1
H3117
Het geschiedde nu in de dagen
H271
van Achaz
H1121
, den zoon
H3147
van Jotham
H1121
, den zoon
H5818
van Uzzia
H4428
, den koning
H3063
van Juda
H7526
, dat Rezin
H4428
, de koning
H758
van Syrie
H6492
, en Pekah
H1121
, de zoon
H7425
van Remalia
H4428
, de koning
H3478
van Israel
H5927 H8804
, optoog
H3389
naar Jeruzalem
H4421
, ten oorlog
H3201 H8804
tegen haar; maar hij vermocht
H3898 H8736
met strijden niet tegen haar.
2
H1004
Als men den huize
H1732
Davids
H5046 H8714
boodschapte
H559 H8800
, zeggende
H758
: De Syriers
H5117 H8804
rusten
H669
op Efraim
H5128 H8799
, zo bewoog zich
H3824
zijn hart
H3824
en het hart
H5971
zijns volks
H6086
, gelijk de bomen
H3293
des wouds
H5128 H8800
bewogen worden
H6440
van
H7307
den wind.
3
H3068
En de HEERE
H559 H8799
zeide
H3470
tot Jesaja
H3318 H8798
: Ga nu uit
H271
, Achaz
H7125 H8800
tegemoet
H1121
, gij en uw zoon
H7610
, Schear-jaschub
H7097
, aan het einde
H8585
van den watergang
H5945
des oppersten
H1295
vijvers
H4546
, aan den hogen weg
H7704
van het veld
H3526 H8801
des vollers;
4
H559 H8804
En zeg
H8104 H8734
tot hem: Wacht u
H8252 H8685
, en zijt gerust
H3372 H8799
, vrees
H3824
niet, en uw hart
H7401 H8735
worde niet week
H8147
, vanwege die twee
H2180
staarten
H6226
dezer rokende
H181
vuurbranden
H2750
; vanwege de ontsteking
H639
des toorns
H7526
van Rezin
H758
en der Syriers
H1121
, en van den zoon
H7425
van Remalia;
5
H758
Omdat de Syrier
H7451
kwaad
H3289 H880
tegen u beraadslaagd heeft
H669
, [met] Efraim
H1121
en den zoon
H7425
van Remalia
H559 H8800
, zeggende:
6
H5927 H8799
Laat ons optrekken
H3063
tegen Juda
H6973 H8686
, en het verdriet aandoen
H1234 H8686
, en het onder ons delen
H1121
, en den zoon
H2870
van Tabeal
H4428
koning
H4427 H8686
maken
H8432
in het midden van hen.
7
H3541
Alzo
H559 H8804
zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H6965 H8799
: Het zal niet bestaan, en het zal niet geschieden.
8
H1834
Maar Damaskus
H7218
zal het hoofd
H758
van Syrie
H7526
zijn, en Rezin
H7218
het hoofd
H1834
van Damaskus
H2568
; en in nog vijf
H8346
en zestig
H8141
jaren
H669
zal Efraim
H2865 H8735
verbroken worden
H5971
, dat het geen volk zij.
9
H8111
Ondertussen zal Samaria
H669
Efraims
H7218
hoofd
H1121
zijn, en de zoon
H7425
van Remalia
H7218
het hoofd
H8111
van Samaria
H539 H8686
. Indien gijlieden niet gelooft
H539 H8735
, zekerlijk, gij zult niet bevestigd worden.
10
H3068
En de HEERE
H3254 H8686
voer voort
H1696 H8763
te spreken
H271
tot Achaz
H559 H8800
, zeggende:
11
H7592 H8798
Eis
H226
u een teken
H3068
van den HEERE
H430
, uw God
H7592 H8800
; eis
H6009 H8685
beneden in de diepte
H4605
, of eis boven
H1361 H8687
uit de hoogte.
12
H271
Doch Achaz
H559 H8799
zeide
H7592 H8799
: Ik zal het niet eisen
H853
, en ik zal den
H3068
HEERE
H5254 H8762
niet verzoeken.
13
H559 H8799
Toen zeide hij
H8085 H8798
: Hoort gijlieden
H1004
nu, gij, huis
H1732
van David
H4592
! is het ulieden te weinig
H582
, dat gij de mensen
H3811 H8687
moede maakt
H430
, dat gij ook mijn God
H3811 H8686
moede maakt?
14
H136
Daarom zal de Heere
H226
Zelf ulieden een teken
H5414 H8799
geven
H5959
; ziet, een maagd
H2030
zal zwanger worden
H1121
, en zij zal een Zoon
H3205 H8802
baren
H8034
, en Zijn naam
H410 H6005
IMMANUEL
H7121 H8804
heten.
15
H2529
Boter
H1706
en honig
H398 H8799
zal Hij eten
H3045 H8800
, totdat Hij wete
H3988 H8800
te verwerpen
H7451
het kwade
H977 H8800
, en te verkiezen
H2896
het goede.
16
H5288
Zekerlijk, eer dit Knechtje
H3045 H8799
weet
H3988 H8800
te verwerpen
H7451
het kwade
H977 H8800
, en te verkiezen
H2896
het goede
H127
, zal dat land
H6973 H8801
, waarover gij verdrietig zijt
H5800 H8735
, verlaten zijn
H6440
van
H8147
zijn twee
H4428
koningen.
17
H3068
[Doch] de HEERE
H5971
zal over u, en over uw volk
H1
, en over uws vaders
H1004
huis
H3117
, dagen
H935 H8686
doen komen
H935 H8804
, hoedanige niet gekomen zijn
H3117
van dien dag
H669
af, dat Efraim
H3063
van Juda
H5493 H8800
is afgeweken
H4428
, [door] den koning
H804
van Assyrie.
18
H3117
Want het zal te dien dage
H3068
geschieden, dat de HEERE
H8319 H8799
zal toesissen
H2070
de vliegen
H7097
, die aan het einde
H2975
der rivieren
H4714
van Egypte
H1682
zijn, en de bijen
H776
die in het land
H804
van Assur zijn.
19
H935 H8804
En zij zullen komen
H5117 H8804
, en zij allen zullen rusten
H1327
in de woeste
H5158
dalen
H5357
, en in de kloven
H5553
der steenrotsen
H5285
, en in al de doornhagen
H5097
, en in alle geprezene plaatsen.
20
H3117
Te dien dage
H136
zal de Heere
H7917
door een gehuurd
H8593
scheermes
H5676
, [hetwelk] aan gene zijde
H5104
der rivier
H4428
is, door den koning
H804
van Assyrie
H1548 H8762
, afscheren
H7218
het hoofd
H8181
, en het haar
H7272
der voeten
H2206
; ja, het zal ook den baard
H5595 H8799
gans wegnemen.
21
H3117
En het zal geschieden te dien dage
H376
, dat iemand
H1241 H5697
een koetje
H2421 H8762
in het leven zal behouden hebben
H8147
, en twee
H6629
schapen;
22
H7230
En het zal geschieden, dat hij vanwege de veelheid
H2461
der melk
H6213 H8800
, die zij geven zullen
H2529
, boter
H398 H8799
zal eten
H3498 H8737
; ja, een ieder, die overgebleven zal zijn
H7130
in het midden
H776
des lands
H2529
, die zal boter
H1706
en honig
H398 H8799
eten.
23
H3117
Ook zal het te dienzelfden dage
H4725
geschieden, dat iedere plaats
H505
, alwaar duizend
H1612
wijnstokken
H505
geweest zijn, van duizend
H3701
zilverlingen
H8068
, tot doornen
H7898
en distelen zal zijn;