5
H6862
[He]. Haar tegenpartijders
H7218
zijn ten hoofd
H341 H8802
geworden, haar vijanden
H7951 H8804
zijn gerust
H3068
; omdat haar de HEERE
H3013 H8689
bedroefd heeft
H7230
, vanwege de veelheid
H6588
harer overtredingen
H5768
; haar kinderkens
H1980 H8804
gaan henen
H7628
[in] de gevangenis
H6440
voor het aangezicht
H6862
des tegenpartijders.
Lamentations 1:5 Cross References - DSV_Strongs
Leviticus 26:15-46
15
H2708
En zo gij Mijn inzettingen
H3988 H8799
zult smadelijk verwerpen
H5315
, en zo uw ziel
H4941
van Mijn rechten
H1602 H8799
zal walgen
H6213 H8800
, dat gij niet doet
H4687
al Mijn geboden
H1285
, om Mijn verbond
H6565 H8687
te vernietigen;
16
H6213 H8799
Dit zal Ik u ook doen
H6485 H8689
, dat Ik over u stellen zal
H928
verschrikking
H7829
, tering
H6920
en koorts
H5869
, die de ogen
H3615 H8764
verteren
H5315
en de ziel
H1727 H8688
pijnigen
H2233
; gij zult ook uw zaad
H7385
te vergeefs
H2232 H8804
zaaien
H341 H8802
, en uw vijanden
H398 H8804
zullen dat opeten.
17
H6440
Daartoe zal Ik Mijn aangezicht
H5414 H8804
tegen ulieden zetten
H5062 H8738
, dat gij geslagen zult worden
H6440
voor het aangezicht
H341 H8802
uwer vijanden
H8130 H8802
; en uw haters
H7287 H8804
zullen over u heerschappij hebben
H5127 H8804
, en gij zult vlieden
H7291 H8802
, als u iemand vervolgt.
18
H5704
En zo gij Mij tot deze dingen toe nog
H8085 H8799
niet horen zult
H3254 H8804
, Ik zal nog daar toedoen
H7651
, om u zevenvoudig
H2403
over uw zonden
H3256 H8763
te tuchtigen.
19
H1347
Want Ik zal de hovaardigheid
H5797
uwer kracht
H7665 H8804
verbreken
H8064
, en zal uw hemel
H1270
als ijzer
H5414 H8804
maken
H776
, en uw aarde
H5154
als koper.
20
H3581
En uw macht
H7385
zal ijdellijk
H8552 H8804
verdaan worden
H776
; en uw land
H2981
zal zijn inkomsten
H5414 H8799
niet geven
H6086
, en het geboomte
H776
des lands
H6529
zal zijn vrucht
H5414 H8799
niet geven.
21
H7147
En zo gij met Mij [in] tegenheid
H3212 H8799
wandelen zult
H14 H8799
, en Mij niet zult willen
H8085 H8800
horen
H2403
, zo zal Ik over u, naar uw zonden
H7651
, zevenvoudig
H4347
slagen
H3254 H8804
toedoen.
22
H7971 H8689
Want Ik zal onder u zenden
H2416
het gedierte
H7704
des velds
H7921 H8765
, hetwelk u beroven
H929
, en uw vee
H3772 H8689
uitroeien
H4591 H8689
, en u verminderen zal
H1870
; en uw wegen
H8074 H8738
zullen woest worden.
23
H3256 H8735
Indien gij nog door deze dingen Mij niet getuchtigd zult zijn
H7147
, maar met Mij [in] tegenheid
H1980 H8804
wandelen;
24
H7147
Zo zal Ik ook met u in tegenheid
H1980 H8804
wandelen
H1571
, en Ik zal u ook
H7651
zevenvoudig
H2403
over uw zonden
H5221 H8689
slaan.
25
H2719
Want Ik zal een zwaard
H935 H8689
over u brengen
H5359
, dat de wraak
H1285
des verbonds
H5358 H8802
wreken zal
H413
, zodat gij in
H5892
uw steden
H622 H8738
vergaderd zult worden
H1698
; dan zal Ik de pest
H8432
in het midden
H7971 H8765
van u zenden
H3027
, en gij zult in de hand
H341 H8802
des vijands
H5414 H8738
overgegeven worden.
26
H4294
Als Ik u den staf
H3899
des broods
H7665 H8800
zal gebroken hebben
H6235
, dan zullen tien
H802
vrouwen
H3899
uw brood
H259
in een
H8574
oven
H644 H8804
bakken
H3899
, en zullen uw brood
H4948
bij het gewicht
H7725 H8689
wedergeven
H398 H8804
; en gij zult eten
H7646 H8799
, maar niet verzadigd worden.
27
H2063
Als gij ook hierom
H8085 H8799
Mij niet horen zult
H1980 H8804
, maar met Mij wandelen zult
H7147
in tegenheid;
28
H2534
Zo zal Ik ook met u in heetgrimmige
H7147
tegenheid
H1980 H8804
wandelen
H637
, en Ik zal u ook
H7651
zevenvoudig
H2403
over uw zonden
H3256 H8765
tuchtigen.
29
H1320
Want gij zult het vlees
H1121
uwer zonen
H398 H8804
eten
H1320
, en het vlees
H1323
uwer dochteren
H398 H8799
zult gij eten.
30
H1116
En Ik zal uw hoogten
H8045 H8689
verderven
H2553
, en uw zonnebeelden
H3772 H8689
uitroeien
H6297
, en zal uw dode lichamen
H6297
op de dode lichamen
H1544
uwer drekgoden
H5414 H8804
werpen
H5315
; en Mijn ziel
H1602 H8804
zal aan u walgen.
31
H5892
En Ik zal uw steden
H2723
een woestijn
H5414 H8804
maken
H4720
, en uw heiligdommen
H8074 H8689
verwoesten
H5207
; en Ik zal uw liefelijken
H7381
reuk
H7306 H8686
niet rieken.
32
H776
Ja, Ik zal dat land
H8074 H8689
verwoesten
H341 H8802
; dat uw vijanden
H3427 H8802
, die daarin zullen wonen
H8074 H8804
, zich daarover ontzetten zullen.
33
H1471
Daartoe zal Ik u onder de heidenen
H2219 H8762
verstrooien
H2719
; en een zwaard
H310
achter
H7324 H8689
u uittrekken
H776
; en uw land
H8077
zal woest
H5892
, en uw steden
H2723
zullen een woestijn zijn.
34
H776
Dan zal het land
H7676
aan zijn sabbatten
H7521 H8799
een welgevallen hebben
H3117
, al de dagen
H8074 H8715
der verwoesting
H776
, en gij zult in het land
H341 H8802
uwer vijanden
H776
zijn; dan zal het land
H7673 H8799
rusten
H7676
, en aan zijn sabbatten
H7521 H8689
een welgevallen hebben.
35
H3117
Al de dagen
H8074 H8715
der verwoesting
H7673 H8799
zal het rusten
H7673 H8804
, overmits het niet rustte
H7676
in uw sabbatten
H3427 H8800
, als gij daarin woondet.
36
H7604 H8737
En aangaande de overgeblevenen
H3824
onder u, Ik zal in hun hart
H4816
een wekigheid
H776
in de landen
H341 H8802
hunner vijanden
H935 H8689
laten komen
H6963
; zodat het geruis
H5086 H8737
van een gedreven
H5929
blad
H7291 H8804
hen jagen zal
H5127 H8804
, en zij zullen vlieden
H4499
, gelijk men vliedt
H2719
voor een zwaard
H5307 H8804
, en zullen vallen
H7291 H8802
, waar niemand is, die jaagt.
37
H376
En zij zullen de een
H251
op den ander
H6440
als voor
H2719
het zwaard
H3782 H8804
vallen
H7291 H8802
, waar niemand is, die jaagt
H6440
; en gij zult voor het aangezicht
H341 H8802
uwer vijanden
H8617
niet kunnen bestaan.
38
H6 H8804
Maar gij zult omkomen
H1471
onder de heidenen
H776
, en het land
H341 H8802
uwer vijanden
H398 H8804
zal u verteren.
39
H7604 H8737
En de overgeblevenen
H5771
onder u zullen om hun ongerechtigheid
H776
in de landen
H341 H8802
uwer vijanden
H4743 H8735
uitteren
H5771
; ja, ook om de ongerechtigheden
H1
hunner vaderen
H4743 H8735
zullen zij met hen uitteren.
40
H5771
Dan zullen zij hun ongerechtigheid
H3034 H8694
belijden
H5771
, en de ongerechtigheid
H1
hunner vaderen
H4604
met hun overtredingen
H4603 H8804
, waarmede zij tegen Mij overtreden hebben
H7147
, en ook dat zij met Mij in tegenheid
H1980 H8804
gewandeld hebben.
41
H7147
Dat Ik ook met hen in tegenheid
H3212 H8799
gewandeld
H776
, en hen in het land
H341 H8802
hunner vijanden
H935 H8689
gebracht zal hebben
H176
. Zo dan
H6189
hun onbesneden
H3824
hart
H3665 H8735
gebogen wordt
H5771
, en zij dan aan de straf hunner ongerechtigheid
H7521 H8799
een welgevallen hebben;
42
H2142 H8804
Dan zal Ik gedenken
H1285
aan Mijn verbond
H3290
[met] Jakob
H1285
, en ook aan Mijn verbond
H3327
[met] Izak
H1285
, en ook aan Mijn verbond
H85
[met] Abraham
H2142 H8799
zal Ik gedenken
H776
, en aan het land
H2142 H8799
zal Ik gedenken;
43
H776
Als het land
H5800 H8735
om hunnentwil zal verlaten zijn geweest
H7676
, en aan zijn sabbatten
H7521 H8799
een welgevallen gehad hebben
H8074 H8715
, wanneer het om hunnentwil verwoest was
H5771
, en zij aan de straf hunner ongerechtigheid
H7521 H8799
een welgevallen zullen gehad hebben
H3282
; daarom
H3282
, en omdat
H4941
zij Mijn rechten
H3988 H8804
hadden verworpen
H5315
, en hun ziel
H2708
van Mijn inzettingen
H1602 H8804
gewalgd had.
44
H637
En hierenboven
H2063
is dit
H1571
ook
H776
; als zij in het land
H341 H8802
hunner vijanden
H3988 H8804
zullen zijn, zal Ik hen niet verwerpen
H1602 H8804
, noch van hen walgen
H3615 H8763
, om een einde van hen te maken
H6565 H8687
, vernietigende
H1285
Mijn verbond
H3068
met hen; want Ik ben de HEERE
H430
, hun God!
Deuteronomy 4:25-27
25
H1121
Wanneer gij nu kinderen
H1121 H1121
en kindskinderen
H3205 H8686
gewonnen zult hebben
H776
, en in het land
H3462 H8738
oud geworden zult zijn
H7843 H8689
, en u zult verderven
H6459
, dat gij gesneden beelden
H6213 H8804
maakt
H8544
, de gelijkenis
H6213 H8804
van enig ding, en doet
H7451
, wat kwaad
H5869
is in de ogen
H3068
des HEEREN
H430
, uws Gods
H3707 H8687
, om Hem tot toorn te verwekken;
26
H5749 H0
Zo roep ik
H3117
heden
H8064
den hemel
H776
en de aarde
H5749 H8689
tot getuige
H6 H8800
tegen ulieden, dat gij voorzeker
H4118
haast
H6 H8799
zult omkomen
H776
van dat land
H3383
, waar gij over de Jordaan
H5674 H8802
naar toe trekt
H3423 H8800
, om dat te erven
H3117
; gij zult uw dagen
H748 H8686
daarin niet verlengen
H8045 H8736
, maar ganselijk
H8045 H8735
verdelgd worden.
Deuteronomy 28:15-68
15
H6963
Daarentegen zal het geschieden, indien gij de stem
H3068
des HEEREN
H430
, uws Gods
H8085 H8799
, niet zult gehoorzaam zijn
H8104 H8800
, om waar te nemen
H6213 H8800
, dat gij doet
H4687
al Zijn geboden
H2708
en Zijn inzettingen
H3117
, die ik u heden
H6680 H8764
gebiede
H7045
; zo zullen al deze vloeken
H935 H8804
over u komen
H5381 H8689
, en u treffen.
16
H779 H8803
Vervloekt
H5892
zult gij zijn in de stad
H779 H8803
, en vervloekt
H7704
zult gij zijn in het veld.
18
H779 H8803
Vervloekt
H6529
zal zijn de vrucht
H990
uws buiks
H6529
, en de vrucht
H127
uws lands
H7698
, de voortzetting
H504
uwer koeien
H6251
, en de kudden
H6629
van uw klein vee.
19
H779 H8803
Vervloekt
H935 H8800
zult gij zijn in uw ingaan
H779 H8803
, en vervloekt
H3318 H8800
zult gij zijn in uw uitgaan.
20
H3068
De HEERE
H7971 H8762
zal onder u zenden
H3994
den vloek
H4103
, de verstoring
H4045
en het verderf
H3027
, in alles, waaraan gij uw hand
H4916
slaat
H6213 H8799
, dat gij doen zult
H8045 H8736
; totdat gij verdelgd wordt
H4118
, en totdat gij haastelijk
H6 H8800
omkomt
H6440
, vanwege
H7455
de boosheid
H4611
uwer werken
H5800 H8804
, waarmede gij Mij verlaten hebt.
21
H3068
De HEERE
H1698
zal u de pestilentie
H1692 H8686
doen aankleven
H3615 H8763
, totdat Hij u verdoe
H127
van het land
H935 H8802
, waar gij naar toe gaat
H3423 H8800
, om dat te erven.
22
H3068
De HEERE
H5221 H8686
zal u slaan
H7829
met tering
H6920
, en met koorts
H1816
, en met vurigheid
H2746
, en met hitte
H2719
, en met droogte
H7711
, en met brandkoren
H3420
, en met honigdauw
H7291 H8804
, die u vervolgen zullen
H6 H8800
, totdat gij omkomt.
23
H8064
En uw hemel
H7218
, die boven uw hoofd
H5178
is, zal koper
H776
zijn, en de aarde
H1270
, die onder u is, zal ijzer zijn.
24
H3068
De HEERE
H80
, uw God, zal pulver
H6083
en stof
H4306
tot regen
H776
uws lands
H5414 H8799
geven
H8064
; van den hemel
H3381 H8799
zal het op u nederdalen
H8045 H8736
, totdat gij verdelgd wordt.
25
H3068
De HEERE
H5062 H8737
zal u geslagen
H5414 H8799
geven
H6440
voor het aangezicht
H341 H8802
uwer vijanden
H259
; door een
H1870
weg
H3318 H8799
zult gij tot hem uittrekken
H7651
, en door zeven
H1870
wegen
H6440
zult gij voor zijn aangezicht
H5127 H8799
vlieden
H4467
; en gij zult van alle koninkrijken
H776
der aarde
H2189
beroerd worden.
26
H5038
En uw dood lichaam
H5775
zal aan alle gevogelte
H8064
des hemels
H929
, en aan de beesten
H776
der aarde
H3978
tot spijze
H2729 H8688
zijn; en niemand zal ze afschrikken.
27
H3068
De HEERE
H5221 H8686
zal u slaan
H7822
met zweren
H4714
van Egypte
H2914 H8675 H6076
, en met spenen
H1618
, en met droge schurft
H2775
, en met krauwsel
H3201 H8799
, waarvan gij niet zult kunnen
H7495 H8736
genezen worden.
28
H3068
De HEERE
H5221 H8686
zal u slaan
H7697
met onzinnigheid
H5788
, en met blindheid
H8541
, en met verbaasdheid
H3824
des harten;
29
H6672
Dat gij op den middag
H4959 H8764
zult omtasten
H5787
, gelijk als een blinde
H4959 H8762
omtast
H653
in het donkere
H1870
, en uw wegen
H6743 H8686
niet zult voorspoedig maken
H6231 H8803
; maar gij zult alleenlijk verdrukt
H1497 H8803
en beroofd zijn
H3117
alle dagen
H3467 H8688
, en er zal geen verlosser zijn.
30
H802
Gij zult een vrouw
H781 H8762
ondertrouwen
H312 H376
, maar een ander
H7901 H8799 H8675 H7693 H8799
zal haar beslapen
H1004
; een huis
H1129 H8799
zult gij bouwen
H3427 H8799
, maar daarin niet wonen
H3754
; een wijngaard
H5193 H8799
zult gij planten
H2490 H8762
, maar dien niet gemeen maken.
31
H7794
Uw os
H5869
zal voor uw ogen
H2873 H8803
geslacht worden
H398 H8799
, maar gij zult daarvan niet eten
H2543
; uw ezel
H6440
zal van voor uw aangezicht
H1497 H8803
geroofd worden
H7725 H8799
, en tot u niet wederkeren
H6629
; uw klein vee
H341 H8802
zal aan uw vijanden
H5414 H8803
gegeven worden
H3467 H8688
, en voor u zal geen verlosser zijn.
32
H1121
Uw zonen
H1323
en uw dochteren
H312
zullen aan een ander
H5971
volk
H5414 H8803
gegeven worden
H5869
, dat het uw ogen
H7200 H8802
aanzien
H3616
, en naar hen bezwijken
H3117
den gansen dag
H410
; maar het zal in het vermogen
H3027
uwer hand niet zijn.
33
H6529
De vrucht
H127
van uw land
H3018
en al uw arbeid
H5971
zal een volk
H398 H8799
eten
H3045 H8804
, dat gij niet gekend hebt
H3117
; en gij zult alle dagen
H6231 H8803
alleenlijk verdrukt
H7533 H8803
en gepletterd zijn.
34
H7696 H8794
En gij zult onzinnig zijn
H4758
, vanwege het gezicht
H5869
uwer ogen
H7200 H8799
, dat gij zien zult.
35
H3068
De HEERE
H5221 H8686
zal u slaan
H7451
met boze
H7822
zweren
H1290
, aan de knieen
H7785
en aan de benen
H3201 H8799
, waarvan gij niet zult kunnen
H7495 H8736
genezen worden
H3709 H7272
, van uw voetzool
H6936
af tot aan uw schedel.
36
H3068
De HEERE
H4428
zal u, mitsgaders uw koning
H6965 H8686
, dien gij over u zult gesteld hebben
H3212 H8686
, doen gaan
H1471
tot een volk
H3045 H8804
, dat gij niet gekend hebt
H1
, noch uw vaderen
H5647 H8804
; en aldaar zult gij dienen
H312
andere
H430
goden
H6086
, hout
H68
en steen.
37
H8047
En gij zult zijn tot een schrik
H4912
, tot een spreekwoord
H8148
en tot een spotrede
H5971
, onder al de volken
H3068
, waarheen u de HEERE
H5090 H8762
leiden zal.
38
H7227
Gij zult veel
H2233
zaads
H7704
op den akker
H3318 H8686
uitbrengen
H4592
, maar gij zult weinig
H622 H8799
inzamelen
H697
; want de sprinkhaan
H2628 H8799
zal het verteren.
39
H3754
Wijngaarden
H5193 H8799
zult gij planten
H5647 H8804
, en bouwen
H3196
, maar gij zult geen wijn
H8354 H8799
drinken
H103 H8799
, noch iets vergaderen
H8438
; want de worm
H398 H8799
zal het afeten.
40
H2132
Olijfbomen
H1366
zult gij hebben in al uw landpalen
H8081
, maar gij zult u met olie
H5480 H8799
niet zalven
H2132
; want uw olijfboom
H5394 H8799
zal [zijn] [vrucht] afwerpen.
41
H1121
Zonen
H1323
en dochteren
H3205 H8686
zult gij gewinnen
H7628
, maar zij zullen voor u niet zijn; want zij zullen in gevangenis
H3212 H8799
gaan.
42
H6086
Al uw geboomte
H6529
, en de vrucht
H127
uws lands
H6767
zal het boos gewormte
H3423 H8762
erfelijk bezitten.
43
H1616
De vreemdeling
H7130
, die in het midden
H4605
van u is, zal hoog
H4605
, hoog
H5927 H8799
boven u opklimmen
H4295
; en gij zult laag
H4295
, laag
H3381 H8799
nederdalen.
44
H3867 H8686
Hij zal u lenen
H3867 H8686
, maar gij zult hem niet lenen
H7218
; hij zal tot een hoofd
H2180
zijn, en gij zult tot een staart zijn.
45
H7045
En al deze vloeken
H935 H8804
zullen over u komen
H7291 H8804
, en u vervolgen
H5381 H8689
, en u treffen
H8045 H8736
, totdat gij verdelgd wordt
H6963
; omdat gij der stem
H3068
des HEEREN
H430
, uws Gods
H8085 H8804
, niet gehoorzaam zult geweest zijn
H8104 H8800
, om te houden
H4687
Zijn geboden
H2708
en Zijn inzettingen
H6680 H8765
, die Hij u geboden heeft.
46
H226
En zij zullen onder u tot een teken
H4159
, en tot een wonder
H2233
zijn, ja, onder uw zaad
H5704
tot
H5769
in eeuwigheid.
47
H3068
Omdat gij den HEERE
H430
, uw God
H5647 H8804
, niet gediend zult hebben
H8057
met vrolijkheid
H2898
en goedheid
H3824
des harten
H7230
, vanwege de veelheid van alles;
48
H341 H8802
Zo zult gij uw vijanden
H3068
, die de HEERE
H7971 H8762
onder u zenden zal
H5647 H8804
, dienen
H7458
, in honger
H6772
en in dorst
H5903
, en in naaktheid
H2640
, en in gebrek
H1270
van alles; en Hij zal een ijzeren
H5923
juk
H6677
op uw hals
H5414 H8804
leggen
H8045 H8687
, totdat Hij u verdelge.
49
H3068
De HEERE
H1471
zal tegen u een volk
H5375 H8799
verheffen
H7350
van verre
H7097
, van het einde
H776
der aarde
H5404
, gelijk als een arend
H1675 H8799
vliegt
H1471
; een volk
H3956
, welks spraak
H8085 H8799
gij niet zult verstaan;
50
H1471
Een volk
H5794
, stijf
H6440
van aangezicht
H6440
, dat het aangezicht
H2205
des ouden
H5375 H8799
niet zal aannemen
H5288
, noch den jonge
H2603 H8799
genadig zijn.
51
H6529
En het zal de vrucht
H929
uwer beesten
H6529
, en de vrucht
H127
uws lands
H398 H8804
opeten
H8045 H8736
, totdat gij verdelgd zult zijn
H1715
; hetwelk u geen koren
H8492
, most
H3323
noch olie
H7698
, voortzetting
H504
uwer koeien
H6251
noch kudden
H6629
van uw klein vee
H7604 H8686
zal overig laten
H6 H8687
, totdat Hij u verdoe.
52
H6887 H8689
En het zal u beangstigen
H8179
in al uw poorten
H1364
, totdat uw hoge
H1219 H8803
en vaste
H2346
muren
H3381 H8800
nedervallen
H2004
, op welke
H982 H8802
gij vertrouwdet
H776
in uw ganse land
H6887 H8689
; ja, het zal u beangstigen
H8179
in al uw poorten
H776
, in uw ganse land
H3068
, dat u de HEERE
H430
, uw God
H5414 H8804
, gegeven heeft.
53
H398 H8804
En gij zult eten
H6529
de vrucht
H990
uws buiks
H1320
, het vlees
H1121
uwer zonen
H1323
en uwer dochteren
H3068
, die u de HEERE
H430
, uw God
H5414 H8804
, gegeven zal hebben
H4692
; in de belegering
H4689
en in de benauwing
H341 H8802
, waarmede uw vijanden
H6693 H8686
u zullen benauwen.
54
H376
Aangaande den man
H7390
, die teder
H3966
onder u, en die zeer
H6028
wellustig
H5869
geweest is, zijn oog
H3415 H8799
zal kwaad
H251
zijn tegen zijn broeder
H802
, en tegen de huisvrouw
H2436
zijns schoots
H3499
, en tegen zijn overige
H1121
zonen
H3498 H8686
, die hij overgehouden zal hebben;
55
H259
Dat hij niet aan een
H5414 H8800
van die zal geven
H1320
van het vlees
H1121
zijner zonen
H398 H8799
, die hij eten zal
H7604 H8689
, omdat hij voor zich niets heeft overgehouden
H4692
; in de belegering
H4689
en in de benauwing
H341 H8802
, waarmede uw vijand
H8179
u in al uw poorten
H6693 H8686
zal benauwen.
56
H7390
Aangaande de tedere
H6028
en wellustige
H5254 H8765
[vrouw] onder u, die niet verzocht heeft
H3709 H7272
haar voetzool
H776
op de aarde
H3322 H8687
te zetten
H6026 H8692
, omdat zij zich wellustig
H7391
en teder hield
H5869
; haar oog
H3415 H8799
zal kwaad zijn
H376
tegen den man
H2436
haars schoots
H1121
, en tegen haar zoon
H1323
, en tegen haar dochter;
57
H7988
En dat om haar nageboorte
H7272
, die van tussen haar voeten
H3318 H8802
uitgegaan zal zijn
H1121
, en om haar zonen
H3205 H8799
, die zij gebaard zal hebben
H398 H8799
; want zij zal hen eten
H5643
in het verborgene
H2640
, vermits gebrek
H4692
van alles; in de belegering
H4689
en in de benauwing
H341 H8802
, waarmede uw vijand
H6693 H8686
u zal benauwen
H8179
in uw poorten.
58
H8104 H8799
Indien gij niet zult waarnemen
H6213 H8800
te doen
H1697
al de woorden
H8451
dezer wet
H5612
, die in dit boek
H3789 H8803
geschreven zijn
H3372 H8800
, om te vrezen
H3513 H8737
dezen heerlijken
H3372 H8737
en vreselijken
H8034
Naam
H3068
, den HEERE
H430
, uw God;
59
H3068
Zo zal de HEERE
H4347
uw plagen
H6381 H8689
wonderlijk maken
H4347
, mitsgaders de plagen
H2233
van uw zaad
H1419
; het zullen grote
H539 H8737
en gewisse
H4347
plagen
H7451
, en boze
H539 H8737
en gewisse
H2483
krankten zijn.
60
H7725 H8689
En Hij zal op u doen keren
H4064
alle kwalen
H4714
van Egypte
H6440
, voor
H3025 H8804
dewelke gij gevreesd hebt
H1692 H8804
, en zij zullen u aanhangen.
61
H2483
Ook alle krankte
H4347
, en alle plage
H5612
, die in het boek
H8451
dezer wet
H3789 H8803
niet geschreven is
H3068
, zal de HEERE
H5927 H8686
over u doen komen
H8045 H8736
, totdat gij verdelgd wordt.
62
H4592
En gij zult met weinige
H4962
mensen
H7604 H8738
overgelaten worden
H834
, in plaats dat
H3556
gij geweest zijt als de sterren
H8064
des hemels
H7230
in menigte
H6963
; omdat gij der stem
H3068
des HEEREN
H430
, uws Gods
H8085 H8804
, niet gehoorzaam geweest zijt.
63
H3068
En het zal geschieden, gelijk als de HEERE
H7797 H8804
Zich over ulieden verblijdde
H3190 H8687
, u goed doende
H7235 H8687
en u vermenigvuldigende
H3068
, alzo zal Zich de HEERE
H7797 H8799
over u verblijden
H6 H8687
, u verdoende
H8045 H8687
en u verdelgende
H5255 H8738
; en gij zult uitgerukt worden
H127
uit het land
H935 H8802
, waar gij naar toe gaat
H3423 H8800
, om dat te erven.
64
H3068
En de HEERE
H6327 H8689
zal u verstrooien
H5971
onder alle volken
H7097
, van het ene einde
H776
der aarde
H7097
tot aan het andere einde
H312
der aarde; en aldaar zult gij andere
H430
goden
H5647 H8804
dienen
H3045 H8804
, die gij niet gekend hebt
H1
, noch uw vaders
H6086
, hout
H68
en steen.
65
H1992
Daartoe zult gij onder dezelve
H1471
volken
H7280 H8686
niet stil zijn
H3709 H7272
, en uw voetzool
H4494
zal geen rust
H3068
hebben; want de HEERE
H7268
zal u aldaar een bevend
H3820
hart
H5414 H8804
geven
H3631
, en bezwijking
H5869
der ogen
H1671
, en mattigheid
H5315
der ziel.
66
H2416
En uw leven
H5048
zal tegenover
H8511 H8803
u hangen
H3915
; en gij zult nacht
H3119
en dag
H6342 H8804
schrikken
H2416
, en gij zult van uw leven
H539 H8686
niet zeker zijn.
67
H1242
Des morgens
H559 H8799
zult gij zeggen
H4320
: Och
H5414 H0
, dat
H6153
het avond
H5414 H8799
ware
H6153
; en des avonds
H559 H8799
zult gij zeggen
H4310
: Och
H5414 H0
, dat
H1242
het morgen
H5414 H8799
ware
H6343
; vermits den schrik
H3824
uws harten
H6342 H8799
, waarmede gij zult verschrikt zijn
H4758
, en vermits het gezicht
H5869
uwer ogen
H7200 H8799
, dat gij zien zult.
68
H3068
En de HEERE
H4714
zal u naar Egypte
H7725 H8689
doen wederkeren
H591
in schepen
H1870
, door een weg
H559 H8804
, waarvan ik u gezegd heb
H3254 H8686
: Gij zult dien niet meer
H7200 H8800
zien
H341 H8802
; en aldaar zult gij u aan uw vijanden
H4376 H8694
willen verkopen
H5650
tot dienstknechten
H8198
en tot dienstmaagden
H7069 H8802
; maar er zal geen koper zijn.
Deuteronomy 29:18-28
18
H3426
Dat onder ulieden niet zij
H376
een man
H802
, of vrouw
H4940
, of huisgezin
H7626
, of stam
H3824
, die zijn hart
H3117
heden
H6437 H8802
wende
H3068
van den HEERE
H430
, onzen God
H3212 H8800
, om te gaan
H5647 H8800
dienen
H430
de goden
H1471
dezer volken
H3426
; dat onder ulieden niet zij
H8328
een wortel
H7219
, die gal
H3939
en alsem
H6509 H8802
drage;
19
H1697
En het geschiede, als hij de woorden
H423
dezes vloeks
H8085 H8800
hoort
H1288 H8694
, dat hij zichzelven zegene
H3824
in zijn hart
H559 H8800
, zeggende
H7965
: Ik zal vrede
H3588
hebben, wanneer
H3820
ik schoon naar mijns harten
H8307
goeddunken
H3212 H8799
zal wandelen
H7302
, om den dronkene
H5595 H8800
te doen
H6771
tot den dorstige.
20
H3068
De HEERE
H14 H8799
zal hem niet willen
H5545 H8800
vergeven
H3068
; maar alsdan zal des HEEREN
H639
toorn
H7068
en ijver
H6225 H8799
roken
H376
over denzelven man
H423
, en al de vloek
H5612
, die in dit boek
H3789 H8803
geschreven is
H7257 H8804
, zal op hem liggen
H3068
; en de HEERE
H8034
zal zijn naam
H8064
van onder den hemel
H4229 H8804
uitdelgen.
21
H3068
En de HEERE
H7451
zal hem ten kwade
H914 H8689
afscheiden
H7626
van al de stammen
H3478
Israels
H423
, naar alle vloeken
H1285
des verbonds
H5612
, dat in het boek
H8451
dezer wet
H3789 H8803
geschreven is.
22
H559 H8804
Dan zal zeggen
H314
het navolgend
H1755
geslacht
H1121
, uw kinderen
H310
, die na
H6965 H8799
ulieden opstaan zullen
H5237
, en de vreemde
H7350
, die uit verren
H776
lande
H935 H8799
komen zal
H7200 H8804
, als zij zullen zien
H4347
de plagen
H776
dezes lands
H8463
en deszelfs krankheden
H3068
, waarmede de HEERE
H2470 H8765
het gekrenkt heeft;
23
H776
Dat zijn ganse aarde
H1614
zij zwavel
H4417
en zout
H8316
der verbranding
H2232 H8735
; die niet bezaaid zal zijn
H6779 H8686
, en geen spruit zal voortgebracht hebben
H6212
, noch enig kruid
H5927 H8799
daarin zal opgekomen zijn
H4114
; gelijk de omkering
H5467
van Sodom
H6017
en Gomorra
H126
, Adama
H6636
en Zeboim
H3068
, die de HEERE
H2015 H8804
heeft omgekeerd
H639
in Zijn toorn
H2534
en in Zijn grimmigheid;
24
H1471
En alle volken
H559 H8804
zullen zeggen
H3068
: Waarom heeft de HEERE
H776
aan dit land
H6213 H8804
alzo gedaan
H2750
? Wat is de ontsteking
H1419
van dezen groten
H639
toorn?
25
H559 H8804
Dan zal men zeggen
H1285
: Omdat zij het verbond
H3068
des HEEREN
H430
, des Gods
H1
hunner vaderen
H5800 H8804
, hebben verlaten
H3772 H8804
, dat Hij met hen gemaakt had
H776 H4714
, als Hij hen uit Egypteland
H3318 H8687
uitvoerde;
26
H3212 H8799
En zij heengegaan zijn
H312
, en andere
H430
goden
H5647 H8799
gediend
H7812 H8691
en zich voor die gebogen hebben
H430
; goden
H3045 H8804
, die hen niet gekend hadden
H2505 H8804
, en geen van welke hun iets medegedeeld had;
Deuteronomy 31:16-18
16
H3068
En de HEERE
H559 H8799
zeide
H4872
tot Mozes
H7901 H8802
: Zie, gij zult slapen
H1
met uw vaderen
H5971
; en dit volk
H6965 H8804
zal opstaan
H310 H2181 H8804
, en nahoereren
H430
de goden
H5236
der vreemden
H776
van dat land
H935 H8802
, waar het naar toe gaat
H7130
, in het midden
H5800 H8804
van hetzelve; en het zal Mij verlaten
H6565 H8689
en vernietigen
H1285
Mijn verbond
H3772 H8804
, dat Ik met hetzelve gemaakt heb.
17
H639
Zo zal Mijn toorn
H3117
te dien dage
H2734 H8804
tegen hetzelve ontsteken
H5800 H8804
, en Ik zal hen verlaten
H6440
, en Mijn aangezicht
H5641 H8689
van hen verbergen
H398 H8800
, dat zij ter spijze zijn
H7227
, en vele
H7451
kwaden
H6869
en benauwdheden
H4672 H8804
zullen het treffen
H3117
; dat het te dien dage
H559 H8804
zal zeggen
H7451
: Hebben mij deze kwaden
H4672 H8804
niet getroffen
H430
, omdat mijn God
H7130
in het midden van mij niet is?
Deuteronomy 31:29
29
H3045 H8804
Want ik weet
H310
, dat gij het na
H4194
mijn dood
H7843 H8687
zekerlijk
H7843 H8686
zult verderven
H5493 H8804
, en afwijken
H1870
van den weg
H6680 H8765
, dien ik u geboden heb
H7451
; dan zal u dit kwaad
H319
in het laatste
H3117
der dagen
H7122 H8804
ontmoeten
H6213 H8799
, wanneer gij zult gedaan hebben
H7451
, dat kwaad
H5869
is in de ogen
H3068
des HEEREN
H4639
, om Hem door het werk
H3027
uwer handen
H3707 H8687
tot toorn te verwekken.
Deuteronomy 32:15-27
15
H3484
Als nu Jeschurun
H8080 H8799
vet werd
H1163 H8799
, zo sloeg hij achteruit
H8080 H8804
(gij zijt vet
H5666 H8804
, gij zijt dik
H3780 H8804
, [ja], [met] [vet] overdekt geworden
H433
!); en hij liet God
H5203 H8799
varen
H6213 H8804
, Die hem gemaakt heeft
H5034 H8762
, en versmaadde
H6697
den Rotssteen
H3444
zijns heils.
16
H7065 H8686
Zij hebben Hem tot ijver verwekt
H2114 H8801
door vreemde
H8441
[goden]; door gruwelen
H3707 H8686
hebben zij Hem tot toorn verwekt.
17
H7700
Zij hebben aan de duivelen
H2076 H8799
geofferd
H433
, niet aan God
H430
; aan de goden
H3045 H8804
, die zij niet kenden
H2319
; nieuwe
H7138
, die van nabij
H935 H8804
gekomen waren
H1
, voor dewelke uw vaders
H8175 H8804
niet geschrikt hebben.
18
H6697
Den Rotssteen
H3205 H8804
, Die u gegenereerd heeft
H7876 H8799
, hebt gij vergeten
H7911 H8799
; en gij hebt in vergetenis gesteld
H410
den God
H2342 H8789
, Die u gebaard heeft.
19
H3068
Als het de HEERE
H7200 H8799
zag
H5006 H8799
, zo versmaadde Hij
H3708
hen, uit toornigheid
H1121
tegen zijn zonen
H1323
en zijn dochteren.
20
H559 H8799
En Hij zeide
H6440
: Ik zal Mijn aangezicht
H5641 H8686
van hen verbergen
H7200 H8799
; Ik zal zien
H319
, welk hunlieder einde
H8419
zal wezen; want zij zijn een gans verkeerd
H1755
geslacht
H1121
, kinderen
H529
, in welke geen trouw is.
21
H7065 H8765
Zij hebben Mij tot ijver verwekt
H3808
door hetgeen geen
H410
God
H3707 H8765
is; zij hebben Mij tot toorn verwekt
H1892
door hun ijdelheden
H7065 H8686
; Ik dan zal hen tot ijver verwekken
H5971
door diegenen, die geen volk
H5036
zijn; door een dwaas
H1471
volk
H3707 H8686
zal Ik hen tot toorn verwekken.
22
H784
Want een vuur
H6919 H8804
is aangestoken
H639
in Mijn toorn
H3344 H8799
, en zal bernen
H8482
tot in de onderste
H7585
hel
H776
, en zal het land
H2981
met zijn inkomst
H398 H8799
verteren
H4144
, en de gronden
H2022
der bergen
H3857 H8762
in vlam zetten.
23
H7451
Ik zal kwaden
H5595 H8686
over hen hopen
H2671
; Mijn pijlen
H3615 H8762
zal Ik op hen verschieten.
24
H4198
Uitgeteerd
H7458
zullen zij zijn van honger
H3898 H8803
, opgegeten
H7565
van den karbonkel
H4815
en bitter
H6986
verderf
H8127
; en Ik zal de tanden
H929
der beesten
H7971 H8762
onder hen schikken
H2534
, met vurig venijn
H2119 H8801
van slangen
H6083
des stofs.
25
H2351
Van buiten
H2719
zal het zwaard
H7921 H8762
beroven
H2315
, en uit de binnenkameren
H367
de verschrikking
H970
; ook den jongeling
H1330
, ook de jonge dochter
H3243 H8802
, het zuigende kind
H7872
met den grijzen
H376
man.
26
H559 H8804
Ik zeide
H6284 H8686
: In alle hoeken zoude Ik hen verstrooien
H2143
; Ik zoude hun gedachtenis
H582
van onder de mensen
H7673 H8686
doen ophouden;
27
H3884
Ten ware
H3708
, dat Ik de toornigheid
H341 H8802
des vijands
H1481 H8799
schroomde
H6862
, dat niet hun tegenpartijen
H5234 H8762
zich vreemd mochten houden
H559 H8799
; dat zij niet mochten zeggen
H3027
: Onze hand
H7311 H8804
is hoog geweest
H3068
; de HEERE
H6466 H8804
heeft dit alles niet gewrocht.
2 Chronicles 36:14-16
14
H1571
Ook
H7235 H0
maakten
H3605
alle
H8269
oversten
H3548
der priesteren
H5971
, en het volk
H4603 H8800
, der overtredingen
H4604
zeer
H7235 H8689
veel
H3605
, naar alle
H8441
gruwelen
H1471
der heidenen
H2930 H8762
; en zij verontreinigden
H1004
het huis
H3068
des HEEREN
H834
, dat
H6942 H8689
Hij geheiligd had
H3389
te Jeruzalem.
15
H3068
En de HEERE
H430
, de God
H1
hunner vaderen
H7971 H8799
, zond
H5921
tot
H3027
hen, door de hand
H4397
Zijner boden
H7925 H8687
, vroeg op zijnde
H7971 H8800
, om [die] te zenden
H3588
; want
H2550 H8804 H5921
Hij verschoonde
H5971
Zijn volk
H5921
en
H4583
Zijn woning.
16
H1961 H8799 H3931 H8688
Maar zij spotten
H4397
met de boden
H430
Gods
H959 H8802
, en verachtten
H1697
Zijn woorden
H8591 H8700
; zij verleidden zichzelven
H5030
tegen Zijn profeten
H5704
; totdat
H2534
de grimmigheid
H3068
des HEEREN
H5971
tegen Zijn volk
H5927 H8800
opging
H5704
, dat
H369 H0
er geen
H4832
helen
H369
aan was.
Nehemiah 9:33-34
Psalms 80:6
Psalms 89:42
Psalms 90:7-8
Isaiah 63:18
Jeremiah 5:3-9
3
H3068
O HEERE
H5869
! [zien] Uw ogen
H530
niet naar waarheid
H5221 H8689
? Gij hebt hen geslagen
H2342 H8804
, maar zij hebben geen pijn gevoeld
H3615 H8765
; Gij hebt hen verteerd
H3985 H8765
, [maar] zij hebben geweigerd
H4148
de tucht
H3947 H8800
aan te nemen
H6440
; zij hebben hun aangezichten
H2388 H8765
harder gemaakt
H5553
dan een steenrots
H3985 H8765
, zij hebben geweigerd
H7725 H8800
zich te bekeren.
4
H559 H8804
Doch ik zeide
H1800
: Zekerlijk, deze zijn arm
H2973 H8738
; zij handelen zottelijk
H1870
, omdat zij den weg
H3068
des HEEREN
H4941
, het recht
H430
hun Gods
H3045 H8804
niet weten.
5
H3212 H8799
Ik zal gaan
H1419
tot de groten
H1696 H8762
, en met hen spreken
H3045 H8804
, want die weten
H1870
den weg
H3068
des HEEREN
H4941
, het recht
H430
huns Gods
H3162
; maar zij hadden te zamen
H5923
het juk
H7665 H8804
verbroken
H4147
, [en] de banden
H5423 H8765
verscheurd.
6
H738
Daarom heeft hen een leeuw
H3293
uit het woud
H5221 H8689
verslagen
H2061
, een wolf
H6160
der wildernissen
H7703 H8799
zal hen verwoesten
H5246
; een luipaard
H8245 H8802
waakt
H5892
tegen hun steden
H2007
; al wie uit dezelve
H3318 H8802
uitgaat
H2963 H8735
, zal verscheurd worden
H6588
; want hun overtredingen
H7231 H8804
zijn vermenigvuldigd
H4878
, hun afkeringen
H6105 H8804
zijn machtig veel geworden.
7
H335
Hoe
H2063
zou Ik over zulks
H5545 H8799
u vergeven
H1121
? Uw kinderen
H5800 H8804
verlaten
H7650 H8735
Mij, en zweren
H3808
bij hen, die geen
H430
God
H7650 H8686
zijn; als Ik hen verzadigd heb
H5003 H8799
, zo bedrijven zij overspel
H1413 H8704
, en verzamelen bij hopen
H2181 H8802 H1004
in het hoerenhuis.
Jeremiah 5:29
Jeremiah 12:7
Jeremiah 23:14
14
H5030
Maar in de profeten
H3389
van Jeruzalem
H7200 H8804
zie Ik
H8186
afschuwelijkheid
H5003 H8800
; zij bedrijven overspel
H1980 H8800
, en gaan om
H8267
met valsheid
H2388 H8765
, en sterken
H3027
de handen
H7489 H8688
der boosdoeners
H7725 H8804
, opdat zij zich niet bekeren
H376
, een iegelijk
H7451
van zijn boosheid
H5467
; zij allen zijn Mij als Sodom
H3427 H8802
, en haar inwoners
H6017
als Gomorra.
Jeremiah 30:14-15
14
H157 H8764
Al uw liefhebbers
H7911 H8804
hebben u vergeten
H1875 H8799
, zij vragen
H5221 H8689
niet naar u; want Ik heb u geslagen
H341 H8802
[met] eens vijands
H4347
plage
H4148
, [met] de kastijding
H394
eens wreden
H7230
; om de grootheid
H5771
uwer ongerechtigheid
H2403
, [omdat] uw zonden
H6105 H8804
machtig veel zijn.
Jeremiah 39:9
9
H3499
Het overige
H5971
nu des volks
H5892
, die in de stad
H7604 H8737
waren overgebleven
H5307 H8802
, en de afvalligen
H5307 H8804
, die tot hem gevallen waren
H3499
, met het overige
H5971
des volks
H7604 H8737
, die overgebleven waren
H1540 H0
, voerde
H5018
Nebuzaradan
H7227
, de overste
H2876
der trawanten
H1540 H8689
, gevankelijk
H894
[naar] Babel.
Jeremiah 44:21-22
21
H7002
Het roken
H5892
, dat gijlieden in de steden
H3063
van Juda
H2351
en in de straten
H3389
van Jeruzalem
H6999 H8765
gerookt hebt
H1
, gij en uw vaderen
H4428
, uw koningen
H8269
en uw vorsten
H5971
, en het volk
H776
des lands
H3068
, heeft de HEERE
H2142 H8804
daaraan niet gedacht
H3820
, en is het [niet] in Zijn hart
H5927 H8799
opgekomen?
22
H3068
Zodat het de HEERE
H3201 H8799
niet meer kon
H5375 H8800
verdragen
H6440
, vanwege
H7455
de boosheid
H4611
uwer handelingen
H6440
, vanwege
H8441
de gruwelen
H6213 H8804
, die gij deedt
H776
; daarom is uw land
H2723
geworden tot een woestheid
H8047
, en tot ontzetting
H7045
, en tot een vloek
H3427 H8802
, dat er niemand in woont
H3117
, gelijk het is te dezen dage;
Jeremiah 52:27-30
27
H4428
En de koning
H894
van Babel
H5221 H8686
sloeg
H4191 H8686
hen en doodde
H7247
hen te Ribla
H127
, in het land
H2574
van Hamath
H3063
. Alzo werd Juda
H776
uit zijn land
H1540 H8799
gevankelijk weggevoerd.
28
H5971
Dit is het volk
H5019
, dat Nebukadrezar
H1540 H8689
gevankelijk heeft weggevoerd
H7651
; in het zevende
H8141
jaar
H7969
, drie
H505
duizend
H7969
drie
H6242
en twintig
H3064
Joden;
29
H8083 H6240
In het achttiende
H8141
jaar
H5019
van Nebukadrezar
H8083 H3967
, [voerde] [hij] [gevankelijk] [weg] achthonderd
H8147
twee
H7970
en dertig
H5315
zielen
H3389
uit Jeruzalem;
30
H7969
In het drie
H6242
en twintigste
H8141
jaar
H5019
van Nebukadrezar
H1540 H0
voerde
H5018
Nebuzaradan
H7227
, de overste
H2876
der trawanten
H1540 H8689
, gevankelijk weg
H3064
van de Joden
H7651 H3967
zevenhonderd
H2568
vijf
H705
en veertig
H5315
zielen
H5315
. Alle zielen
H702
zijn vier
H505
duizend
H8337 H3967
en zeshonderd.
Lamentations 1:18
Lamentations 2:17
17
H3068
[Ain]. De HEERE
H6213 H8804
heeft gedaan
H2161 H8804
, wat Hij gedacht had
H565
, Hij heeft Zijn woord
H1214 H8765
vervuld
H6680 H8765
, dat Hij bevolen had
H6924
van oude
H3117
dagen
H2040 H8804
; Hij heeft afgebroken
H2550 H8804
en niet gespaard
H341 H8802
; en Hij heeft den vijand
H8055 H8762
over u verblijd
H7161
, Hij heeft den hoorn
H6862
uwer tegenpartijders
H7311 H8689
verhoogd.
Lamentations 3:39-43
39
H596 H8691
[Mem]. Wat klaagt
H2416
[dan] een levend
H120
mens
H1397
? Een ieder
H2399
[klage] vanwege zijn zonden.
40
H1870
[Nun]. Laat ons onze wegen
H2664 H8799
onderzoeken
H2713 H8799
en doorzoeken
H7725 H8799
, en laat ons wederkeren
H3068
tot den HEERE.
41
H3824
[Nun]. Laat ons onze harten
H5375 H8799
opheffen
H3709
, mitsgaders de handen
H410
, tot God
H8064
in den hemel, [zeggende]:
Lamentations 3:46
Ezekiel 8:17-18
17
H559 H8799
Toen zeide Hij
H1121 H120
tot mij: Hebt gij, mensenkind
H7200 H8804
, [dat] gezien
H7043 H8738
? Is er iets lichter geacht
H1004
bij het huis
H3063
van Juda
H8441
, dan deze gruwelen
H6213 H8800
te doen
H6213 H8804
, die zij hier doen
H776
? Als zij het land
H2555
met geweld
H4390 H8804
vervuld hebben
H7725 H8799
, zo keren zij zich
H3707 H8687
, om Mij te vertoornen
H7971 H8802
; want zie, zij steken
H2156
de wijnranken
H639
aan hun neus.
Ezekiel 9:9
9
H559 H8799
Toen zeide Hij
H5771
tot mij: De ongerechtigheid
H1004
van het huis
H3478
van Israel
H3063
en van Juda
H3966
is gans
H3966
zeer
H1419
groot
H776
, en het land
H1818
is met bloed
H4390 H8735
vervuld
H5892
, en de stad
H4390 H8804
is vol
H4297
van afwijking
H559 H8804
; want zij zeggen
H3068
: De HEERE
H776
heeft het land
H5800 H8804
verlaten
H3068
, en de HEERE
H7200 H8802
ziet niet.
Ezekiel 22:24-31
24
H1121 H120
Mensenkind
H559 H8798
, zeg
H776
tot haar; Gij zijt een land
H2891 H8794
, dat niet gereinigd is
H1656
, [dat] zijn plasregen
H3117
niet [heeft] [gehad] ten dage
H2195
der gramschap.
25
H7195
De verbintenis
H5030
harer profeten
H8432
is in het midden
H7580 H8802
van haar als een brullende
H738
leeuw
H2964
, die een roof
H2963 H8802
rooft
H398 H8804
; zij eten
H5315
de zielen
H2633
op, den schat
H3366
en het kostelijke
H3947 H8799
nemen zij weg
H490
; haar weduwen
H7235 H8689
vermenigvuldigen zij
H8432
in het midden van haar.
26
H3548
Haar priesters
H8451
doen Mijn wet
H2554 H8804
geweld aan
H2490 H8762
, en zij ontheiligen
H6944
Mijn heilige dingen
H6944
; tussen het heilige
H2455
en het onheilige
H914 H8689
maken zij geen onderscheid
H2931
, en [het] [verschil] tussen het onreine
H2889
en reine
H3045 H8689
geven zij niet te kennen
H5956 H8689
; daartoe verbergen zij
H5869
hun ogen
H7676
van Mijn sabbatten
H8432
; ja, Ik word in het midden
H2490 H8735
van hen ontheiligd.
27
H8269
Haar vorsten
H7130
zijn in het midden
H2061
van haar als wolven
H2964
, die een roof
H2963 H8802
roven
H1818
, om bloed
H8210 H8800
te vergieten
H5315
, [en] om zielen
H6 H8763
te verderven
H1215
; opdat zij gierigheid
H1214 H8800
zouden plegen.
28
H5030
Haar profeten
H2902 H8804
nu pleisteren
H8602
hen met loze
H2374
kalk; ziende
H7723
ijdelheid
H3577
en hun leugen
H7080 H8802
voorzeggende
H559 H8802
, zeggende
H559 H8804
: Alzo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H3068
! en de HEERE
H1696 H8765
heeft niet gesproken.
29
H5971
Het volk
H776
des lands
H6231 H8804
pleegt
H6233
enkel verdrukking
H1497 H8804
, en bedrijft
H1498
enkel roverij
H3238 H8689
, ook onderdrukken zij
H6041
den ellendige
H34
en nooddruftige
H1616
, en den vreemdeling
H6231 H8804
verdrukken zij
H4941
zonder recht.
Daniel 9:7-16
7
H136
Bij U, o Heere
H6666
! is de gerechtigheid
H1322
, maar bij ons de beschaamdheid
H6440
der aangezichten
H3117
, gelijk het is te dezen dage
H376
; bij de mannen
H3063
van Juda
H3427 H8802
, en de inwoners
H3389
van Jeruzalem
H3478
, en geheel Israel
H7138
, die nabij
H7350
en die verre
H776
zijn, in al de landen
H5080 H8689
, waar Gij ze henengedreven hebt
H4604
, om hun overtreding
H4603 H8804
, waarmede zij tegen U overtreden hebben.
8
H136
O Heere
H1322
! bij ons is de beschaamdheid
H6440
der aangezichten
H4428
, bij onze koningen
H8269
, bij onze vorsten
H1
, en bij onze vaders
H2398 H8804
, omdat wij tegen U gezondigd hebben.
9
H136
Bij den Heere
H430
, onzen God
H7356
, zijn de barmhartigheden
H5547
en vergevingen
H4775 H8804
, alhoewel wij tegen Hem gerebelleerd hebben.
10
H6963
En wij hebben der stem
H3068
des HEEREN
H430
, onzes Gods
H8085 H8804
, niet gehoorzaamd
H8451
, dat wij in Zijn wetten
H3212 H8800
wandelen
H5414 H8804
zouden, die Hij gegeven heeft
H6440
voor onze aangezichten
H3027
, door de hand
H5650
van Zijn knechten
H5030
, de profeten.
11
H3478
Maar geheel Israel
H8451
heeft Uw wet
H5674 H8804
overtreden
H5493 H8800
, met af te wijken
H6963
, dat zij Uwer stem
H8085 H8800
niet gehoorzaamden
H5413 H8799
; daarom is over ons uitgestort
H423
die vloek
H7621
, en die eed
H3789 H8803
, die geschreven is
H8451
in de wet
H4872
van Mozes
H5650
, den knecht
H430
Gods
H2398 H8804
, dewijl wij tegen Hem gezondigd hebben.
12
H1697
En Hij heeft Zijn woorden
H6965 H8686
bevestigd
H1696 H8765
, die Hij gesproken heeft
H8199 H8802
tegen ons, en tegen onze richters
H8199 H8804
, die ons richtten
H935 H8687
, brengende
H1419
over ons een groot
H7451
kwaad
H6213 H8738
, hetwelk niet geschied is
H8064
onder den gansen hemel
H3389
, gelijk aan Jeruzalem
H6213 H8738
geschied is.
13
H8451
Gelijk als in de wet
H4872
van Mozes
H3789 H8803
geschreven is
H7451
, [alzo] is al dat kwaad
H935 H8804
over ons gekomen
H2470 H8765
; en wij smeekten
H6440
het aangezicht
H3068
des HEEREN
H430
, onzes Gods
H7725 H8800
, niet, afkerende
H5771
van onze ongerechtigheden
H7919 H8687
, en verstandelijk acht gevende
H571
op Uw waarheid.
14
H3068
Daarom heeft de HEERE
H7451
over het kwade
H8245 H8799
gewaakt
H935 H8686
, en Hij heeft het over ons gebracht
H3068
; want de HEERE
H430
, onze God
H6662
, is rechtvaardig
H4639
in al Zijn werken
H6213 H8804
, die Hij gedaan heeft
H6963
, dewijl wij Zijner stem
H8085 H8804
niet gehoorzaamden.
15
H136
En nu, o Heere
H430
, onze God
H5971
! Die Uw volk
H776 H4714
uit Egypteland
H3318 H8689
gevoerd hebt
H2389
, met een sterke
H3027
hand
H8034
, en hebt U een Naam
H6213 H8799
gemaakt
H3117
, gelijk hij is te dezen dage
H2398 H8804
; wij hebben gezondigd
H7561 H8804
, wij zijn goddeloos geweest.
16
H136
O Heere
H6666
! naar al Uw gerechtigheden
H639
, laat toch Uw toorn
H2534
en Uw grimmigheid
H7725 H8799
afgekeerd worden
H5892
van Uw stad
H3389
Jeruzalem
H6944
, Uw heiligen
H2022
berg
H2399
; want om onzer zonden
H1
wil en om onzer vaderen
H5771
ongerechtigheden
H3389
, zijn Jeruzalem
H5971
en Uw volk
H2781
tot versmaadheid
H5439
bij allen, die rondom ons zijn.
Micah 3:9-12
9
H8085 H8798
Hoort
H4994
nu
H2063
dit
H7218
, gij hoofden
H1004
van het huis
H3290
Jakobs
H7101
, en gij oversten
H1004
van het huis
H3478
Israels
H4941
! die van het gericht
H8581 H8764
een gruwel hebt
H3605
, en al
H3477
wat recht
H6140 H8762
is verkeert;
11
H7218
Haar hoofden
H8199 H8799
rechten
H7810
om geschenken
H3548
, en haar priesters
H3384 H8686
leren
H4242
om loon
H5030
, en haar profeten
H7080 H8799
waarzeggen
H3701
om geld
H8172 H8735
; nog steunen zij
H5921
op
H3068
den HEERE
H559 H8800
, zeggende
H3068
: Is de HEERE
H3808
niet
H7130
in het midden
H5921
van ons?
H3808
Ons zal geen
H7451
kwaad
H935 H8799
overkomen.
Micah 7:8-10
8
H8055 H8799
Verblijd u
H408
niet
H341 H8802
over mij, o mijn vijandin
H3588
! wanneer
H5307 H8804
ik gevallen ben
H6965 H8804
, zal ik weder opstaan
H3588
; wanneer
H2822
ik in duisternis
H3427 H8799
zal gezeten zijn
H3068
, zal de HEERE
H216
mij een licht zijn.
9
H3068
Ik zal des HEEREN
H2197
gramschap
H5375 H8799
dragen
H3588
, want
H2398 H8804
ik heb tegen Hem gezondigd
H5704 H834
; totdat
H7379
Hij mijn twist
H7378 H8799
twiste
H4941
, en mijn recht
H6213 H8804
uitvoere
H3318 H8686
; Hij zal mij uitbrengen
H216
aan het licht
H7200 H8799
; ik zal [mijn] [lust] zien
H6666
aan Zijn gerechtigheid.
10
H341 H8802
En mijn vijandin
H7200 H8799
zal [het] zien
H955
, en schaamte
H3680 H8762
zal haar bedekken
H413
; die tot
H559 H8802
mij zegt
H346
: Waar
H3068
is de HEERE
H430
, uw God
H5869
? Mijn ogen
H7200 H8799
zullen aan haar zien
H6258
; nu
H1961 H8799
zal zij worden
H4823
tot vertreding
H2916
, als slijk
H2351
der straten.
Zephaniah 3:1-8
1
H1945
Wee
H4754 H8802
der ijselijke
H1351 H8737
, en der bevlekte
H3238 H8802
, der verdrukkende
H5892
stad!
2
H8085 H8804
Zij hoort
H6963
naar de stem
H3808
niet
H3947 H0
; zij neemt
H4148
de tucht
H3947 H8804
niet aan
H982 H8804
; zij vertrouwt
H3808
niet
H3068
op den HEERE
H413
; tot
H430
haar God
H7126 H8804
nadert zij
H3808
niet.
3
H8269
Haar vorsten
H7580 H8802
zijn brullende
H738
leeuwen
H7130
in het midden
H8199 H8802
van haar; haar rechters
H6153 H2061
zijn avondwolven
H3808
, die de beenderen niet
H1633 H8804
breken
H1242
tot aan den morgen.
4
H5030
Haar profeten
H6348 H8802
zijn lichtvaardig
H900
, gans trouweloze
H582
mannen
H3548
; haar priesters
H2490 H8765
verontreinigen
H6944
het heilige
H8451
, zij doen der wet
H2554 H8804
geweld aan.
5
H6662
De rechtvaardige
H3068
HEERE
H7130
is in het midden
H6213 H8799
van haar, Hij doet
H3808
geen
H5766
onrecht
H1242 H1242
; allen morgen
H5414 H8799
geeft Hij
H4941
Zijn recht
H216
in het licht
H5737 H8738
, er ontbreekt
H3808
niet
H5767
; doch de verkeerde
H3045 H8802
weet
H3808
van geen
H1322
schaamte.
6
H1471
Ik heb de heidenen
H3772 H8689
uitgeroeid
H6438
, hun hoeken
H8074 H8738
zijn verwoest
H2351
, Ik heb hun straten
H2717 H8689
eenzaam gemaakt
H4480 H1097
, dat niemand
H5674 H8802
daardoor gaat
H5892
; hun steden
H6658 H8738
zijn verstoord
H4480 H5921
, zodat
H376
er niemand
H369 H0
is, dat er geen
H3427 H8802
inwoner
H369
is.
7
H559 H8804
Ik zeide
H389
: Immers
H853
zult gij Mij
H3372 H8799
vrezen
H4148
, gij zult de tucht
H3947 H8799
aannemen
H4583
, opdat haar woning
H3808
niet
H3772 H8735
uitgeroeid zou worden
H3605
; al
H834
wat
H5921
Ik haar
H6485 H8804
bezocht hebbe
H403
, waarlijk
H7925 H8689
, zij hebben zich vroeg opgemaakt
H3605
, zij hebben al
H5949
hun handelingen
H7843 H8689
verdorven.
8
H3651
Daarom
H2442 H8761
verwacht
H5002 H8803
Mij, spreekt
H3068
de HEERE
H3117
, ten dage
H6965 H8800
als Ik Mij opmake
H5706
tot den roof
H3588
; want
H4941
Mijn oordeel
H1471
is, de heidenen
H622 H8800
te verzamelen
H4467
, de koninkrijken
H6908 H8800
te vergaderen
H5921
, om over
H2195
hen Mijn gramschap
H3605
, de ganse
H2740
hittigheid
H639
Mijns toorns
H8210 H8800
uit te storten
H3588
, want
H3605
dit ganse
H776
land
H784
zal door het vuur
H7068
van Mijn ijver
H398 H8735
verteerd worden.