Lamentations 1:5 Cross References - DSV_Strongs

  5 H6862 [He]. Haar tegenpartijders H7218 zijn ten hoofd H341 H8802 geworden, haar vijanden H7951 H8804 zijn gerust H3068 ; omdat haar de HEERE H3013 H8689 bedroefd heeft H7230 , vanwege de veelheid H6588 harer overtredingen H5768 ; haar kinderkens H1980 H8804 gaan henen H7628 [in] de gevangenis H6440 voor het aangezicht H6862 des tegenpartijders.

Leviticus 26:15-46

  15 H2708 En zo gij Mijn inzettingen H3988 H8799 zult smadelijk verwerpen H5315 , en zo uw ziel H4941 van Mijn rechten H1602 H8799 zal walgen H6213 H8800 , dat gij niet doet H4687 al Mijn geboden H1285 , om Mijn verbond H6565 H8687 te vernietigen;
  16 H6213 H8799 Dit zal Ik u ook doen H6485 H8689 , dat Ik over u stellen zal H928 verschrikking H7829 , tering H6920 en koorts H5869 , die de ogen H3615 H8764 verteren H5315 en de ziel H1727 H8688 pijnigen H2233 ; gij zult ook uw zaad H7385 te vergeefs H2232 H8804 zaaien H341 H8802 , en uw vijanden H398 H8804 zullen dat opeten.
  17 H6440 Daartoe zal Ik Mijn aangezicht H5414 H8804 tegen ulieden zetten H5062 H8738 , dat gij geslagen zult worden H6440 voor het aangezicht H341 H8802 uwer vijanden H8130 H8802 ; en uw haters H7287 H8804 zullen over u heerschappij hebben H5127 H8804 , en gij zult vlieden H7291 H8802 , als u iemand vervolgt.
  18 H5704 En zo gij Mij tot deze dingen toe nog H8085 H8799 niet horen zult H3254 H8804 , Ik zal nog daar toedoen H7651 , om u zevenvoudig H2403 over uw zonden H3256 H8763 te tuchtigen.
  19 H1347 Want Ik zal de hovaardigheid H5797 uwer kracht H7665 H8804 verbreken H8064 , en zal uw hemel H1270 als ijzer H5414 H8804 maken H776 , en uw aarde H5154 als koper.
  20 H3581 En uw macht H7385 zal ijdellijk H8552 H8804 verdaan worden H776 ; en uw land H2981 zal zijn inkomsten H5414 H8799 niet geven H6086 , en het geboomte H776 des lands H6529 zal zijn vrucht H5414 H8799 niet geven.
  21 H7147 En zo gij met Mij [in] tegenheid H3212 H8799 wandelen zult H14 H8799 , en Mij niet zult willen H8085 H8800 horen H2403 , zo zal Ik over u, naar uw zonden H7651 , zevenvoudig H4347 slagen H3254 H8804 toedoen.
  22 H7971 H8689 Want Ik zal onder u zenden H2416 het gedierte H7704 des velds H7921 H8765 , hetwelk u beroven H929 , en uw vee H3772 H8689 uitroeien H4591 H8689 , en u verminderen zal H1870 ; en uw wegen H8074 H8738 zullen woest worden.
  23 H3256 H8735 Indien gij nog door deze dingen Mij niet getuchtigd zult zijn H7147 , maar met Mij [in] tegenheid H1980 H8804 wandelen;
  24 H7147 Zo zal Ik ook met u in tegenheid H1980 H8804 wandelen H1571 , en Ik zal u ook H7651 zevenvoudig H2403 over uw zonden H5221 H8689 slaan.
  25 H2719 Want Ik zal een zwaard H935 H8689 over u brengen H5359 , dat de wraak H1285 des verbonds H5358 H8802 wreken zal H413 , zodat gij in H5892 uw steden H622 H8738 vergaderd zult worden H1698 ; dan zal Ik de pest H8432 in het midden H7971 H8765 van u zenden H3027 , en gij zult in de hand H341 H8802 des vijands H5414 H8738 overgegeven worden.
  26 H4294 Als Ik u den staf H3899 des broods H7665 H8800 zal gebroken hebben H6235 , dan zullen tien H802 vrouwen H3899 uw brood H259 in een H8574 oven H644 H8804 bakken H3899 , en zullen uw brood H4948 bij het gewicht H7725 H8689 wedergeven H398 H8804 ; en gij zult eten H7646 H8799 , maar niet verzadigd worden.
  27 H2063 Als gij ook hierom H8085 H8799 Mij niet horen zult H1980 H8804 , maar met Mij wandelen zult H7147 in tegenheid;
  28 H2534 Zo zal Ik ook met u in heetgrimmige H7147 tegenheid H1980 H8804 wandelen H637 , en Ik zal u ook H7651 zevenvoudig H2403 over uw zonden H3256 H8765 tuchtigen.
  29 H1320 Want gij zult het vlees H1121 uwer zonen H398 H8804 eten H1320 , en het vlees H1323 uwer dochteren H398 H8799 zult gij eten.
  30 H1116 En Ik zal uw hoogten H8045 H8689 verderven H2553 , en uw zonnebeelden H3772 H8689 uitroeien H6297 , en zal uw dode lichamen H6297 op de dode lichamen H1544 uwer drekgoden H5414 H8804 werpen H5315 ; en Mijn ziel H1602 H8804 zal aan u walgen.
  31 H5892 En Ik zal uw steden H2723 een woestijn H5414 H8804 maken H4720 , en uw heiligdommen H8074 H8689 verwoesten H5207 ; en Ik zal uw liefelijken H7381 reuk H7306 H8686 niet rieken.
  32 H776 Ja, Ik zal dat land H8074 H8689 verwoesten H341 H8802 ; dat uw vijanden H3427 H8802 , die daarin zullen wonen H8074 H8804 , zich daarover ontzetten zullen.
  33 H1471 Daartoe zal Ik u onder de heidenen H2219 H8762 verstrooien H2719 ; en een zwaard H310 achter H7324 H8689 u uittrekken H776 ; en uw land H8077 zal woest H5892 , en uw steden H2723 zullen een woestijn zijn.
  34 H776 Dan zal het land H7676 aan zijn sabbatten H7521 H8799 een welgevallen hebben H3117 , al de dagen H8074 H8715 der verwoesting H776 , en gij zult in het land H341 H8802 uwer vijanden H776 zijn; dan zal het land H7673 H8799 rusten H7676 , en aan zijn sabbatten H7521 H8689 een welgevallen hebben.
  35 H3117 Al de dagen H8074 H8715 der verwoesting H7673 H8799 zal het rusten H7673 H8804 , overmits het niet rustte H7676 in uw sabbatten H3427 H8800 , als gij daarin woondet.
  36 H7604 H8737 En aangaande de overgeblevenen H3824 onder u, Ik zal in hun hart H4816 een wekigheid H776 in de landen H341 H8802 hunner vijanden H935 H8689 laten komen H6963 ; zodat het geruis H5086 H8737 van een gedreven H5929 blad H7291 H8804 hen jagen zal H5127 H8804 , en zij zullen vlieden H4499 , gelijk men vliedt H2719 voor een zwaard H5307 H8804 , en zullen vallen H7291 H8802 , waar niemand is, die jaagt.
  37 H376 En zij zullen de een H251 op den ander H6440 als voor H2719 het zwaard H3782 H8804 vallen H7291 H8802 , waar niemand is, die jaagt H6440 ; en gij zult voor het aangezicht H341 H8802 uwer vijanden H8617 niet kunnen bestaan.
  38 H6 H8804 Maar gij zult omkomen H1471 onder de heidenen H776 , en het land H341 H8802 uwer vijanden H398 H8804 zal u verteren.
  39 H7604 H8737 En de overgeblevenen H5771 onder u zullen om hun ongerechtigheid H776 in de landen H341 H8802 uwer vijanden H4743 H8735 uitteren H5771 ; ja, ook om de ongerechtigheden H1 hunner vaderen H4743 H8735 zullen zij met hen uitteren.
  40 H5771 Dan zullen zij hun ongerechtigheid H3034 H8694 belijden H5771 , en de ongerechtigheid H1 hunner vaderen H4604 met hun overtredingen H4603 H8804 , waarmede zij tegen Mij overtreden hebben H7147 , en ook dat zij met Mij in tegenheid H1980 H8804 gewandeld hebben.
  41 H7147 Dat Ik ook met hen in tegenheid H3212 H8799 gewandeld H776 , en hen in het land H341 H8802 hunner vijanden H935 H8689 gebracht zal hebben H176 . Zo dan H6189 hun onbesneden H3824 hart H3665 H8735 gebogen wordt H5771 , en zij dan aan de straf hunner ongerechtigheid H7521 H8799 een welgevallen hebben;
  42 H2142 H8804 Dan zal Ik gedenken H1285 aan Mijn verbond H3290 [met] Jakob H1285 , en ook aan Mijn verbond H3327 [met] Izak H1285 , en ook aan Mijn verbond H85 [met] Abraham H2142 H8799 zal Ik gedenken H776 , en aan het land H2142 H8799 zal Ik gedenken;
  43 H776 Als het land H5800 H8735 om hunnentwil zal verlaten zijn geweest H7676 , en aan zijn sabbatten H7521 H8799 een welgevallen gehad hebben H8074 H8715 , wanneer het om hunnentwil verwoest was H5771 , en zij aan de straf hunner ongerechtigheid H7521 H8799 een welgevallen zullen gehad hebben H3282 ; daarom H3282 , en omdat H4941 zij Mijn rechten H3988 H8804 hadden verworpen H5315 , en hun ziel H2708 van Mijn inzettingen H1602 H8804 gewalgd had.
  44 H637 En hierenboven H2063 is dit H1571 ook H776 ; als zij in het land H341 H8802 hunner vijanden H3988 H8804 zullen zijn, zal Ik hen niet verwerpen H1602 H8804 , noch van hen walgen H3615 H8763 , om een einde van hen te maken H6565 H8687 , vernietigende H1285 Mijn verbond H3068 met hen; want Ik ben de HEERE H430 , hun God!
  45 H2142 H8804 Maar Ik zal hun [ten] [beste] gedenken H1285 aan het verbond H7223 der voorouderen H776 H4714 , die Ik uit Egypteland H5869 voor de ogen H1471 der heidenen H3318 H8689 uitgevoerd heb H430 , opdat Ik hun tot een God H3068 ware; Ik ben de HEERE!
  46 H2706 Dit zijn die inzettingen H4941 , en die rechten H8451 , en die wetten H3068 , welke de HEERE H5414 H8804 gegeven heeft H1121 , tussen Zich en tussen de kinderen H3478 Israels H2022 , op den berg H5514 Sinai H3027 , door de hand H4872 van Mozes.

Deuteronomy 4:25-27

  25 H1121 Wanneer gij nu kinderen H1121 H1121 en kindskinderen H3205 H8686 gewonnen zult hebben H776 , en in het land H3462 H8738 oud geworden zult zijn H7843 H8689 , en u zult verderven H6459 , dat gij gesneden beelden H6213 H8804 maakt H8544 , de gelijkenis H6213 H8804 van enig ding, en doet H7451 , wat kwaad H5869 is in de ogen H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H3707 H8687 , om Hem tot toorn te verwekken;
  26 H5749 H0 Zo roep ik H3117 heden H8064 den hemel H776 en de aarde H5749 H8689 tot getuige H6 H8800 tegen ulieden, dat gij voorzeker H4118 haast H6 H8799 zult omkomen H776 van dat land H3383 , waar gij over de Jordaan H5674 H8802 naar toe trekt H3423 H8800 , om dat te erven H3117 ; gij zult uw dagen H748 H8686 daarin niet verlengen H8045 H8736 , maar ganselijk H8045 H8735 verdelgd worden.
  27 H3068 En de HEERE H6327 H8689 zal u verstrooien H5971 onder de volken H4962 ; en gij zult een klein volksken H4557 in getal H7604 H8738 overblijven H1471 onder de heidenen H3068 , waar de HEERE H5090 H8762 u henen leiden zal.

Deuteronomy 28:15-68

  15 H6963 Daarentegen zal het geschieden, indien gij de stem H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H8085 H8799 , niet zult gehoorzaam zijn H8104 H8800 , om waar te nemen H6213 H8800 , dat gij doet H4687 al Zijn geboden H2708 en Zijn inzettingen H3117 , die ik u heden H6680 H8764 gebiede H7045 ; zo zullen al deze vloeken H935 H8804 over u komen H5381 H8689 , en u treffen.
  16 H779 H8803 Vervloekt H5892 zult gij zijn in de stad H779 H8803 , en vervloekt H7704 zult gij zijn in het veld.
  17 H779 H8803 Vervloekt H2935 zal zijn uw korf H4863 , en uw baktrog.
  18 H779 H8803 Vervloekt H6529 zal zijn de vrucht H990 uws buiks H6529 , en de vrucht H127 uws lands H7698 , de voortzetting H504 uwer koeien H6251 , en de kudden H6629 van uw klein vee.
  19 H779 H8803 Vervloekt H935 H8800 zult gij zijn in uw ingaan H779 H8803 , en vervloekt H3318 H8800 zult gij zijn in uw uitgaan.
  20 H3068 De HEERE H7971 H8762 zal onder u zenden H3994 den vloek H4103 , de verstoring H4045 en het verderf H3027 , in alles, waaraan gij uw hand H4916 slaat H6213 H8799 , dat gij doen zult H8045 H8736 ; totdat gij verdelgd wordt H4118 , en totdat gij haastelijk H6 H8800 omkomt H6440 , vanwege H7455 de boosheid H4611 uwer werken H5800 H8804 , waarmede gij Mij verlaten hebt.
  21 H3068 De HEERE H1698 zal u de pestilentie H1692 H8686 doen aankleven H3615 H8763 , totdat Hij u verdoe H127 van het land H935 H8802 , waar gij naar toe gaat H3423 H8800 , om dat te erven.
  22 H3068 De HEERE H5221 H8686 zal u slaan H7829 met tering H6920 , en met koorts H1816 , en met vurigheid H2746 , en met hitte H2719 , en met droogte H7711 , en met brandkoren H3420 , en met honigdauw H7291 H8804 , die u vervolgen zullen H6 H8800 , totdat gij omkomt.
  23 H8064 En uw hemel H7218 , die boven uw hoofd H5178 is, zal koper H776 zijn, en de aarde H1270 , die onder u is, zal ijzer zijn.
  24 H3068 De HEERE H80 , uw God, zal pulver H6083 en stof H4306 tot regen H776 uws lands H5414 H8799 geven H8064 ; van den hemel H3381 H8799 zal het op u nederdalen H8045 H8736 , totdat gij verdelgd wordt.
  25 H3068 De HEERE H5062 H8737 zal u geslagen H5414 H8799 geven H6440 voor het aangezicht H341 H8802 uwer vijanden H259 ; door een H1870 weg H3318 H8799 zult gij tot hem uittrekken H7651 , en door zeven H1870 wegen H6440 zult gij voor zijn aangezicht H5127 H8799 vlieden H4467 ; en gij zult van alle koninkrijken H776 der aarde H2189 beroerd worden.
  26 H5038 En uw dood lichaam H5775 zal aan alle gevogelte H8064 des hemels H929 , en aan de beesten H776 der aarde H3978 tot spijze H2729 H8688 zijn; en niemand zal ze afschrikken.
  27 H3068 De HEERE H5221 H8686 zal u slaan H7822 met zweren H4714 van Egypte H2914 H8675 H6076 , en met spenen H1618 , en met droge schurft H2775 , en met krauwsel H3201 H8799 , waarvan gij niet zult kunnen H7495 H8736 genezen worden.
  28 H3068 De HEERE H5221 H8686 zal u slaan H7697 met onzinnigheid H5788 , en met blindheid H8541 , en met verbaasdheid H3824 des harten;
  29 H6672 Dat gij op den middag H4959 H8764 zult omtasten H5787 , gelijk als een blinde H4959 H8762 omtast H653 in het donkere H1870 , en uw wegen H6743 H8686 niet zult voorspoedig maken H6231 H8803 ; maar gij zult alleenlijk verdrukt H1497 H8803 en beroofd zijn H3117 alle dagen H3467 H8688 , en er zal geen verlosser zijn.
  30 H802 Gij zult een vrouw H781 H8762 ondertrouwen H312 H376 , maar een ander H7901 H8799 H8675 H7693 H8799 zal haar beslapen H1004 ; een huis H1129 H8799 zult gij bouwen H3427 H8799 , maar daarin niet wonen H3754 ; een wijngaard H5193 H8799 zult gij planten H2490 H8762 , maar dien niet gemeen maken.
  31 H7794 Uw os H5869 zal voor uw ogen H2873 H8803 geslacht worden H398 H8799 , maar gij zult daarvan niet eten H2543 ; uw ezel H6440 zal van voor uw aangezicht H1497 H8803 geroofd worden H7725 H8799 , en tot u niet wederkeren H6629 ; uw klein vee H341 H8802 zal aan uw vijanden H5414 H8803 gegeven worden H3467 H8688 , en voor u zal geen verlosser zijn.
  32 H1121 Uw zonen H1323 en uw dochteren H312 zullen aan een ander H5971 volk H5414 H8803 gegeven worden H5869 , dat het uw ogen H7200 H8802 aanzien H3616 , en naar hen bezwijken H3117 den gansen dag H410 ; maar het zal in het vermogen H3027 uwer hand niet zijn.
  33 H6529 De vrucht H127 van uw land H3018 en al uw arbeid H5971 zal een volk H398 H8799 eten H3045 H8804 , dat gij niet gekend hebt H3117 ; en gij zult alle dagen H6231 H8803 alleenlijk verdrukt H7533 H8803 en gepletterd zijn.
  34 H7696 H8794 En gij zult onzinnig zijn H4758 , vanwege het gezicht H5869 uwer ogen H7200 H8799 , dat gij zien zult.
  35 H3068 De HEERE H5221 H8686 zal u slaan H7451 met boze H7822 zweren H1290 , aan de knieen H7785 en aan de benen H3201 H8799 , waarvan gij niet zult kunnen H7495 H8736 genezen worden H3709 H7272 , van uw voetzool H6936 af tot aan uw schedel.
  36 H3068 De HEERE H4428 zal u, mitsgaders uw koning H6965 H8686 , dien gij over u zult gesteld hebben H3212 H8686 , doen gaan H1471 tot een volk H3045 H8804 , dat gij niet gekend hebt H1 , noch uw vaderen H5647 H8804 ; en aldaar zult gij dienen H312 andere H430 goden H6086 , hout H68 en steen.
  37 H8047 En gij zult zijn tot een schrik H4912 , tot een spreekwoord H8148 en tot een spotrede H5971 , onder al de volken H3068 , waarheen u de HEERE H5090 H8762 leiden zal.
  38 H7227 Gij zult veel H2233 zaads H7704 op den akker H3318 H8686 uitbrengen H4592 , maar gij zult weinig H622 H8799 inzamelen H697 ; want de sprinkhaan H2628 H8799 zal het verteren.
  39 H3754 Wijngaarden H5193 H8799 zult gij planten H5647 H8804 , en bouwen H3196 , maar gij zult geen wijn H8354 H8799 drinken H103 H8799 , noch iets vergaderen H8438 ; want de worm H398 H8799 zal het afeten.
  40 H2132 Olijfbomen H1366 zult gij hebben in al uw landpalen H8081 , maar gij zult u met olie H5480 H8799 niet zalven H2132 ; want uw olijfboom H5394 H8799 zal [zijn] [vrucht] afwerpen.
  41 H1121 Zonen H1323 en dochteren H3205 H8686 zult gij gewinnen H7628 , maar zij zullen voor u niet zijn; want zij zullen in gevangenis H3212 H8799 gaan.
  42 H6086 Al uw geboomte H6529 , en de vrucht H127 uws lands H6767 zal het boos gewormte H3423 H8762 erfelijk bezitten.
  43 H1616 De vreemdeling H7130 , die in het midden H4605 van u is, zal hoog H4605 , hoog H5927 H8799 boven u opklimmen H4295 ; en gij zult laag H4295 , laag H3381 H8799 nederdalen.
  44 H3867 H8686 Hij zal u lenen H3867 H8686 , maar gij zult hem niet lenen H7218 ; hij zal tot een hoofd H2180 zijn, en gij zult tot een staart zijn.
  45 H7045 En al deze vloeken H935 H8804 zullen over u komen H7291 H8804 , en u vervolgen H5381 H8689 , en u treffen H8045 H8736 , totdat gij verdelgd wordt H6963 ; omdat gij der stem H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H8085 H8804 , niet gehoorzaam zult geweest zijn H8104 H8800 , om te houden H4687 Zijn geboden H2708 en Zijn inzettingen H6680 H8765 , die Hij u geboden heeft.
  46 H226 En zij zullen onder u tot een teken H4159 , en tot een wonder H2233 zijn, ja, onder uw zaad H5704 tot H5769 in eeuwigheid.
  47 H3068 Omdat gij den HEERE H430 , uw God H5647 H8804 , niet gediend zult hebben H8057 met vrolijkheid H2898 en goedheid H3824 des harten H7230 , vanwege de veelheid van alles;
  48 H341 H8802 Zo zult gij uw vijanden H3068 , die de HEERE H7971 H8762 onder u zenden zal H5647 H8804 , dienen H7458 , in honger H6772 en in dorst H5903 , en in naaktheid H2640 , en in gebrek H1270 van alles; en Hij zal een ijzeren H5923 juk H6677 op uw hals H5414 H8804 leggen H8045 H8687 , totdat Hij u verdelge.
  49 H3068 De HEERE H1471 zal tegen u een volk H5375 H8799 verheffen H7350 van verre H7097 , van het einde H776 der aarde H5404 , gelijk als een arend H1675 H8799 vliegt H1471 ; een volk H3956 , welks spraak H8085 H8799 gij niet zult verstaan;
  50 H1471 Een volk H5794 , stijf H6440 van aangezicht H6440 , dat het aangezicht H2205 des ouden H5375 H8799 niet zal aannemen H5288 , noch den jonge H2603 H8799 genadig zijn.
  51 H6529 En het zal de vrucht H929 uwer beesten H6529 , en de vrucht H127 uws lands H398 H8804 opeten H8045 H8736 , totdat gij verdelgd zult zijn H1715 ; hetwelk u geen koren H8492 , most H3323 noch olie H7698 , voortzetting H504 uwer koeien H6251 noch kudden H6629 van uw klein vee H7604 H8686 zal overig laten H6 H8687 , totdat Hij u verdoe.
  52 H6887 H8689 En het zal u beangstigen H8179 in al uw poorten H1364 , totdat uw hoge H1219 H8803 en vaste H2346 muren H3381 H8800 nedervallen H2004 , op welke H982 H8802 gij vertrouwdet H776 in uw ganse land H6887 H8689 ; ja, het zal u beangstigen H8179 in al uw poorten H776 , in uw ganse land H3068 , dat u de HEERE H430 , uw God H5414 H8804 , gegeven heeft.
  53 H398 H8804 En gij zult eten H6529 de vrucht H990 uws buiks H1320 , het vlees H1121 uwer zonen H1323 en uwer dochteren H3068 , die u de HEERE H430 , uw God H5414 H8804 , gegeven zal hebben H4692 ; in de belegering H4689 en in de benauwing H341 H8802 , waarmede uw vijanden H6693 H8686 u zullen benauwen.
  54 H376 Aangaande den man H7390 , die teder H3966 onder u, en die zeer H6028 wellustig H5869 geweest is, zijn oog H3415 H8799 zal kwaad H251 zijn tegen zijn broeder H802 , en tegen de huisvrouw H2436 zijns schoots H3499 , en tegen zijn overige H1121 zonen H3498 H8686 , die hij overgehouden zal hebben;
  55 H259 Dat hij niet aan een H5414 H8800 van die zal geven H1320 van het vlees H1121 zijner zonen H398 H8799 , die hij eten zal H7604 H8689 , omdat hij voor zich niets heeft overgehouden H4692 ; in de belegering H4689 en in de benauwing H341 H8802 , waarmede uw vijand H8179 u in al uw poorten H6693 H8686 zal benauwen.
  56 H7390 Aangaande de tedere H6028 en wellustige H5254 H8765 [vrouw] onder u, die niet verzocht heeft H3709 H7272 haar voetzool H776 op de aarde H3322 H8687 te zetten H6026 H8692 , omdat zij zich wellustig H7391 en teder hield H5869 ; haar oog H3415 H8799 zal kwaad zijn H376 tegen den man H2436 haars schoots H1121 , en tegen haar zoon H1323 , en tegen haar dochter;
  57 H7988 En dat om haar nageboorte H7272 , die van tussen haar voeten H3318 H8802 uitgegaan zal zijn H1121 , en om haar zonen H3205 H8799 , die zij gebaard zal hebben H398 H8799 ; want zij zal hen eten H5643 in het verborgene H2640 , vermits gebrek H4692 van alles; in de belegering H4689 en in de benauwing H341 H8802 , waarmede uw vijand H6693 H8686 u zal benauwen H8179 in uw poorten.
  58 H8104 H8799 Indien gij niet zult waarnemen H6213 H8800 te doen H1697 al de woorden H8451 dezer wet H5612 , die in dit boek H3789 H8803 geschreven zijn H3372 H8800 , om te vrezen H3513 H8737 dezen heerlijken H3372 H8737 en vreselijken H8034 Naam H3068 , den HEERE H430 , uw God;
  59 H3068 Zo zal de HEERE H4347 uw plagen H6381 H8689 wonderlijk maken H4347 , mitsgaders de plagen H2233 van uw zaad H1419 ; het zullen grote H539 H8737 en gewisse H4347 plagen H7451 , en boze H539 H8737 en gewisse H2483 krankten zijn.
  60 H7725 H8689 En Hij zal op u doen keren H4064 alle kwalen H4714 van Egypte H6440 , voor H3025 H8804 dewelke gij gevreesd hebt H1692 H8804 , en zij zullen u aanhangen.
  61 H2483 Ook alle krankte H4347 , en alle plage H5612 , die in het boek H8451 dezer wet H3789 H8803 niet geschreven is H3068 , zal de HEERE H5927 H8686 over u doen komen H8045 H8736 , totdat gij verdelgd wordt.
  62 H4592 En gij zult met weinige H4962 mensen H7604 H8738 overgelaten worden H834 , in plaats dat H3556 gij geweest zijt als de sterren H8064 des hemels H7230 in menigte H6963 ; omdat gij der stem H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H8085 H8804 , niet gehoorzaam geweest zijt.
  63 H3068 En het zal geschieden, gelijk als de HEERE H7797 H8804 Zich over ulieden verblijdde H3190 H8687 , u goed doende H7235 H8687 en u vermenigvuldigende H3068 , alzo zal Zich de HEERE H7797 H8799 over u verblijden H6 H8687 , u verdoende H8045 H8687 en u verdelgende H5255 H8738 ; en gij zult uitgerukt worden H127 uit het land H935 H8802 , waar gij naar toe gaat H3423 H8800 , om dat te erven.
  64 H3068 En de HEERE H6327 H8689 zal u verstrooien H5971 onder alle volken H7097 , van het ene einde H776 der aarde H7097 tot aan het andere einde H312 der aarde; en aldaar zult gij andere H430 goden H5647 H8804 dienen H3045 H8804 , die gij niet gekend hebt H1 , noch uw vaders H6086 , hout H68 en steen.
  65 H1992 Daartoe zult gij onder dezelve H1471 volken H7280 H8686 niet stil zijn H3709 H7272 , en uw voetzool H4494 zal geen rust H3068 hebben; want de HEERE H7268 zal u aldaar een bevend H3820 hart H5414 H8804 geven H3631 , en bezwijking H5869 der ogen H1671 , en mattigheid H5315 der ziel.
  66 H2416 En uw leven H5048 zal tegenover H8511 H8803 u hangen H3915 ; en gij zult nacht H3119 en dag H6342 H8804 schrikken H2416 , en gij zult van uw leven H539 H8686 niet zeker zijn.
  67 H1242 Des morgens H559 H8799 zult gij zeggen H4320 : Och H5414 H0 , dat H6153 het avond H5414 H8799 ware H6153 ; en des avonds H559 H8799 zult gij zeggen H4310 : Och H5414 H0 , dat H1242 het morgen H5414 H8799 ware H6343 ; vermits den schrik H3824 uws harten H6342 H8799 , waarmede gij zult verschrikt zijn H4758 , en vermits het gezicht H5869 uwer ogen H7200 H8799 , dat gij zien zult.
  68 H3068 En de HEERE H4714 zal u naar Egypte H7725 H8689 doen wederkeren H591 in schepen H1870 , door een weg H559 H8804 , waarvan ik u gezegd heb H3254 H8686 : Gij zult dien niet meer H7200 H8800 zien H341 H8802 ; en aldaar zult gij u aan uw vijanden H4376 H8694 willen verkopen H5650 tot dienstknechten H8198 en tot dienstmaagden H7069 H8802 ; maar er zal geen koper zijn.

Deuteronomy 29:18-28

  18 H3426 Dat onder ulieden niet zij H376 een man H802 , of vrouw H4940 , of huisgezin H7626 , of stam H3824 , die zijn hart H3117 heden H6437 H8802 wende H3068 van den HEERE H430 , onzen God H3212 H8800 , om te gaan H5647 H8800 dienen H430 de goden H1471 dezer volken H3426 ; dat onder ulieden niet zij H8328 een wortel H7219 , die gal H3939 en alsem H6509 H8802 drage;
  19 H1697 En het geschiede, als hij de woorden H423 dezes vloeks H8085 H8800 hoort H1288 H8694 , dat hij zichzelven zegene H3824 in zijn hart H559 H8800 , zeggende H7965 : Ik zal vrede H3588 hebben, wanneer H3820 ik schoon naar mijns harten H8307 goeddunken H3212 H8799 zal wandelen H7302 , om den dronkene H5595 H8800 te doen H6771 tot den dorstige.
  20 H3068 De HEERE H14 H8799 zal hem niet willen H5545 H8800 vergeven H3068 ; maar alsdan zal des HEEREN H639 toorn H7068 en ijver H6225 H8799 roken H376 over denzelven man H423 , en al de vloek H5612 , die in dit boek H3789 H8803 geschreven is H7257 H8804 , zal op hem liggen H3068 ; en de HEERE H8034 zal zijn naam H8064 van onder den hemel H4229 H8804 uitdelgen.
  21 H3068 En de HEERE H7451 zal hem ten kwade H914 H8689 afscheiden H7626 van al de stammen H3478 Israels H423 , naar alle vloeken H1285 des verbonds H5612 , dat in het boek H8451 dezer wet H3789 H8803 geschreven is.
  22 H559 H8804 Dan zal zeggen H314 het navolgend H1755 geslacht H1121 , uw kinderen H310 , die na H6965 H8799 ulieden opstaan zullen H5237 , en de vreemde H7350 , die uit verren H776 lande H935 H8799 komen zal H7200 H8804 , als zij zullen zien H4347 de plagen H776 dezes lands H8463 en deszelfs krankheden H3068 , waarmede de HEERE H2470 H8765 het gekrenkt heeft;
  23 H776 Dat zijn ganse aarde H1614 zij zwavel H4417 en zout H8316 der verbranding H2232 H8735 ; die niet bezaaid zal zijn H6779 H8686 , en geen spruit zal voortgebracht hebben H6212 , noch enig kruid H5927 H8799 daarin zal opgekomen zijn H4114 ; gelijk de omkering H5467 van Sodom H6017 en Gomorra H126 , Adama H6636 en Zeboim H3068 , die de HEERE H2015 H8804 heeft omgekeerd H639 in Zijn toorn H2534 en in Zijn grimmigheid;
  24 H1471 En alle volken H559 H8804 zullen zeggen H3068 : Waarom heeft de HEERE H776 aan dit land H6213 H8804 alzo gedaan H2750 ? Wat is de ontsteking H1419 van dezen groten H639 toorn?
  25 H559 H8804 Dan zal men zeggen H1285 : Omdat zij het verbond H3068 des HEEREN H430 , des Gods H1 hunner vaderen H5800 H8804 , hebben verlaten H3772 H8804 , dat Hij met hen gemaakt had H776 H4714 , als Hij hen uit Egypteland H3318 H8687 uitvoerde;
  26 H3212 H8799 En zij heengegaan zijn H312 , en andere H430 goden H5647 H8799 gediend H7812 H8691 en zich voor die gebogen hebben H430 ; goden H3045 H8804 , die hen niet gekend hadden H2505 H8804 , en geen van welke hun iets medegedeeld had;
  27 H639 Daarom is de toorn H3068 des HEEREN H2734 H8799 ontstoken H776 tegen dit land H935 H8687 , om daarover te brengen H7045 al dezen vloek H5612 , die in dit boek H3789 H8803 geschreven is.
  28 H3068 En de HEERE H127 heeft hen uit hun land H5428 H8799 uitgetrokken H639 , in toorn H2534 , en in grimmigheid H1419 , en in grote H7110 verbolgenheid H7993 H8686 ; en Hij heeft hen verworpen H312 in een ander H776 land H3117 , gelijk het is te dezen dage.

Deuteronomy 31:16-18

  16 H3068 En de HEERE H559 H8799 zeide H4872 tot Mozes H7901 H8802 : Zie, gij zult slapen H1 met uw vaderen H5971 ; en dit volk H6965 H8804 zal opstaan H310 H2181 H8804 , en nahoereren H430 de goden H5236 der vreemden H776 van dat land H935 H8802 , waar het naar toe gaat H7130 , in het midden H5800 H8804 van hetzelve; en het zal Mij verlaten H6565 H8689 en vernietigen H1285 Mijn verbond H3772 H8804 , dat Ik met hetzelve gemaakt heb.
  17 H639 Zo zal Mijn toorn H3117 te dien dage H2734 H8804 tegen hetzelve ontsteken H5800 H8804 , en Ik zal hen verlaten H6440 , en Mijn aangezicht H5641 H8689 van hen verbergen H398 H8800 , dat zij ter spijze zijn H7227 , en vele H7451 kwaden H6869 en benauwdheden H4672 H8804 zullen het treffen H3117 ; dat het te dien dage H559 H8804 zal zeggen H7451 : Hebben mij deze kwaden H4672 H8804 niet getroffen H430 , omdat mijn God H7130 in het midden van mij niet is?
  18 H6440 Ik dan zal Mijn aangezicht H3117 te dien dage H5641 H8687 ganselijk H5641 H8686 verbergen H7451 , om al het kwaad H6213 H8804 , dat het gedaan heeft H3588 ; want H6437 H8804 het heeft zich gewend H312 tot andere H430 goden.

Deuteronomy 31:29

  29 H3045 H8804 Want ik weet H310 , dat gij het na H4194 mijn dood H7843 H8687 zekerlijk H7843 H8686 zult verderven H5493 H8804 , en afwijken H1870 van den weg H6680 H8765 , dien ik u geboden heb H7451 ; dan zal u dit kwaad H319 in het laatste H3117 der dagen H7122 H8804 ontmoeten H6213 H8799 , wanneer gij zult gedaan hebben H7451 , dat kwaad H5869 is in de ogen H3068 des HEEREN H4639 , om Hem door het werk H3027 uwer handen H3707 H8687 tot toorn te verwekken.

Deuteronomy 32:15-27

  15 H3484 Als nu Jeschurun H8080 H8799 vet werd H1163 H8799 , zo sloeg hij achteruit H8080 H8804 (gij zijt vet H5666 H8804 , gij zijt dik H3780 H8804 , [ja], [met] [vet] overdekt geworden H433 !); en hij liet God H5203 H8799 varen H6213 H8804 , Die hem gemaakt heeft H5034 H8762 , en versmaadde H6697 den Rotssteen H3444 zijns heils.
  16 H7065 H8686 Zij hebben Hem tot ijver verwekt H2114 H8801 door vreemde H8441 [goden]; door gruwelen H3707 H8686 hebben zij Hem tot toorn verwekt.
  17 H7700 Zij hebben aan de duivelen H2076 H8799 geofferd H433 , niet aan God H430 ; aan de goden H3045 H8804 , die zij niet kenden H2319 ; nieuwe H7138 , die van nabij H935 H8804 gekomen waren H1 , voor dewelke uw vaders H8175 H8804 niet geschrikt hebben.
  18 H6697 Den Rotssteen H3205 H8804 , Die u gegenereerd heeft H7876 H8799 , hebt gij vergeten H7911 H8799 ; en gij hebt in vergetenis gesteld H410 den God H2342 H8789 , Die u gebaard heeft.
  19 H3068 Als het de HEERE H7200 H8799 zag H5006 H8799 , zo versmaadde Hij H3708 hen, uit toornigheid H1121 tegen zijn zonen H1323 en zijn dochteren.
  20 H559 H8799 En Hij zeide H6440 : Ik zal Mijn aangezicht H5641 H8686 van hen verbergen H7200 H8799 ; Ik zal zien H319 , welk hunlieder einde H8419 zal wezen; want zij zijn een gans verkeerd H1755 geslacht H1121 , kinderen H529 , in welke geen trouw is.
  21 H7065 H8765 Zij hebben Mij tot ijver verwekt H3808 door hetgeen geen H410 God H3707 H8765 is; zij hebben Mij tot toorn verwekt H1892 door hun ijdelheden H7065 H8686 ; Ik dan zal hen tot ijver verwekken H5971 door diegenen, die geen volk H5036 zijn; door een dwaas H1471 volk H3707 H8686 zal Ik hen tot toorn verwekken.
  22 H784 Want een vuur H6919 H8804 is aangestoken H639 in Mijn toorn H3344 H8799 , en zal bernen H8482 tot in de onderste H7585 hel H776 , en zal het land H2981 met zijn inkomst H398 H8799 verteren H4144 , en de gronden H2022 der bergen H3857 H8762 in vlam zetten.
  23 H7451 Ik zal kwaden H5595 H8686 over hen hopen H2671 ; Mijn pijlen H3615 H8762 zal Ik op hen verschieten.
  24 H4198 Uitgeteerd H7458 zullen zij zijn van honger H3898 H8803 , opgegeten H7565 van den karbonkel H4815 en bitter H6986 verderf H8127 ; en Ik zal de tanden H929 der beesten H7971 H8762 onder hen schikken H2534 , met vurig venijn H2119 H8801 van slangen H6083 des stofs.
  25 H2351 Van buiten H2719 zal het zwaard H7921 H8762 beroven H2315 , en uit de binnenkameren H367 de verschrikking H970 ; ook den jongeling H1330 , ook de jonge dochter H3243 H8802 , het zuigende kind H7872 met den grijzen H376 man.
  26 H559 H8804 Ik zeide H6284 H8686 : In alle hoeken zoude Ik hen verstrooien H2143 ; Ik zoude hun gedachtenis H582 van onder de mensen H7673 H8686 doen ophouden;
  27 H3884 Ten ware H3708 , dat Ik de toornigheid H341 H8802 des vijands H1481 H8799 schroomde H6862 , dat niet hun tegenpartijen H5234 H8762 zich vreemd mochten houden H559 H8799 ; dat zij niet mochten zeggen H3027 : Onze hand H7311 H8804 is hoog geweest H3068 ; de HEERE H6466 H8804 heeft dit alles niet gewrocht.

2 Chronicles 36:14-16

  14 H1571 Ook H7235 H0 maakten H3605 alle H8269 oversten H3548 der priesteren H5971 , en het volk H4603 H8800 , der overtredingen H4604 zeer H7235 H8689 veel H3605 , naar alle H8441 gruwelen H1471 der heidenen H2930 H8762 ; en zij verontreinigden H1004 het huis H3068 des HEEREN H834 , dat H6942 H8689 Hij geheiligd had H3389 te Jeruzalem.
  15 H3068 En de HEERE H430 , de God H1 hunner vaderen H7971 H8799 , zond H5921 tot H3027 hen, door de hand H4397 Zijner boden H7925 H8687 , vroeg op zijnde H7971 H8800 , om [die] te zenden H3588 ; want H2550 H8804 H5921 Hij verschoonde H5971 Zijn volk H5921 en H4583 Zijn woning.
  16 H1961 H8799 H3931 H8688 Maar zij spotten H4397 met de boden H430 Gods H959 H8802 , en verachtten H1697 Zijn woorden H8591 H8700 ; zij verleidden zichzelven H5030 tegen Zijn profeten H5704 ; totdat H2534 de grimmigheid H3068 des HEEREN H5971 tegen Zijn volk H5927 H8800 opging H5704 , dat H369 H0 er geen H4832 helen H369 aan was.

Nehemiah 9:33-34

  33 H859 Doch Gij H6662 zijt rechtvaardig H5921 , in H3605 alles H935 H8802 H5921 , wat ons overkomen is H3588 ; want H571 Gij hebt trouwelijk H6213 H8804 gehandeld H587 , maar wij H7561 H8689 hebben goddelooslijk gehandeld.
  34 H4428 En onze koningen H8269 , onze vorsten H3548 , onze priesters H1 en onze vaders H8451 hebben Uw wet H3808 niet H6213 H8804 gedaan H3808 ; en zij hebben niet H7181 H8689 geluisterd H413 naar H4687 Uw geboden H5715 , en naar Uw getuigenissen H834 , die H5749 H8689 Gij tegen hen betuigdet.

Psalms 80:6

  6 H7934 [080:7] Gij hebt ons onzen naburen H4066 tot een twist H7760 H8799 gesteld H341 H8802 , en onze vijanden H3932 H8799 spotten onder zich.

Psalms 89:42

  42 H3225 [089:43] Gij hebt de rechterhand H6862 zijner wederpartijders H7311 H8689 verhoogd H341 H8802 ; Gij hebt al zijn vijanden H8055 H8689 verblijd.

Psalms 90:7-8

  7 H3615 H8804 Want wij vergaan H639 door Uw toorn H2534 ; en door Uw grimmigheid H926 H8738 worden wij verschrikt.
  8 H7896 H8804 Gij stelt H5771 onze ongerechtigheden H5956 H8803 voor U, onze heimelijke H3974 [zonden] in het licht H6440 Uws aanschijns.

Isaiah 63:18

  18 H6944 Uw heilig H5971 volk H4705 heeft [het] [maar] een weinig tijds H3423 H8804 bezeten H6862 ; onze wederpartijders H4720 hebben Uw heiligdom H947 H8790 vertreden.

Jeremiah 5:3-9

  3 H3068 O HEERE H5869 ! [zien] Uw ogen H530 niet naar waarheid H5221 H8689 ? Gij hebt hen geslagen H2342 H8804 , maar zij hebben geen pijn gevoeld H3615 H8765 ; Gij hebt hen verteerd H3985 H8765 , [maar] zij hebben geweigerd H4148 de tucht H3947 H8800 aan te nemen H6440 ; zij hebben hun aangezichten H2388 H8765 harder gemaakt H5553 dan een steenrots H3985 H8765 , zij hebben geweigerd H7725 H8800 zich te bekeren.
  4 H559 H8804 Doch ik zeide H1800 : Zekerlijk, deze zijn arm H2973 H8738 ; zij handelen zottelijk H1870 , omdat zij den weg H3068 des HEEREN H4941 , het recht H430 hun Gods H3045 H8804 niet weten.
  5 H3212 H8799 Ik zal gaan H1419 tot de groten H1696 H8762 , en met hen spreken H3045 H8804 , want die weten H1870 den weg H3068 des HEEREN H4941 , het recht H430 huns Gods H3162 ; maar zij hadden te zamen H5923 het juk H7665 H8804 verbroken H4147 , [en] de banden H5423 H8765 verscheurd.
  6 H738 Daarom heeft hen een leeuw H3293 uit het woud H5221 H8689 verslagen H2061 , een wolf H6160 der wildernissen H7703 H8799 zal hen verwoesten H5246 ; een luipaard H8245 H8802 waakt H5892 tegen hun steden H2007 ; al wie uit dezelve H3318 H8802 uitgaat H2963 H8735 , zal verscheurd worden H6588 ; want hun overtredingen H7231 H8804 zijn vermenigvuldigd H4878 , hun afkeringen H6105 H8804 zijn machtig veel geworden.
  7 H335 Hoe H2063 zou Ik over zulks H5545 H8799 u vergeven H1121 ? Uw kinderen H5800 H8804 verlaten H7650 H8735 Mij, en zweren H3808 bij hen, die geen H430 God H7650 H8686 zijn; als Ik hen verzadigd heb H5003 H8799 , zo bedrijven zij overspel H1413 H8704 , en verzamelen bij hopen H2181 H8802 H1004 in het hoerenhuis.
  8 H2109 H8716 [Als] welgevoederde H5483 hengsten H7904 H8688 zijn zij vroeg op H6670 H8799 ; zij hunkeren H376 een iegelijk H7453 naar zijns naasten H802 huisvrouw.
  9 H6485 H8799 Zou Ik over die dingen geen bezoeking doen H5002 H8803 ? spreekt H3068 de HEERE H5315 . Of zou Mijn ziel H5358 H8691 zich niet wreken H1471 aan zulk een volk, als dit is?

Jeremiah 5:29

  29 H6485 H8799 Zou Ik over die dingen geen bezoeking doen H5002 H8803 ? spreekt H3068 de HEERE H5315 ; zou Mijn ziel H5358 H8691 zich niet wreken H1471 aan zulk een volk als dit is?

Jeremiah 12:7

  7 H1004 Ik heb Mijn huis H5800 H8804 verlaten H5159 , Ik heb Mijn erfenis H5203 H8804 laten varen H3033 ; Ik heb de beminde H5315 Mijner ziel H3709 in de hand H341 H8802 harer vijanden H5414 H8804 gegeven.

Jeremiah 23:14

  14 H5030 Maar in de profeten H3389 van Jeruzalem H7200 H8804 zie Ik H8186 afschuwelijkheid H5003 H8800 ; zij bedrijven overspel H1980 H8800 , en gaan om H8267 met valsheid H2388 H8765 , en sterken H3027 de handen H7489 H8688 der boosdoeners H7725 H8804 , opdat zij zich niet bekeren H376 , een iegelijk H7451 van zijn boosheid H5467 ; zij allen zijn Mij als Sodom H3427 H8802 , en haar inwoners H6017 als Gomorra.

Jeremiah 30:14-15

  14 H157 H8764 Al uw liefhebbers H7911 H8804 hebben u vergeten H1875 H8799 , zij vragen H5221 H8689 niet naar u; want Ik heb u geslagen H341 H8802 [met] eens vijands H4347 plage H4148 , [met] de kastijding H394 eens wreden H7230 ; om de grootheid H5771 uwer ongerechtigheid H2403 , [omdat] uw zonden H6105 H8804 machtig veel zijn.
  15 H2199 H8799 Wat krijt gij H7667 over uw breuk H4341 , [dat] uw smart H605 H8803 dodelijk H7230 is? Om de grootheid H5771 uwer ongerechtigheid H2403 , [omdat] uw zonden H6105 H8804 machtig veel zijn H6213 H8804 , heb Ik u deze dingen gedaan.

Jeremiah 39:9

  9 H3499 Het overige H5971 nu des volks H5892 , die in de stad H7604 H8737 waren overgebleven H5307 H8802 , en de afvalligen H5307 H8804 , die tot hem gevallen waren H3499 , met het overige H5971 des volks H7604 H8737 , die overgebleven waren H1540 H0 , voerde H5018 Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H1540 H8689 , gevankelijk H894 [naar] Babel.

Jeremiah 44:21-22

  21 H7002 Het roken H5892 , dat gijlieden in de steden H3063 van Juda H2351 en in de straten H3389 van Jeruzalem H6999 H8765 gerookt hebt H1 , gij en uw vaderen H4428 , uw koningen H8269 en uw vorsten H5971 , en het volk H776 des lands H3068 , heeft de HEERE H2142 H8804 daaraan niet gedacht H3820 , en is het [niet] in Zijn hart H5927 H8799 opgekomen?
  22 H3068 Zodat het de HEERE H3201 H8799 niet meer kon H5375 H8800 verdragen H6440 , vanwege H7455 de boosheid H4611 uwer handelingen H6440 , vanwege H8441 de gruwelen H6213 H8804 , die gij deedt H776 ; daarom is uw land H2723 geworden tot een woestheid H8047 , en tot ontzetting H7045 , en tot een vloek H3427 H8802 , dat er niemand in woont H3117 , gelijk het is te dezen dage;

Jeremiah 52:27-30

  27 H4428 En de koning H894 van Babel H5221 H8686 sloeg H4191 H8686 hen en doodde H7247 hen te Ribla H127 , in het land H2574 van Hamath H3063 . Alzo werd Juda H776 uit zijn land H1540 H8799 gevankelijk weggevoerd.
  28 H5971 Dit is het volk H5019 , dat Nebukadrezar H1540 H8689 gevankelijk heeft weggevoerd H7651 ; in het zevende H8141 jaar H7969 , drie H505 duizend H7969 drie H6242 en twintig H3064 Joden;
  29 H8083 H6240 In het achttiende H8141 jaar H5019 van Nebukadrezar H8083 H3967 , [voerde] [hij] [gevankelijk] [weg] achthonderd H8147 twee H7970 en dertig H5315 zielen H3389 uit Jeruzalem;
  30 H7969 In het drie H6242 en twintigste H8141 jaar H5019 van Nebukadrezar H1540 H0 voerde H5018 Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H1540 H8689 , gevankelijk weg H3064 van de Joden H7651 H3967 zevenhonderd H2568 vijf H705 en veertig H5315 zielen H5315 . Alle zielen H702 zijn vier H505 duizend H8337 H3967 en zeshonderd.

Lamentations 1:18

  18 H3068 [Tsade]. De HEERE H6662 is rechtvaardig H6310 , want ik ben Zijn mond H4784 H8804 wederspannig geweest H8085 H8798 ; hoort H5971 toch, alle gij volken H7200 H8798 , en ziet H4341 mijn smart H1330 ; mijn jonkvrouwen H970 en mijn jongelingen H7628 zijn in de gevangenis H1980 H8804 gegaan.

Lamentations 2:17

  17 H3068 [Ain]. De HEERE H6213 H8804 heeft gedaan H2161 H8804 , wat Hij gedacht had H565 , Hij heeft Zijn woord H1214 H8765 vervuld H6680 H8765 , dat Hij bevolen had H6924 van oude H3117 dagen H2040 H8804 ; Hij heeft afgebroken H2550 H8804 en niet gespaard H341 H8802 ; en Hij heeft den vijand H8055 H8762 over u verblijd H7161 , Hij heeft den hoorn H6862 uwer tegenpartijders H7311 H8689 verhoogd.

Lamentations 3:39-43

  39 H596 H8691 [Mem]. Wat klaagt H2416 [dan] een levend H120 mens H1397 ? Een ieder H2399 [klage] vanwege zijn zonden.
  40 H1870 [Nun]. Laat ons onze wegen H2664 H8799 onderzoeken H2713 H8799 en doorzoeken H7725 H8799 , en laat ons wederkeren H3068 tot den HEERE.
  41 H3824 [Nun]. Laat ons onze harten H5375 H8799 opheffen H3709 , mitsgaders de handen H410 , tot God H8064 in den hemel, [zeggende]:
  42 H5168 [Nun]. Wij H6586 H8804 hebben overtreden H4784 H8804 , en wij zijn wederspannig geweest H5545 H8804 , [daarom] hebt Gij niet gespaard.
  43 H639 [Samech]. Gij hebt [ons] met toorn H5526 H8804 bedekt H7291 H8799 , en Gij hebt ons vervolgd H2026 H8804 ; Gij hebt [ons] gedood H2550 H8804 . Gij hebt niet verschoond.

Lamentations 3:46

  46 H341 H8802 [Pe]. Al onze vijanden H6310 hebben hun mond H6475 H8804 tegen ons opgesperd.

Ezekiel 8:17-18

  17 H559 H8799 Toen zeide Hij H1121 H120 tot mij: Hebt gij, mensenkind H7200 H8804 , [dat] gezien H7043 H8738 ? Is er iets lichter geacht H1004 bij het huis H3063 van Juda H8441 , dan deze gruwelen H6213 H8800 te doen H6213 H8804 , die zij hier doen H776 ? Als zij het land H2555 met geweld H4390 H8804 vervuld hebben H7725 H8799 , zo keren zij zich H3707 H8687 , om Mij te vertoornen H7971 H8802 ; want zie, zij steken H2156 de wijnranken H639 aan hun neus.
  18 H6213 H8799 Daarom zal Ik ook handelen H2534 in grimmigheid H5869 , Mijn oog H2347 H8799 zal niet verschonen H2550 H8799 , en Ik zal niet sparen H241 ; hoewel zij voor Mijn oren H1419 met luider H6963 stem H7121 H8804 roepen H8085 H8799 , nochtans zal Ik hen niet horen.

Ezekiel 9:9

  9 H559 H8799 Toen zeide Hij H5771 tot mij: De ongerechtigheid H1004 van het huis H3478 van Israel H3063 en van Juda H3966 is gans H3966 zeer H1419 groot H776 , en het land H1818 is met bloed H4390 H8735 vervuld H5892 , en de stad H4390 H8804 is vol H4297 van afwijking H559 H8804 ; want zij zeggen H3068 : De HEERE H776 heeft het land H5800 H8804 verlaten H3068 , en de HEERE H7200 H8802 ziet niet.

Ezekiel 22:24-31

  24 H1121 H120 Mensenkind H559 H8798 , zeg H776 tot haar; Gij zijt een land H2891 H8794 , dat niet gereinigd is H1656 , [dat] zijn plasregen H3117 niet [heeft] [gehad] ten dage H2195 der gramschap.
  25 H7195 De verbintenis H5030 harer profeten H8432 is in het midden H7580 H8802 van haar als een brullende H738 leeuw H2964 , die een roof H2963 H8802 rooft H398 H8804 ; zij eten H5315 de zielen H2633 op, den schat H3366 en het kostelijke H3947 H8799 nemen zij weg H490 ; haar weduwen H7235 H8689 vermenigvuldigen zij H8432 in het midden van haar.
  26 H3548 Haar priesters H8451 doen Mijn wet H2554 H8804 geweld aan H2490 H8762 , en zij ontheiligen H6944 Mijn heilige dingen H6944 ; tussen het heilige H2455 en het onheilige H914 H8689 maken zij geen onderscheid H2931 , en [het] [verschil] tussen het onreine H2889 en reine H3045 H8689 geven zij niet te kennen H5956 H8689 ; daartoe verbergen zij H5869 hun ogen H7676 van Mijn sabbatten H8432 ; ja, Ik word in het midden H2490 H8735 van hen ontheiligd.
  27 H8269 Haar vorsten H7130 zijn in het midden H2061 van haar als wolven H2964 , die een roof H2963 H8802 roven H1818 , om bloed H8210 H8800 te vergieten H5315 , [en] om zielen H6 H8763 te verderven H1215 ; opdat zij gierigheid H1214 H8800 zouden plegen.
  28 H5030 Haar profeten H2902 H8804 nu pleisteren H8602 hen met loze H2374 kalk; ziende H7723 ijdelheid H3577 en hun leugen H7080 H8802 voorzeggende H559 H8802 , zeggende H559 H8804 : Alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H3068 ! en de HEERE H1696 H8765 heeft niet gesproken.
  29 H5971 Het volk H776 des lands H6231 H8804 pleegt H6233 enkel verdrukking H1497 H8804 , en bedrijft H1498 enkel roverij H3238 H8689 , ook onderdrukken zij H6041 den ellendige H34 en nooddruftige H1616 , en den vreemdeling H6231 H8804 verdrukken zij H4941 zonder recht.
  30 H1245 H8762 Ik zocht H376 nu een man H1447 uit hen, die den muur H1443 H8802 mocht toemuren H6440 , en voor Mijn aangezicht H6556 in de bresse H5975 H8802 staan H776 voor het land H7843 H8763 , opdat Ik het niet mocht verderven H4672 H8804 ; maar Ik vond niemand.
  31 H2195 Daarom heb Ik Mijn gramschap H8210 H8799 over hen uitgegoten H784 ; door het vuur H5678 Mijner verbolgenheid H3615 H8765 heb Ik hen verteerd H1870 ; hun weg H7218 heb Ik op hun hoofd H5414 H8804 gegeven H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.

Daniel 9:7-16

  7 H136 Bij U, o Heere H6666 ! is de gerechtigheid H1322 , maar bij ons de beschaamdheid H6440 der aangezichten H3117 , gelijk het is te dezen dage H376 ; bij de mannen H3063 van Juda H3427 H8802 , en de inwoners H3389 van Jeruzalem H3478 , en geheel Israel H7138 , die nabij H7350 en die verre H776 zijn, in al de landen H5080 H8689 , waar Gij ze henengedreven hebt H4604 , om hun overtreding H4603 H8804 , waarmede zij tegen U overtreden hebben.
  8 H136 O Heere H1322 ! bij ons is de beschaamdheid H6440 der aangezichten H4428 , bij onze koningen H8269 , bij onze vorsten H1 , en bij onze vaders H2398 H8804 , omdat wij tegen U gezondigd hebben.
  9 H136 Bij den Heere H430 , onzen God H7356 , zijn de barmhartigheden H5547 en vergevingen H4775 H8804 , alhoewel wij tegen Hem gerebelleerd hebben.
  10 H6963 En wij hebben der stem H3068 des HEEREN H430 , onzes Gods H8085 H8804 , niet gehoorzaamd H8451 , dat wij in Zijn wetten H3212 H8800 wandelen H5414 H8804 zouden, die Hij gegeven heeft H6440 voor onze aangezichten H3027 , door de hand H5650 van Zijn knechten H5030 , de profeten.
  11 H3478 Maar geheel Israel H8451 heeft Uw wet H5674 H8804 overtreden H5493 H8800 , met af te wijken H6963 , dat zij Uwer stem H8085 H8800 niet gehoorzaamden H5413 H8799 ; daarom is over ons uitgestort H423 die vloek H7621 , en die eed H3789 H8803 , die geschreven is H8451 in de wet H4872 van Mozes H5650 , den knecht H430 Gods H2398 H8804 , dewijl wij tegen Hem gezondigd hebben.
  12 H1697 En Hij heeft Zijn woorden H6965 H8686 bevestigd H1696 H8765 , die Hij gesproken heeft H8199 H8802 tegen ons, en tegen onze richters H8199 H8804 , die ons richtten H935 H8687 , brengende H1419 over ons een groot H7451 kwaad H6213 H8738 , hetwelk niet geschied is H8064 onder den gansen hemel H3389 , gelijk aan Jeruzalem H6213 H8738 geschied is.
  13 H8451 Gelijk als in de wet H4872 van Mozes H3789 H8803 geschreven is H7451 , [alzo] is al dat kwaad H935 H8804 over ons gekomen H2470 H8765 ; en wij smeekten H6440 het aangezicht H3068 des HEEREN H430 , onzes Gods H7725 H8800 , niet, afkerende H5771 van onze ongerechtigheden H7919 H8687 , en verstandelijk acht gevende H571 op Uw waarheid.
  14 H3068 Daarom heeft de HEERE H7451 over het kwade H8245 H8799 gewaakt H935 H8686 , en Hij heeft het over ons gebracht H3068 ; want de HEERE H430 , onze God H6662 , is rechtvaardig H4639 in al Zijn werken H6213 H8804 , die Hij gedaan heeft H6963 , dewijl wij Zijner stem H8085 H8804 niet gehoorzaamden.
  15 H136 En nu, o Heere H430 , onze God H5971 ! Die Uw volk H776 H4714 uit Egypteland H3318 H8689 gevoerd hebt H2389 , met een sterke H3027 hand H8034 , en hebt U een Naam H6213 H8799 gemaakt H3117 , gelijk hij is te dezen dage H2398 H8804 ; wij hebben gezondigd H7561 H8804 , wij zijn goddeloos geweest.
  16 H136 O Heere H6666 ! naar al Uw gerechtigheden H639 , laat toch Uw toorn H2534 en Uw grimmigheid H7725 H8799 afgekeerd worden H5892 van Uw stad H3389 Jeruzalem H6944 , Uw heiligen H2022 berg H2399 ; want om onzer zonden H1 wil en om onzer vaderen H5771 ongerechtigheden H3389 , zijn Jeruzalem H5971 en Uw volk H2781 tot versmaadheid H5439 bij allen, die rondom ons zijn.

Micah 3:9-12

  9 H8085 H8798 Hoort H4994 nu H2063 dit H7218 , gij hoofden H1004 van het huis H3290 Jakobs H7101 , en gij oversten H1004 van het huis H3478 Israels H4941 ! die van het gericht H8581 H8764 een gruwel hebt H3605 , en al H3477 wat recht H6140 H8762 is verkeert;
  10 H1129 H8802 Bouwende H6726 Sion H1818 met bloed H3389 , en Jeruzalem H5766 met onrecht.
  11 H7218 Haar hoofden H8199 H8799 rechten H7810 om geschenken H3548 , en haar priesters H3384 H8686 leren H4242 om loon H5030 , en haar profeten H7080 H8799 waarzeggen H3701 om geld H8172 H8735 ; nog steunen zij H5921 op H3068 den HEERE H559 H8800 , zeggende H3068 : Is de HEERE H3808 niet H7130 in het midden H5921 van ons? H3808 Ons zal geen H7451 kwaad H935 H8799 overkomen.
  12 H3651 Daarom H1558 , om uwentwil H6726 , zal Sion H7704 [als] een akker H2790 H8735 geploegd worden H3389 , en Jeruzalem H5856 zal [tot] steenhopen H1961 H8799 worden H2022 , en de berg H1004 dezes huizes H1116 tot hoogten H3293 eens wouds.

Micah 7:8-10

  8 H8055 H8799 Verblijd u H408 niet H341 H8802 over mij, o mijn vijandin H3588 ! wanneer H5307 H8804 ik gevallen ben H6965 H8804 , zal ik weder opstaan H3588 ; wanneer H2822 ik in duisternis H3427 H8799 zal gezeten zijn H3068 , zal de HEERE H216 mij een licht zijn.
  9 H3068 Ik zal des HEEREN H2197 gramschap H5375 H8799 dragen H3588 , want H2398 H8804 ik heb tegen Hem gezondigd H5704 H834 ; totdat H7379 Hij mijn twist H7378 H8799 twiste H4941 , en mijn recht H6213 H8804 uitvoere H3318 H8686 ; Hij zal mij uitbrengen H216 aan het licht H7200 H8799 ; ik zal [mijn] [lust] zien H6666 aan Zijn gerechtigheid.
  10 H341 H8802 En mijn vijandin H7200 H8799 zal [het] zien H955 , en schaamte H3680 H8762 zal haar bedekken H413 ; die tot H559 H8802 mij zegt H346 : Waar H3068 is de HEERE H430 , uw God H5869 ? Mijn ogen H7200 H8799 zullen aan haar zien H6258 ; nu H1961 H8799 zal zij worden H4823 tot vertreding H2916 , als slijk H2351 der straten.

Zephaniah 3:1-8

  1 H1945 Wee H4754 H8802 der ijselijke H1351 H8737 , en der bevlekte H3238 H8802 , der verdrukkende H5892 stad!
  2 H8085 H8804 Zij hoort H6963 naar de stem H3808 niet H3947 H0 ; zij neemt H4148 de tucht H3947 H8804 niet aan H982 H8804 ; zij vertrouwt H3808 niet H3068 op den HEERE H413 ; tot H430 haar God H7126 H8804 nadert zij H3808 niet.
  3 H8269 Haar vorsten H7580 H8802 zijn brullende H738 leeuwen H7130 in het midden H8199 H8802 van haar; haar rechters H6153 H2061 zijn avondwolven H3808 , die de beenderen niet H1633 H8804 breken H1242 tot aan den morgen.
  4 H5030 Haar profeten H6348 H8802 zijn lichtvaardig H900 , gans trouweloze H582 mannen H3548 ; haar priesters H2490 H8765 verontreinigen H6944 het heilige H8451 , zij doen der wet H2554 H8804 geweld aan.
  5 H6662 De rechtvaardige H3068 HEERE H7130 is in het midden H6213 H8799 van haar, Hij doet H3808 geen H5766 onrecht H1242 H1242 ; allen morgen H5414 H8799 geeft Hij H4941 Zijn recht H216 in het licht H5737 H8738 , er ontbreekt H3808 niet H5767 ; doch de verkeerde H3045 H8802 weet H3808 van geen H1322 schaamte.
  6 H1471 Ik heb de heidenen H3772 H8689 uitgeroeid H6438 , hun hoeken H8074 H8738 zijn verwoest H2351 , Ik heb hun straten H2717 H8689 eenzaam gemaakt H4480 H1097 , dat niemand H5674 H8802 daardoor gaat H5892 ; hun steden H6658 H8738 zijn verstoord H4480 H5921 , zodat H376 er niemand H369 H0 is, dat er geen H3427 H8802 inwoner H369 is.
  7 H559 H8804 Ik zeide H389 : Immers H853 zult gij Mij H3372 H8799 vrezen H4148 , gij zult de tucht H3947 H8799 aannemen H4583 , opdat haar woning H3808 niet H3772 H8735 uitgeroeid zou worden H3605 ; al H834 wat H5921 Ik haar H6485 H8804 bezocht hebbe H403 , waarlijk H7925 H8689 , zij hebben zich vroeg opgemaakt H3605 , zij hebben al H5949 hun handelingen H7843 H8689 verdorven.
  8 H3651 Daarom H2442 H8761 verwacht H5002 H8803 Mij, spreekt H3068 de HEERE H3117 , ten dage H6965 H8800 als Ik Mij opmake H5706 tot den roof H3588 ; want H4941 Mijn oordeel H1471 is, de heidenen H622 H8800 te verzamelen H4467 , de koninkrijken H6908 H8800 te vergaderen H5921 , om over H2195 hen Mijn gramschap H3605 , de ganse H2740 hittigheid H639 Mijns toorns H8210 H8800 uit te storten H3588 , want H3605 dit ganse H776 land H784 zal door het vuur H7068 van Mijn ijver H398 H8735 verteerd worden.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.