Psalms 65 Cross References - DSV_Strongs

  1 H4210 Een psalm H1732 van David H7892 , een lied H5329 H8764 , voor den opperzangmeester H8416 . [065:2] De lofzang H1747 is [in] stilheid H430 tot U, o God H6726 ! in Sion H5088 ; en U zal de gelofte H7999 H8792 betaald worden.

  2 H8085 H8802 [065:3] Gij hoort H8605 het gebed H1320 ; tot U zal alle vlees H935 H8799 komen.

  3 H5771 [065:4] Ongerechtige H1697 dingen H1396 H8804 hadden de overhand H6588 over mij; [maar] onze overtredingen H3722 H8762 , die verzoent Gij.

  4 H835 [065:5] Welgelukzalig H977 H8799 is hij, [dien] Gij verkiest H7126 H8762 , en doet naderen H7931 H8799 , dat hij wone H2691 in Uw voorhoven H7646 H8799 ; wij zullen verzadigd worden H2898 met het goed H1004 van Uw huis H6918 , [met] het heilige H1964 van Uw paleis.

  5 H3372 H8737 [065:6] Vreselijke dingen H6664 zult Gij ons in gerechtigheid H6030 H8799 antwoorden H430 , o God H3468 onzes heils H4009 ! o Vertrouwen H7099 aller einden H776 der aarde H7350 , en der verre H3220 gelegenen [aan] de zee!

  6 H2022 [065:7] Die de bergen H3559 H8688 vastzet H3581 door Zijn kracht H247 H8737 , omgord zijnde H1369 met macht.

  7 H7588 [065:8] Die het bruisen H3220 der zeeen H7623 H8688 stilt H7588 , het bruisen H1530 harer golven H1995 , en het rumoer H3816 der volken.

  8 H7099 [065:9] En die op de einden H3427 H8802 wonen H3372 H8799 , vrezen H226 voor Uw tekenen H4161 ; Gij doet de uitgangen H1242 des morgens H6153 en des avonds H7442 H8686 juichen.

  9 H6485 H8804 [065:10] Gij bezoekt H776 het land H7783 H8787 , en hebbende het begerig gemaakt H6238 H8686 , verrijkt Gij H7227 het grotelijks H6388 ; de rivier H430 Gods H4390 H8804 is vol H4325 waters H3559 H8686 ; wanneer Gij het alzo bereid hebt H1715 , maakt Gij hunlieder koren H3559 H8686 gereed.

  10 H8525 [065:11] Gij maakt zijn opgeploegde H7301 H8761 aarde dronken H5181 H8763 ; Gij doet ze dalen H1417 H8676 H1418 [in] zijn voren H4127 H8787 ; Gij maakt het week H7241 door de druppelen H1288 H8762 ; Gij zegent H6780 zijn uitspruitsel.

  11 H5849 H8765 [065:12] Gij kroont H8141 het jaar H2896 Uwer goedheid H4570 ; en Uw voetstappen H7491 H8799 druipen H1880 van vettigheid.

  12 H7491 H8799 [065:13] Zij bedruipen H4999 de weiden H4057 der woestijn H1389 ; en de heuvelen H2296 H8799 zijn aangegord H1524 met verheuging.

  13 H3733 [065:14] De velden H3847 H8804 zijn bekleed H6629 met kudden H6010 , en de dalen H5848 H8799 zijn bedekt H1250 met koren H7321 H8709 ; zij juichen H7891 H8799 , ook zingen zij.

  7 H1732 David H3427 H8799 nu woonde H4679 op den burg H5921 H3651 ; daarom H7121 H8804 heet men H5892 dien de stad H1732 Davids.

  29 H1961 H8799 Het geschiedde H727 nu, toen de ark H1285 des verbonds H3068 des HEEREN H5704 tot aan H5892 de stad H1732 Davids H935 H8804 gekomen was H4324 , dat Michal H1323 , de dochter H7586 van Saul H1157 , door H2474 een venster H8259 H8738 keek H4428 , en den koning H1732 David H7200 H8799 zag H7540 H8764 , springende H7832 H8764 en spelende H959 H8799 ; zo verachtte zij H3820 hem in haar hart.

  41 H5973 En met H1968 hen Heman H3038 en Jeduthun H7605 , en de overige H1305 H8803 uitgelezenen H834 , die H8034 met namen H5344 H8738 uitgedrukt zijn H3068 om den HEERE H3034 H8687 te loven H3588 ; want H2617 Zijn goedertierenheid H5769 is tot in der eeuwigheid.

  42 H5973 Met H1968 hen dan waren Heman H3038 en Jeduthun H2689 , [met] trompetten H4700 en cimbalen H8085 H8688 voor degenen, die zich lieten horen H3627 , en [met] instrumenten H7892 der muziek H430 Gods H1121 ; maar de zonen H3038 van Jeduthun H8179 waren aan de poort.

  1 H1732 En David H8269 , mitsgaders de oversten H6635 des heirs H914 H8686 , scheidde af H5656 tot den dienst H1121 , van de kinderen H623 van Asaf H1968 , en van Heman H3038 , en van Jeduthun H3658 , die met harpen H5035 , met luiten H4700 en met cimbalen H5012 H8737 H8675 H5030 profeteren zouden H4557 ; en die onder hen geteld H1961 H8799 werden H582 , waren mannen H4399 , bekwaam tot het werk H5656 van hun dienst.

  2 H1121 Van de kinderen H623 van Asaf H2139 waren Zakkur H3130 , en Jozef H5418 , en Nethanja H841 , en Asarela H1121 , kinderen H623 van Asaf H5921 ; aan H3027 de hand H623 van Asaf H5921 , die aan H4428 des konings H3027 handen H5012 H8738 profeteerde.

  3 H3038 Aangaande Jeduthun H1121 : de kinderen H3038 van Jeduthun H1436 waren Gedalja H6874 , en Zeri H3470 , en Jesaja H2811 , Hasabja H4993 en Mattithja H8337 , zes H5921 ; aan H3027 de handen H1 van hun vader H3038 Jeduthun H3658 , op harpen H5012 H8738 profeterende H3068 met den HEERE H3034 H8687 te danken H1984 H8763 en te loven.

  4 H1968 Aangaande Heman H1121 : de kinderen H1968 van Heman H1232 waren Bukkia H4983 , Mattanja H5816 , Uzziel H7619 , Sebuel H3406 , en Jerimoth H2608 , Hananja H2607 , Hanani H448 , Eliatha H1437 , Giddalti H7320 , en Romamthi-ezer H3436 , Josbekasa H4413 , Mallothi H1956 , Hothir H4238 , Mahazioth.

  5 H428 Deze H3605 allen H1121 waren kinderen H1968 van Heman H2374 , den ziener H4428 des konings H1697 , in de woorden H430 Gods H7161 , om den hoorn H7311 H8687 te verheffen H430 ; want God H1968 had Heman H702 H6240 veertien H1121 zonen H5414 H8799 gegeven H7969 , en drie H1323 dochters.

  6 H428 Dezen H3605 waren altemaal H5921 aan H3027 de handen H1 huns vaders H7892 [gesteld] tot het gezang H1004 van het huis H3068 des HEEREN H4700 , op cimbalen H5035 , luiten H3658 , en harpen H5656 , tot den dienst H1004 van het huis H430 Gods H5921 , aan H3027 de handen H4428 van den koning H623 , van Asaf H3038 , Jeduthun H1968 , en van Heman.

  7 H4557 En hun getal H5973 met H251 hun broederen H3925 H8794 , die geleerd waren H7892 in het gezang H3068 des HEEREN H3605 , allen H995 H8688 meesters H1961 H8799 , was H3967 tweehonderd H8083 acht H8084 en tachtig.

  8 H5307 H8686 En zij wierpen H1486 de loten H4931 over de wacht H5980 , tegen elkander H6996 , zo de kleinen H1419 , als de groten H995 H8688 , den meester H5973 met H8527 den leerling.

  9 H7223 Het eerste H1486 lot H3318 H8799 nu ging uit H623 voor Asaf H3130 , [namelijk] voor Jozef H8145 . Het tweede H1436 voor Gedalja H1931 ; hij H251 en zijn broederen H1121 , en zijn zonen H8147 H6240 , waren twaalf.

  10 H7992 Het derde H2139 voor Zakkur H1121 ; zijn zonen H251 en zijn broederen H8147 H6240 , twaalf.

  11 H7243 Het vierde H3339 voor Jizri H1121 ; zijn zonen H251 en zijn broederen H8147 H6240 , twaalf.

  12 H2549 Het vijfde H5418 voor Nethanja H1121 ; zijn zonen H251 en zijn broederen H8147 H6240 , twaalf.

  13 H8345 Het zesde H1232 voor Bukkia H1121 ; zijn zonen H251 en zijn broederen H8147 H6240 , twaalf.

  14 H7637 Het zevende H3480 voor Jesarela H1121 ; zijn zonen H251 en zijn broederen H8147 H6240 , twaalf.

  15 H8066 Het achtste H3470 voor Jesaja H1121 ; zijn zonen H251 en zijn broederen H8147 H6240 , twaalf.

  16 H8671 Het negende H4983 voor Mattanja H1121 ; zijn zonen H251 en zijn broederen H8147 H6240 , twaalf.

  17 H6224 Het tiende H8096 voor Simei H1121 ; zijn zonen H251 en zijn broederen H8147 H6240 , twaalf.

  18 H6249 H6240 Het elfde H5832 voor Azareel H1121 ; zijn zonen H251 en zijn broederen H8147 H6240 , twaalf.

  19 H8147 H6240 Het twaalfde H2811 voor Hasabja H1121 ; zijn zonen H251 en zijn broederen H8147 H6240 , twaalf.

  20 H7969 H6240 Het dertiende H7619 voor Subael H1121 ; zijn zonen H251 en zijn broederen H8147 H6240 , twaalf.

  21 H702 H6240 Het veertiende H4993 voor Mattithja H1121 ; zijn zonen H251 en zijn broederen H8147 H6240 , twaalf.

  22 H2568 H6240 Het vijftiende H3406 voor Jeremoth H1121 ; zijn zonen H251 en zijn broederen H8147 H6240 , twaalf.

  23 H8337 H6240 Het zestiende H2608 voor Hananja H1121 ; zijn zonen H251 en zijn broederen H8147 H6240 , twaalf.

  24 H7651 H6240 Het zeventiende H3436 voor Josbekasa H1121 ; zijn zonen H251 en zijn broederen H8147 H6240 , twaalf.

  25 H8083 H6240 Het achttiende H2607 voor Hanani H1121 ; zijn zonen H251 en zijn broederen H8147 H6240 , twaalf.

  26 H8672 H6240 Het negentiende H4413 voor Mallothi H1121 ; zijn zonen H251 en zijn broederen H8147 H6240 ; twaalf.

  27 H6242 Het twintigste H448 voor Eliatha H1121 ; zijn zonen H251 en zijn broederen H8147 H6240 ; twaalf.

  28 H259 Het een H6242 en twintigste H1956 voor Hothir H1121 ; zijn zonen H251 en zijn broederen H8147 H6240 , twaalf.

  29 H8147 Het twee H6242 en twintigste H1437 voor Giddalti H1121 ; zijn zonen H251 en zijn broederen H8147 H6240 , twaalf.

  30 H7969 Het drie H6242 en twintigste H4238 voor Mahazioth H1121 ; zijn zonen H251 en zijn broederen H8147 H6240 , twaalf.

  31 H702 Het vier H6242 en twintigste H7320 voor Romamthi-ezer H1121 ; zijn zonen H251 en zijn broederen H8147 H6240 , twaalf.

  13 H7311 H8798 [021:14] Verhoog U H3068 , HEERE H5797 ! in Uw sterkte H7891 H8799 ; zo zullen wij zingen H1369 , en Uw macht H2167 H8762 met psalmen loven.

  12 H430 [056:13] O God H5088 ! op mij zijn Uw geloften H8426 ; ik zal U dankzeggingen H7999 H8762 vergelden;

  1 H4210 Een psalm H1732 van David H5329 H8764 , voor den opperzangmeester H3038 , over Jeduthun H5315 . [062:2] Immers is mijn ziel H1747 stil H430 tot God H3444 ; van Hem is mijn heil.

  2 H8004 [076:3] En in Salem H5520 is Zijn hut H4585 , en Zijn woning H6726 in Sion.

  11 H5087 H8798 [076:12] Doet geloften H7999 H8761 en betaalt H3068 ze den HEERE H430 , uw God H5439 , gij allen, die rondom H4172 Hem zijt! Laat hen Dien, Die te vrezen is H7862 , geschenken H2986 H8686 brengen;

  68 H977 H8799 Maar Hij verkoos H7626 den stam H3063 van Juda H2022 , den berg H6726 Sion H157 H8804 , dien Hij liefhad.

  69 H1129 H8799 En Hij bouwde H4720 Zijn heiligdom H7311 H8802 als hoogten H776 , als de aarde H3245 H8804 , die Hij gegrond heeft H5769 in eeuwigheid.

  1 H3068 Niet ons, o HEERE H8034 ! niet ons, maar Uw Naam H5414 H8798 geef H3519 eer H2617 , om Uwer goedertierenheid H571 , om Uwer waarheid wil.

  2 H1471 Waarom zouden de heidenen H559 H8799 zeggen H430 : Waar is nu hun God?

  17 H2076 H8799 Ik zal U offeren H2077 een offerande H8426 van dankzegging H8034 , en den Naam H3068 des HEEREN H7121 H8799 aanroepen.

  18 H5088 Ik zal mijn gelofte H3068 den HEERE H7999 H8762 betalen H5971 , nu, in de tegenwoordigheid van al Zijn volk.

  1 G2532 En G1492 G5627 ik zag G2532 , en G2400 G5628 ziet G721 , het Lam G2476 G5761 stond G1909 op G3735 den berg G4622 Sion G2532 , en G3326 met G846 Hem G1540 honderd G5064 vier G5062 en veertig G5505 duizend G2192 G5723 , hebbende G3686 den Naam G846 Zijns G3962 Vaders G1125 G5772 geschreven G1909 aan G846 hun G3359 voorhoofden.

  2 G2532 En G191 G5656 ik hoorde G5456 een stem G1537 uit G3772 den hemel G5613 , als G5456 een stem G4183 veler G5204 wateren G2532 , en G5613 als G5456 een stem G3173 van een groten G1027 donderslag G2532 . En G191 G5656 ik hoorde G5456 een stem G2790 van citerspelers G2789 G5723 , spelende G1722 op G846 hun G2788 citers;

  3 G2532 En G103 G5719 zij zongen G5613 als G2537 een nieuw G5603 gezang G1799 voor G2362 den troon G2532 , en G1799 voor G5064 de vier G2226 dieren G2532 , en G4245 de ouderlingen G2532 ; en G3762 niemand G1410 G5711 kon G5603 dat gezang G3129 G5629 leren G1508 , dan G1540 de honderd G5064 vier G5062 en veertig G5505 duizend G3588 , die G575 van G1093 de aarde G59 G5772 gekocht waren.

  29 H1961 H8799 Het geschiedde H6672 nu, als de middag H5674 H8800 voorbij was H5012 H8691 , dat zij profeteerden H5704 totdat H4503 men het spijsoffer H5927 H8800 zou offeren H369 ; maar er was geen H6963 stem H369 , en geen H6030 H8802 antwoorder H369 , en geen H7182 opmerking.

  37 H6030 H8798 Antwoord H3068 mij, HEERE H6030 H8798 , antwoord H2088 mij; opdat dit H5971 volk H3045 H8799 erkenne H3588 , dat H859 Gij H3068 , o HEERE H430 , die God H859 zijt, en dat Gij H3820 hun hart H322 achterwaarts H5437 H8689 omgewend hebt.

  13 H6419 H8691 H413 En bad H6279 H8735 Hem; en Hij liet Zich van hem verbidden H8085 H8799 , en hoorde H8467 zijn smeking H7725 H8686 , en Hij bracht hem weder H3389 te Jeruzalem H4438 , in zijn koninkrijk H3045 H8799 . Toen erkende H4519 Manasse H3588 , dat H3068 de HEERE H430 God H1931 is.

  27 H657 [022:28] Alle einden H776 der aarde H2142 H8799 zullen het gedenken H3068 , en zich tot den HEERE H7725 H8799 bekeren H4940 ; en alle geslachten H1471 der heidenen H6440 zullen voor Uw aangezicht H7812 H8691 aanbidden.

  4 H776 De ganse aarde H7812 H8691 aanbidde H2167 H8762 U, en psalmzinge H2167 H8762 U; zij psalmzinge H8034 Uw Naam H5542 . Sela.

  19 H403 Maar zeker H430 , God H8085 H8804 heeft gehoord H7181 H8689 ; Hij heeft gemerkt H6963 op de stem H8605 mijns gebeds.

  9 H1471 Al de heidenen H136 , Heere H6213 H8804 ! die Gij gemaakt hebt H935 H8799 , zullen komen H6440 , en zullen zich voor Uw aanschijn H7812 H8691 nederbuigen H8034 , en Uw Naam H3513 H8762 eren.

  17 H6437 H8804 [0102:18] Zich gewend zal hebben H8605 tot het gebed H6199 desgenen, die gans ontbloot H959 H8804 is, en niet versmaad hebben H8605 hunlieder gebed;

  18 H3068 [Koph]. De HEERE H7138 is nabij H7121 H8802 allen, die Hem aanroepen H7121 H8799 , allen, die Hem aanroepen H571 in der waarheid.

  19 H6213 H8799 [Resch]. Hij doet H7522 het welbehagen H3373 dergenen, die Hem vrezen H8085 H8799 , en Hij hoort H7775 hun geroep H3467 H8686 , en verlost hen.

  6 H559 H8799 Verder zeide Hij H7043 H8738 : Het is te gering H5650 , dat Gij Mij een Knecht H6965 H8687 zoudt zijn, om op te richten H7626 de stammen H3290 van Jakob H7725 H8687 , en om weder te brengen H5341 H8803 H8675 H5336 de bewaarden H3478 in Israel H5414 H8804 ; Ik heb U ook gegeven H216 tot een Licht H1471 der heidenen H3444 , om Mijn heil H7097 te zijn tot aan het einde H776 der aarde.

  24 H7121 H8799 En het zal geschieden, eer zij roepen H6030 H8799 , zo zal Ik antwoorden H1696 H8764 ; terwijl zij nog spreken H8085 H8799 , zo zal Ik horen.

  23 H1767 En het zal geschieden, dat van H2320 de ene nieuwe maan H2320 tot de andere H1767 , en van H7676 den enen sabbat H7676 tot den anderen H1320 , alle vlees H935 H8799 komen zal H7812 H8692 om aan te bidden H6440 voor Mijn aangezicht H559 H8804 , zegt H3068 de HEERE.

  12 H7121 H8804 Dan zult gij Mij aanroepen H1980 H8804 , en henengaan H6419 H8694 , en tot Mij bidden H8085 H8804 ; en Ik zal naar u horen.

  13 H1245 H8765 En gij zult Mij zoeken H4672 H8804 en vinden H1875 H8799 , wanneer gij naar Mij zult vragen H3824 met uw ganse hart.

  17 H430 En nu, o onze God H8085 H8798 ! hoor H8605 naar het gebed H5650 Uws knechts H8469 , en naar zijn smekingen H6440 ; en doe Uw aangezicht H215 H8685 lichten H4720 over Uw heiligdom H8076 , dat verwoest H136 is; om des Heeren wil.

  18 H5186 H8685 Neig H241 Uw oor H430 , mijn God H8085 H8798 ! en hoor H6491 H0 , doe H5869 Uw ogen H6491 H8798 op H7200 H8798 , en zie H8074 H8802 onze verwoestingen H5892 , en de stad H8034 , die naar Uw Naam H7121 H8738 genoemd is H5307 H0 ; want wij werpen H8469 onze smekingen H6440 voor Uw aangezicht H5307 H8688 niet neder H6666 op onze gerechtigheden H7356 , maar op Uw barmhartigheden H7227 , die groot zijn.

  19 H136 O Heere H8085 H8798 , hoor H136 ! o Heere H5545 H8798 , vergeef H136 ! o Heere H7181 H8685 , merk op H6213 H8798 en doe H309 H8762 het, vertraag H408 het niet H430 ! Om Uws Zelfs wil, o mijn God H5892 ! Want Uw stad H5971 , en Uw volk H8034 is naar Uw Naam H7121 H8738 genoemd.

  9 G2504 En G3004 G5719 Ik zeg G5213 ulieden G154 G5720 : Bidt G2532 , en G5213 u G1325 G5701 zal gegeven worden G2212 G5720 ; zoekt G2532 , en G2147 G5692 gij zult vinden G2925 G5720 ; klopt G2532 , en G5213 u G455 G5691 zal opengedaan worden.

  10 G1063 Want G3956 een iegelijk G154 G5723 , die bidt G2983 G5719 , die ontvangt G2532 ; en G2212 G5723 die zoekt G2147 G5719 , die vindt G2532 ; en G2925 G5723 die klopt G455 G5691 , dien zal opengedaan worden.

  32 G2504 En Ik G1437 , zo wanneer G1537 Ik van G1093 de aarde G5312 G5686 zal verhoogd zijn G3956 , zal hen allen G4314 tot G1683 Mij G1670 G5692 trekken.

  31 G2532 En G2400 G5628 ziet G435 , een man G2476 G5627 stond G1799 voor G3450 mij G1722 , in G2986 een blinkend G2066 kleed G2532 , en G5346 G5748 zeide G2883 : Cornelius G4675 ! uw G4335 gebed G1522 G5681 is verhoord G2532 , en G4675 uw G1654 aalmoezen G1700 zijn voor G2316 God G3415 G5681 gedacht geworden.

  14 G2532 En G3778 dit G2076 G5748 is G3954 de vrijmoedigheid G3739 , die G4314 wij tot G846 Hem G2192 G5719 hebben G3754 , dat G1437 zo G5100 wij iets G154 G5735 bidden G2596 naar G846 Zijn G2307 wil G2257 , Hij ons G191 G5719 verhoort.

  15 G2532 En G1437 indien G1492 G5758 wij weten G3754 , dat G2257 Hij ons G191 G5719 verhoort G3739 , wat G302 wij ook G154 G5735 bidden G1492 G5758 , zo weten wij G3754 , dat G155 wij de beden G2192 G5719 verkrijgen G3844 , die wij van G846 Hem G154 G5758 gebeden hebben.

  15 G2532 En G1442 de zevende G32 engel G4537 G5656 heeft gebazuind G2532 , en G1096 G5633 er geschiedden G3173 grote G5456 stemmen G1722 in G3772 den hemel G3004 G5723 , zeggende G932 : De koninkrijken G2889 der wereld G1096 G5633 zijn geworden G2257 onzes G2962 Heeren G2532 en G846 van Zijn G5547 Christus G2532 , en G936 G5692 Hij zal als Koning heersen G1519 in G165 alle G165 eeuwigheid.

  7 H559 H8799 Toen zeide H5416 Nathan H413 tot H1732 David H859 : Gij H376 zijt die man H3541 ! Zo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H430 , de God H3478 Israels H595 : Ik H4428 heb u ten koning H4886 H8804 gezalfd H5921 over H3478 Israel H595 , en Ik H4480 heb u uit H7586 Sauls H3027 hand H5337 H8689 gered;

  8 H113 En Ik heb u uws heren H1004 huis H5414 H8799 gegeven H113 , daartoe uws heren H802 vrouwen H2436 in uw schoot H1004 , ja, Ik heb u het huis H3478 van Israel H3063 en Juda H5414 H8799 gegeven H518 ; en indien H4592 het weinig H2007 is, Ik zou u alzulks H2007 en alzulks H3254 H8686 daartoe doen.

  9 H4069 Waarom H1697 hebt gij [dan] het woord H3068 des HEEREN H959 H8804 veracht H6213 H8800 , doende H7451 wat kwaad H5869 is in Zijn ogen H223 ? Gij hebt Uria H2850 , den Hethiet H2719 , met het zwaard H5221 H8689 verslagen H802 , en zijn huisvrouw H802 hebt gij u ter vrouwe H3947 H8804 genomen H853 ; en hem H2719 hebt gij met het zwaard H1121 van de kinderen H5983 Ammons H2026 H8804 doodgeslagen.

  10 H6258 Nu dan H2719 , het zwaard H4480 zal van H1004 uw huis H3808 niet H5493 H8799 afwijken H5704 tot in H5769 eeuwigheid H6118 ; daarom H3588 dat H959 H8804 gij Mij veracht hebt H802 , en de huisvrouw H223 van Uria H2850 , den Hethiet H3947 H8799 , genomen hebt H802 , dat zij u ter vrouwe H1961 H8800 zij.

  11 H3541 Zo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H2009 : Zie H7451 , Ik zal kwaad H5921 over H6965 H8688 u verwekken H4480 uit H1004 uw huis H802 , en zal uw vrouwen H3947 H8804 nemen H5869 voor uw ogen H7453 , en zal haar aan uw naaste H5414 H8804 geven H5973 ; die zal bij H802 uw vrouwen H7901 H8804 liggen H5869 , voor de ogen H2063 dezer H8121 zon.

  12 H3588 Want H859 gij H5643 hebt het in het verborgen H6213 H8804 gedaan H589 ; maar Ik H2088 zal deze H1697 zaak H6213 H8799 doen H3605 voor gans H3478 Israel H8121 , en voor de zon.

  13 H559 H8799 Toen zeide H1732 David H413 tot H5416 Nathan H2398 H8804 : Ik heb gezondigd H3068 tegen den HEERE H5416 ! En Nathan H559 H8799 zeide H413 tot H1732 David H3068 : De HEERE H1571 heeft ook H2403 uw zonde H5674 H8689 weggenomen H3808 , gij zult niet H4191 H8799 sterven.

  4 H5771 [038:5] Want mijn ongerechtigheden H5674 H8804 gaan over H7218 mijn hoofd H3515 ; als een zware H4853 last H3513 H8799 zijn zij mij te zwaar geworden.

  12 H7451 [040:13] Want kwaden H4557 , tot zonder getal H661 H8804 toe, hebben mij omgeven H5771 ; mijn ongerechtigheden H5381 H8689 hebben mij aangegrepen H3201 H8804 , dat ik niet heb kunnen H7200 H8800 zien H6105 H8804 ; zij zijn menigvuldiger H8185 dan de haren H7218 mijns hoofds H3820 , en mijn hart H5800 H8804 heeft mij verlaten.

  2 H3526 H8761 [051:4] Was H7235 H8685 mij wel H5771 van mijn ongerechtigheid H2891 H8761 , en reinig H2403 mij van mijn zonde.

  3 H3045 H8799 [051:5] Want ik ken H6588 mijn overtredingen H2403 , en mijn zonde H8548 is steeds voor mij.

  7 H2398 H8762 [051:9] Ontzondig H231 mij met hysop H2891 H8799 , en ik zal rein zijn H3526 H8762 ; was H3835 H8686 mij, en ik zal witter zijn H7950 dan sneeuw.

  9 H5826 H8798 Help H430 ons, o God H3468 onzes heils H1697 ! ter oorzake H3519 van de eer H8034 Uws Naams H5337 H8685 ; en red H3722 H8761 ons, en doe verzoening H2403 over onze zonden H8034 , om Uws Naams wil.

  18 H3212 H8798 Komt H3198 H8735 dan, en laat ons samen rechten H559 H8799 , zegt H3068 de HEERE H2399 ; al waren uw zonden H8144 als scharlaken H3835 H8686 , zij zullen wit worden H7950 als sneeuw H119 H8686 , al waren zij rood H8438 als karmozijn H6785 , zij zullen worden als [witte] wol.

  19 H14 H8799 Indien gijlieden willig zijt H8085 H8804 en hoort H2898 , zo zult gij het goede H776 dezes lands H398 H8799 eten;

  7 H5060 H0 En hij roerde H6310 mijn mond H5060 H8686 daarmede aan H559 H8799 , en zeide H8193 : Zie, deze heeft uw lippen H5060 H8804 aangeroerd H5771 ; alzo is uw misdaad H5493 H8804 [van] [u] geweken H2403 , en uw zonde H3722 H8792 is verzoend.

  8 H8055 H8799 Verblijd u H408 niet H341 H8802 over mij, o mijn vijandin H3588 ! wanneer H5307 H8804 ik gevallen ben H6965 H8804 , zal ik weder opstaan H3588 ; wanneer H2822 ik in duisternis H3427 H8799 zal gezeten zijn H3068 , zal de HEERE H216 mij een licht zijn.

  9 H3068 Ik zal des HEEREN H2197 gramschap H5375 H8799 dragen H3588 , want H2398 H8804 ik heb tegen Hem gezondigd H5704 H834 ; totdat H7379 Hij mijn twist H7378 H8799 twiste H4941 , en mijn recht H6213 H8804 uitvoere H3318 H8686 ; Hij zal mij uitbrengen H216 aan het licht H7200 H8799 ; ik zal [mijn] [lust] zien H6666 aan Zijn gerechtigheid.

  1 H1931 Te dien H3117 dage H4726 zal er een Fontein H6605 H8737 geopend H1961 H8799 zijn H1004 voor het huis H1732 Davids H3427 H8802 , en voor de inwoners H3389 van Jeruzalem H2403 , tegen de zonde H5079 en tegen de onreinigheid.

  29 G1887 Des anderen daags G991 G5719 zag G2491 Johannes G2424 Jezus G4314 tot G846 zich G2064 G5740 komende G2532 , en G3004 G5719 zeide G2396 : Zie G286 het Lam G2316 Gods G3588 , Dat G266 de zonde G2889 der wereld G142 G5723 wegneemt!

  23 G1161 Maar G991 G5719 ik zie G2087 een andere G3551 wet G1722 in G3450 mijn G3196 leden G497 G5740 , welke strijdt tegen G3551 de wet G3450 mijns G3563 gemoeds G2532 , en G3165 mij G163 G5723 gevangen neemt G3551 onder de wet G266 der zonde G3588 , die G1722 in G3450 mijn G3196 leden G5607 G5752 is.

  24 G1473 Ik G5005 ellendig G444 mens G5101 , wie G3165 zal mij G4506 G5695 verlossen G1537 uit G4983 het lichaam G5127 dezes G2288 doods?

  25 G2168 G5719 Ik dank G2316 God G1223 , door G2424 Jezus G5547 Christus G2257 , onzen G2962 Heere G686 G3767 . [7:26] Zo dan G1473 , ik G846 zelf G1398 G5719 dien G3303 wel G3563 met het gemoed G3551 de wet G2316 Gods G1161 , maar G4561 met het vlees G3551 de wet G266 der zonde.

  17 G1063 Want G4561 het vlees G1937 G5719 begeert G2596 tegen G4151 den Geest G1161 , en G4151 de Geest G2596 tegen G4561 het vlees G1161 ; en G5023 deze G480 G5736 staan tegen G240 elkander G2443 , alzo dat G3363 gij niet G4160 G5725 doet G5023 , hetgeen G302 G2309 G5725 gij wildet.

  14 G4214 Hoeveel G3123 te meer G129 zal het bloed G5547 van Christus G3739 , Die G1223 door G166 den eeuwigen G4151 Geest G1438 Zichzelven G2316 Gode G299 onstraffelijk G4374 G5656 opgeofferd heeft G5216 , uw G4893 geweten G2511 G5692 reinigen G575 van G3498 dode G2041 werken G1519 , om G2198 G5723 den levenden G2316 God G3000 G5721 te dienen?

  7 G1161 Maar G1437 indien G1722 wij in G5457 het licht G4043 G5725 wandelen G5613 , gelijk G846 Hij G1722 in G5457 het licht G2076 G5748 is G2192 G5719 , zo hebben wij G2842 gemeenschap G3326 met G240 elkander G2532 , en G129 het bloed G2424 van Jezus G5547 Christus G846 , Zijn G5207 Zoon G2511 G5719 , reinigt G2248 ons G575 van G3956 alle G266 zonde.

  8 G1437 Indien G2036 G5632 wij zeggen G3754 , dat G3756 wij geen G266 zonde G2192 G5719 hebben G4105 G5719 , zo verleiden wij G1438 ons zelven G2532 , en G225 de waarheid G2076 G5748 is G1722 in G2254 ons G3756 niet.

  9 G1437 Indien G2257 wij onze G266 zonden G3670 G5725 belijden G2076 G5748 , Hij is G4103 getrouw G2532 en G1342 rechtvaardig G2443 , dat G2254 Hij ons G266 de zonden G863 G5632 vergeve G2532 , en G2248 ons G2511 G5661 reinige G575 van G3956 alle G93 ongerechtigheid.

  5 G2532 En G575 van G2424 Jezus G5547 Christus G4103 , Die de getrouwe G3144 Getuige G4416 is, de Eerstgeborene G1537 uit G3498 de doden G2532 , en G758 de Overste G935 der koningen G1093 der aarde G2248 . Hem, Die ons G25 G5660 heeft liefgehad G2532 , en G2248 ons G575 van G2257 onze G266 zonden G3068 G5660 gewassen heeft G1722 in G846 Zijn G129 bloed.

  3 H3045 H8798 [04:4] Weet H3588 toch, dat H3068 de HEERE H2623 Zich een gunstgenoot H6395 H8689 heeft afgezonderd H3068 ; de HEERE H8085 H8799 zal horen H413 , als ik tot H7121 H8800 Hem roep.

  1 H4210 Een psalm H1732 van David H3068 . HEERE H1481 H8799 , wie zal verkeren H168 in Uw tent H7931 H8799 ? Wie zal wonen H2022 op den berg H6944 Uwer heiligheid?

  15 H6440 [Maar] ik zal Uw aangezicht H6664 in gerechtigheid H2372 H8799 aanschouwen H7646 H8799 , ik zal verzadigd worden H8544 met Uw beeld H6974 H8687 , als ik zal opwaken.

  6 H2896 Immers zullen mij het goede H2617 en de weldadigheid H7291 H8799 volgen H3117 al de dagen H2416 mijns levens H1004 ; en ik zal in het huis H3068 des HEEREN H3427 H8804 blijven H753 in lengte van dagen.

  7 H5375 H8798 Heft H7218 uw hoofden H8179 op, gij poorten H5375 H8734 , en verheft u H5769 , gij eeuwige H6607 deuren H4428 , opdat de Koning H3519 der ere H935 H8799 inga!

  12 H835 Welgelukzalig H1471 is het volk H430 , welks God H3068 de HEERE H5971 is; het volk H5159 , dat Hij Zich ten erve H977 H8804 verkoren heeft.

  8 H7301 H8799 [036:9] Zij worden dronken H1880 van de vettigheid H1004 Uws huizes H8248 H8686 ; en Gij drenkt H5158 hen [uit] de beek H5730 Uwer wellusten.

  5 H5315 [063:6] Mijn ziel H2459 zou als met smeer H1880 en vettigheid H7646 H8799 verzadigd worden H6310 , en mijn mond H1984 H8762 zou roemen H7445 met vrolijk zingende H8193 lippen.

  70 H977 H8799 En Hij verkoos H5650 Zijn knecht H1732 David H3947 H8799 , en nam H4356 H6629 hem van de schaapskooien;

  71 H310 Van achter H5763 H8802 de zogende H935 H8689 [schapen] deed Hij hem komen H7462 H8800 , om te weiden H3290 Jakob H5971 , Zijn volk H3478 , en Israel H5159 , Zijn erfenis.

  4 H835 [084:5] Welgelukzalig H1004 zijn zij, die in Uw huis H3427 H8802 wonen H1984 H8762 ; zij prijzen H5542 U gestadiglijk. Sela.

  4 H2142 H8798 Gedenk H3068 mijner, o HEERE H7522 ! naar het welbehagen H5971 [tot] Uw volk H6485 H8798 , bezoek H3444 mij met Uw heil;

  5 H7200 H8800 Opdat ik aanschouwe H2896 het goede H972 Uwer uitverkorenen H8055 H8800 ; opdat ik mij verblijde H8057 met de blijdschap H1471 Uws volks H1984 H8692 ; opdat ik mij beroeme H5159 met Uw erfdeel.

  4 H3050 Want de HEERE H3290 heeft Zich Jakob H977 H8804 verkoren H3478 , Israel H5459 tot Zijn eigendom.

  12 H935 H8804 Dies zullen zij komen H4791 , en op de hoogte H6726 van Sion H7442 H8765 juichen H5102 H8804 , en toevloeien H3068 tot des HEEREN H2898 goed H1715 , tot het koren H8492 , en tot den most H3323 , en tot de olie H1121 , en tot de jonge H6629 schapen H1241 en runderen H5315 ; en hun ziel H7302 zal zijn als een gewaterde H1588 hof H3254 H8686 , en zij zullen voortaan niet meer H1669 H8800 treurig zijn.

  13 H1330 Dan zal zich de jonkvrouw H8055 H8799 verblijden H4234 in den rei H970 , daartoe de jongelingen H2205 en ouden H3162 te zamen H60 ; want Ik zal hunlieder rouw H8342 in vrolijkheid H2015 H8804 veranderen H5162 H8765 , en zal hen troosten H8055 H8765 , en zal hen verblijden H3015 naar hun droefenis.

  14 H5315 En Ik zal de ziel H3548 der priesteren H1880 [met] vettigheid H7301 H8765 dronken maken H5971 ; en Mijn volk H2898 zal met Mijn goed H7646 H8799 verzadigd worden H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.

  25 H5889 Want Ik heb de vermoeide H5315 ziel H7301 H8689 dronken gemaakt H1669 H8804 , en Ik heb alle treurige H5315 ziel H4390 H8765 vervuld.

  4 G2531 Gelijk G2248 Hij ons G1586 G5668 uitverkoren heeft G1722 in G846 Hem G4253 , voor G2602 de grondlegging G2889 der wereld G2248 , opdat wij G40 zouden heilig G2532 en G299 onberispelijk G1511 G5750 zijn G2714 voor G846 Hem G1722 in G26 de liefde;

  13 G1161 Maar G2249 wij G3784 G5719 zijn schuldig G3842 altijd G2316 God G2168 G5721 te danken G4012 over G5216 u G80 , broeders G5259 , die van G2962 den Heere G25 G5772 bemind zijt G3754 , dat G5209 u G2316 God G575 van G746 den beginne G138 G5639 verkoren heeft G1519 tot G4991 zaligheid G1722 , in G38 heiligmaking G4151 des Geestes G2532 , en G4102 geloof G225 der waarheid;

  12 G3528 G5723 Die overwint G846 , Ik zal hem G4160 G5692 maken G4769 tot een pilaar G1722 in G3485 den tempel G3450 Mijns G2316 Gods G2532 , en G3364 hij zal niet G2089 meer G1854 daaruit G1831 G5632 gaan G2532 ; en G1909 Ik zal op G846 hem G1125 G5692 schrijven G3686 den Naam G3450 Mijns G2316 Gods G2532 , en G3686 de naam G4172 der stad G3450 Mijns G2316 Gods G3588 , [namelijk] des G2537 nieuwen G2419 Jeruzalems G3588 , dat G1537 uit G3772 den hemel G575 van G3450 Mijn G2316 God G2597 G5723 G5625 G2597 G5719 afdaalt G2532 , en G3450 [ook] Mijn G2537 nieuwen G3686 Naam.

  16 G3756 Zij zullen niet G2089 meer G3983 G5692 hongeren G3761 , en zullen niet G2089 meer G1372 G5692 dorsten G2246 , en de zon G1909 zal op G846 hen G3761 G3361 niet G4098 G5632 vallen G3761 , noch G3956 enige G2738 hitte.

  17 G3754 Want G721 het Lam G3588 , Dat G303 in G3319 het midden G2362 des troons G846 is, zal hen G4165 G5692 weiden G2532 , en G846 zal hun G3594 G5692 een Leidsman zijn G1909 tot G2198 G5723 levende G4077 fonteinen G5204 der wateren G2532 ; en G2316 God G3956 zal alle G1144 tranen G575 van G846 hun G3788 ogen G1813 G5692 afwissen.

  3 G2532 En G191 G5656 ik hoorde G3173 een grote G5456 stem G1537 uit G3772 den hemel G3004 G5723 , zeggende G2400 G5628 : Ziet G4633 , de tabernakel G2316 Gods G3326 is bij G444 de mensen G2532 , en G3326 Hij zal bij G846 hen G4637 G5692 wonen G2532 , en G846 zij zullen Zijn G2992 volk G2071 G5704 zijn G2532 , en G2316 God G846 Zelf G3326 zal bij G846 hen G846 [en] hun G2316 God G2071 G5704 zijn.

  4 G2532 En G2316 God G3956 zal alle G1144 tranen G575 van G846 hun G3788 ogen G1813 G5692 afwissen G2532 ; en G2288 de dood G3756 zal niet G2089 meer G2071 G5704 zijn G3777 ; noch G3997 rouw G3777 , noch G2906 gekrijt G3777 G3756 , noch G4192 moeite G2089 zal meer G2071 G5704 zijn G3754 ; want G4413 de eerste dingen G565 G5627 zijn weggegaan.

  34 H430 Of: of God H5254 H8765 verzocht heeft H935 H8800 te gaan H1471 , om Zich een volk H7130 uit het midden H1471 eens volks H3947 H8800 aan te nemen H4531 , door verzoekingen H226 , door tekenen H4159 , en door wonderen H4421 , en door strijd H2389 , en door een sterke H3027 hand H5186 H8803 , en door een uitgestrekten H2220 arm H1419 , en met grote H4172 verschrikkingen H3068 ; naar al hetgeen de HEERE H430 , uw God H5869 , ulieden voor uw ogen H4714 in Egypte H6213 H8804 gedaan heeft?

  21 H8416 Hij is uw Lof H430 , en Hij is uw God H6213 H8804 . Die bij u gedaan heeft H1419 deze grote H3372 H8737 en vreselijke dingen H5869 , die uw ogen H7200 H8804 gezien hebben.

  4 H7392 H8798 [045:5] En rijd H6743 H8798 voorspoediglijk H1926 in Uw heerlijkheid H1697 , op het woord H571 der waarheid H6664 en rechtvaardige H6037 zachtmoedigheid H3225 ; en Uw rechterhand H3372 H8737 zal U vreselijke dingen H3384 H8686 leren.

  2 H3068 [047:3] Want de HEERE H5945 , de Allerhoogste H3372 H8737 , is vreselijk H1419 , een groot H4428 Koning H776 over de ganse aarde.

  3 H1696 H8686 [047:4] Hij brengt H5971 de volken H3816 onder ons, en de natien H7272 onder onze voeten.

  3 H559 H8798 Zegt H430 tot God H3372 H8737 : Hoe vreselijk H4639 zijt Gij [in] Uw werken H7230 ! Om de grootheid H5797 Uwer sterkte H341 H8802 zullen zich Uw vijanden H3584 H8762 geveinsdelijk aan U onderwerpen.

  19 H1288 H8803 [068:20] Geloofd H136 zij de Heere H3117 ; dag H3117 bij dag H6006 H8799 overlaadt Hij H410 ons. Die God H3444 [is] onze Zaligheid H5542 . Sela.

  20 H410 [068:21] Die God H410 is ons een God H4190 van volkomene Zaligheid H3069 ; en bij den HEERE H136 , den Heere H8444 , zijn uitkomsten H4194 tegen den dood.

  3 H7665 H8765 [076:4] Aldaar heeft Hij verbroken H7565 de vurige pijlen H7198 van den boog H4043 , het schild H2719 , en het zwaard H4421 , en den krijg H5542 . Sela.

  4 H215 H8737 [076:5] Gij zijt doorluchtiger H117 [en] heerlijker H2042 H2964 dan de roofbergen.