1
H3130
Jozef
H4714
nu werd naar Egypte
H3381 H8717
afgevoerd
H6318
; en Potifar
H5631
, een hoveling
H6547
van Farao
H8269
, een overste
H2876
der trawanten
H4713
, een Egyptisch
H376
man
H7069 H8799
, kocht
H4480
hem uit
H3027
de hand
H3459
der Ismaelieten
H834
, die
H8033
hem derwaarts
H3381 H8689
afgevoerd hadden.
2
H3068
En de HEERE
H1961 H8799
was
H3130
met Jozef
H6743 H8688
, zodat hij een voorspoedig
H376
man
H1961 H8799
was
H1961 H8799
; en hij was
H1004
in het huis
H113
van zijn heer
H4713
, den Egyptenaar.
3
H113
Als nu zijn heer
H7200 H8799
zag
H3588
, dat
H3068
de HEERE
H854
met
H3068
hem was, en dat de HEERE
H3605
al
H834
wat
H1931
hij
H6213 H8802
deed
H3027
, door zijn hand
H6743 H8688
voorspoedig maakte;
4
H4672 H8799
Zo vond
H3130
Jozef
H2580
genade
H5869
in zijn ogen
H8334 H8762
, en diende
H853
hem
H6485 H8686
; en hij stelde
H5921
hem over
H1004
zijn huis
H3605
; en al
H3426
wat hij had
H5414 H8804
, gaf hij
H3027
in zijn hand.
5
H1961 H8799
En het geschiedde
H4480
van
H227
toen
H853
af, dat hij hem
H6485 H0
over
H1004
zijn huis
H5921
, en over
H3695
al
H834
wat
H3426
het zijne was
H6485 H8689
, gesteld had
H3068
, dat de HEERE
H4713
des Egyptenaars
H1004
huis
H1288 H8762
zegende
H1558 H0
, om
H3130
Jozefs
H1558
wil
H1293
; ja, de zegen
H3068
des HEEREN
H1961 H8799
was
H3605
in alles
H834
, wat
H3426
hij had
H1004
, in het huis
H7704
en in het veld.
6
H5800 H8799
En hij liet
H3605
alles
H834
, wat
H3130
hij had, in Jozefs
H3027
hand
H854
, zodat hij met
H3808
hem van geen
H3972
ding
H3045 H8804
kennis had
H3588 H518
, behalve
H3899
van het brood
H834
, dat
H398 H8802
hij at
H3130
. En Jozef
H1961 H8799
was
H3303
schoon
H8389
van gedaante
H3303
, en schoon
H4758
van aangezicht.
7
H1961 H8799
En het geschiedde
H310
na
H428
deze
H1697
dingen
H802
, dat de huisvrouw
H113
zijns heren
H5869
haar ogen
H413
op
H3130
Jozef
H5375 H8799
wierp
H559 H8799
; en zij zeide
H7901 H8798
: lig
H5973
bij mij!
8
H3985 H8762
Maar hij weigerde
H559 H8799
het, en zeide
H413
tot
H802
de huisvrouw
H113
zijns heren
H2005
: Zie
H113
, mijn heer
H3808
heeft geen
H3045 H8804
kennis
H854
met
H4100
mij, wat
H1004
er in het huis
H3605
is; en al
H834
wat
H3426
hij heeft
H3027
, dat heeft hij in mijn hand
H5414 H8804
gegeven.
9
H369
Niemand is
H1419
groter
H2088
in dit
H1004
huis
H4480
dan
H4480
ik, en hij heeft voor
H3808 H3972
mij niets
H2820 H8804
onthouden
H3588 H518
, dan
H853
u
H834
, daarin
H859
dat gij
H802
zijn huisvrouw
H349
zijt; hoe
H2063
zoude ik dan dit
H1419
een zo groot
H7451
kwaad
H6213 H8799
doen
H2398 H8804
, en zondigen
H430
tegen God!
10
H1961 H8799
En het geschiedde
H413
, als zij
H3130
Jozef
H3117
dag
H3117
op dag
H1696 H8763
aansprak
H413
, en hij naar
H3808
haar niet
H8085 H8804
hoorde
H681
, om bij
H7901 H8800
haar te liggen
H5973
, [en] bij
H1961 H8800
haar te zijn;
11
H1961 H8799
Zo gebeurde het
H2088
op zulk
H3117
een dag
H1004
, dat hij in het huis
H935 H8799
kwam
H4399
, om zijn werk
H6213 H8800
te doen
H376 H369 H0
; en niemand
H4480
van
H582
de lieden
H1004
des huizes
H369
was
H8033
daar
H1004
binnenshuis.
12
H8610 H8799
En zij greep
H899
hem bij zijn kleed
H559 H8800
, zeggende
H7901 H8798
: Lig
H5973
bij
H5800 H8799
mij! En hij liet
H899
zijn kleed
H3027
in haar hand
H5127 H8799
, en vluchtte
H3318 H8799
, en ging uit
H2351
naar buiten.
13
H1961 H8799
En het geschiedde
H7200 H8800
, als zij zag
H3588
, dat
H899
hij zijn kleed
H3027
in haar hand
H5800 H8804
gelaten had
H2351
, en naar buiten
H5127 H8799
gevlucht was;
14
H7121 H8799
Zo riep zij
H582
de lieden
H1004
van haar huis
H559 H8799
, en sprak
H559 H8800
tot hen, zeggende
H7200 H8798
: Ziet
H5680
, hij heeft ons den Hebreeuwsen
H376
man
H935 H8689
ingebracht
H6711 H8763
, om met ons te spotten
H413
; hij is tot
H935 H8804
mij gekomen
H5973
, om bij
H7901 H8800
mij te liggen
H7121 H8799
, en ik heb geroepen
H1419
met luider
H6963
stem;
15
H1961 H8799
En het geschiedde
H8085 H8800
, als hij hoorde
H3588
, dat
H6963
ik mijn stem
H7311 H8689
verhief
H7121 H8799
, en riep
H5800 H8799
, zo verliet hij
H899
zijn kleed
H681
bij
H5127 H8799
mij, en vluchtte
H3318 H8799
, en ging uit
H2351
naar buiten.
16
H3240 H8686
En zij leide
H899
zijn kleed
H681
bij
H5704
zich, totdat
H113
zijn heer
H413
in
H1004
zijn huis
H935 H8800
kwam.
17
H1696 H8762
Toen sprak zij
H413
tot
H428
hem naar diezelfde
H1697
woorden
H559 H8800
, zeggende
H5680
: De Hebreeuwse
H5650
knecht
H834
, dien
H935 H8689
gij ons hebt ingebracht
H413
, is tot
H935 H8804
mij gekomen
H6711 H8763
, om met mij te spotten.
18
H1961 H8799
En het is geschied
H6963
, als ik mijn stem
H7311 H8687
verhief
H7121 H8799
, en riep
H899
, dat hij zijn kleed
H681
bij
H5800 H8799
mij liet
H5127 H8799
, en vluchtte
H2351
naar buiten.
19
H1961 H8799
En het geschiedde
H113
, als zijn heer
H1697
de woorden
H802
zijner huisvrouw
H8085 H8800
hoorde
H834
, die
H413
zij tot
H1696 H8765
hem sprak
H559 H8800
, zeggende
H428
: Naar deze
H1697
zelfde woorden
H5650
heeft mij uw knecht
H6213 H8804
gedaan
H2734 H8799
, zo ontstak
H639
zijn toorn.
20
H3130
En Jozefs
H113
heer
H3947 H8799
nam
H853
hem
H5414 H8799
, en leverde
H413
hem in
H1004 H5470
het gevangenhuis
H4725
, ter plaatse
H834
, waar
H4428
des konings
H615
gevangenen
H631 H8803
gevangen waren
H1961 H8799
; alzo was hij
H8033
daar
H1004 H5470
in het gevangenhuis.
21
H3068
Doch de HEERE
H1961 H8799
was
H3130
met Jozef
H5186 H8799
, en wende
H2617
[Zijn] goedertierenheid
H413
tot
H5414 H8799
hem; en gaf
H2580
hem genade
H5869
in de ogen
H8269
van den overste
H1004 H5470
van het gevangenhuis.