G1161 Doch G3972 Paulus G2597 G5631 , afgekomen zijnde G1968 G5627 , viel op G846 hem G2532 , en G4843 G5631 [hem] omvangende G2036 G5627 , zeide hij G2350 G : Weest G3361 niet G2350 G5744 beroerd G1063 ; want G846 zijn G5590 ziel G2076 G5748 is G1722 in G846 hem.
  11 G1161 En G305 G5631 als hij [weder] boven gegaan was G2532 , en G740 brood G2806 G5660 gebroken G2532 en G1089 G5666 [wat] gegeten had G5037 , en G1909 G2425 lang G891 , tot G827 den dageraad G3656 G5660 toe, met hen gesproken had G1831 G5627 , vertrok hij G3779 alzo.
  12 G1161 En G71 G5627 zij brachten G3816 den knecht G2198 G5723 levende G2532 , en G3756 G3357 waren bovenmate G3870 G5681 vertroost.
  13 G1161 Maar G2249 wij G1909 , vooruit naar G4143 het schip G4281 G5631 gegaan zijnde G321 G5681 , voeren af G1519 naar G789 Assus G1564 , waar G3972 wij Paulus G3195 G5723 zouden G353 G5721 innemen G1063 ; want G2258 G5713 hij had G3779 het alzo G1299 G5722 bevolen G846 , en hij zelf G3195 G5723 zou G3978 G5721 te voet gaan.
  14 G1161 En G5613 als G1519 hij zich te G789 Assus G2254 bij ons G4820 G5627 gevoegd had G353 G , namen wij G846 hem G353 G5631 in G2064 G5627 , en kwamen G1519 te G3412 Mitylene.
  15 G2547 En van daar G636 G5660 afgescheept zijnde G2658 G5656 , kwamen wij G1966 G5752 den volgenden G481 G [dag] tegen G5508 Chios G481 over G1161 , en G2087 des anderen G3846 G5627 [daags] legden wij aan G1519 te G4544 Samos G2532 , en G3306 G5660 bleven G1722 te G5175 Trogyllion G2192 G5746 , en den [dag] daaraan G2064 G5627 kwamen wij G1519 te G3399 Milete.
  16 G1063 Want G3972 Paulus G2919 G5656 had voorgenomen G2181 Efeze G3896 G5658 voorbij te varen G3704 , opdat G846 hij G3361 niet G5551 G den tijd G1722 in G773 Azie G1096 G5638 zou G5551 G5658 verslijten G1063 ; want G4692 G5707 hij spoedde zich G1487 , om (zo G846 het hem G1415 mogelijk G2258 G5713 ware G2250 G4005 ) op den pinksterdag G1519 te G2414 Jeruzalem G1096 G5635 te zijn.
  17 G1161 Maar G3992 G5660 hij zond G575 van G3399 Milete G1519 naar G2181 Efeze G3333 G5668 , en hij ontbood G4245 de ouderlingen G1577 der Gemeente.
  18 G1161 En G5613 als G4314 zij tot G846 hem G3854 G5633 gekomen waren G2036 G5627 , zeide hij G846 tot hen G5210 : Gijlieden G1987 G5736 weet G575 , van G4413 den eersten G2250 dag G575 G3739 af, dat G1519 ik in G773 Azie G1910 G5627 ben aangekomen G4459 , hoe G3326 ik bij G5216 u G3956 den gansen G5550 tijd G1096 G5633 geweest ben;
  19 G1398 G5723 Dienende G2962 den Heere G3326 met G3956 alle G5012 ootmoedigheid G2532 , en G4183 vele G1144 tranen G2532 , en G3986 verzoekingen G3588 , die G3427 mij G4819 G5631 overkomen zijn G1722 door G1917 de lagen G2453 der Joden;
  20 G5613 Hoe G3762 ik niets G5288 G5668 achtergehouden heb G4851 G5723 van hetgeen nuttig was G5213 , dat ik u G3361 niet G312 G5658 zou verkondigd G2532 en G5209 u G1321 G5658 geleerd hebben G1219 , in het openbaar G2532 en G2596 bij G3624 de huizen;
  21 G1263 G5740 Betuigende G5037 , beiden G2453 Joden G2532 en G1672 Grieken G3341 , de bekering G1519 tot G2316 God G2532 en G4102 het geloof G2257 in onzen G2962 Heere G2424 Jezus G5547 Christus.
  22 G2532 En G3568 nu G2400 G5628 ziet G1473 , ik G1210 G5772 , gebonden zijnde G4151 door den Geest G4198 G5736 , reis G1519 naar G2419 Jeruzalem G3361 , niet G1492 G5761 wetende G3427 , wat mij G1722 G846 daar G4876 G5694 ontmoeten zal;
  23 G4133 Dan G3754 dat G40 de Heilige G4151 Geest G2596 van G4172 stad tot stad G1263 G5736 betuigt G3004 G5723 , zeggende G3754 , dat G3165 mij G1199 banden G2532 en G2347 verdrukkingen G3306 G5719 aanstaande zijn.
  24 G235 Maar G4160 G5731 ik acht op G3762 geen G3056 ding G3761 , noch G2192 G5719 houde G3450 mijn G5590 leven G5093 dierbaar G1683 voor mijzelven G5613 , opdat G3450 ik mijn G1408 loop G3326 met G5479 blijdschap G5048 G5658 mag volbrengen G2532 , en G1248 den dienst G3739 , welken G3844 ik, van G2962 den Heere G2424 Jezus G2983 G5627 ontvangen heb G1263 G5664 , om te betuigen G2098 het Evangelie G5485 der genade G2316 Gods.
  25 G2532 En G3568 nu G2400 G5628 ziet G1473 , ik G1492 G5758 weet G3754 , dat G5210 gij G3956 allen G1722 G3739 , waar G1330 G5627 ik doorgegaan ben G2784 G5723 , predikende G932 het Koninkrijk G2316 Gods G3450 , mijn G4383 aangezicht G3765 niet meer G3700 G5695 zien zult.
  26 G1352 Daarom G3143 G5736 betuig ik G5213 ulieden G1722 op G4594 dezen huidigen G2250 dag G3754 , dat G1473 ik G2513 rein G1510 ben G575 van G129 het bloed G3956 van [u] allen.
  27 G1063 Want G3756 ik heb niet G5288 G5668 achtergehouden G5213 , dat ik u G3361 niet G312 G5658 zou verkondigd hebben G3956 al G1012 den raad G2316 Gods.
  28 G3767 Zo hebt dan G4337 G5720 acht op G1438 uzelven G2532 , en G3956 op de gehele G4168 kudde G1722 , over G3739 dewelke G5209 u G40 de Heilige G4151 Geest G1985 tot opzieners G5087 G5639 gesteld heeft G1577 , om de Gemeente G2316 Gods G4165 G5721 te weiden G3739 , welke G4046 G5668 Hij verkregen heeft G1223 door G2398 Zijn eigen G129 bloed.
  29 G1063 Want G5124 dit G1492 G5758 weet G1473 ik G3754 , dat G3326 na G3450 mijn G867 vertrek G926 zware G3074 wolven G1519 tot G5209 u G1525 G5695 inkomen zullen G4168 , die de kudde G3361 niet G5339 G5740 sparen.
  30 G2532 En G1537 uit G5216 G846 uzelven G435 zullen mannen G450 G5698 opstaan G2980 G5723 , sprekende G1294 G5772 verkeerde dingen G3101 , om de discipelen G645 G5721 af te trekken G3694 achter G846 zich.
  31 G1352 Daarom G1127 G5720 waakt G3421 G5723 , en gedenkt G3754 , dat G5148 ik drie jaren G3571 [lang] nacht G2532 en G2250 dag G3756 , niet G3973 G5668 opgehouden heb G1520 een G1538 iegelijk G3326 met G1144 tranen G3560 G5723 te vermanen.
  32 G2532 En G3569 nu G80 , broeders G3908 G5731 , ik bevele G5209 u G2316 Gode G2532 , en G3056 den woorde G846 Zijner G5485 genade G3588 , Die G1410 G5740 machtig is G2026 G5658 u op te bouwen G2532 , en G5213 u G2817 een erfdeel G1325 G5629 te geven G1722 onder G3956 al G37 G5772 de geheiligden.
  33 G3762 Ik heb niemands G694 zilver G2228 , of G5553 goud G2228 , of G2441 kleding G1937 G5656 begeerd.
  34 G1161 En G846 gijzelve G1097 G5719 weet G3754 , dat G3778 deze G5495 handen G3450 tot mijn G5532 nooddruft G2532 , en G3326 dergenen, die met G1700 mij G5607 G5752 waren G5256 G5656 , gediend hebben.
  35 G5213 Ik heb u G3956 in alles G5263 G5656 getoond G3754 , dat G3779 men, alzo G2872 G5723 arbeidende G770 G5723 , de zwakken G1163 G5748 moet G482 G5738 opnemen G5037 , en G3421 G5721 gedenken G3056 aan de woorden G2962 van den Heere G2424 Jezus G3754 , dat G2036 G5627 Hij gezegd heeft G2076 G5748 : Het is G3123 G3107 zaliger G1325 G5721 te geven G2228 , dan G2983 G5721 te ontvangen.
  36 G2532 En G5023 als hij dit G2036 G5631 gezegd had G846 , heeft hij G1119 G5087 G5631 nederknielende G4862 met G846 hen G3956 allen G4336 G5662 gebeden.
  37 G1161 En G1096 G5633 er werd G2425 een groot G2805 geween G3956 van [hen] allen G2532 ; en G1968 G5631 zij, vallende G1909 om G5137 den hals G3972 van Paulus G2705 G5707 , kusten G846 hem;
  38 G3600 G5746 Zeer bedroefd zijnde G3122 , allermeest G1909 over G3056 het woord G3739 , dat G2046 G5715 hij gezegd had G3754 , dat G846 zij zijn G4383 aangezicht G3765 niet meer G2334 G5721 zien G3195 G5719 zouden G1161 ; en G4311 G5707 zij geleidden G846 hem G1519 naar G4143 het schip.