44
G1161
En
G2036 G5627
Hij zeide
G846
tot hen
G3778
: Dit
G3056
zijn de woorden
G3739
, die
G4314
Ik tot
G5209
u
G2980 G5656
sprak
G2089
, als Ik nog
G4862
met
G5213
u
G5607 G5752
was
G3754
, [namelijk] dat
G3956
het alles
G1163 G5748
moest
G4137 G5683
vervuld worden
G3588
, wat
G4012
van
G1700
Mij
G1125 G5772
geschreven is
G1722
in
G3551
de Wet
G3475
van Mozes
G2532
, en
G4396
de Profeten
G2532
, en
G5568
Psalmen.
Luke 24:44 Cross References - DSV_Strongs
Genesis 3:15
Genesis 14:18
Genesis 22:18
Genesis 49:10
Leviticus 16:2-19
2
H3068
De HEERE
H559 H8799
dan zeide
H4872
tot Mozes
H1696 H8761
: Spreek
H251
tot uw broeder
H175
Aaron
H6256
, dat hij niet te allen tijde
H935 H8799
ga
H6944
in het heilige
H1004
, binnen
H6532
den voorhang
H6440
, voor
H3727
het verzoendeksel
H727
, dat op de ark
H4191 H8799
is, opdat hij niet sterve
H7200 H8735
; want Ik verschijn
H6051
in een wolk
H3727
op het verzoendeksel.
3
H2063
Hiermede
H175
zal Aaron
H6944
in het heilige
H935 H8799
gaan
H6499
: met een var
H1121
, een jong
H1241
rund
H2403
ten zondoffer
H352
, en een ram
H5930
ten brandoffer.
4
H6944
Hij zal den heiligen
H906
linnen
H3801
rok
H3847 H8799
aandoen
H906
, en een linnen
H4370
onderbroek
H1320
zal aan zijn vlees
H906
zijn, en met een linnen
H73
gordel
H2296 H8799
zal hij zich gorden
H906
, en met een linnen
H4701
hoed
H6801 H8799
bedekken
H1992
; dit
H6944
zijn heilige
H899
klederen
H1320
; daarom zal hij zijn vlees
H4325
met water
H7364 H8804
baden
H3847 H8804
, als hij ze zal aandoen.
5
H5712
En aan de vergadering
H1121
der kinderen
H3478
Israels
H3947 H8799
zal hij nemen
H8147
twee
H8163 H5795
geitenbokken
H2403
ten zondoffer
H259
, en een
H352
ram
H5930
ten brandoffer.
6
H175
Daarna zal Aaron
H6499
den var
H2403
des zondoffers
H1157
, die voor hem
H7126 H8689
zal zijn, offeren
H1004
, en zal voor zich en voor zijn huis
H3722 H8765
verzoening doen.
7
H8147
Hij zal ook beide
H8163
bokken
H3947 H8804
nemen
H5975 H8689
, en hij zal die stellen
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H6607
, aan de deur
H168
van de tent
H4150
der samenkomst.
8
H175
En Aaron
H1486
zal de loten
H8147
over die twee
H8163
bokken
H5414 H8804
werpen
H259
: een
H1486
lot
H3068
voor den HEERE
H259
, en een
H1486
lot
H5799
voor den weggaanden bok.
9
H175
Dan zal Aaron
H8163
den bok
H1486
, op denwelken het lot
H3068
voor den HEERE
H5927 H8804
zal gekomen zijn
H7126 H8689
, toebrengen
H2403
, en zal hem ten zondoffer
H6213 H8804
maken.
10
H8163
Maar de bok
H1486
, op denwelken het lot
H5927 H8804
zal gekomen zijn
H5799
, om een weggaande bok
H2416
te zijn, zal levend
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H5975 H8714
gesteld worden
H3722 H8763
, om door hem verzoening te doen
H5799
; opdat men hem als een weggaanden bok
H4057
naar de woestijn
H7971 H8763
uitlate.
11
H175
Aaron
H6499
dan zal den var
H2403
des zondoffers
H7126 H8689
, die voor hemzelven zal zijn, toebrengen
H1004
, en voor zichzelven en voor zijn huis
H3722 H8765
verzoening doen
H6499
, en zal den var
H2403
des zondoffers
H7819 H8804
, die voor hemzelven zal zijn, slachten.
12
H4289
Hij zal ook een wierookvat
H4393
vol
H784
vurige
H1513
kolen
H3947 H8804
nemen
H4196
van het altaar
H6440
, van voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H2651
, en zijn handen
H4393
vol
H7004
reukwerk
H5561
van welriekende specerijen
H1851
, klein gestoten
H1004
; en hij zal het binnen
H6532
den voorhang
H935 H8689
dragen.
13
H7004
En hij zal dat reukwerk
H784
op het vuur
H5414 H8804
leggen
H6440
, voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H6051
, opdat de nevel
H7004
des reukwerks
H3727
het verzoendeksel
H5715
, hetwelk is op de getuigenis
H3680 H8765
, bedekke
H4191 H8799
, en dat hij niet sterve.
14
H1818
En hij zal van het bloed
H6499
van den var
H3947 H8804
nemen
H676
, en zal met zijn vinger
H3727
op het verzoendeksel
H6924
oostwaarts
H5137 H8689
sprengen
H6440
; en voor
H3727
het verzoendeksel
H7651 H6471
zal hij zevenmaal
H676
met zijn vinger
H1818
van dat bloed
H5137 H8686
sprengen.
15
H8163
Daarna zal hij den bok
H2403
des zondoffers
H5971
, die voor het volk
H7819 H8804
zal zijn, slachten
H1818
, en zal zijn bloed
H1004
tot binnen
H6532
in den voorhang
H935 H8689
dragen
H1818
, en zal met zijn bloed
H6213 H8804
doen
H1818
, gelijk als hij met het bloed
H6499
van den var
H6213 H8804
gedaan heeft
H5137 H8689
, en zal dat sprengen
H3727
op het verzoendeksel
H6440
, en voor
H3727
het verzoendeksel.
16
H6944
Zo zal hij voor het heilige
H2932
, vanwege de onreinigheden
H1121
der kinderen
H3478
Israels
H6588
, en vanwege hun overtredingen
H2403
, naar al hun zonden
H3722 H8765
, verzoening doen
H6213 H8799
; en alzo zal hij doen
H168
aan de tent
H4150
der samenkomst
H7931 H8802
, welke met hen woont
H8432
in het midden
H2932
hunner onreinigheden.
17
H120
En geen mens
H168
zal in de tent
H4150
der samenkomst
H935 H8800
zijn, als hij zal ingaan
H6944
, om in het heilige
H3722 H8763
verzoening te doen
H3318 H8800
, totdat hij zal uitkomen
H3722 H8765
; alzo zal hij verzoening doen
H1004
, voor zichzelven, en voor zijn huis
H6951
, en voor de gehele gemeente
H3478
van Israel.
18
H4196
Daarna zal hij tot het altaar
H6440
, dat voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H3318 H8804
is, uitkomen
H3722 H8765
, en verzoening voor hetzelve doen
H1818
; en hij zal van het bloed
H6499
van den var
H1818
, en van het bloed
H8163
van den bok
H3947 H8804
nemen
H5414 H8804
, en doen
H5439
het rondom
H7161
op de hoornen
H4196
des altaars.
Numbers 21:8
Numbers 35:25
25
H5712
En de vergadering
H7523 H8802
zal den doodslager
H5337 H8689
redden
H3027
uit den hand
H1350 H8802 H1818
des bloedwrekers
H5712
, en de vergadering
H7725 H8689
zal hem doen wederkeren
H5892 H4733
tot zijn vrijstad
H5127 H8804
, waarheen hij gevloden was
H3427 H8804
; en hij zal daarin blijven
H4194
tot den dood
H1419 H3548
des hogepriesters
H6944
, dien men met de heilige
H8081
olie
H4886 H8804
gezalfd heeft.
Deuteronomy 18:15-19
15
H5030
Een Profeet
H7130
, uit het midden
H251
van u, uit uw broederen
H3068
, als mij, zal u de HEERE
H430
, uw God
H6965 H8686
, verwekken
H8085 H8799
; naar Hem zult gij horen;
16
H3068
Naar alles, wat gij van den HEERE
H430
, uw God
H2722
, aan Horeb
H3117
, ten dage
H6951
der verzameling
H7592 H8804
, geeist hebt
H559 H8800
, zeggende
H3254 H8686
: Ik zal niet voortvaren
H8085 H8800
te horen
H6963
de stem
H3068
des HEEREN
H430
, mijns Gods
H1419
, en ditzelve grote
H784
vuur
H7200 H8799
zal ik niet meer zien
H4191 H8799
, dat ik niet sterve.
17
H559 H8799
Toen zeide
H3068
de HEERE
H3190 H8689
tot mij: Het is goed
H1696 H8765
, wat zij gesproken hebben.
Psalms 2:1-12
1
H4100
Waarom
H7283 H8804
woeden
H1471
de heidenen
H1897 H8799
, en bedenken
H3816
de volken
H7385
ijdelheid?
2
H4428
De koningen
H776
der aarde
H3320 H8691
stellen zich op
H7336 H8802
, en de vorsten
H3245 H8738
beraadslagen
H3162
te zamen
H5921
tegen
H3068
den HEERE
H5921
, en tegen
H4899
Zijn Gezalfde, [zeggende]:
3
H853
Laat ons hun
H4147
banden
H5423 H8762
verscheuren
H5688
, en hun touwen
H4480
van ons
H7993 H8686
werpen.
4
H8064
Die in den hemel
H3427 H8802
woont
H7832 H8799
, zal lachen
H136
; de HEERE
H3932 H8799
zal hen bespotten.
5
H227
Dan
H413
zal Hij tot
H1696 H8762
hen spreken
H639
in Zijn toorn
H2740
, en in Zijn grimmigheid
H926 H8762
zal Hij hen verschrikken.
6
H589
Ik
H4428
toch heb Mijn Koning
H5258 H8804
gezalfd
H5921
over
H6726
Sion
H2022
, den berg
H6944
Mijner heiligheid.
7
H413
Ik zal van
H2706
het besluit
H5608 H8762
verhalen
H3068
: de HEERE
H413
heeft tot
H559 H8804
Mij gezegd
H859
: Gij
H1121
zijt Mijn Zoon
H3117
, heden
H3205 H8804
heb Ik U gegenereerd.
8
H7592 H8798
Eis
H4480
van
H1471
Mij, en Ik zal de heidenen
H5414 H8799
geven
H5159
tot Uw erfdeel
H657
, en de einden
H776
der aarde
H272
[tot] Uw bezitting.
9
H7489 H8799
Gij zult hen verpletteren
H1270
met een ijzeren
H7626
scepter
H5310 H8762
; Gij zult hen in stukken slaan
H3335 H8802 H3627
als een pottenbakkersvat.
10
H6258
Nu dan
H4428
, gij koningen
H7919 H8685
, handelt verstandiglijk
H3256 H8734
; laat u tuchtigen
H8199 H8802
, gij rechters
H776
der aarde!
Psalms 16:9-11
9
H3820
Daarom is mijn hart
H8055 H8804
verblijd
H3519
, en mijn eer
H1523 H8799
verheugt zich
H1320
; ook zal mijn vlees
H983
zeker
H7931 H8799
wonen.
Psalms 22:1-31
1
H4210
Een psalm
H1732
van David
H5329 H8764
, voor den opperzangmeester
H365
, op Aijeleth
H7837
hasschachar
H410
. [022:2] Mijn God
H410
, mijn God
H5800 H8804
! waarom hebt Gij mij verlaten
H7350
, verre
H3444
zijnde van mijn verlossing
H1697
, [van] de woorden
H7581
mijns brullens?
2
H430
[022:3] Mijn God
H7121 H8799
! Ik roep
H3119
des daags
H6030 H8799
, maar Gij antwoordt
H3915
niet; en des nachts
H1747
, en ik heb geen stilte.
3
H6918
[022:4] Doch Gij zijt heilig
H3427 H8802
, wonende
H8416
[onder] de lofzangen
H3478
Israels.
4
H1
[022:5] Op U hebben onze vaders
H982 H8804
vertrouwd
H982 H8804
; zij hebben vertrouwd
H6403 H8762
, en Gij hebt hen uitgeholpen.
5
H2199 H8804
[022:6] Tot U hebben zij geroepen
H4422 H8738
, en zijn uitgered
H982 H8804
; op U hebben zij vertrouwd
H954 H8804
, en zijn niet beschaamd geworden.
6
H8438
[022:7] Maar ik ben een worm
H376
en geen man
H2781
, een smaad
H120
van mensen
H959 H8803
, en veracht
H5971
van het volk.
7
H7200 H8802
[022:8] Allen, die mij zien
H3932 H8686
, bespotten
H6358 H0
mij; zij steken
H8193
de lip
H6358 H8686
uit
H5128 H8686
, zij schudden
H7218
het hoofd, [zeggende]:
8
H3068
[022:9] Hij heeft [het] op den HEERE
H1556 H8800
gewenteld
H6403 H8762
, dat Hij hem [nu] uithelpe
H5337 H8686
, dat Hij hem redde
H2654 H8804
, dewijl Hij lust aan hem heeft!
9
H990
[022:10] Gij zijt het immers, die mij uit den buik
H1518 H8801
hebt uitgetogen
H982 H8688
; die mij hebt doen vertrouwen
H517
, zijnde aan mijner moeders
H7699
borsten.
10
H7993 H8717
[022:11] Op U ben ik geworpen
H7358
van de baarmoeder
H990
af; van den buik
H517
mijner moeder
H410
aan zijt Gij mijn God.
11
H7368 H8799
[022:12] Zo wees niet verre
H6869
van mij, want benauwdheid
H7138
is nabij
H5826 H8802
; want er is geen helper.
12
H7227
[022:13] Vele
H6499
varren
H5437 H8804
hebben mij omsingeld
H47
, sterke
H1316
[stieren] van Basan
H3803 H8765
hebben mij omringd.
13
H6310
[022:14] Zij hebben hun mond
H6475 H8804
tegen mij opgesperd
H2963 H8802
, [als] een verscheurende
H7580 H8802
en brullende
H738
leeuw.
14
H8210 H8738
[022:15] Ik ben uitgestort
H4325
als water
H6106
, en al mijn beenderen
H6504 H8694
hebben zich vaneen gescheiden
H3820
; mijn hart
H1749
is als was
H4549 H8738
, het is gesmolten
H8432
in het midden
H4578
mijns ingewands.
15
H3581
[022:16] Mijn kracht
H3001 H8804
is verdroogd
H2789
als een potscherf
H3956
, en mijn tong
H1692 H8716
kleeft
H4455
aan mijn gehemelte
H8239 H8799
; en Gij legt
H6083
mij in het stof
H4194
des doods.
16
H3611
[022:17] Want honden
H5437 H8804
hebben mij omsingeld
H5712
; een vergadering
H7489 H8688
van boosdoeners
H5362 H8689
heeft mij omgeven
H3027
; zij hebben mijn handen
H7272
en mijn voeten
H3738 H8804 H8675 H738
doorgraven.
17
H6106
[022:18] Al mijn beenderen
H5608 H8762
zou ik kunnen tellen
H5027 H8686
; zij schouwen het aan
H7200 H8799
, zij zien op mij.
18
H2505 H8762
[022:19] Zij delen
H899
mijn klederen
H5307 H8686
onder zich, en werpen
H1486
het lot
H3830
over mijn gewaad.
19
H3068
[022:20] Maar Gij, HEERE
H7368 H8799
! wees niet verre
H360
; mijn Sterkte
H2363 H8798
! haast U
H5833
tot mijn hulp.
20
H5337 H8685
[022:21] Red
H5315
mijn ziel
H2719
van het zwaard
H3173
, mijn eenzame
H3027
van het geweld
H3611
des honds.
21
H3467 H8685
[022:22] Verlos
H738
mij uit des leeuwen
H6310
muil
H6030 H8804
; en verhoor
H7161
mij van de hoornen
H7214
der eenhoornen.
22
H8034
[022:23] Zo zal ik Uw Naam
H251
mijn broederen
H5608 H8762
vertellen
H8432
; in het midden
H6951
der gemeente
H1984 H8762
zal ik U prijzen.
23
H3068
[022:24] Gij, die den HEERE
H3373
vreest
H1984 H8761
! prijst
H2233
Hem; al gij zaad
H3290
van Jakob
H3513 H8761
! vereert
H1481 H8798
Hem; en ontziet u
H2233
voor Hem, al gij zaad
H3478
van Israel!
24
H959 H8804
[022:25] Want Hij heeft niet veracht
H8262 H8765
, noch verfoeid
H6039
de verdrukking
H6041
des verdrukten
H6440
, noch Zijn aangezicht
H5641 H8689
voor hem verborgen
H8085 H8804
; maar Hij heeft gehoord
H7768 H8763
, als die tot Hem riep.
25
H8416
[022:26] Van U zal mijn lof
H7227
zijn in een grote
H6951
gemeente
H5088
; ik zal mijn geloften
H7999 H8762
betalen
H3373
in tegenwoordigheid dergenen, die Hem vrezen.
26
H6035
[022:27] De zachtmoedigen
H398 H8799
zullen eten
H7646 H8799
en verzadigd worden
H3068
; zij zullen den HEERE
H1984 H8762
prijzen
H1875 H8802
, die Hem zoeken
H3824
; ulieder hart
H5703
zal in eeuwigheid
H2421 H8799
leven.
27
H657
[022:28] Alle einden
H776
der aarde
H2142 H8799
zullen het gedenken
H3068
, en zich tot den HEERE
H7725 H8799
bekeren
H4940
; en alle geslachten
H1471
der heidenen
H6440
zullen voor Uw aangezicht
H7812 H8691
aanbidden.
28
H4410
[022:29] Want het koninkrijk
H3068
is des HEEREN
H4910 H8802
, en Hij heerst
H1471
onder de heidenen.
29
H1879
[022:30] Alle vetten
H776
op aarde
H398 H8804
zullen eten
H7812 H8691
, en aanbidden
H6083
; allen, die in het stof
H3381 H8802
nederdalen
H6440
, zullen voor Zijn aangezicht
H3766 H8799
nederbukken
H5315
; en die zijn ziel
H2421 H8765
bij het leven niet kan houden.
Psalms 40:6-8
6
H2654 H8804
[040:7] Gij hebt geen lust gehad
H2077
aan slachtoffer
H4503
en spijsoffer
H241
; Gij hebt mij de oren
H3738 H8804
doorboord
H5930
; brandoffer
H2401
en zondoffer
H7592 H8804
hebt Gij niet geeist.
Psalms 69:1-36
1
H1732
[Een] [psalm] [van] David
H5329 H8764
, voor den opperzangmeester
H7799
, op Schoschannim
H3467 H8685
. [069:2] Verlos
H430
mij, o God
H4325
! want de wateren
H935 H8804
zijn gekomen
H5315
tot aan de ziel.
2
H2883 H8804
[069:3] Ik ben gezonken
H4688
in grondeloze
H3121
modder
H4613
, waar men niet kan staan
H935 H8804
; ik ben gekomen
H4615
in de diepten
H4325
der wateren
H7641
, en de vloed
H7857 H8804
overstroomt mij.
3
H3021 H8804
[069:4] Ik ben vermoeid
H7121 H8800
van mijn roepen
H1627
, mijn keel
H2787 H8738
is ontstoken
H5869
, mijn ogen
H3615 H8804
zijn bezweken
H3176 H8764
, daar ik ben hopende
H430
op mijn God.
4
H2600
[069:5] Die mij zonder oorzaak
H8130 H8802
haten
H7231 H8804
, zijn meer
H8185
dan de haren
H7218
mijns hoofds
H6789 H8688
; die mij zoeken te vernielen
H8267
, die mij om valse oorzaken
H341 H8802
vijand zijn
H6105 H8804
, zijn machtig geworden
H1497 H8804
; wat ik niet geroofd heb
H7725 H8686
, moet ik alsdan wedergeven.
5
H430
[069:6] O God
H3045 H8804
! Gij weet
H200
van mijn dwaasheid
H819
, en mijn schulden
H3582 H8738
zijn voor U niet verborgen.
6
H954 H8799
[069:7] Laat hen door mij niet beschaamd worden
H6960 H8802
, die U verwachten
H136
, o Heere
H3069
, HEERE
H6635
der heirscharen
H3637 H8735
, laat hen door mij niet te schande worden
H1245 H8764
, die U zoeken
H430
, o God
H3478
Israels!
7
H5375 H8804
[069:8] Want om Uwentwil draag ik
H2781
versmaadheid
H3639
; schande
H6440
heeft mijn aangezicht
H3680 H8765
bedekt.
8
H251
[069:9] Ik ben mijn broederen
H2114 H8716
vreemd geworden
H5237
, en onbekend
H517
aan mijner moeders
H1121
kinderen.
9
H7068
[069:10] Want de ijver
H1004
van Uw huis
H398 H8804
heeft mij verteerd
H2781
; en de smaadheden
H2778 H8802
dergenen, die U smaden
H5307 H8804
, zijn op mij gevallen.
10
H1058 H8799
[069:11] En ik heb geweend
H6685
in het vasten
H5315
mijner ziel
H2781
; maar het is mij geworden tot allerlei smaad.
11
H8242
[069:12] En ik heb een zak
H3830
tot mijn kleed
H5414 H8799
aangedaan
H4912
; maar ik ben hun tot een spreekwoord geworden.
12
H8179
[069:13] Die in de poort
H3427 H8802
zitten
H7878 H8799
, klappen
H5058
van mij; en ik ben een snarenspel
H7941
dergenen, die sterken drank
H8354 H8802
drinken.
13
H8605
[069:14] Maar mij aangaande, mijn gebed
H3068
is tot U, o HEERE
H6256
; er is een tijd
H7522
des welbehagens
H430
, o God
H7230
! door de grootheid
H2617
Uwer goedertierenheid
H6030 H8798
; verhoor
H571
mij door de getrouwheid
H3468
Uws heils.
14
H5337 H8685
[069:15] Ruk
H2916
mij uit het slijk
H2883 H8799
, en laat mij niet verzinken
H5337 H8735
; laat mij gered worden
H8130 H8802
van mijn haters
H4615
, en uit de diepten
H4325
der wateren.
15
H4325 H7641
[069:16] Laat de watervloed
H7857 H8799
mij niet overstromen
H4688
, en laat de diepte
H1104 H8799
mij niet verslinden
H875
; en laat den put
H6310
zijn mond
H332 H8799
over mij niet toesluiten.
16
H6030 H8798
[069:17] Verhoor
H3068
mij, o HEERE
H2617
, want Uw goedertierenheid
H2896
is goed
H6437 H8798
; zie mij aan
H7230
naar de grootheid
H7356
Uwer barmhartigheden.
17
H5641 H8686
[069:18] En verberg
H6440
Uw aangezicht
H5650
niet van Uw knecht
H6887 H8804
, want mij is bange
H4118
; haast U
H6030 H8798
, verhoor mij.
18
H7126 H8798
[069:19] Nader
H5315
tot mijn ziel
H1350 H8798
, bevrijd
H6299 H8798
ze; verlos
H341 H8802
mij om mijner vijanden wil.
19
H3045 H8804
[069:20] Gij weet
H2781
mijn versmaadheid
H1322
, en mijn schaamte
H3639
, en mijn schande
H6887 H8802
; al mijn benauwers zijn voor U.
20
H2781
[069:21] De versmaadheid
H3820
heeft mijn hart
H7665 H8804
gebroken
H5136 H8799
, en ik ben zeer zwak
H6960 H8762
; en ik heb gewacht
H5110 H8800
naar medelijden
H5162 H8764
, maar er is geen; en naar vertroosters
H4672 H8804
, maar heb ze niet gevonden.
21
H7219
[069:22] Ja, zij hebben mij gal
H1267
tot mijn spijs
H5414 H8799
gegeven
H6772
; en in mijn dorst
H2558
hebben zij mij edik
H8248 H8686
te drinken gegeven.
22
H7979
[069:23] Hun tafel
H6440
worde voor hun aangezicht
H6341
tot een strik
H7965
, en tot volle vergelding
H4170
tot een valstrik.
23
H5869
[069:24] Laat hun ogen
H2821 H8799
duister worden
H7200 H8800
, dat zij niet zien
H4975
; en doe hun lenden
H8548
gedurig
H4571 H8685
waggelen.
24
H8210 H8798
[069:25] Stort
H2195
over hen Uw gramschap
H2740
uit; en de hittigheid
H639
Uws toorns
H5381 H8686
grijpe hen aan.
25
H2918
[069:26] Hun paleis
H8074 H8737
zij verwoest
H168
; in hun tenten
H3427 H8802
zij geen inwoner.
26
H7291 H8804
[069:27] Want zij vervolgen
H5221 H8689
, dien Gij geslagen hebt
H5608 H8762
; en maken een praat
H4341
van de smart
H2491
Uwer verwonden.
27
H5414 H0
[069:28] Doe
H5771
misdaad
H5414 H8798
tot
H5771
hun misdaad
H935 H8799
, en laat hen niet komen
H6666
tot Uw gerechtigheid.
28
H4229 H8735
[069:29] Laat hen uitgedelgd worden
H5612
uit het boek
H2416
des levens
H6662
, en met de rechtvaardigen
H3789 H8735
niet aangeschreven worden.
29
H6041
[069:30] Doch ik ben ellendig
H3510 H8802
en in smart
H3444
; Uw heil
H430
, o God
H7682 H8762
! zette mij in een hoog vertrek.
30
H430
[069:31] Ik zal Gods
H8034
Naam
H1984 H8762
prijzen
H7892
met gezang
H8426
, en Hem met dankzegging
H1431 H8762
grootmaken.
31
H3068
[069:32] En het zal den HEERE
H3190 H8799
aangenamer zijn
H7794
dan een os
H7160 H8688
, [of] een gehoornde
H6499
var
H6536 H8688
, die [de] [klauwen] verdeelt.
32
H6035
[069:33] De zachtmoedigen
H7200 H8804
, dit gezien hebbende
H8055 H8799
, zullen zich verblijden
H430
; en gij, die God
H1875 H8802
zoekt
H3824
, ulieder hart
H2421 H8799
zal leven.
33
H3068
[069:34] Want de HEERE
H8085 H8802
hoort
H34
de nooddruftigen
H959 H8804
, en Hij veracht
H615
Zijn gevangenen niet.
34
H1984 H8762
[069:35] Dat Hem prijzen
H8064
de hemel
H776
en de aarde
H3220
, de zeeen
H7430 H8802
, en al wat daarin wriemelt.
Psalms 72:1-20
1
H8010
Voor Salomo
H430
. O God
H5414 H8798
! geef
H4428
den koning
H4941
Uw rechten
H6666
, en Uw gerechtigheid
H1121
den zoon
H4428
des konings.
2
H5971
Zo zal hij Uw volk
H1777 H8799
richten
H6664
met gerechtigheid
H6041
, en Uw ellendigen
H4941
met recht.
3
H2022
De bergen
H5971
zullen den volke
H7965
vrede
H5375 H8799
dragen
H1389
, ook de heuvelen
H6666
, met gerechtigheid.
4
H6041
Hij zal de ellendigen
H5971
des volks
H8199 H8799
richten
H1121
; hij zal de kinderen
H34
des nooddruftigen
H3467 H8686
verlossen
H6231 H8802
, en den verdrukker
H1792 H8762
verbrijzelen.
5
H3372 H8799
Zij zullen U vrezen
H5973
, zolang
H8121
de zon
H3394
en maan
H6440
zullen zijn
H1755
, van geslacht
H1755
tot geslacht.
6
H3381 H8799
Hij zal nederdalen
H4306
als een regen
H1488
op het nagras
H7241
, als de druppelen
H776
, die de aarde
H2222
bevochtigen.
7
H3117
In zijn dagen
H6662
zal de rechtvaardige
H6524 H8799
bloeien
H7230
, en de veelheid
H7965
van vrede
H3394
, totdat de maan niet meer zij.
8
H7287 H8799
En hij zal heersen
H3220
van de zee
H3220
tot aan de zee
H5104
, en van de rivier
H657
tot aan de einden
H776
der aarde.
9
H6728
De ingezetenen van dorre plaatsen
H6440
zullen voor zijn aangezicht
H3766 H8799
knielen
H341 H8802
, en zijn vijanden
H6083
zullen het stof
H3897 H8762
lekken.
10
H4428
De koningen
H8659
van Tharsis
H339
en de eilanden
H4503
zullen geschenken
H7725 H8686
aanbrengen
H4428
; de koningen
H7614
van Scheba
H5434
en Seba
H814
zullen vereringen
H7126 H8686
toevoeren.
11
H4428
Ja, alle koningen
H7812 H8691
zullen zich voor hem nederbuigen
H1471
, alle heidenen
H5647 H8799
zullen hem dienen.
12
H34
Want hij zal den nooddruftige
H5337 H8686
redden
H7768 H8764
, die daar roept
H6041
, mitsgaders den ellendige
H5826 H8802
, en die geen helper heeft.
13
H1800
Hij zal den arme
H34
en nooddruftige
H2347 H8799
verschonen
H5315
, en de zielen
H34
der nooddruftigen
H3467 H8686
verlossen.
14
H5315
Hij zal hun zielen
H8496
van list
H2555
en geweld
H1350 H8799
bevrijden
H1818
, en hun bloed
H3365 H8799
zal dierbaar zijn
H5869
in zijn ogen.
15
H2421 H8799
En hij zal leven
H5414 H8799
; en men zal hem geven
H2091
van het goud
H7614
van Scheba
H8548
, en men zal geduriglijk
H6419 H8691
voor hem bidden
H3117
; den gansen dag
H1288 H8762
zal men hem zegenen.
16
H6451
Is er een hand vol
H1250
koren
H776
in het land
H7218
op de hoogte
H2022
der bergen
H6529
, de vrucht
H7493 H8799
daarvan zal ruisen
H3844
als de Libanon
H5892
; en die van de stad
H6692 H8686
zullen bloeien
H6212
als het kruid
H776
der aarde.
17
H8034
Zijn naam
H5769
zal zijn tot in eeuwigheid
H6440
; zolang als
H8121
er de zon
H8034
is, zal zijn naam
H5125 H8735 H8675 H5125 H8686
van kind tot kind voortgeplant worden
H1288 H8691
; en zij zullen in hem gezegend worden
H1471
; alle heidenen
H833 H8762
zullen hem welgelukzalig roemen.
18
H1288 H8803
Geloofd
H3068
zij de HEERE
H430
God
H430
, de God
H3478
Israels
H6381 H8737
, Die alleen wonderen
H6213 H8802
doet.
Psalms 88:1-18
1
H7892
Een lied
H4210
, een psalm
H1121
voor de kinderen
H7141
van Korach
H5329 H8764
, voor den opperzangmeester
H4257
, op Machalath
H6031 H8763
Leannoth
H4905 H8688
; een onderwijzing
H1968
van Heman
H250
, den Ezrahiet
H3068
. [088:2] O HEERE
H430
, God
H3444
mijns heils
H3117
! bij dag
H3915
, bij nacht
H6817 H8804
roep ik voor U.
2
H8605
[088:3] Laat mijn gebed
H6440
voor Uw aanschijn
H935 H8799
komen
H5186 H8685
; neig
H241
Uw oor
H7440
tot mijn geschrei.
3
H5315
[088:4] Want mijn ziel
H7451
is der tegenheden
H7646 H8804
zat
H2416
, en mijn leven
H5060 H8689
raakt tot
H7585
aan het graf.
4
H2803 H8738
[088:5] Ik ben gerekend
H953
met degenen, die in de kuil
H3381 H8802
nederdalen
H1397
; ik ben geworden als een man
H353
, die krachteloos is;
5
H2670
[088:6] Afgezonderd
H4191 H8801
onder de doden
H2491
, gelijk de verslagenen
H6913
, die in het graf
H7901 H8802
liggen
H2142 H8804
, die Gij niet meer gedenkt
H1504 H8738
, en zij zijn afgesneden
H3027
van Uw hand.
6
H8482
[088:7] Gij hebt mij in den ondersten
H953
kuil
H7896 H8804
gelegd
H4285
, in duisternissen
H4688
, in diepten.
7
H2534
[088:8] Uw grimmigheid
H5564 H8804
ligt
H6031 H8765
op mij; Gij hebt [mij] nedergedrukt
H4867
met al Uw baren
H5542
. Sela.
8
H3045 H8794
[088:9] Mijn bekenden
H7368 H8689
hebt Gij verre van mij gedaan
H8441
, Gij hebt mij hun tot een groten gruwel
H7896 H8804
gesteld
H3607 H8803
; ik ben besloten
H3318 H8799
, en kan niet uitkomen.
9
H5869
[088:10] Mijn oog
H1669 H8804
treurt
H6040
vanwege verdrukking
H3068
; HEERE
H7121 H8804
! ik roep
H3117
tot U den gansen dag
H7849 H0
; ik strek
H3709
mijn handen
H7849 H8765
uit tot U.
10
H6382
[088:11] Zult Gij wonder
H6213 H8799
doen
H4191 H8801
aan de doden
H7496
? Of zullen de overledenen
H6965 H8799
opstaan
H3034 H8686
, zullen zij U loven
H5542
? Sela.
11
H2617
[088:12] Zal Uw goedertierenheid
H6913
in het graf
H5608 H8792
verteld worden
H530
, Uw getrouwheid
H11
in het verderf?
12
H6382
[088:13] Zullen Uw wonderen
H3045 H8735
bekend worden
H2822
in de duisternis
H6666
, en Uw gerechtigheid
H776
in het land
H5388
der vergetelheid?
13
H3068
[088:14] Maar ik, HEERE
H7768 H8765
! roep
H8605
tot U, en mijn gebed
H6923 H8762
komt U voor
H1242
in den morgenstond.
14
H3068
[088:15] HEERE
H2186 H8799
! waarom verstoot Gij
H5315
mijn ziel
H5641 H8686
, [en] verbergt
H6440
Uw aanschijn voor mij?
15
H5290
[088:16] Van der jeugd
H6041
aan ben ik bedrukt
H1478 H8802
en doodbrakende
H5375 H8804
; ik draag
H367
Uw vervaarnissen
H6323 H8799
, ik ben twijfelmoedig.
16
H2740
[088:17] Uw hittige toornigheden
H5674 H8804
gaan over
H1161
mij; Uw verschrikkingen
H6789 H8768
doen mij vergaan.
Psalms 109:4-20
4
H160
Voor mijn liefde
H7853 H8799
, staan zij mij tegen
H8605
; maar ik was [steeds] [in] [het] gebed.
5
H7451
En zij hebben mij kwaad
H2896
voor goed
H7760 H8799
opgelegd
H8135
, en haat
H160
voor mijn liefde.
6
H6485 H8685
Stel
H7563
een goddeloze
H7854
over hem, en de satan
H5975 H8799
sta
H3225
aan zijn rechterhand.
7
H8199 H8736
Als hij gericht wordt
H3318 H8799
, zo ga hij
H7563
schuldig
H8605
uit, en zijn gebed
H2401
zij tot zonde.
10
H1121
En dat zijn kinderen
H5128 H8800
hier en daar
H5128 H8799
omzwerven
H7592 H8765
, en bedelen
H2723
, en [de] [nooddruft] uit hun verwoeste plaatsen
H1875 H8804
zoeken.
11
H5383 H8802
Dat de schuldeiser
H5367 H8762
aansla
H2114 H8801
al wat hij heeft, en dat de vreemden
H3018
zijn arbeid
H962 H8799
roven.
12
H2617
Dat hij niemand hebbe, die weldadigheid
H4900 H8802
[over] [hem] uitstrekke
H3490
, en dat er niemand zij, die zijn wezen
H2603 H8802
genadig zij.
13
H319
Dat zijn nakomelingen
H3772 H8687
uitgeroeid worden
H8034
; hun naam
H4229 H8735
worde uitgedelgd
H312
in het andere
H1755
geslacht.
14
H5771
De ongerechtigheid
H1
zijner vaderen
H2142 H8735
worde gedacht
H3068
bij den HEERE
H2403
, en de zonde
H517
zijner moeder
H4229 H8735
worde niet uitgedelgd.
15
H8548
Dat zij gedurig
H3068
voor den HEERE
H3772 H0
zijn; en Hij roeie
H2143
hun gedachtenis
H3772 H8686
uit
H776
van de aarde.
16
H2142 H8804
Omdat hij niet gedacht heeft
H2617
weldadigheid
H6213 H8800
te doen
H6041
, maar heeft den ellendigen
H34
en den nooddruftigen
H376
man
H7291 H8799
vervolgd
H3512 H8737
, en den verslagene
H3824
van hart
H4191 H8788
, om [hem] te doden.
17
H7045
Dewijl hij den vloek
H157 H8799
heeft liefgehad
H935 H8799
, dat die hem overkome
H2654 H8804
, en geen lust gehad heeft
H1293
tot den zegen
H7368 H8799
, zo zij die verre van hem.
18
H3847 H8799
En hij zij bekleed
H7045
met den vloek
H4055
, als met zijn kleed
H935 H8799
, en dat die ga
H7130
tot in het binnenste
H4325
van hem als het water
H8081
, en als de olie
H6106
in zijn beenderen.
Psalms 110:1-7
1
H4210
Een psalm
H1732
van David
H3068
. De HEERE
H113
heeft tot mijn Heere
H5002 H8803
gesproken
H3427 H8798
: Zit
H3225
aan Mijn rechterhand
H341 H8802
, totdat Ik Uw vijanden
H7896 H8799
gezet zal hebben
H1916
tot een voetbank
H7272
Uwer voeten.
2
H3068
De HEERE
H4294
zal den scepter
H5797
Uwer sterkte
H7971 H8799
zenden
H6726
uit Sion
H7287 H8798
, [zeggende]: Heers
H7130
in het midden
H341 H8802
Uwer vijanden.
3
H5971
Uw volk
H5071
zal zeer gewillig zijn
H3117
op den dag
H2428
Uwer heirkracht
H6944
, in heilig
H1926
sieraad
H7358
; uit de baarmoeder
H4891
des dageraads
H2919
zal U de dauw
H3208
Uwer jeugd zijn.
4
H3068
De HEERE
H7650 H8738
heeft gezworen
H5162 H8735
, en het zal Hem niet berouwen
H3548
: Gij zijt Priester
H5769
in eeuwigheid
H1700
, naar de ordening
H4442
van Melchizedek.
5
H136
De HEERE
H3225
is aan Uw rechterhand
H4428
; Hij zal koningen
H4272 H8804
verslaan
H3117
ten dage
H639
Zijns toorns.
Psalms 118:22
Isaiah 7:14
Isaiah 9:6
6
H3206
[09:5] Want een Kind
H3205 H8795
is ons geboren
H1121
, een Zoon
H5414 H8738
is ons gegeven
H4951
, en de heerschappij
H7926
is op Zijn schouder
H7121 H8799
; en men noemt
H8034
Zijn naam
H6382
Wonderlijk
H3289 H8802
, Raad
H1368
, Sterke
H410
God
H1
, Vader
H5703
der eeuwigheid
H8269 H7965
, Vredevorst;
Isaiah 11:1-10
1
H2415
Want er zal een Rijsje
H3318 H8804
voortkomen
H1503
uit den afgehouwen tronk
H3448
van Isai
H5342
, en een Scheut
H8328
uit zijn wortelen
H6509 H8799
zal Vrucht voortbrengen.
2
H7307
En op Hem zal de Geest
H3068
des HEEREN
H5117 H8804
rusten
H7307
, de Geest
H2451
der wijsheid
H998
en des verstands
H7307
, de Geest
H6098
des raads
H1369
en der sterkte
H7307
, de Geest
H1847
der kennis
H3374
en der vreze
H3068
des HEEREN.
3
H7306 H8687
En Zijn rieken zal zijn
H3374
in de vreze
H3068
des HEEREN
H4758
; en Hij zal naar het gezicht
H5869
Zijner ogen
H8199 H8799
niet richten
H4926
; Hij zal ook naar het gehoor
H241
Zijner oren
H3198 H8686
niet bestraffen.
4
H1800
Maar Hij zal de armen
H6664
met gerechtigheid
H8199 H8804
richten
H6035
, en de zachtmoedigen
H776
des lands
H4334
met rechtmatigheid
H3198 H8689
bestraffen
H776
; doch Hij zal de aarde
H5221 H8689
slaan
H7626
met de roede
H6310
Zijns monds
H7307
, en met den adem
H8193
Zijner lippen
H7563
zal Hij den goddeloze
H4191 H8686
doden.
5
H6664
Want gerechtigheid
H232
zal de gordel
H4975
Zijner lendenen
H530
zijn; ook zal de waarheid
H232
de gordel
H2504
Zijner lendenen zijn.
6
H2061
En de wolf
H3532
zal met het lam
H1481 H8804
verkeren
H5246
, en de luipaard
H1423
bij den geitenbok
H7257 H8799
nederliggen
H5695
; en het kalf
H3715
, en de jonge leeuw
H4806
, en het mestvee
H3162
te zamen
H6996
, en een klein
H5288
jongske
H5090 H8802
zal ze drijven.
7
H6510
De koe
H1677
en de berin
H3162
zullen te zamen
H7462 H8799
weiden
H3206
, haar jongen
H7257 H8799
zullen [te] [zamen] nederliggen
H738
, en de leeuw
H8401
zal stro
H398 H8799
eten
H1241
, gelijk de os.
8
H3243 H8802
En een zoogkind
H8173 H8773
zal zich vermaken
H2352
over het hol
H6620
van een adder
H1580 H8803
; en een gespeend kind
H3027
zal zijn hand
H1911 H8804
uitsteken
H3975
in de kuil
H6848
van den basilisk.
Isaiah 28:16
Isaiah 40:1-11
2
H1696 H8761
Spreekt
H3820
naar het hart
H3389
van Jeruzalem
H7121 H8798
, en roept haar toe
H6635
, dat haar strijd
H4390 H8804
vervuld is
H5771
, dat haar ongerechtigheid
H7521 H8738
verzoend is
H3027
, dat zij van de hand
H3068
des HEEREN
H3718
dubbel
H3947 H8804
ontvangen heeft
H2403
voor al haar zonden.
3
H6963
Een stem
H7121 H8802
des roependen
H4057
in de woestijn
H6437 H8761
: Bereidt
H1870
den weg
H3068
des HEEREN
H3474 H8761
, maakt recht
H6160
in de wildernis
H4546
een baan
H430
voor onzen God!
4
H1516
Alle dalen
H5375 H8735
zullen verhoogd worden
H2022
, en alle bergen
H1389
en heuvelen
H8213 H8799
zullen vernederd worden
H6121
; en wat krom
H4334
is, dat zal recht
H7406
, en wat hobbelachtig
H1237
is, dat zal tot een vallei gemaakt worden.
5
H3519
En de heerlijkheid
H3068
des HEEREN
H1540 H8738
zal geopenbaard worden
H1320
; en alle vlees
H3162
te gelijk
H7200 H8804
zal zien
H6310
, dat [het] de mond
H3068
des HEEREN
H1696 H8765
gesproken heeft.
6
H6963
Een stem
H559 H8802
zegt
H7121 H8798
: Roept
H559 H8804
! En hij zegt
H7121 H8799
: Wat zal ik roepen
H1320
? Alle vlees
H2682
is gras
H2617
, en al zijn goedertierenheid
H6731
als een bloem
H7704
des velds.
7
H2682
Het gras
H3001 H8804
verdort
H6731
, de bloem
H5034 H8804
valt af
H7307
, als de Geest
H3068
des HEEREN
H5380 H8804
daarin blaast
H403
; voorwaar
H5971
, het volk
H2682
is gras.
8
H2682
Het gras
H3001 H8804
verdort
H6731
, de bloem
H5034 H8804
valt af
H1697
; maar het Woord
H430
onzes Gods
H6965 H8799
bestaat
H5769
in der eeuwigheid.
9
H6726
O Sion
H1319 H8764
, gij verkondigster van goede boodschap
H5927 H8798
, klim op
H1364
een hogen
H2022
berg
H3389
; o Jeruzalem
H1319 H8764
, gij verkondigster van goede boodschap
H7311 H0
, hef
H6963
uw stem
H7311 H8685
op
H3581
met macht
H7311 H8685
, hef ze op
H3372 H8799
, vrees
H559 H8798
niet, zeg
H5892
den steden
H3063
van Juda
H430
: Zie [hier] is uw God!
Isaiah 42:1-4
1
H5650
Ziet, Mijn Knecht
H8551 H8799
, Dien Ik ondersteun
H972
, Mijn Uitverkorene
H5315
, [in] [Denwelken] Mijn ziel
H7521 H8804
een welbehagen heeft
H7307
! Ik heb Mijn geest
H5414 H8804
op Hem gegeven
H4941
; Hij zal het recht
H1471
den heidenen
H3318 H8686
voortbrengen.
2
H6817 H8799
Hij zal niet schreeuwen
H5375 H8799
, noch Zijn [stem] verheffen
H6963
, noch Zijn stem
H2351
op de straat
H8085 H8686
horen laten.
Isaiah 49:1-8
1
H8085 H8798
Hoort
H339
naar Mij, gij eilanden
H7181 H8685
! en luistert toe
H3816
, gij volken
H7350
van verre
H3068
! De HEERE
H7121 H8804
heeft Mij geroepen
H990
van den buik
H517
af, van Mijner moeders
H4578
ingewand
H8034
af heeft Hij Mijn Naam
H2142 H8689
gemeld.
2
H6310
En Hij heeft Mijn mond
H7760 H8799
gemaakt
H2299
als een scherp
H2719
zwaard
H6738
, onder de schaduw
H3027
Zijner hand
H2244 H8689
heeft Hij Mij bedekt
H1305 H8803
; en Hij heeft Mij tot een zuiveren
H2671
pijl
H7760 H8799
gesteld
H827
, in Zijn pijlkoker
H5641 H8689
heeft Hij Mij verborgen.
3
H559 H8799
En Hij heeft tot Mij gezegd
H5650
: Gij zijt Mijn Knecht
H3478
, Israel
H6286 H8691
, door Welken Ik verheerlijkt zal worden.
4
H559 H8804
Doch Ik zeide
H7385
: Ik heb te vergeefs
H3021 H8804
gearbeid
H3581
, Ik heb Mijn kracht
H8414
onnuttelijk
H1892
en ijdellijk
H3615 H8765
toegebracht
H403
; gewisselijk
H4941
, Mijn recht
H3068
is bij den HEERE
H6468
, en Mijn werkloon
H430
is bij Mijn God.
5
H559 H8804
En nu zegt
H3068
de HEERE
H990
, Die Mij Zich van [moeders] buik
H5650
af tot een Knecht
H3335 H8802
geformeerd heeft
H3290
, dat Ik Jakob
H7725 H8788
tot Hem wederbrengen zou
H3478
; maar Israel
H622 H8735
zal zich niet verzamelen laten
H3513 H8735
; nochtans zal Ik verheerlijkt worden
H5869
in de ogen
H3068
des HEEREN
H430
, en Mijn God
H5797
zal Mijn Sterkte zijn.
6
H559 H8799
Verder zeide Hij
H7043 H8738
: Het is te gering
H5650
, dat Gij Mij een Knecht
H6965 H8687
zoudt zijn, om op te richten
H7626
de stammen
H3290
van Jakob
H7725 H8687
, en om weder te brengen
H5341 H8803 H8675 H5336
de bewaarden
H3478
in Israel
H5414 H8804
; Ik heb U ook gegeven
H216
tot een Licht
H1471
der heidenen
H3444
, om Mijn heil
H7097
te zijn tot aan het einde
H776
der aarde.
7
H559 H8804
Alzo zegt
H3068
de HEERE
H1350 H8802
, de Verlosser
H3478
van Israel
H6918
, Zijn Heilige
H960
, tot de verachte
H5315
ziel
H1471
, tot Dien, aan Welken het volk
H8581 H8764
een gruwel heeft
H5650
, tot den Knecht
H4910 H8802
dergenen, die heersen
H4428
: Koningen
H7200 H8799
zullen het zien
H6965 H8804
en opstaan
H8269
, [ook] vorsten
H7812 H8691
, en zij zullen zich [voor] [U] buigen
H3068
; om des HEEREN
H539 H8737
wil, Die getrouw
H6918
is, om den Heilige
H3478
Israels
H977 H8799
, Die U verkoren heeft.
8
H559 H8804
Alzo zegt
H3068
de HEERE
H6256
: In dien tijd
H7522
des welbehagens
H6030 H8804
heb Ik U verhoord
H3117
, en ten dage
H3444
des heils
H5826 H8804
heb Ik U geholpen
H5341 H8799
; en Ik zal U bewaren
H5414 H8799
, en Ik zal U geven
H1285
tot een verbond
H5971
des volks
H776
, om het aardrijk
H6965 H8687
op te richten
H8074 H8802
, om de verwoeste
H5159
erfenissen
H5157 H8687
te doen beerven;
Isaiah 50:2-6
2
H935 H8804
Waarom kwam Ik
H376
, en er was niemand
H7121 H8804
, [waarom] riep Ik
H6030 H8802
, en niemand antwoordde
H3027
? Is Mijn hand
H7114 H8800
dus gans
H7114 H8804
kort geworden
H6304
, dat zij niet verlossen kan
H3581
, of is er in Mij geen kracht
H5337 H8687
om uit te redden
H1606
? Ziet, door Mijn schelding
H3220
maak Ik de zee
H2717 H8686
droog
H7760 H8799
, Ik stel
H5104
de rivieren
H4057
[tot] een woestijn
H1710
, dat haar vis
H887 H8799
stinkt
H4325
, omdat er geen water
H4191 H8799
is, en sterft
H6772
van dorst.
3
H3847 H8686
Ik bekleed
H8064
den hemel
H6940
met zwartheid
H7760 H8799
, en stel
H8242
een zak
H3682
[tot] zijn deksel.
4
H136
De Heere
H3069
HEERE
H3956
heeft Mij een tong
H3928
der geleerden
H5414 H8804
gegeven
H3045 H8800
, opdat Ik wete
H3287
met den moede
H1697
een woord
H5790 H8800
ter rechter tijd te spreken
H5782 H8686
; Hij wekt
H1242
allen
H1242
morgen
H5782 H8686
, Hij wekt
H241
Mij het oor
H8085 H8800
, dat Ik hore
H3928
, gelijk die geleerd worden.
Isaiah 52:13-53:12
Isaiah 61:1-3
1
H7307
De Geest
H136
des Heeren
H3069
HEEREN
H3068
is op Mij, omdat de Heere
H4886 H8804
Mij gezalfd heeft
H1319 H8763
, om een blijde boodschap te brengen
H6035
den zachtmoedigen
H7971 H8804
; Hij heeft Mij gezonden
H2280 H8800
om te verbinden
H7665 H8737
de gebrokenen
H3820
van harte
H7617 H8803
, om den gevangenen
H1865
vrijheid
H7121 H8800
uit te roepen
H631 H8803
, en den gebondenen
H6495
opening der gevangenis;
2
H7121 H8800
Om uit te roepen
H8141
het jaar
H7522
van het welbehagen
H3068
des HEEREN
H3117
, en den dag
H5359
der wraak
H430
onzes Gods
H57
; om alle treurigen
H5162 H8763
te troosten;
3
H57
Om den treurigen
H6726
Sions
H7760 H8800
te beschikken
H5414 H8800
dat hun gegeven worde
H6287
sieraad
H665
voor as
H8081 H8342
, vreugdeolie
H60
voor treurigheid
H4594
, het gewaad
H8416
des lofs
H3544
voor een benauwden
H7307
geest
H7121 H8795
; opdat zij genaamd worden
H352
eikebomen
H6664
der gerechtigheid
H4302
, een planting
H3068
des HEEREN
H6286 H8692
, opdat Hij verheerlijkt worde.
Jeremiah 23:5
5
H3117
Ziet, de dagen
H935 H8802
komen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H1732
, dat Ik aan David
H6662
een rechtvaardige
H6780
Spruit
H6965 H8689
zal verwekken
H4428
; Die zal Koning
H4427 H8804
zijnde regeren
H7919 H8689
, en voorspoedig zijn
H4941
, en recht
H6666
en gerechtigheid
H6213 H8804
doen
H776
op de aarde.
Jeremiah 33:14
Ezekiel 17:22
22
H559 H8804
Alzo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H6788
: Ik zal ook van den oppersten tak
H7311 H8802
des hogen
H730
ceders
H3947 H8804
nemen
H5414 H8804
, dat Ik zetten zal
H7218
; van het opperste
H3127
zijner jonge takjes
H7390
zal Ik een tederen
H6998 H8799
afplukken
H1364
, denwelken Ik op een hogen
H8524 H8803
en verhevenen
H2022
berg
H8362 H8804
planten zal;
Ezekiel 34:23
Daniel 2:44
44
H3118
Doch in de dagen
H581
van die
H4430
koningen
H426
zal de God
H8065
des hemels
H4437
een Koninkrijk
H6966 H8681
verwekken
H5957
, dat in der eeuwigheid
H3809
niet
H2255 H8721
zal verstoord worden
H4437
; en dat Koninkrijk
H3809
zal aan geen
H321
ander
H5972
volk
H7662 H8721
overgelaten worden
H3606
; het zal al
H459
die
H4437
koninkrijken
H1855 H8681
vermalen
H5487 H8681
, en te niet doen
H1932
, maar zelf
H5957
zal het in alle eeuwigheid
H6966 H8748
bestaan.
Daniel 7:13
13
H1934 H8754 H2370 H8751
[Verder] zag ik
H3916 H2376
in de nachtgezichten
H718
, en ziet
H858 H8750
, er kwam Een
H5974
met
H6050
de wolken
H8065
des hemels
H606
, als eens mensen
H1247
zoon
H4291 H8754
, en Hij kwam
H5705
tot
H6268
den Oude
H3118
van dagen
H6925
, en zij deden Hem voor
H7127 H8684
Denzelven naderen.
Daniel 9:24-27
24
H7657
Zeventig
H7620
weken
H2852 H8738
zijn bestemd
H5971
over uw volk
H6944
, en over uw heilige
H5892
stad
H6588
, om de overtreding
H3607 H8763
te sluiten
H2403
, en om de zonden
H8552 H8687 H8675 H2856 H8800
te verzegelen
H5771
, en om de ongerechtigheid
H3722 H8763
te verzoenen
H5769
, en om een eeuwige
H6664
gerechtigheid
H935 H8687
aan te brengen
H2377
, en om het gezicht
H5030
, en den profeet
H2856 H8800
te verzegelen
H6944
, en om de heiligheid
H6944
der heiligheden
H4886 H8800
te zalven.
25
H3045 H8799
Weet
H7919 H8686
dan, en versta
H4161
: van den uitgang
H1697
des woords
H7725 H8687
, om te doen wederkeren
H3389
, en om Jeruzalem
H1129 H8800
te bouwen
H4899
, tot op Messias
H5057
, den Vorst
H7651
, zijn zeven
H7620
weken
H8147
, en twee
H8346
en zestig
H7620
weken
H7339
; de straten
H2742
, en de grachten
H7725 H8799
zullen wederom
H1129 H8738
gebouwd worden
H6695
, doch in benauwdheid
H6256
der tijden.
26
H310
En na
H8147
die twee
H8346
en zestig
H7620
weken
H4899
zal de Messias
H3772 H8735
uitgeroeid worden
H5971
, maar het zal niet voor Hem zelven zijn; en een volk
H5057
des vorsten
H935 H8802
, hetwelk komen zal
H5892
, zal de stad
H6944
en het heiligdom
H7843 H8686
verderven
H7093
, en zijn einde
H7858
zal zijn met een overstromenden vloed
H7093
, en tot het einde
H4421
toe zal er krijg
H2782 H8737
zijn, [en] vastelijk besloten
H8074 H8802
verwoestingen.
27
H7227
En hij zal velen
H1285
het verbond
H1396 H8689
versterken
H259
een
H7620
week
H2677
; en [in] de helft
H7620
der week
H2077
zal hij het slachtoffer
H4503
en het spijsoffer
H7673 H8686
doen ophouden
H8251
, en over den gruwelijken
H3671
vleugel
H8074 H8789
zal een verwoester zijn
H3617
, ook tot de voleinding
H2782 H8737
toe, die vastelijk besloten zijnde
H5413 H8799
, zal uitgestort worden
H8074 H8802
over den verwoeste.
Hosea 1:7-11
7
H1004
Maar over het huis
H3063
van Juda
H7355
zal Ik Mij ontfermen
H3467
, en zal ze verlossen
H3068
door den HEERE
H430
, hun God
H3467
, en Ik zal ze niet verlossen
H7198
door boog
H2719
, noch door zwaard
H4421
, noch door krijg
H5483
, door paarden
H6571
noch door ruiteren.
8
H3819
Als zij nu Lo-ruchama
H1580
gespeend had
H2029
, ontving zij
H3205
, en baarde
H1121
een zoon.
9
H559
En Hij zeide
H7121
: Noem
H8034
zijn naam
H3818
Lo-ammi
H5971
; want gijlieden zijt Mijn volk niet, zo zal Ik [ook] de uwe niet zijn.
10
H4557
Nochtans zal het getal
H1121
der kinderen
H3478
Israels
H2344
zijn als het zand
H3220
der zee
H4058
, dat niet gemeten
H5608
noch geteld kan worden
H4725
; en het zal geschieden dat ter plaatse
H559
, waar tot hen gezegd zal zijn
H5971
: Gijlieden zijt Mijn volk niet
H559
; tot hen gezegd zal worden
H1121
: Gij zijt kinderen
H2416
des levenden
H410
Gods.
Hosea 3:5
Joel 2:28-32
28
H310 H3651
En daarna
H1961 H8804
zal het geschieden
H7307
, dat Ik Mijn Geest
H8210 H8799
zal uitgieten
H5921
over
H3605
alle
H1320
vlees
H1121
, en uw zonen
H1323
en uw dochteren
H5012 H8738
zullen profeteren
H2205
; uw ouden
H2472
zullen dromen
H2492 H8799
dromen
H970
, uw jongelingen
H2384
zullen gezichten
H7200 H8799
zien;
29
H1571
Ja, ook
H5921
over
H5650
de dienstknechten
H5921
, en over
H8198
de dienstmaagden
H1992
, zal Ik in die
H3117
dagen
H7307
Mijn Geest
H8210 H8799
uitgieten.
30
H4159
En Ik zal wondertekenen
H5414 H8804
geven
H8064
in den hemel
H776
en op de aarde
H1818
: bloed
H784
, en vuur
H8490 H6227
, en rookpilaren.
31
H8121
De zon
H2015 H8735
zal veranderd worden
H2822
in duisternis
H3394
, en de maan
H1818
in bloed
H6440
, eer dat
H1419
die grote
H3372 H8737
en vreselijke
H3117
dag
H3068
des HEEREN
H935 H8800
komt.
32
H1921 H8804
En het zal geschieden
H3605
, al
H834
wie
H8034
den Naam
H3068
des HEEREN
H7121 H8799
zal aanroepen
H4422 H8735
, zal behouden worden
H3588
; want
H2022
op den berg
H6726
Sions
H3389
en te Jeruzalem
H6413
zal ontkoming
H1921 H8799
zijn
H3068
, gelijk als834 de HEERE
H559 H8804
gezegd heeft
H8300
; en dat, bij de overgeblevenen
H834
, die
H3068
de HEERE
H7121 H8802
zal roepen.
Amos 9:11
11
H1931
Te dien
H3117
dage
H5307 H8802
zal Ik de vervallen
H5521
hut
H1732
van David
H6965 H8686
weder oprichten
H6556
, en Ik zal haar reten
H1443 H8804
vertuinen
H2034
, en wat aan haar is afgebroken
H6965 H8686
, weder oprichten
H1129 H8804
, en zal ze bouwen
H3117
, als [in] de dagen
H5769
van ouds;
Micah 5:1-4
1
H6258
[04:14] Nu
H1413 H8704
, rot u
H1416
met benden
H1323
, gij dochter
H1416
der bende
H4692
, hij zal een belegering
H5921
tegen
H7760 H8804
ons stellen
H8199 H8802
; zij zullen den rechter
H3478
Israels
H7626
met de roede
H5921
op
H3895
het kinnebakken
H5221 H8686
slaan.
2
H859
[05:1] En gij
H1035
, Bethlehem
H672
Efratha
H6810
! zijt gij klein
H1961 H8800
om te wezen
H505
onder de duizenden
H3063
van Juda
H4480
? Uit
H3318 H8799
u zal Mij voortkomen
H4910 H8802
, Die een Heerser
H1961 H8800
zal zijn
H3478
in Israel
H4163
, en Wiens uitgangen
H4480
zijn van
H6924
ouds
H4480
, van
H3117
de dagen
H5769
der eeuwigheid.
3
H3651
[05:2] Daarom
H5414 H8799
zal Hij henlieden overgeven
H5704
, tot
H6256
den tijd
H3205 H8802
toe, dat zij, die baren zal
H3205 H8804
, gebaard hebbe
H3499
; dan zullen de overigen
H251
Zijner broederen
H7725 H8799
zich bekeren
H5921
met
H1121
de kinderen
H3478
Israels.
4
H5975 H8804
[05:3] En Hij zal staan
H7462 H8804
, en zal weiden
H5797
in de kracht
H3068
des HEEREN
H1347
, in de hoogheid
H8034
van den Naam
H3068
des HEEREN
H430
, Zijns Gods
H3427 H8804
, en zij zullen wonen
H3588
, want
H6258
nu
H1431 H8799
zal Hij groot zijn
H5704
tot
H657
aan de einden
H776
der aarde.
Haggai 2:7-9
7
H3605
[02:8] Ja, Ik zal al
H853
de
H1471
heidenen
H7493 H8689
doen beven
H935 H8804
, en zij zullen komen
H2532
[tot] den Wens
H3605
aller
H1471
heidenen
H4390 H0
, en Ik zal
H853
,
H2088
dit
H1004
huis
H3519
met heerlijkheid
H4390 H8765
vervullen
H559 H8804
, zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen.
8
H3701
[02:9] Mijn is het zilver
H2091
, en Mijn is het goud
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen.
9
H3519
[02:10] De heerlijkheid
H2088
van dit
H314
laatste
H1004
huis
H1419
zal groter
H1961 H8799
worden
H4480
, dan
H7223
van het eerste
H5002 H8803
, zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H2088
; en in deze
H4725
plaats
H7965
zal Ik vrede
H5414 H8799
geven
H559 H8804
, spreekt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen.
Zechariah 6:12
12
H559 H8804
En spreek
H413
tot
H559 H8800
hem, zeggende
H3541
: Alzo
H559 H8804
spreekt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H559 H8800
, zeggende
H2009
: Ziet
H376
, een Man
H8034
, Wiens naam
H6780
is SPRUITE
H6779 H8799
, Die zal uit Zijn plaats spruiten
H3068
, en Hij zal des HEEREN
H1964
tempel
H1129 H8804
bouwen.
Zechariah 9:9
9
H1523 H8798
Verheug u
H3966
zeer
H1323
, gij dochter
H6726
Sions
H7321 H8685
! juich
H1323
, gij dochter
H3389
Jeruzalems
H2009
! Ziet
H4428
, uw Koning
H935 H8799
zal u komen
H6662
, rechtvaardig
H1931
, en Hij
H3467 H8737
is een Heiland
H6041
; arm
H7392 H8802
, en rijdende
H5921
op
H2543
een ezel
H5921
, en op
H5895
een veulen
H1121
, een jong
H860
der ezelinnen.
Zechariah 11:8-13
8
H7969
En ik heb drie
H7462 H8802
herders
H259
in een
H3391
maand
H3582 H8686
afgesneden
H5315
; want mijn ziel
H7114 H8799
was over hen verdrietig geworden
H1571
, en ook
H5315
had hun ziel
H973 H8804
een walg van mij.
9
H559 H8799
En ik zeide
H3808
: Ik zal ulieden niet
H7462 H8799
[meer] weiden
H4191 H8801
; wat sterft
H4191 H8799
, dat sterve
H3582 H8737
, en wat afgesneden is
H3582 H8735
, dat zij afgesneden
H7604 H8737
, en dat de overgeblevenen
H802
de een
H7468
des anderen
H1320
vlees
H398 H8799
verslinden.
10
H3947 H8799
En ik nam
H4731
mijn stok
H5278
LIEFELIJKHEID
H1438 H8799
, en ik verbrak
H853
denzelven
H6565 H8687
, te niet doende
H1285
mijn verbond
H834
, hetwelk
H3605
ik met al
H5971
deze volken
H3772 H8804
gemaakt had.
11
H1931
Dus werd het te dien
H3117
dage
H6565 H8714
vernietigd
H3651
, en alzo
H6041
hebben de ellendigen
H6629
onder de schapen
H854
, die op
H8104 H8802
mij wachtten
H3045 H8799
, bekend
H3588
, dat
H1931
het
H3068
des HEEREN
H1697
woord was.
12
H413
Want ik had tot
H559 H8799
henlieden gezegd
H518
: Indien
H2896
het goed
H5869
is in uw ogen
H3051 H8798
, brengt
H7939
mijn loon
H518
, en zo
H3808
niet
H2308 H8798
, laat het na
H7939
. En zij hebben mijn loon
H8254 H8799
gewogen
H7970
, dertig
H3701
zilverlingen.
13
H3068
Doch de HEERE
H559 H8799
zeide
H413
tot
H7993 H8685
mij: Werp ze henen
H413
voor
H3335 H8802
den pottenbakker
H145
: een heerlijken
H3366
prijs
H834
, dien
H3365 H8804
ik waard geacht ben geweest
H4480 H5921
van
H3947 H8799
hen! En ik nam
H7970
die dertig
H3701
zilverlingen
H7993 H8686
, en wierp
H853
ze
H1004
[in] het huis
H3068
des HEEREN
H413
, voor
H3335 H8802
den pottenbakker.
Zechariah 12:10
10
H5921
Doch over
H1004
het huis
H1732
Davids
H5921
, en over
H3427 H8802
de inwoners
H3389
van Jeruzalem
H8210 H8804
, zal Ik uitstorten
H7307
den Geest
H2580
der genade
H8469
en der gebeden
H413
; en zij zullen Mij
H5027 H8689
aanschouwen
H853 H834
, Dien
H1856 H8804
zij doorstoken hebben
H5921
, en zij zullen over
H5594 H8804
Hem rouwklagen
H4553
, als [met] de rouwklage
H5921
over
H3173
een enigen
H5921
zoon; en zij zullen over
H4843 H8687
Hem bitterlijk kermen
H4843 H8687
, gelijk men bitterlijk kermt
H5921
over
H1060
een eerstgeborene.
Zechariah 13:7
7
H2719
Zwaard
H5782 H8798
! ontwaak
H5921
tegen
H7462 H8802
Mijn Herder
H5921
, en tegen
H1397
den Man
H5997
, Die Mijn Metgezel
H5002 H8803
is, spreekt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H5221 H8685
; sla
H7462 H8802
dien Herder
H6629
, en de schapen
H6327 H8799
zullen verstrooid worden
H3027
; maar Ik zal Mijn hand
H5921
tot
H6819 H8802
de kleinen
H7725 H8689
wenden.
Zechariah 14:4
4
H7272
En Zijn voeten
H1931
zullen te dien
H3117
dage
H5975 H8804
staan
H5921
op
H2022 H2132
den Olijfberg
H834
, die
H5921 H6440
voor
H3389
Jeruzalem
H4480
ligt, tegen
H6924
het oosten
H2022 H2132
; en de Olijfberg
H4480
zal in
H2677
tweeen
H1234 H8738
gespleten worden
H4217
naar het oosten
H3220
, en naar het westen
H3966
, [zodat] er een zeer
H1419
grote
H1516
vallei
H2677
zal zijn; en de ene helft
H2022
des bergs
H4185 H8804
zal wijken
H6828
naar het noorden
H2677
, en de helft
H5045
deszelven naar het zuiden.
Malachi 3:1-3
1
H2009
Ziet
H7971 H8802
, Ik zende
H4397
Mijn engel
H6440
, die voor Mijn aangezicht
H1870
den weg
H6437 H8765
bereiden zal
H6597
; en snellijk
H413
zal tot
H1964
Zijn tempel
H935 H8799
komen
H113
die Heere
H834
, Dien
H859
gijlieden
H1245 H8764
zoekt
H4397
, te weten de Engel
H1285
des verbonds
H834
, aan Denwelken
H859
gij
H2655
lust
H2009
hebt; ziet
H935 H8804
, Hij komt
H559 H8804
, zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen.
2
H4310
Maar wie
H3117
zal den dag
H935 H8800
Zijner toekomst
H3557 H8772
verdragen
H4310
, en wie
H5975 H8802
zal bestaan
H7200 H8736
, als Hij verschijnt
H3588
? Want
H1931
Hij
H784
zal zijn als het vuur
H6884 H8764
van een goudsmid
H1287
, en als zeep
H3526 H8764
der vollers.
3
H3427 H8804
En Hij zal zitten
H6884 H8764
, louterende
H3701
, en het zilver
H2891 H8764
reinigende
H1121
, en Hij zal de kinderen
H3878
van Levi
H2891 H8765
reinigen
H853
, en Hij zal ze
H2212 H8765
doorlouteren
H2091
als goud
H3701
, en als zilver
H3068
; dan zullen zij den HEERE
H4503
spijsoffer
H1961 H8804 H5066 H8688
toebrengen
H6666
in gerechtigheid.
Malachi 4:2-6
2
H8034
Ulieden daarentegen, die Mijn Naam
H3373
vreest
H8121
, zal de Zon
H6666
der gerechtigheid
H2224 H8804
opgaan
H4832
, en er zal genezing
H3671
zijn onder Zijn vleugelen
H3318 H8804
; en gij zult uitgaan
H6335 H8804
, en toenemen
H5695 H4770
, als mestkalveren.
3
H7563
En gij zult de goddelozen
H6072 H8804
vertreden
H3588
; want
H665
zij zullen as
H1961 H8804
worden
H8487
onder
H3709
de zolen
H7272
uwer voeten
H3117
, te dien dage
H834
, dien
H859
Ik
H6213 H8802
maken zal
H559 H8804
, zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen.
4
H2142 H8798
Gedenk
H8451
der wet
H4872
van Mozes
H5650
, Mijn knecht
H834
, die
H854
Ik hem
H6680 H8765
bevolen heb
H2722
op Horeb
H5921
aan
H3605
gans
H3478
Israel
H2706
, der inzettingen
H4941
en rechten.
Matthew 16:21
21
G575
Van
G5119
toen aan
G756 G5662
begon
G2424
Jezus
G846
Zijn
G3101
discipelen
G1166 G5721
te vertonen
G3754
, dat
G846
Hij
G1163 G5748
moest
G565 G5629
heengaan
G1519
naar
G2414
Jeruzalem
G2532
, en
G4183
veel
G3958 G5629
lijden
G575
van
G4245
de ouderlingen
G2532
, en
G749
overpriesteren
G2532
, en
G1122
Schriftgeleerden
G2532
, en
G615 G5683
gedood worden
G2532
, en
G5154
ten derden
G2250
dage
G1453 G5683
opgewekt worden.
Matthew 17:22-23
Matthew 20:18-19
Matthew 26:54
Matthew 26:56
Mark 8:31-32
31
G2532
En
G756 G5662
Hij begon
G846
hun
G1321 G5721
te leren
G3754
, dat
G5207
de Zoon
G444
des mensen
G4183
veel
G1163 G5748
moest
G3958 G5629
lijden
G2532
, en
G593 G5683
verworpen worden
G575
van
G4245
de ouderlingen
G2532
, en
G749
overpriesters
G2532
, en
G1122
Schriftgeleerden
G2532
, en
G615 G5683
gedood worden
G2532
, en
G3326
na
G5140
drie
G2250
dagen
G450 G5629
wederom opstaan.
Mark 9:31
31
G1063
Want
G1321 G5707
Hij leerde
G846
Zijn
G3101
discipelen
G2532
, en
G3004 G5707
zeide
G846
tot hen
G3754
:
G5207
De Zoon
G444
des mensen
G3860 G5743
zal overgeleverd worden
G1519
in
G5495
de handen
G444
der mensen
G2532
, en
G615 G
zij zullen
G846
Hem
G615 G5692
doden
G2532
, en
G615 G5685
gedood zijnde
G450 G
, zal Hij
G5154
ten derden
G2250
dage
G450 G5698
wederopstaan.
Mark 10:33-34
33
G3754
[Zeggende]:
G2400 G5628
Ziet
G305 G5719
, wij gaan op
G1519
naar
G2414
Jeruzalem
G2532
, en
G5207
de Zoon
G444
des mensen
G749
zal den overpriesteren
G2532
, en
G1122
den Schriftgeleerden
G3860 G5701
overgeleverd worden
G2532
, en
G2632 G
zij zullen
G846
Hem
G2288
ter dood
G2632 G5692
veroordelen
G2532
, en
G846
Hem
G1484
den heidenen
G3860 G5692
overleveren;
Luke 9:22
22
G2036 G5631
Zeggende
G3754
:
G5207
De Zoon
G444
des mensen
G1163 G5748
moet
G4183
veel
G3958 G5629
lijden
G2532
, en
G593 G5683
verworpen worden
G575
van
G4245
de ouderlingen
G2532
, en
G749
overpriesters
G2532
, en
G1122
Schriftgeleerden
G2532
, en
G615 G5683
gedood
G2532
en
G5154
ten derden
G2250
dage
G1453 G5683
opgewekt worden.
Luke 9:44
Luke 18:31-34
31
G1161
En
G3880 G5631
Hij nam
G1427
de twaalven
G2036 G5627
bij Zich, en zeide
G4314
tot
G846
hen
G2400 G5628
: Ziet
G305 G5719
, wij gaan op
G1519
naar
G2414
Jeruzalem
G2532
, en
G3956
het zal alles
G5055 G5701
volbracht worden
G5207
aan den Zoon
G444
des mensen
G1125 G5772
, wat geschreven is
G1223
door
G4396
de profeten.
32
G1063
Want
G1484
Hij zal den heidenen
G3860 G5701
overgeleverd worden
G2532
, en
G1702 G5701
Hij zal bespot worden
G2532
, en
G5195 G5701
smadelijk behandeld worden
G2532
, en
G1716 G5701
bespogen worden.
Luke 21:22
Luke 22:37
37
G1063
Want
G3004 G5719
Ik zeg
G5213
u
G3754
, dat
G2089
nog
G5124
dit
G1125 G5772
, hetwelk geschreven is
G1722
, in
G1698
Mij
G1163 G5748
moet
G5055 G5683
volbracht worden
G2532
, namelijk: En
G3326
Hij is met
G459
de misdadigen
G3049 G5681
gerekend
G1063
. Want
G2532
ook
G4012
die dingen, die van
G1700
Mij
G2192 G5719
[geschreven] [zijn], hebben
G5056
een einde.
Luke 24:6-7
Luke 24:26-27
Luke 24:46
John 3:14
John 5:39
John 5:46
John 16:4-5
4
G235
Maar
G5023
deze dingen
G5213
heb Ik tot u
G2980 G5758
gesproken
G2443
, opdat
G3752
, wanneer
G5610
de ure
G2064 G5632
zal gekomen zijn
G3421 G5725
, gij dezelve moogt gedenken
G3754
, dat
G1473
Ik
G846
ze
G5213
u
G2036 G5627
gezegd heb
G1161
; doch
G5023
deze dingen
G5213
heb Ik u
G1537
van
G746
het begin
G3756
niet
G2036 G5627
gezegd
G3754
, omdat
G3326
Ik bij
G5216
ulieden
G2252 G5713
was.
John 16:16-17
16
G3397
Een kleinen
G2532
[tijd], en
G3165
gij zult Mij
G3756
niet
G2334 G5719
zien
G2532
; en
G3825
wederom
G3397
een kleinen
G2532
[tijd], en
G3165
gij zult Mij
G3700 G5695
zien
G3754
, want
G1473
Ik
G5217 G5719
ga heen
G4314
tot
G3962
den Vader.
17
G3767
[Sommigen] dan
G1537
uit
G846
Zijn
G3101
discipelen
G2036 G5627
zeiden
G4314
tot
G240
elkander
G5101
: Wat
G2076 G5748
is
G5124
dit
G2254
, dat Hij tot ons
G3004 G5719
zegt
G3397
: Een kleinen
G2532
[tijd], en
G3165
gij zult Mij
G3756
niet
G2334 G5719
zien
G2532
; en
G3825
wederom
G3397
een kleinen
G2532
[tijd], en
G3165
gij zult Mij
G3700 G5695
zien
G2532
; en
G3754
: Want
G1473
Ik
G5217 G5719
ga heen
G4314
tot
G3962
den Vader?
John 17:11-13
11
G2532
En
G1510 G5748
Ik ben
G3765
niet
G2089
meer
G1722
in
G2889
de wereld
G2532
, maar
G3778
deze
G1526 G5748
zijn
G1722
in
G2889
de wereld
G2532
, en
G1473
Ik
G2064 G5736
kome
G4314
tot
G4571
U
G40
, Heilige
G3962
Vader
G5083 G5657
, bewaar
G846
ze
G1722
in
G4675
Uw
G3686
Naam
G3739
, die
G3427
Gij Mij
G1325 G5758
gegeven hebt
G2443
, opdat
G1520
zij een
G5600 G5753
zijn
G2531
, gelijk als
G2249
Wij.
12
G3753
Toen
G3326
Ik met
G846
hen
G1722
in
G2889
de wereld
G2252 G5713
was
G5083 G5707
, bewaarde
G1473
Ik
G846
ze
G1722
in
G4675
Uw
G3686
Naam
G846
. Die
G3427
Gij Mij
G1325 G5758
gegeven hebt
G5442 G5656
, heb Ik bewaard
G2532
, en
G3762
niemand
G1537
uit
G846
hen
G622 G5639
is verloren gegaan
G1508
, dan
G5207
de zoon
G684
der verderfenis
G2443
, opdat
G1124
de Schrift
G4137 G5686
vervuld worde.
John 19:24-37
24
G3767
Zij dan
G2036 G5627
zeiden
G4314
tot
G240
elkander
G846
: Laat ons dien
G3361
niet
G4977 G5661
scheuren
G235
, maar
G4012 G846
laat ons daarover
G2975 G5632
loten
G5101
, wiens
G2071 G5704
[die] zijn zal
G2443
; opdat
G1124
de Schrift
G4137 G5686
vervuld worde
G3588
, die
G3004 G5723
zegt
G3450
: Zij hebben Mijn
G2440
klederen
G1438
onder zich
G1266 G5668
verdeeld
G2532
, en
G1909
over
G3450
Mijn
G2441
kleding
G2819
hebben zij het lot
G906 G5627
geworpen
G5023 G3303
. Dit
G3767
hebben dan
G4757
de krijgsknechten
G4160 G5656
gedaan.
25
G1161
En
G3844
bij
G4716
het kruis
G2424
van Jezus
G2476 G5715
stonden
G846
Zijn
G3384
moeder
G2532
en
G846
Zijner
G3384
moeders
G79
zuster
G3137
, Maria
G3588
, [de] [vrouw
G2832
] van Klopas
G2532
, en
G3137
Maria
G3094
Magdalena.
26
G2424
Jezus
G3767
nu
G1492 G5631
, ziende
G3384
[Zijn] moeder
G2532
, en
G3101
den discipel
G3739
, dien
G25 G5707
Hij liefhad
G3936 G5761
, daarbij staande
G3004 G5719
, zeide
G846
tot Zijn
G3384
moeder
G1135
: Vrouw
G2400 G5628
, zie
G4675
, uw
G5207
zoon.
27
G1534
Daarna
G3004 G5719
zeide Hij
G3101
tot den discipel
G2400 G5628
: Zie
G4675
, uw
G3384
moeder
G2532
. En
G575
van
G1565
die
G5610
ure
G2983 G5627
aan nam
G846
haar
G3101
de discipel
G1519
in
G2398
zijn [huis].
28
G3326 G5124
Hierna
G2424
Jezus
G1492 G5761
, wetende
G3754
, dat
G2235
nu
G3956
alles
G5055 G5769
volbracht was
G2443
, opdat
G1124
de Schrift
G5048 G5686
zou vervuld worden
G3004 G5719
, zeide
G1372 G5719
: Mij dorst.
29
G2749 G5711
Daar stond
G3767
dan
G4632
een vat
G3324
vol
G3690
ediks
G1161
, en
G4130 G5660
zij vulden
G4699
een spons
G3690
met edik
G2532
, en
G4060 G5631
omlegden
G5301
ze met hysop
G4374 G5656
, en brachten
G846
ze aan Zijn
G4750
mond.
30
G3753
Toen
G2424
Jezus
G3767
dan
G3690
den edik
G2983 G5627
genomen had
G2036 G5627
, zeide Hij
G5055 G5769
: Het is volbracht
G2532
! En
G2776
het hoofd
G2827 G5660
buigende
G3860 G5656
, gaf
G4151
den geest.
31
G2453
De Joden
G3767
dan
G2443
, opdat
G4983
de lichamen
G3361
niet
G1909
aan
G4716
het kruis
G3306 G5661
zouden blijven
G1722
op
G4521
den sabbat
G1893
, dewijl
G3904
het de voorbereiding
G2258 G5713
was
G1063
(want
G1565
die
G2250
dag
G4521
des sabbats
G2258 G5713
was
G3173
groot
G2065 G5656
), baden
G4091
Pilatus
G2443
, dat
G846
hun
G4628
benen
G2608 G5652
zouden gebroken
G2532
, en
G142 G5686
zij weggenomen worden.
32
G4757
De krijgsknechten
G3767
dan
G2064 G5627
kwamen
G2532
, en
G2608 G5656
braken
G3303
wel
G4628
de benen
G4413
des eersten
G2532
, en
G243
des anderen
G3588
, die
G846
met Hem
G4957 G5685
gekruist was;
33
G1161
Maar
G2064 G5631
komende
G1909
tot
G2424
Jezus
G5613
, als
G1492 G5627
zij zagen
G846
, dat Hij
G2235
nu
G2348 G5761
gestorven was
G2608 G5656
, zo braken zij
G846
Zijn
G4628
benen
G3756
niet.
34
G235
Maar
G1520
een
G4757
der krijgsknechten
G3572 G5656
doorstak
G846
Zijn
G4125
zijde
G3057
met een speer
G2532
, en
G2117
terstond
G129
kwam er bloed
G2532
en
G5204
water
G1831 G5627
uit.
35
G2532
En
G3708 G5761
die het gezien heeft
G3140 G5758
, die heeft het getuigd
G2532
, en
G846
zijn
G3141
getuigenis
G2076 G5748
is
G228
waarachtig
G2548
; en hij
G1492 G5758
weet
G3754
, dat
G3004 G5719
hij zegt
G227
, hetgeen waar
G2443
is, opdat
G5210
ook gij
G4100 G5661
geloven moogt.
Acts 3:18
Acts 3:22-24
22
G3303
G1063
Want
G3475
Mozes
G4314
heeft tot
G3962
de vaderen
G2036 G5627
gezegd
G3754
:
G2962
De Heere
G5216
, uw
G2316
God
G5213
, zal u
G4396
een Profeet
G450 G5692
verwekken
G1537
, uit
G5216
uw
G80
broederen
G5613
, gelijk
G1691
mij
G846
; Dien
G191 G5695
zult gij horen
G2596
, in
G3956
alles
G3745 G302
, wat
G4314
Hij tot
G5209
u
G2980 G5661
spreken zal.
Acts 7:37
37
G3778
Deze
G2076 G5748
is
G3475
de Mozes
G3588
, die
G5207
tot de kinderen
G2474
Israels
G2036 G5631
gezegd heeft
G2962
: De Heere
G5216
, uw
G2316
God
G5213
, zal u
G4396
een Profeet
G450 G5692
verwekken
G1537
uit
G5216
uw
G80
broederen
G5613
, gelijk
G1691
mij
G846
; Dien
G191 G5695
zult gij horen.
Acts 13:29-31
Acts 13:33
Acts 17:2-3
2
G1161
En
G3972
Paulus
G2596
, gelijk
G1486 G5756
hij gewoon was
G1525 G5627
, ging
G4314
tot
G846
hen
G2532 G1909
in, en
G5140
drie
G4521
sabbatten
G1256 G5711
lang handelde hij
G846
met hen
G575
uit
G1124
de Schriften,
3
G1272 G5723
[Dezelve] openende
G2532
, en
G3908 G5734
voor [ogen] stellende
G3754
, dat
G5547
de Christus
G1163 G5713
moest
G3958 G5629
lijden
G2532
en
G450 G5629
opstaan
G1537
uit
G3498
de doden
G2532
, en
G3754
dat
G3778
deze
G2424
Jezus
G2076 G5748
is
G5547
de Christus
G3739
, Dien
G1473
ik
G5213
, [zeide] [hij], ulieden
G2605 G5719
verkondige.
1 Corinthians 15:3-4
Hebrews 3:5
Hebrews 7:1
Hebrews 9:8
Hebrews 10:1
1
G1063
Want
G3551
de wet
G2192 G5723
, hebbende
G4639
een schaduw
G3195 G5723
der toekomende
G18
goederen
G3756
, niet
G1504
het beeld
G846
zelf
G4229
der zaken
G1410 G5736
, kan
G846
met dezelfde
G2378
offeranden
G3739
, die
G2596
zij alle
G1763
jaren
G1519 G1336
geduriglijk
G4374 G5719
opofferen
G3763
, nimmermeer
G5048 G5658
heiligen
G4334 G5740
degenen, die daar toegaan.
1 Peter 1:11
11
G2045 G5723
Onderzoekende
G1519
, op
G5101
welken
G2228
of
G4169
hoedanigen
G2540
tijd
G4151
de Geest
G5547
van Christus
G3588
, Die
G1722
in
G846
hen
G1213 G5707
was, beduidde
G4303 G5740
en te voren getuigde
G3804
, het lijden
G1519
, [dat] op
G5547
Christus
G2532
[komen] [zou], en
G1391
de heerlijkheid
G3326 G5023
daarna [volgende].
Revelation 19:10
10
G2532
En
G4098 G5627
ik viel
G1715
[neder] voor
G846
zijn
G4228
voeten
G846
, om hem
G4352 G5658
te aanbidden
G2532
, en
G3004 G5719
hij zeide
G3427
tot mij
G3708 G5720
: Zie
G3361
, dat gij [dat] niet
G1510 G5748
[doet]; ik ben
G4675
uw
G4889
mededienstknecht
G2532
, en
G4675
uwer
G80
broederen
G3141
, die de getuigenis
G2424
van Jezus
G2192 G5723
hebben
G4352 G5657
; aanbid
G2316
God
G1063
. Want
G3141
de getuigenis
G2424
van Jezus
G2076 G5748
is
G4151
de geest
G4394
der profetie.