Exodus 11 Cross References - DSV_Strongs

  1 H3068 (Want de HEERE H4872 had tot Mozes H559 H8799 gesproken H259 : Ik zal nog een H5061 plaag H6547 over Farao H4714 , en over Egypte H935 H8686 brengen H310 , daarna H7971 H8762 zal hij ulieden van hier laten trekken H3617 ; als hij [u] geheellijk H7971 H8763 zal laten trekken H1644 H8763 , zo zal hij u haastelijk H1644 H8762 van hier uitdrijven.
  2 H1696 H8761 Spreek H241 nu voor de oren H5971 des volks H376 , dat ieder man H7453 van zijn naaste H802 , en iedere vrouw H7468 van haar naaste H3701 zilveren H3627 vaten H2091 en gouden H3627 vaten H7592 H8799 eise.
  3 H3068 En de HEERE H5414 H8799 gaf H5971 het volk H2580 genade H5869 in de ogen H4714 der Egyptenaren H376 ; ook was de man H4872 Mozes H3966 zeer H1419 groot H776 H4714 in Egypteland H5869 voor de ogen H6547 van Farao's H5650 knechten H5869 , en voor de ogen H5971 des volks.)
  4 H559 H8799 Verder zeide H4872 Mozes H3068 : Zo heeft de HEERE H559 H8804 gezegd H3915 H2676 : Omtrent middernacht H3318 H8802 zal Ik uitgaan H8432 door het midden H4714 van Egypte;
  5 H1060 En alle eerstgeborenen H776 H4714 in Egypteland H4191 H8804 zullen sterven H6547 , van Farao's H1060 eerstgeborene H3678 af, die op zijn troon H3427 H8802 zitten zou H1060 , tot den eerstgeborene H8198 der dienstmaagd H310 , die achter H7347 den molen H1060 is, en alle eerstgeborenen H929 van het vee.
  6 H1419 En er zal een groot H6818 geschrei H1961 H8738 zijn H776 H4714 in het ganse Egypteland H3808 , desgelijke nooit H3808 geweest is, en desgelijke niet H3254 H8686 meer wezen zal.
  7 H1121 Maar bij alle kinderen H3478 Israels H3611 zal niet een hond H3956 zijn tong H2782 H8799 verroeren H376 , van de mensen H929 af tot de beesten H3045 H8799 toe; opdat gijlieden weet H3068 , dat de HEERE H4714 tussen de Egyptenaren H3478 en tussen de Israelieten H6395 H8686 een afzondering maakt.
  8 H5650 Dan zullen al deze uw knechten H3381 H8804 tot mij afkomen H7812 H8694 , en zich voor mij neigen H559 H8800 , zeggende H3318 H8798 : Trek uit H5971 , gij en al het volk H7272 , dat uw voetstappen volgt H310 ; en daarna H3318 H8799 zal ik uitgaan H3318 H8799 . En hij ging uit H6547 van Farao H2750 in hitte H639 des toorns.
  9 H3068 De HEERE H4872 dan had tot Mozes H559 H8799 gesproken H6547 : Farao H8085 H8799 zal naar ulieden niet horen H4159 , opdat Mijn wonderen H776 H4714 in Egypteland H7235 H8800 vermenigvuldigd worden.
  10 H4872 En Mozes H175 en Aaron H4159 hebben al deze wonderen H6213 H8804 gedaan H6547 voor Farao's H6440 aangezicht H3068 ; doch de HEERE H2388 H8762 verhardde H6547 Farao's H3820 hart H1121 , dat hij de kinderen H3478 Israels H776 uit zijn land H7971 H8765 niet trekken liet.

Genesis 15:14

  14 H595 Doch Ik H1471 zal het volk H1571 ook H1777 H8802 rechten H834 , hetwelk H5647 H8799 zij zullen dienen H310 H3651 ; en daarna H3318 H8799 zullen zij uittrekken H1419 met grote H7399 have.

Exodus 3:20

  20 H3027 Want Ik zal Mijn hand H7971 H8804 uitstrekken H4714 , en Egypte H5221 H8689 slaan H6381 H8737 met al Mijn wonderen H7130 , die Ik in het midden H6213 H8799 van hetzelve doen zal H310 ; daarna H7971 H8762 zal hij ulieden laten vertrekken.

Exodus 9:14

  14 H6471 Want ditmaal H4046 zal Ik al Mijn plagen H3820 in uw hart H7971 H8802 zenden H5650 , en over uw knechten H5971 , en over uw volk H3045 H8799 , opdat gij weet H776 , dat er niemand is gelijk Ik, op de ganse aarde.

Exodus 12:31-39

  31 H7121 H8799 Toen riep hij H4872 Mozes H175 en Aaron H3915 in den nacht H559 H8799 , en zeide H6965 H8798 : Maakt u op H3318 H8798 , trekt uit H8432 het midden H5971 van mijn volk H1121 , zo gijlieden als de kinderen H3478 van Israel H3212 H8798 ; en gaat heen H5647 H8798 , dient H3068 den HEERE H1696 H8763 , gelijk gijlieden gesproken hebt.
  32 H3947 H8798 Neemt H6629 ook met u uw schapen H1241 en uw runderen H1696 H8765 , zoals gijlieden gesproken hebt H3212 H8798 , en gaat heen H1288 H8765 , en zegent mij ook.
  33 H4714 En de Egyptenaars H2388 H8799 hielden sterk aan H5971 bij het volk H4116 H8763 , haastende H776 , om die uit het land H7971 H8763 te drijven H559 H8804 ; want zij zeiden H4191 H8801 : Wij zijn allen dood!
  34 H5971 En het volk H5375 H8799 nam H1217 zijn deeg H2556 H8799 op, eer het gedesemd was H4863 , hun deegklompen H6887 H8803 , gebonden H8071 in hun klederen H7926 , op hun schouderen.
  35 H1121 De kinderen H3478 Israels H6213 H8804 nu hadden gedaan H1697 naar het woord H4872 van Mozes H4714 , en hadden van de Egyptenaren H7592 H8799 geeist H3701 zilveren H3627 vaten H2091 , en gouden H3627 vaten H8071 , en klederen.
  36 H3068 Daartoe had de HEERE H5971 het volk H2580 genade H5414 H8804 gegeven H5869 in de ogen H4714 der Egyptenaren H7592 H8686 , dat zij hun hun begeerte deden H5337 H8762 ; en zij beroofden H4714 de Egyptenaren.
  37 H5265 H8799 Alzo reisden H1121 de kinderen H3478 Israels H7486 uit van Rameses H5523 naar Sukkoth H8337 H3967 , omtrent zeshonderd H505 duizend H7273 te voet H1397 , mannen H905 alleen, behalve H2945 de kinderkens.
  38 H6154 En veel vermengd H7227 volk H5927 H8804 trok ook met hen op H6629 , en schapen H1241 , en runderen H3966 , gans H3515 veel H4735 vee.
  39 H644 H8799 En zij bakten H1217 van het deeg H4714 , dat zij uit Egypte H3318 H8689 gebracht hadden H4682 , ongezuurde H5692 koeken H2556 H8804 ; want het was niet gedesemd H4714 ; overmits zij uit Egypte H1644 H8795 uitgedreven werden H4102 H8699 , zodat zij niet vertoeven H3201 H8804 konden H6720 , noch ook tering H6213 H8804 voor zich bereiden.

Leviticus 26:21

  21 H7147 En zo gij met Mij [in] tegenheid H3212 H8799 wandelen zult H14 H8799 , en Mij niet zult willen H8085 H8800 horen H2403 , zo zal Ik over u, naar uw zonden H7651 , zevenvoudig H4347 slagen H3254 H8804 toedoen.

Deuteronomy 4:34

  34 H430 Of: of God H5254 H8765 verzocht heeft H935 H8800 te gaan H1471 , om Zich een volk H7130 uit het midden H1471 eens volks H3947 H8800 aan te nemen H4531 , door verzoekingen H226 , door tekenen H4159 , en door wonderen H4421 , en door strijd H2389 , en door een sterke H3027 hand H5186 H8803 , en door een uitgestrekten H2220 arm H1419 , en met grote H4172 verschrikkingen H3068 ; naar al hetgeen de HEERE H430 , uw God H5869 , ulieden voor uw ogen H4714 in Egypte H6213 H8804 gedaan heeft?

1 Samuel 6:4

  4 H559 H8799 Toen zeiden zij H4100 : Welk H817 is dat schuldoffer H834 , dat H7725 H8686 wij Hem vergelden zullen H559 H8799 ? En zij zeiden H2568 : Vijf H2091 gouden H2914 H8675 H6076 spenen H2568 , en vijf H2091 gouden H5909 muizen H4557 , naar het getal H5633 van de vorsten H6430 der Filistijnen H3588 ; want H259 het is enerlei H4046 plaag H3605 over u allen H5633 , en over uw vorsten.

Job 10:17

  17 H2318 H8762 Gij vernieuwt H5707 Uw getuigen H5048 tegenover H7235 H8686 mij, en vermenigvuldigt H3708 Uw toorn H5978 tegen H2487 mij; verwisselingen H6635 , ja, een heirleger, zijn tegen mij.

Revelation 16:9

  9 G2532 En G444 de mensen G2739 G5681 werden verhit G3173 met grote G2738 hitte G2532 , en G987 G5656 lasterden G3686 den Naam G2316 Gods G3588 , Die G1849 macht G2192 G5723 heeft G1909 over G5025 deze G4127 plagen G2532 ; en G3340 G5656 zij bekeerden zich G3756 niet G846 , om Hem G1391 heerlijkheid G1325 G5629 te geven.

Genesis 31:9

  9 H430 Alzo heeft God H1 uw vader H4735 het vee H5337 H8686 ontrukt H5414 H8799 , en aan mij gegeven.

Exodus 3:22

  22 H802 Maar [elke] vrouw H7934 zal van haar naburin H1481 H8802 , en van de waardin H1004 haars huizes H7592 H8804 , eisen H3701 zilveren H3627 vaten H2091 , en gouden H3627 vaten H8071 , en klederen H1121 ; die zult gijlieden op uw zonen H1323 , en op uw dochteren H7760 H8804 leggen H4714 , en gij zult Egypte H5337 H8765 beroven.

Exodus 12:1-2

  1 H3068 De HEERE H4872 nu had tot Mozes H175 en tot Aaron H776 H4714 in Egypteland H559 H8799 gesproken H559 H8800 , zeggende:
  2 H2320 Deze zelfde maand H7218 zal ulieden het hoofd H2320 der maanden H7223 zijn; zij zal u de eerste H2320 van de maanden H8141 des jaars zijn.

Exodus 12:35-36

  35 H1121 De kinderen H3478 Israels H6213 H8804 nu hadden gedaan H1697 naar het woord H4872 van Mozes H4714 , en hadden van de Egyptenaren H7592 H8799 geeist H3701 zilveren H3627 vaten H2091 , en gouden H3627 vaten H8071 , en klederen.
  36 H3068 Daartoe had de HEERE H5971 het volk H2580 genade H5414 H8804 gegeven H5869 in de ogen H4714 der Egyptenaren H7592 H8686 , dat zij hun hun begeerte deden H5337 H8762 ; en zij beroofden H4714 de Egyptenaren.

Exodus 32:2-4

  2 H175 Aaron H559 H8799 nu zeide H6561 H8761 tot hen: Rukt af H2091 de gouden H5141 oorsierselen H241 , die in de oren H802 uwer vrouwen H1121 , uwer zonen H1323 , en uwer dochteren H935 H8685 zijn; en brengt ze tot mij.
  3 H6561 H8691 Toen rukte H5971 het ganse volk H2091 de gouden H5141 oorsierselen H241 af, die in hun oren H935 H8686 waren; en zij brachten H175 ze tot Aaron.
  4 H3947 H8799 En hij nam H3027 ze uit hun hand H6696 H8799 , en hij bewierp H2747 het met een griffie H6213 H8799 , en hij maakte H4541 een gegoten H5695 kalf H559 H8799 daaruit. Toen zeiden zij H430 : Dit zijn uw goden H3478 , Israel H776 H4714 ! die u uit Egypteland H5927 H8689 opgevoerd hebben.

Exodus 32:24

  24 H559 H8799 Toen zeide ik H2091 tot hen: Wie goud H6561 H8690 heeft, die rukke H5414 H8799 het af, en geve H7993 H8686 het mij; en ik wierp H784 het in het vuur H5695 , en dit kalf H3318 H8799 is er uit gekomen.

Exodus 35:22

  22 H935 H8799 Zo kwamen H582 dan de mannen H5921 met H802 de vrouwen H3605 , alle H5081 vrijwilligen H3820 van H935 H8689 hart; zij brachten H2397 haken H5141 , en oorsierselen H2885 , en ringen H3558 , en spanselen H2091 , alle gouden H3627 vaten H376 ; en alle man H2091 , die een gouden H8573 beweegoffer H3068 den HEERE H5130 H8689 offerde,

Job 27:16-17

  16 H518 Zo H3701 hij zilver H6651 H8799 opgehoopt zal hebben H6083 als stof H4403 , en kleding H3559 H8686 bereid H2563 als leem;
  17 H3559 H8686 Hij zal ze bereiden H6662 , maar de rechtvaardige H3847 H8799 zal ze aantrekken H5355 , en de onschuldige H3701 zal het zilver H2505 H8799 delen.

Psalms 24:1

  1 H4210 Een psalm H1732 van David H776 . De aarde H3068 is des HEEREN H4393 , mitsgaders haar volheid H8398 , de wereld H3427 H8802 , en die daarin wonen.

Psalms 105:37

  37 H3318 H8686 En Hij voerde hen uit H3701 met zilver H2091 en goud H7626 ; en onder hun stammen H3782 H8802 was niemand, die struikelde.

Proverbs 13:22

  22 H2896 De goede H1121 zal zijner kinders H1121 kinderen H5157 H8686 doen erven H2428 ; maar het vermogen H2398 H8802 des zondaars H6662 is voor den rechtvaardige H6845 H8803 weggelegd.

Ezekiel 16:10-13

  10 H3847 H8686 Ik bekleedde H7553 u ook met gestikt werk H5274 H8799 , en Ik schoeide H8476 u met dassenvellen H2280 H8799 , en omgordde H8336 u met fijn linnen H3680 H8762 , en bedekte H4897 u met zijde.
  11 H5710 H8799 Ook versierde Ik H5716 u met sieraad H5414 H8799 , en deed H6781 armringen H3027 aan uw handen H7242 , en een keten H1627 aan uw hals.
  12 H5414 H8799 Desgelijks deed Ik H5141 een voorhoofdsiersel H639 aan uw aangezicht H5694 , en oorringen H241 aan uw oren H5850 , en een kroon H8597 der heerlijkheid H7218 op uw hoofd.
  13 H5710 H8799 Zo waart gij versierd H2091 met goud H3701 en zilver H4403 , en uw kleding H8336 H8675 H8336 was fijn linnen H4897 , en zijde H7553 , en gestikt werk H398 H8804 ; gij at H5560 meelbloem H1706 , en honig H8081 , en olie H3302 H0 , en gij waart H3966 gans zeer H3302 H8799 schoon H6743 H8799 , en waart voorspoedig H4410 , dat gij een koninkrijk werdt.

Haggai 2:8

  8 H3701 [02:9] Mijn is het zilver H2091 , en Mijn is het goud H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen.

Matthew 20:15

  15 G2228 Of G3427 is het mij G3756 niet G1832 G5748 geoorloofd G4160 G5658 , te doen G1722 met G1699 het mijne G3739 , wat G2309 G5719 G5725 ik wil G2228 ? Of G2076 G5748 is G4675 uw G3788 oog G4190 boos G3754 , omdat G1473 ik G18 goed G1510 G5748 ben?

Genesis 12:2

  2 H1419 En Ik zal u tot een groot H1471 volk H6213 H8799 maken H1288 H8762 , en u zegenen H8034 , en uw naam H1431 H8762 groot maken H1961 H8799 ; en wees H1293 een zegen!

Genesis 39:21

  21 H3068 Doch de HEERE H1961 H8799 was H3130 met Jozef H5186 H8799 , en wende H2617 [Zijn] goedertierenheid H413 tot H5414 H8799 hem; en gaf H2580 hem genade H5869 in de ogen H8269 van den overste H1004 H5470 van het gevangenhuis.

Exodus 3:21

  21 H5971 En Ik zal dit volk H2580 genade H5414 H8804 geven H5869 in de ogen H4714 der Egyptenaren H3212 H8799 ; en het zal geschieden, wanneer gijlieden uitgaan zult H7387 , zo zult gij niet ledig H3212 H8799 uitgaan.

Exodus 12:36

  36 H3068 Daartoe had de HEERE H5971 het volk H2580 genade H5414 H8804 gegeven H5869 in de ogen H4714 der Egyptenaren H7592 H8686 , dat zij hun hun begeerte deden H5337 H8762 ; en zij beroofden H4714 de Egyptenaren.

Deuteronomy 34:11

  11 H226 In al de tekenen H4159 en de wonderen H3068 , waartoe hem de HEERE H7971 H8804 gezonden heeft H776 H4714 , om die in Egypteland H6213 H8800 te doen H6547 aan Farao H5650 , en aan al zijn knechten H776 , en aan al zijn land;

2 Samuel 7:9

  9 H5973 En Ik ben met H1961 H8799 u geweest H3605 , overal H834 , waar H1980 H8804 gij gegaan zijt H3605 , en heb al H341 H8802 uw vijanden H4480 voor H6440 uw aangezicht H3772 H8686 uitgeroeid H1419 ; en Ik heb u een groten H8034 naam H6213 H8804 gemaakt H8034 , als den naam H1419 der groten H834 , die H776 op de aarde zijn.

Esther 9:4

  4 H3588 Want H4782 Mordechai H1419 was groot H1004 in het huis H4428 des konings H8089 , en zijn gerucht H1980 H8802 ging uit H3605 door alle H4082 landschappen H3588 ; want H376 die man H4782 , Mordechai H1980 H8802 , werd H1419 doorgaans groter.

Psalms 106:46

  46 H5414 H8799 Dies gaf Hij H7356 hun barmhartigheid H6440 voor het aangezicht H7617 H8802 van allen, die hen gevangen hadden.

Isaiah 60:14

  14 H7817 H8800 Ook zullen, zich buigende H1980 H8804 , tot u komen H1121 de kinderen H6031 H8764 dergenen, die u onderdrukt hebben H5006 H8764 , en allen, die u gelasterd hebben H7812 H8694 zullen zich nederbuigen H3709 aan de planten H7272 uwer voeten H7121 H8804 ; en zij zullen u noemen H5892 de stad H3068 des HEEREN H6726 , het Sion H6918 van den Heilige H3478 Israels.

Acts 7:22

  22 G2532 En G3475 Mozes G3811 G5681 werd onderwezen G3956 in alle G4678 wijsheid G124 der Egyptenaren G1161 ; en G2258 G5713 was G1415 machtig G1722 in G3056 woorden G2532 en G1722 in G2041 werken.

Revelation 3:9

  9 G2400 G5628 Zie G1325 G5719 , Ik geef G1537 [u] [enigen] uit G4864 de synagoge G4567 des satans G3588 , dergenen, die G3004 G5723 zeggen G1438 , dat zij G2453 Joden G1511 G5750 zijn G2532 , en G1526 G5748 zijn het G3756 niet G235 , maar G5574 G5727 liegen G2400 G5628 ; zie G4160 G5692 , Ik zal maken G2443 , dat G846 zij G2240 G5661 zullen komen G2532 , en G4352 G5661 aanbidden G1799 voor G4675 uw G4228 voeten G2532 , en G1097 G5632 bekennen G3754 , dat G1473 Ik G4571 u G25 G5656 liefheb.

Exodus 12:12

  12 H3915 Want Ik zal in dezen nacht H776 H4714 door Egypteland H5674 H8804 gaan H1060 , en alle eerstgeborenen H776 H4714 in Egypteland H5221 H8689 slaan H120 , van de mensen H929 af tot de beesten H8201 toe; en Ik zal gerichten H6213 H8799 oefenen H430 aan al de goden H4714 der Egyptenaren H3068 , Ik, de HEERE!

Exodus 12:23

  23 H3068 Want de HEERE H5674 H8804 zal doorgaan H4714 , om de Egyptenaren H5062 H8800 te slaan H1818 ; doch wanneer Hij het bloed H7200 H8804 zien zal H4947 aan den bovendorpel H8147 en aan de twee H4201 zijposten H3068 , zo zal de HEERE H6607 de deur H6452 H8804 voorbijgaan H7843 H8688 , en den verderver H5414 H8799 niet toelaten H1004 in uw huizen H935 H8800 te komen H5062 H8800 om te slaan.

Exodus 12:29

  29 H2677 H3915 En het geschiedde ter middernacht H3068 , dat de HEERE H1060 al de eerstgeborenen H776 H4714 in Egypteland H5221 H8689 sloeg H1060 , van den eerstgeborene H6547 van Farao H3678 af, die op zijn troon H3427 H8802 zitten zou H1060 , tot op den eerstgeborene H7628 van den gevangene H1004 H953 , die in het gevangenhuis H1060 was, en alle eerstgeborenen H929 der beesten.

2 Samuel 5:24

  24 H1961 H8799 En het geschiede H8085 H8800 , als gij hoort H6963 het geruis H6807 van een gang H7218 in de toppen H1057 der moerbezienbomen H227 , dan H2782 H8799 rep u H3588 ; want H227 alsdan H3068 is de HEERE H6440 voor uw aangezicht H3318 H8804 uitgegaan H4264 , om het heirleger H6430 der Filistijnen H5221 H8687 te slaan.

Job 34:20

  20 H7281 In een ogenblik H4191 H8799 sterven zij H2676 H3915 ; zelfs ter middernacht H5971 wordt een volk H1607 H8792 geschud H5674 H8799 , dat het doorga H47 ; en de machtige H5493 H8686 wordt weggenomen H3808 zonder H3027 hand.

Psalms 60:10

  10 H430 [060:12] Zult Gij het niet zijn, o God H2186 H8804 ! [Die] ons verstoten hadt H3318 H8799 , en niet uittoogt H430 , o God H6635 ! met onze heirkrachten?

Isaiah 42:13

  13 H3068 De HEERE H3318 H8799 zal uittrekken H1368 als een held H7068 ; Hij zal den ijver H5782 H8686 opwekken H376 H4421 als een krijgsman H7321 H8686 ; Hij zal juichen H6873 H8686 , ja, Hij zal een groot getier maken H341 H8802 ; Hij zal Zijn vijanden H1396 H8691 overweldigen.

Amos 4:10

  10 H1698 Ik heb de pestilentie H7971 H8765 onder ulieden gezonden H1870 , naar de wijze H4714 van Egypte H970 ; Ik heb uw jongelingen H2719 door het zwaard H2026 H8804 gedood H5973 , en H5483 uw paarden H7628 gevankelijk laten wegvoeren H889 ; en Ik heb den stank H4264 uwer heirlegeren H639 zelfs in uw neus H5927 H8686 doen opgaan H3808 ; nochtans hebt gij u niet H7725 H8804 bekeerd H5704 tot H5002 H8803 Mij, spreekt H3068 de HEERE.

Amos 5:17

  17 H3605 Ja, in alle H3754 wijngaarden H4553 zal rouwklage H3588 zijn; want H7130 Ik zal door het midden H5674 H8799 van u doorgaan H559 H8804 ; zegt H3068 de HEERE.

Micah 2:13

  13 H6555 H8802 De doorbreker H6440 zal voor hun aangezicht H5927 H8804 optrekken H6555 H8804 ; zij zullen doorbreken H8179 , en door de poort H5674 H8799 gaan H3318 H8799 , en door dezelve uittrekken H4428 ; en hun koning H6440 zal voor hun aangezicht H5674 H8799 henengaan H3068 ; en de HEERE H7218 in hun spits.

Matthew 25:6

  6 G1161 En G3319 G3571 ter middernacht G1096 G5754 geschiedde G2906 een geroep G2400 G5628 : Ziet G3566 , de bruidegom G2064 G5736 komt G1831 G5737 , gaat uit G846 hem G529 G1519 tegemoet!

Exodus 4:23

  23 H559 H8799 En Ik heb tot u gezegd H1121 : Laat Mijn zoon H7971 H8761 trekken H5647 H8799 , dat hij Mij diene H3985 H8762 ! maar gij hebt geweigerd H7971 H8763 hem te laten trekken H1121 ; zie, Ik zal uw zoon H1060 , uw eerstgeborene H2026 H8802 doden!

Exodus 13:15

  15 H6547 Want het geschiedde, toen Farao H7185 H8689 zich verhardde H7971 H8763 ons te laten trekken H2026 H8799 , zo doodde H3068 de HEERE H1060 alle eerstgeborenen H776 H4714 in Egypteland H120 , van des mensen H1060 eerstgeborene H1060 af, tot den eerstgeborene H929 der beesten H2076 H8802 ; daarom offer ik H3068 den HEERE H2145 de mannetjes H7358 van alles, wat de baarmoeder H6363 opent H1060 ; doch alle eerstgeborenen H1121 mijner zonen H6299 H8799 los ik.

Judges 16:21

  21 H270 H8799 Toen grepen H6430 hem de Filistijnen H5365 H0 , en groeven H5869 zijn ogen H5365 H8762 uit H3381 H0 ; en zij voerden H853 hem H3381 H8686 af H5804 naar Gaza H631 H8799 , en bonden H5178 hem met twee koperen ketenen H1961 H8799 , en hij was H2912 H8802 malende H631 H8803 H1004 in het gevangenhuis.

Psalms 78:51

  51 H5221 H8686 En Hij sloeg H1060 al het eerstgeborene H4714 in Egypte H7225 , het beginsel H202 der krachten H168 in de tenten H2526 van Cham.

Psalms 105:36

  36 H5221 H8686 Hij versloeg H1060 ook alle eerstgeborenen H776 in hun land H7225 , de eerstelingen H202 al hunner krachten.

Psalms 135:8

  8 H1060 Die de eerstgeborenen H4714 van Egypte H5221 H8689 sloeg H120 , van den mens H929 af tot het vee toe.

Psalms 136:10

  10 H4714 Dien, Die de Egyptenaren H5221 H8688 geslagen heeft H1060 in hun eerstgeborenen H2617 ; want Zijn goedertierenheid H5769 is in der eeuwigheid.

Isaiah 47:2

  2 H3947 H8798 Neem H7347 de molen H2912 H8798 , en maal H7058 meel H1540 H8761 ; ontdek H6777 uw vlechten H2834 H8798 , ontbloot H7640 de enkelen H1540 H8761 , ontdek H7785 de schenkelen H5674 H8798 , ga door H5104 de rivieren.

Lamentations 5:13

  13 H970 Zij hebben de jongelingen H5375 H8804 weggenomen H2911 , [om] te malen H5288 , en de jongens H3782 H8804 struikelen H6086 onder het hout.

Matthew 24:41

  41 G1417 Er zullen twee G229 G5723 [vrouwen] malen G1722 in G3459 den molen G3391 , de ene G3880 G5743 zal aangenomen G2532 , en G3391 de andere G863 G5743 zal verlaten worden.

Hebrews 11:28

  28 G4102 Door het geloof G3957 heeft hij het pascha G4160 G5758 uitgericht G2532 , en G4378 de besprenging G129 des bloeds G2443 , opdat G3645 G5723 de verderver G4416 der eerstgeborenen G846 hen G3361 niet G2345 G5632 raken zou.

Exodus 3:7

  7 H3068 En de HEERE H559 H8799 zeide H7200 H8800 : Ik heb zeer H7200 H8804 wel gezien H6040 de verdrukking H5971 Mijns volks H4714 , hetwelk in Egypte H6818 is, en heb hun geschrei H8085 H8804 gehoord H6440 , vanwege H5065 H8802 hun drijvers H4341 ; want Ik heb hun smarten H3045 H8804 bekend.

Exodus 12:30

  30 H6547 En Farao H6965 H8799 stond op H3915 bij nacht H5650 , hij en al zijn knechten H4714 , en al de Egyptenaars H1419 ; en er was een groot H6818 geschrei H4714 in Egypte H1004 ; want er was geen huis H4191 H8801 , waarin niet een dode was.

Proverbs 21:13

  13 H241 Die zijn oor H331 H8801 stopt H2201 voor het geschrei H1800 des armen H7121 H8799 , die zal ook roepen H6030 H8735 , en niet verhoord worden.

Isaiah 15:4-5

  4 H2809 Zo Hesbon H500 als Eleale H2199 H8799 schreeuwt H6963 , hun stem H8085 H8738 wordt gehoord H3096 tot Jahaz H7321 H0 toe; daarom maken H2502 H8803 de toegerusten H4124 van Moab H7321 H8686 een geschrei H5315 , eens iegelijks ziel H3415 H8804 in hem is kwalijk gesteld.
  5 H3820 Mijn hart H2199 H8799 schreeuwt H4124 over Moab H1280 , haar grendelen H6820 zijn naar Zoar H7992 toe, de driejarige H5697 vaars H5927 H8799 ; want hij gaat op H1065 met geween H4608 naar den opgang H3872 van Luhith H1870 , want op den weg H2773 naar Horonaim H5782 H8787 verwekken zij H2201 H7667 een jammergeschrei.

Isaiah 15:8

  8 H2201 Want dat geschreeuw H5362 H8689 zal omgaan H1366 door de landpale H4124 van Moab H3215 , haar gehuil H97 tot Eglaim H879 toe, ja, tot Beer-elim H3215 toe zal haar gehuil zijn.

Jeremiah 31:15

  15 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H6963 : Er is een stem H8085 H8738 gehoord H7414 in Rama H5092 , een klage H8563 , een zeer bitter H1065 geween H7354 ; Rachel H1058 H8764 weent H1121 over haar kinderen H3985 H8765 ; zij weigert H5162 H8736 zich te laten troosten H1121 over haar kinderen, omdat zij niet zijn.

Lamentations 3:8

  8 H2199 H8799 [Gimel]. Ook wanneer ik roep H7768 H8762 en schreeuw H5640 H8804 , sluit Hij H8605 de [oren] [voor] mijn gebed.

Zephaniah 1:10

  10 H1931 En er zal te dien H3117 dage H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H6963 , een stem H6818 des gekrijts H1961 H8804 zijn H1709 H8179 van de Vispoort H3215 af, en een gehuil H4480 van H4932 het tweede H1419 gedeelte, en een grote H7667 breuk H1389 van de heuvelen af.

Luke 13:28

  28 G1563 Aldaar G2071 G5704 zal zijn G2805 wening G2532 en G1030 knersing G3599 der tanden G3752 , wanneer G3700 G5667 gij zult zien G11 Abraham G2532 , en G2464 Izak G2532 , en G2384 Jakob G2532 , en G3956 al G4396 de profeten G1722 in G932 het Koninkrijk G2316 Gods G1161 , maar G5209 ulieden G1854 buiten G1544 G5746 uitgeworpen.

Revelation 6:16-17

  16 G2532 En G3004 G5719 zeiden G3735 tot de bergen G2532 en G4073 tot de steenrotsen G4098 G5628 : Valt G1909 op G2248 ons G2532 , en G2928 G5657 verbergt G2248 ons G575 van G4383 het aangezicht G1909 Desgenen, Die op G2362 den troon G2521 G5740 zit G2532 , en G575 van G3709 den toorn G721 des Lams.
  17 G3754 Want G3173 de grote G2250 dag G846 Zijns G3709 toorns G2064 G5627 is gekomen G2532 , en G5101 wie G1410 G5736 kan G2476 G5683 bestaan?

Revelation 18:18-19

  18 G2532 En G2896 G5707 riepen G3708 G5723 , ziende G2586 den rook G846 van haar G4451 brand G3004 G5723 , [en] zeggende G5101 : Wat G3173 [stad] was deze grote G4172 stad G3664 gelijk?
  19 G2532 En G906 G5627 zij wierpen G5522 stof G1909 op G846 hun G2776 hoofden G2532 , en G2896 G5707 riepen G2799 G5723 , wenende G2532 en G3996 G5723 rouw bedrijvende G3004 G5723 , zeggende G3759 : Wee G3759 , wee G3173 , de grote G4172 stad G1722 , in G3739 dewelke G3956 allen G4143 , die schepen G1722 in G2281 de zee G2192 G5723 hadden G1537 , van G846 haar G5094 kostelijkheid G4147 G5656 rijk geworden zijn G3754 ; want G3391 zij is in een G5610 ure G2049 G5681 verwoest geworden.

Exodus 7:22

  22 H4714 Doch de Egyptische H2748 tovenaars H6213 H8799 deden H3909 [ook] alzo met hun bezweringen H6547 ; zodat Farao's H3820 hart H2388 H8799 verstokte H8085 H8804 , en hij hoorde H3068 naar hen niet, gelijk als de HEERE H1696 H8765 gesproken had.

Exodus 8:22

  22 H3117 En Ik zal te dien dage H776 het land H1657 Gosen H5971 , waarin Mijn volk H5975 H8802 woont H6395 H8689 , afzonderen H1115 , dat daar geen H6157 vermenging H1961 H8800 van ongedierte zij H4616 , opdat H3045 H8799 gij weet H3068 , dat Ik, de HEERE H7130 , in het midden H776 dezes lands ben.

Exodus 9:4

  4 H3068 En de HEERE H6395 H8689 zal een afzondering maken H4735 tussen het vee H3478 der Israelieten H4735 , en tussen het vee H4714 der Egyptenaren H1697 , dat er niets H4191 H8799 sterve H1121 van al wat van de kinderen H3478 Israels is.

Exodus 10:23

  23 H7200 H8804 Zij zagen H376 de een H251 den ander H6965 H8804 niet; er stond H376 ook niemand H7969 op van zijn plaats, in drie H3117 dagen H1121 ; maar bij al de kinderen H3478 Israels H216 was het licht H4186 in hun woningen.

Joshua 10:21

  21 H7725 H8799 Zo keerde H3605 al H5971 het volk H413 tot H3091 Jozua H413 in H4264 het leger H4719 , bij Makkeda H7965 , in vrede H3808 H376 ; niemand H3956 had zijn tong H1121 tegen de kinderen H3478 Israels H2782 H8804 geroerd.

Job 5:16

  16 H1961 H8799 Zo is H1800 voor den arme H8615 verwachting H5766 ; en de boosheid H7092 H0 stopt H6310 haar mond H7092 H8804 toe.

Malachi 3:18

  18 H7725 H8804 Dan zult gijlieden wederom H7200 H8804 zien H996 , [het] [onderscheid] tussen H6662 den rechtvaardige H7563 en den goddeloze H996 , tussen H430 dien, die God H5647 H8802 dient H834 , en dien, die H3808 Hem niet H5647 H8804 dient.

1 Corinthians 4:7

  7 G1063 Want G5101 wie G1252 G5719 onderscheidt G4571 u G1161 ? En G5101 wat G2192 G5719 hebt gij G3739 , dat G3756 gij niet G2983 G5627 hebt ontvangen G1161 ? En G1499 zo G2532 gij het ook G2983 G5627 ontvangen hebt G5101 , wat G2744 G5736 roemt gij G5613 , alsof G3361 gij het niet G2983 G5631 ontvangen hadt?

Exodus 12:31-33

  31 H7121 H8799 Toen riep hij H4872 Mozes H175 en Aaron H3915 in den nacht H559 H8799 , en zeide H6965 H8798 : Maakt u op H3318 H8798 , trekt uit H8432 het midden H5971 van mijn volk H1121 , zo gijlieden als de kinderen H3478 van Israel H3212 H8798 ; en gaat heen H5647 H8798 , dient H3068 den HEERE H1696 H8763 , gelijk gijlieden gesproken hebt.
  32 H3947 H8798 Neemt H6629 ook met u uw schapen H1241 en uw runderen H1696 H8765 , zoals gijlieden gesproken hebt H3212 H8798 , en gaat heen H1288 H8765 , en zegent mij ook.
  33 H4714 En de Egyptenaars H2388 H8799 hielden sterk aan H5971 bij het volk H4116 H8763 , haastende H776 , om die uit het land H7971 H8763 te drijven H559 H8804 ; want zij zeiden H4191 H8801 : Wij zijn allen dood!

Numbers 12:3

  3 H376 Doch de man H4872 Mozes H3966 was zeer H6035 H8675 H6035 zachtmoedig H120 , meer dan alle mensen H6440 , die op H127 den aardbodem waren.

Deuteronomy 29:24

  24 H1471 En alle volken H559 H8804 zullen zeggen H3068 : Waarom heeft de HEERE H776 aan dit land H6213 H8804 alzo gedaan H2750 ? Wat is de ontsteking H1419 van dezen groten H639 toorn?

Deuteronomy 32:24

  24 H4198 Uitgeteerd H7458 zullen zij zijn van honger H3898 H8803 , opgegeten H7565 van den karbonkel H4815 en bitter H6986 verderf H8127 ; en Ik zal de tanden H929 der beesten H7971 H8762 onder hen schikken H2534 , met vurig venijn H2119 H8801 van slangen H6083 des stofs.

Judges 4:10

  10 H2199 H0 Toen riep H1301 Barak H2074 Zebulon H5321 en Nafthali H2199 H8686 bijeen H6943 te Kedes H5927 H8799 , en hij toog op H7272 , op zijn voeten H6235 , [met] tien H505 duizend H376 man H5927 H0 ; ook toog H1683 Debora H5973 met H5927 H8799 hem op.

Judges 8:5

  5 H559 H8799 En hij zeide H582 tot de lieden H5523 van Sukkoth H5414 H8798 : Geeft H4994 toch H3603 enige bollen H3899 broods H5971 aan het volk H834 , dat H7272 mijn voetstappen volgt H3588 , want H1992 zij H5889 zijn moede H595 ; en ik H7291 H8802 jaag H2078 Zebah H6759 en Tsalmuna H4428 , de koningen H4080 der Midianieten H310 , achterna.

1 Kings 20:10

  10 H1130 En Benhadad H7971 H8799 zond H413 tot H559 H8799 hem en zeide H430 : De goden H6213 H8799 doen H3541 mij zo H3254 H0 , en doen H3541 zo H3254 H8686 daartoe H518 , indien H6083 het stof H8111 van Samaria H5606 H8799 genoeg zal zijn H8168 tot handvollen H3605 voor al H5971 het volk H834 , dat H7272 mijn voetstappen volgt!

2 Kings 3:9

  9 H3212 H0 Alzo toog H4428 de koning H3478 van Israel H3212 H8799 heen H4428 , en de koning H3063 van Juda H4428 , en de koning H123 van Edom H7651 ; en als zij zeven H3117 H1870 dagreizen H5437 H8799 omgetogen waren H1961 H8804 , zo had H4264 het leger H929 en het vee H834 , dat H7272 hen navolgde H3808 , geen H4325 water.

Psalms 6:1

  1 H4210 Een psalm H1732 van David H5329 H8764 , voor den opperzangmeester H5058 , op de Neginoth H8067 , op de Scheminith H3068 . [06:2] O HEERE H3198 H8686 , straf H639 mij niet in Uw toorn H3256 H8762 , en kastijd H2534 mij niet in Uw grimmigheid!

Isaiah 49:23

  23 H4428 En koningen H539 H8802 zullen uw voedsterheren H8282 zijn, hun vorstinnen H3243 H8688 uw zoogvrouwen H7812 H8691 ; zij zullen zich voor u buigen H639 met het aangezicht H776 ter aarde H6083 , en zij zullen het stof H7272 uwer voeten H3897 H8762 lekken H3045 H8804 ; en gij zult weten H3068 , dat Ik de HEERE H954 H8799 ben, dat zij niet beschaamd zullen worden H6960 H8802 die Mij verwachten.

Isaiah 49:26

  26 H3238 H8688 En Ik zal uw verdrukkers H398 H8689 spijzen H1320 met hun eigen vlees H1818 , en van hun eigen bloed H7937 H8799 zullen zij dronken worden H6071 , als van zoeten wijn H1320 ; en alle vlees H3045 H8804 zal gewaar worden H3068 , dat Ik, de HEERE H3467 H8688 , uw Heiland H1350 H8802 ben, en uw Verlosser H46 , de Machtige H3290 Jakobs.

Ezekiel 3:14

  14 H5375 H0 Toen hief H7307 de Geest H5375 H8804 mij op H3947 H8799 , en nam mij weg H3212 H8799 , en ik ging henen H4751 , bitterlijk bedroefd H2534 door de hitte H7307 mijns geestes H3027 ; maar de hand H3068 des HEEREN H2388 H8804 was sterk op mij.

Daniel 3:19

  19 H116 Toen H5020 werd Nebukadnezar H4391 H8728 vol H2528 grimmigheid H6755 , en de gedaante H600 zijns aangezichts H8133 H8724 veranderde H5922 tegen H7715 Sadrach H4336 , Mesach H5665 en Abed-nego H6032 H8750 ; hij antwoordde H560 H8750 en zeide H861 , dat men den oven H2298 H7655 zevenmaal H5922 meer H228 H8749 heet zou maken H1768 dan H2370 H8752 men dien pleegt H228 H8749 heet te maken.

Mark 3:5

  5 G2532 En G846 als Hij hen G3326 met G3709 toorn G4017 G5671 rondom aangezien had G4818 G5740 , meteen bedroefd zijnde G1909 over G4457 de verharding G846 van hun G2588 hart G3004 G5719 , zeide Hij G444 tot den mens G1614 G5657 : Strek G4675 uw G5495 hand G2532 uit. En G1614 G5656 hij strekte ze uit G2532 ; en G846 zijn G5495 hand G600 G5681 werd hersteld G5199 , gezond G5613 gelijk G243 de andere.

Exodus 3:19

  19 H3045 H8804 Doch Ik weet H4428 , dat de koning H4714 van Egypte H5414 H8799 ulieden niet zal laten H1980 H8800 gaan H2389 , ook niet door een sterke H3027 hand.

Exodus 7:3-4

  3 H6547 Doch Ik zal Farao's H3820 hart H7185 H8686 verharden H226 ; en Ik zal Mijn tekenen H4159 en Mijn wonderheden H776 H4714 in Egypteland H7235 H8689 vermenigvuldigen.
  4 H6547 Farao H8085 H8799 nu zal naar ulieden niet horen H3027 , en Ik zal Mijn hand H4714 aan Egypte H5414 H8804 leggen H3318 H8689 , en voeren H6635 Mijn heiren H5971 , Mijn volk H1121 , de kinderen H3478 Israels H776 H4714 , uit Egypteland H1419 , door grote H8201 gerichten.

Exodus 10:1

  1 H559 H8799 Daarna zeide H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H935 H8798 : Ga H6547 in tot Farao H3820 ; want Ik heb zijn hart H3513 H8689 verzwaard H3820 , ook het hart H5650 zijner knechten H226 , opdat Ik deze Mijn tekenen H7130 in het midden H7896 H8800 van hen zette;

Romans 9:16-18

  16 G686 Zo G3767 [is] [het] dan G3756 niet G2309 G5723 desgenen, die wil G3761 , noch G5143 G5723 desgenen, die loopt G235 , maar G1653 G5723 des ontfermenden G2316 Gods.
  17 G1063 Want G1124 de Schrift G3004 G5719 zegt G5328 tot Farao G3754 : G1519 Tot G5124 G846 ditzelve G4571 heb Ik u G1825 G5656 verwekt G3704 , opdat G1722 Ik in G4671 u G3450 Mijn G1411 kracht G1731 G5672 bewijzen zou G2532 , en G3704 opdat G3450 Mijn G3686 Naam G1229 G5652 verkondigd worde G1722 op G3956 de ganse G1093 aarde.
  18 G686 Zo G1653 G5719 ontfermt Hij Zich G3767 dan G3739 , diens G2309 G5719 Hij wil G1161 , en G4645 G5719 verhardt G3739 , dien G2309 G5719 Hij wil.

Exodus 4:21

  21 H3068 En de HEERE H559 H8799 zeide H4872 tot Mozes H3212 H8800 : Terwijl gij heentrekt H4714 , om weder in Egypte H7725 H8800 te keren H7200 H8798 , zie toe H4159 , dat gij al de wonderen H6213 H8804 doet H6440 voor H6547 Farao H3027 , die Ik in uw hand H7760 H8804 gesteld heb H3820 ; doch Ik zal zijn hart H2388 H8762 verstokken H5971 , dat hij het volk H7971 H8762 niet zal laten gaan.

Exodus 7:13-14

  13 H6547 Doch Farao's H3820 hart H2388 H8799 verstokte H8085 H8804 , zodat hij naar hen niet hoorde H3068 , gelijk de HEERE H1696 H8765 gesproken had.
  14 H559 H8799 Toen zeide H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H6547 : Farao's H3820 hart H3515 is zwaar H3985 H8765 ; hij weigert H5971 het volk H7971 H8763 te laten trekken.

Exodus 10:20

  20 H3068 Doch de HEERE H2388 H8762 verstokte H6547 Farao's H3820 hart H1121 , dat hij de kinderen H3478 Israels H7971 H8765 niet liet trekken.

Exodus 10:27

  27 H3068 Doch de HEERE H2388 H8762 verhardde H6547 Farao's H3820 hart H14 H8804 ; en hij wilde H7971 H8763 hen niet laten trekken.

Deuteronomy 2:30

  30 H5511 Maar Sihon H4428 , de koning H2809 van Hesbon H14 H8804 , wilde H5674 H8687 ons door hetzelve niet laten doortrekken H3068 ; want de HEERE H430 , uw God H7185 H8689 , verhardde H7307 zijn geest H553 H8765 , en verstokte H3824 zijn hart H3027 , opdat Hij hem in uw hand H5414 H8800 gave H3117 , gelijk het is te dezen dage.

1 Samuel 6:6

  6 H4100 Waarom H3824 toch zoudt gijlieden uw hart H3513 H8762 verzwaren H834 , gelijk H4714 de Egyptenaars H6547 en Farao H3820 hun hart H3513 H8765 verzwaard hebben H3808 ? Hebben zij niet H834 , toen H5953 H8694 Hij [wonderlijk] met hen gehandeld had H7971 H8762 , hen laten trekken H3212 H8799 , dat zij heengingen?

Job 9:4

  4 H2450 Hij is wijs H3824 van hart H533 , en sterk H3581 van kracht H4310 ; wie H413 heeft zich tegen H7185 H8689 Hem verhard H7999 H8799 , en vrede gehad?

Romans 2:4-5

  4 G2228 Of G2706 G5719 veracht gij G4149 den rijkdom G846 Zijner G5544 goedertierenheid G2532 , en G463 verdraagzaamheid G2532 , en G3115 lankmoedigheid G50 G5723 , niet wetende G3754 , dat G5543 de goedertierenheid G2316 Gods G4571 u G1519 tot G3341 bekering G71 G5719 leidt?
  5 G1161 Maar G2596 naar G4675 uw G4643 hardigheid G2532 , en G279 onbekeerlijk G2588 hart G2343 G , vergadert gij G4572 uzelven G3709 toorn G2343 G5719 als een schat G1722 , in G2250 den dag G3709 des toorns G2532 , en G602 der openbaring G1341 van het rechtvaardig oordeel G2316 Gods.

Romans 9:22

  22 G1161 En G1487 of G2316 God G2309 G5723 , willende G3709 [Zijn] toorn G1731 G5670 bewijzen G2532 , en G846 Zijn G1415 macht G1107 G5658 bekend maken G1722 , met G4183 vele G3115 lankmoedigheid G5342 G5656 verdragen heeft G4632 de vaten G3709 des toorns G1519 , tot G684 het verderf G2675 G5772 toebereid;

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.