Proverbs 18 Cross References - DSV_Strongs

  1 H6504 H8737 Die zich afzondert H1245 H8762 , tracht naar H8378 wat begeerlijks H1566 H8691 ; hij vermengt zich H8454 in alle bestendige wijsheid.
  2 H3684 De zot H2654 H8799 heeft geen lust H8394 aan verstandigheid H3820 , maar daarin, dat zijn hart H1540 H8692 zich ontdekt.
  3 H7563 Als de goddeloze H935 H8800 komt H935 H8804 , komt H937 ook de verachting H7036 en met schande H2781 versmaadheid.
  4 H1697 De woorden H6310 van den mond H376 eens mans H6013 zijn diepe H4325 wateren H4726 ; en de springader H2451 der wijsheid H5042 H8802 is een uitstortende H5158 beek.
  5 H2896 Het is niet goed H6440 , het aangezicht H7563 des goddelozen H5375 H8800 aan te nemen H6662 , om den rechtvaardige H4941 in het gericht H5186 H8687 te buigen.
  6 H8193 De lippen H3684 des zots H935 H8799 komen H7379 in twist H6310 , en zijn mond H7121 H8799 roept H4112 naar slagen.
  7 H6310 De mond H3684 des zots H4288 is hemzelven een verstoring H8193 , en zijn lippen H4170 een strik H5315 zijner ziel.
  8 H1697 De woorden H5372 des oorblazers H3859 H8693 zijn als dergenen, die geslagen zijn H3381 H8804 , en die dalen H2315 in het binnenste H990 des buiks.
  9 H7503 H8693 Ook die zich slap aanstelt H4399 in zijn werk H251 , die is een broeder H1167 H7843 H8688 van een doorbrenger.
  10 H8034 De Naam H3068 des HEEREN H5797 is een Sterke H4026 Toren H6662 ; de rechtvaardige H7323 H8799 zal daarhenen lopen H7682 H8738 , en in een Hoog Vertrek gesteld worden.
  11 H6223 Des rijken H1952 goed H7151 is de stad H5797 zijner sterkte H7682 H8737 , en als een verheven H2346 muur H4906 in zijn inbeelding.
  12 H6440 Voor H7667 de verbreking H376 zal des mensen H3820 hart H1361 H8799 zich verheffen H6038 ; en de nederigheid H6440 gaat voor H3519 de eer.
  13 H7725 H8688 Die antwoord geeft H1697 H8085 H8799 , eer hij zal gehoord hebben H200 , dat is hem dwaasheid H3639 en schande.
  14 H7307 De geest H376 eens mans H4245 zal zijn krankheid H3557 H8770 ondersteunen H5218 ; maar een verslagen H7307 geest H5375 H8799 , wie zal dien opheffen?
  15 H3820 Het hart H995 H8737 der verstandigen H7069 H8799 bekomt H1847 wetenschap H241 , en het oor H2450 der wijzen H1245 H8762 zoekt H1847 wetenschap.
  16 H4976 De gift H120 des mensen H7337 H8686 maakt hem ruimte H5148 H8686 , en zij geleidt H6440 hem voor het aangezicht H1419 der groten.
  17 H7223 Die de eerste H7379 is in zijn twistzaak H6662 , [schijnt] rechtvaardig H7453 te zijn; maar zijn naaste H935 H8804 H8675 H935 H8799 komt H2713 H8804 , en hij onderzoekt hem.
  18 H1486 Het lot H4079 doet de geschillen H7673 H8686 ophouden H6504 H8686 , en maakt scheiding H6099 tussen machtigen.
  19 H251 Een broeder H6586 H8737 is wederspanniger H5797 dan een sterke H7151 stad H4079 H8675 H4066 ; en de geschillen H1280 zijn als een grendel H759 van een paleis.
  20 H6529 Van de vrucht H376 van ieders H6310 mond H990 zal zijn buik H7646 H8799 verzadigd worden H7646 H8799 ; hij zal verzadigd worden H8393 van de inkomst H8193 zijner lippen.
  21 H4194 Dood H2416 en leven H3027 zijn in het geweld H3956 der tong H157 H8802 ; en een ieder, die ze liefheeft H6529 , zal haar vrucht H398 H8799 eten.
  22 H802 Die een vrouw H4672 H8804 gevonden heeft H2896 , heeft een goede H4672 H8804 zaak gevonden H7522 , en hij heeft welgevallen H6329 H8686 getrokken H3068 van den HEERE.
  23 H7326 H8802 De arme H1696 H8762 spreekt H8469 smekingen H6223 ; maar de rijke H6030 H8799 antwoordt H5794 harde dingen.
  24 H376 Een man H7453 , die vrienden H7489 H8710 heeft, heeft zich vriendelijk te houden H3426 ; want er is H157 H8802 een liefhebber H1695 , die meer aankleeft H251 dan een broeder.

Exodus 33:16

  16 H645 Want waarbij zou nu H3045 H8735 bekend worden H2580 , dat ik genade H4672 H8804 gevonden heb H5869 in Uw ogen H5971 , ik en Uw volk H3212 H8800 ? Is het niet daarbij, dat Gij met ons gaat H6395 H8738 ? Alzo zullen wij afgezonderd worden H5971 , ik en Uw volk H5971 , van alle volk H6440 H127 , dat op den aardbodem is.

Proverbs 2:1-6

  1 H1121 Mijn zoon H561 ! zo gij mijn redenen H3947 H8799 aanneemt H4687 , en mijn geboden H6845 H8799 bij u weglegt;
  2 H241 Om uw oren H2451 naar wijsheid H7181 H8687 te doen opmerken H3820 ; [zo] gij uw hart H8394 tot verstandigheid H5186 H8686 neigt;
  3 H998 Ja, zo gij tot het verstand H7121 H8799 roept H6963 , uw stem H5414 H8799 verheft H8394 tot de verstandigheid;
  4 H1245 H8762 Zo gij haar zoekt H3701 als zilver H2664 H8799 , en naspeurt H4301 als verborgen schatten;
  5 H3374 Dan zult gij de vreze H3068 des HEEREN H995 H8799 verstaan H1847 , en zult de kennis H430 van God H4672 H8799 vinden.
  6 H3068 Want de HEERE H5414 H8799 geeft H2451 wijsheid H6310 ; uit Zijn mond H1847 [komt] kennis H8394 en verstand.

Proverbs 14:10

  10 H3820 Het hart H3045 H8802 kent H5315 zijn eigen H4787 bittere droefheid H2114 H8801 ; en een vreemde H8057 zal zich met deszelfs blijdschap H6148 H8691 niet vermengen.

Proverbs 17:14

  14 H7225 Het begin H4066 des krakeels H4325 is [gelijk] een, die het water H6362 H8802 opening geeft H5203 H8800 ; daarom verlaat H7379 den twist H6440 , eer H1566 H8694 hij zich vermengt.

Proverbs 20:3

  3 H3519 Het is eer H376 voor een man H7379 , van twist H7674 af te blijven H191 ; maar ieder dwaas H1566 H8691 zal er zich in mengen.

Proverbs 20:19

  19 H7400 Die [als] een achterklapper H1980 H8802 wandelt H1540 H8802 , openbaart H5475 het heimelijke H6148 H8691 ; vermeng u H8193 dan niet met hem, die met zijn lippen H6601 H8802 verlokt.

Proverbs 24:21

  21 H1121 Mijn zoon H3372 H8798 ! vrees H3068 den HEERE H4428 en den koning H6148 H8691 ; vermeng u H8138 H8802 niet met hen, die naar verandering staan;

Proverbs 26:17

  17 H5674 H8802 De voorbijgaande H5674 H8693 , die zich vertoornt H7379 in een twist H3611 , [die] hem niet aangaat, is [gelijk] die een hond H241 bij de oren H2388 H8688 grijpt.

Isaiah 26:8-9

  8 H734 Wij hebben ook in den weg H4941 Uwer gerichten H3068 , U, o HEERE H6960 H8765 ! verwacht H8034 ; tot Uw Naam H2143 en tot Uw gedachtenis H8378 is de begeerte H5315 [onzer] ziel.
  9 H5315 [Met] mijn ziel H183 H8765 heb ik U begeerd H3915 in den nacht H7307 , ook zal ik [met] mijn geest H7130 , [die] in het binnenste H7836 H8762 van mij is, U vroeg zoeken H4941 ; want wanneer Uw gerichten H776 op de aarde H3925 H8804 zijn, zo leren H3427 H8802 de inwoners H8398 der wereld H6664 gerechtigheid.

Jeremiah 15:17

  17 H5475 Ik heb in den raad H7832 H8764 der bespotters H3427 H8804 niet gezeten H5937 H8799 , noch ben van vreugde opgesprongen H6440 ; vanwege H3027 Uw hand H910 heb ik alleen H3427 H8804 gezeten H2195 , want Gij hebt mij [met] gramschap H4390 H8765 vervuld.

Zechariah 7:3

  3 H559 H8800 Zeggende H413 tot H3548 de priesters H834 , die H1004 in het huis H3068 des HEEREN H6635 der heirscharen H413 waren, en tot H5030 de profeten H559 H8800 , zeggende H1058 H8799 : Moet ik wenen H2549 in de vijfde H2320 maand H5144 H8736 , mij afzonderende H834 , gelijk als H6213 H8804 ik gedaan heb H2088 nu H4100 zo vele H8141 jaren?

Matthew 13:11

  11 G611 G5679 En Hij, antwoordende G2036 G5627 , zeide G846 tot hen G3754 : Omdat G5213 het u G1325 G5769 gegeven is G3466 , de verborgenheden G932 van het Koninkrijk G3772 der hemelen G1097 G5629 te weten G1161 , maar G1565 dien G3756 is het niet G1325 G5769 gegeven.

Matthew 13:44

  44 G3825 Wederom G2076 G5748 is G932 het Koninkrijk G3772 der hemelen G3664 gelijk aan G2344 een schat G1722 , in G68 den akker G2928 G5772 verborgen G3739 , welken G444 een mens G2147 G5631 gevonden hebbende G2928 G5656 , verborg G2532 [dien], en G575 van G5479 blijdschap G846 over denzelven G5217 G5719 , gaat hij heen G2532 , en G4453 G5719 verkoopt G3956 al G3745 wat G2192 G5719 hij heeft G2532 , en G59 G5719 koopt G1565 dienzelven G68 akker.

Mark 1:35

  35 G2532 En G4404 des morgens vroeg G3029 , als het nog diep G1773 in den nacht G450 G5631 was, opgestaan zijnde G1831 G5627 , ging Hij uit G2532 , en G565 G5627 ging henen G1519 in G2048 een woeste G5117 plaats G4336 G5711 , en bad G2546 aldaar.

Mark 4:11

  11 G2532 En G3004 G5707 Hij zeide G846 tot hen G1325 G : Het is G5213 u G1325 G5769 gegeven G1097 G5629 te verstaan G3466 de verborgenheid G932 van het Koninkrijk G2316 Gods G1161 ; maar G1565 dengenen G1854 , die buiten G1096 G5736 zijn, geschieden G3956 al deze dingen G1722 door G3850 gelijkenissen;

Romans 1:1

  1 G3972 Paulus G1401 , een dienstknecht G2424 van Jezus G5547 Christus G2822 , een geroepen G652 apostel G873 G5772 , afgezonderd G1519 tot G2098 het Evangelie G2316 van God,

2 Corinthians 6:17

  17 G1352 Daarom G1831 G5628 gaat G1537 uit G3319 het midden G846 van hen G2532 , en G873 G5682 scheidt u af G3004 G5719 , zegt G2962 de Heere G2532 , en G680 G raakt G3361 niet G680 G5732 aan G169 hetgeen onrein is G2504 , en G5209 Ik zal ulieden G1523 G5695 aannemen.

Ephesians 5:15-17

  15 G991 G5720 Ziet G3767 dan G4459 , hoe G199 gij voorzichtiglijk G4043 G5719 wandelt G3361 , niet G5613 als G781 onwijzen G235 , maar G5613 als G4680 wijzen.
  16 G2540 Den tijd G1805 G5734 uitkopende G3754 , dewijl G2250 de dagen G4190 boos G1526 G5748 zijn.
  17 G1223 G5124 Daarom G1096 G5737 zijt G3361 niet G878 onverstandig G235 , maar G4920 G5723 verstaat G5101 , welke G2307 de wil G2962 des Heeren zij.

Jude 1:19

  19 G3778 Dezen G1526 G5748 zijn het G1438 , die zichzelven G592 G5723 afscheiden G5591 , natuurlijke G4151 [mensen], den Geest G3361 niet G2192 G5723 hebbende.

Numbers 24:15-16

  15 H5375 H0 Toen hief hij H4912 zijn spreuk H5375 H8799 op H559 H8799 , en zeide H1109 : Bileam H1121 , de zoon H1160 van Beor H5002 H8803 , spreekt H1397 , en die man H5869 , wien de ogen H8365 H8803 geopend zijn H5002 H8803 , spreekt!
  16 H8085 H8802 De hoorder H561 der redenen H410 Gods H5002 H8803 spreekt H1847 , en die de wetenschap H5945 des Allerhoogsten H3045 H8802 weet H4236 ; die het gezicht H7706 des Almachtigen H2372 H8799 ziet H5307 H8802 , die verrukt wordt H5869 , en wien de ogen H1540 H8803 ontdekt worden.

Psalms 1:1-2

  1 H835 Welgelukzalig H376 is de man H834 , die H3808 niet H1980 H8804 wandelt H6098 in den raad H7563 der goddelozen H3808 , noch H5975 H8804 staat H1870 op den weg H2400 der zondaren H3808 , noch H3427 H8804 zit H4186 in het gestoelte H3887 H8801 der spotters;
  2 H3588 H518 Maar H2656 zijn lust H3068 is in des HEEREN H8451 wet H1897 H8799 , en hij overdenkt H8451 Zijn wet H3119 dag H3915 en nacht.

Proverbs 1:7

  7 H3374 De vrees H3068 des HEEREN H7225 is het beginsel H1847 der wetenschap H191 ; de dwazen H936 H8804 verachten H2451 wijsheid H4148 en tucht.

Proverbs 1:22

  22 H6612 Gij slechten H6612 ! hoe lang zult gij de slechtigheid H157 H8799 beminnen H3887 H8801 , en de spotters H3944 voor zich de spotternij H2530 H8804 begeren H3684 , en de zotten H1847 wetenschap H8130 H8799 haten?

Proverbs 12:23

  23 H6175 Een kloekzinnig H120 mens H3680 H8802 bedekt H1847 de wetenschap H3820 ; maar het hart H3684 der zotten H7121 H0 roept H200 dwaasheid H7121 H8799 uit.

Proverbs 13:16

  16 H6175 Al wie kloekzinnig H6213 H8799 is, handelt H1847 met wetenschap H3684 ; maar een zot H6566 H0 breidt H200 dwaasheid H6566 H8799 uit.

Proverbs 17:16

  16 H3027 Waarom toch zou in de hand H3684 des zots H4242 het koopgeld H2451 zijn, om wijsheid H7069 H8800 te kopen H3820 , dewijl hij geen verstand heeft?

Ecclesiastes 10:3

  3 H5530 En ook wanneer de dwaas H1870 op den weg H1980 H8802 wandelt H3820 , zijn hart H2638 ontbreekt H559 H8804 [hem], en hij zegt H5530 tot een iegelijk, dat hij dwaas is.

Matthew 8:34

  34 G2532 En G2400 G5628 ziet G3956 , de gehele G4172 stad G1831 G5627 ging uit G2424 , Jezus G1519 G4877 tegemoet G2532 ; en G846 als zij Hem G1492 G5631 zagen G3870 G5656 , baden zij G3704 , dat G575 Hij uit G3725 hun landpalen G3327 G5632 wilde vertrekken.

1 Corinthians 8:1

  1 G4012 Aangaande G1161 nu G1494 de dingen, die den afgoden geofferd zijn G1492 G5758 , wij weten G3754 , dat G3956 wij allen G1108 te zamen kennis G2192 G5719 hebben G1108 . De kennis G5448 G5719 maakt opgeblazen G1161 , maar G26 de liefde G3618 G5719 sticht.

1 Corinthians 14:12

  12 G3779 Alzo G2532 ook G5210 gij G1893 , dewijl G2207 gij ijverig G2075 G5748 zijt G4151 naar geestelijke G2212 G5720 gaven, zo zoekt G2443 dat G4052 G5725 gij moogt overvloedig zijn G4314 tot G3619 stichting G1577 der Gemeente.

Philippians 1:15

  15 G5100 Sommigen G2784 G5719 prediken G2532 ook G3303 wel G5547 Christus G1223 door G5355 nijd G2532 en G2054 twist G1161 , maar G5100 sommigen G2532 ook G1223 door G2107 goedwilligheid.

2 Peter 2:15-19

  15 G2117 Die den rechten G3598 weg G2641 G5631 verlaten hebbende G4105 G5681 , zijn verdwaald G1811 G5660 , en volgen G3598 den weg G903 van Balaam G1007 , den [zoon] van Bosor G3739 , die G3408 het loon G93 der ongerechtigheid G25 G5656 liefgehad heeft;
  16 G1161 Maar G1649 hij heeft de bestraffing G2398 zijner G3892 ongerechtigheid G2192 G5627 gehad G5268 ; [want] het jukdragende G880 stomme G5350 G5674 [dier], sprekende G1722 met G444 G5456 mensenstem G4396 , heeft des profeten G3913 dwaasheid G2967 G5656 verhinderd.
  17 G3778 Deze G1526 G5748 zijn G504 waterloze G4077 fonteinen G3507 , wolken G5259 van G2978 een draaiwind G1643 G5746 gedreven G3739 , denwelken G2217 de donkerheid G4655 der duisternis G1519 in G165 der eeuwigheid G5083 G5769 bewaard wordt.
  18 G1063 Want G5246 zij, zeer opgeblazene G3153 ijdelheid G5350 G5726 sprekende G1185 G5719 , verlokken G1722 , door G1939 de begeerlijkheden G4561 des vleses G766 [en] door ontuchtigheden G3689 , degenen, die waarlijk G668 G5631 ontvloden waren G1722 van degenen, die in G4106 dwaling G390 G5746 wandelen;
  19 G1861 G5740 Belovende G846 hun G1657 vrijheid G846 , daar zijzelven G1401 dienstknechten G5225 G5723 zijn G5356 der verdorvenheid G1063 ; want G3739 van wien G5100 iemand G2274 G5766 overwonnen is G5129 , dien G2532 is hij ook G1402 G5769 tot een dienstknecht gemaakt.

1 Samuel 20:30

  30 H2734 H8799 Toen ontstak H639 de toorn H7586 van Saul H3083 tegen Jonathan H559 H8799 , en hij zeide H1121 tot hem: Gij, zoon H5753 H8737 der verkeerde H4780 in wederspannigheid H3045 H8804 , weet ik H3808 het niet H3588 , dat H859 gij H1121 den zoon H3448 van Isai H977 H8802 verkoren hebt H1322 tot uw schande H1322 , en tot schande H6172 van de naaktheid H517 uwer moeder?

Nehemiah 4:4

  4 H8085 H8798 Hoor H430 , o onze God H3588 ! dat H939 wij zeer veracht H1961 H8804 zijn H7725 H0 , en keer H2781 hun versmaadheid H7725 H8685 weder H413 op H7218 hun hoofd H5414 H8798 , en geef hen over H961 tot een roof H776 in een land H7633 der gevangenis.

Psalms 69:9

  9 H7068 [069:10] Want de ijver H1004 van Uw huis H398 H8804 heeft mij verteerd H2781 ; en de smaadheden H2778 H8802 dergenen, die U smaden H5307 H8804 , zijn op mij gevallen.

Psalms 69:20

  20 H2781 [069:21] De versmaadheid H3820 heeft mijn hart H7665 H8804 gebroken H5136 H8799 , en ik ben zeer zwak H6960 H8762 ; en ik heb gewacht H5110 H8800 naar medelijden H5162 H8764 , maar er is geen; en naar vertroosters H4672 H8804 , maar heb ze niet gevonden.

Psalms 123:3-4

  3 H2603 H8798 Zijt ons genadig H3068 , o HEERE H2603 H8798 ! zijt ons genadig H937 , want wij zijn der verachting H7227 veel H7646 H8804 te zat.
  4 H5315 Onze ziel H7227 is veel H7646 H8804 te zat H3933 des spots H7600 der weelderigen H937 , der verachting H3238 H8802 H8678 H1343 H8675 H1349 der hovaardigen.

Proverbs 11:2

  2 H2087 Als de hovaardigheid H935 H8804 komt H7036 , zal de schande H935 H8799 ook komen H6800 H8803 ; maar met de ootmoedigen H2451 is wijsheid.

Proverbs 22:10

  10 H1644 H0 Drijf H3887 H8801 den spotter H1644 H8763 uit H4066 , en het gekijf H3318 H8799 zal weggaan H1779 , en het geschil H7036 met de schande H7673 H8799 zal ophouden.

Proverbs 29:16

  16 H7563 Als de goddelozen H7235 H8800 velen worden H7235 H0 , wordt H6588 de overtreding H7235 H8799 veel H6662 ; maar de rechtvaardigen H4658 zullen hun val H7200 H8799 aanzien.

Matthew 27:39-44

  39 G1161 En G3899 G5740 die voorbijgingen G987 G5707 , lasterden G846 Hem G2795 G5723 , schuddende G846 hun G2776 hoofden.
  40 G2532 En G3004 G5723 zeggende G3485 : Gij, Die den tempel G2647 G5723 afbreekt G2532 , en G1722 in G5140 drie G2250 dagen G3618 G5723 opbouwt G4982 G5657 , verlos G4572 Uzelven G1487 . Indien G5207 Gij de Zone G2316 Gods G1488 G5748 zijt G2597 G5628 , zo kom af G575 van G4716 het kruis.
  41 G1161 En G3668 desgelijks G2532 ook G749 de overpriesters G3326 met G1122 de Schriftgeleerden G2532 , en G4245 ouderlingen G2532 , en G5330 Farizeen G1702 G5723 , [Hem] bespottende G3004 G5707 , zeiden:
  42 G243 Anderen G4982 G5656 heeft Hij verlost G1410 G5736 , Hij kan G1438 Zichzelven G3756 niet G4982 G5658 verlossen G1487 . Indien G935 Hij de Koning G2474 Israels G2076 G5748 is G3568 , dat Hij nu G2597 G5628 afkome G575 van G4716 het kruis G2532 , en G846 wij zullen Hem G4100 G5692 geloven.
  43 G1909 Hij heeft op G2316 God G3982 G5754 betrouwd G846 ; dat Hij Hem G3568 nu G4506 G5663 verlosse G1487 , indien G846 Hij Hem G2309 G5719 [wel] wil G1063 ; want G2036 G5627 Hij heeft gezegd G3754 : G1510 G5748 Ik ben G2316 Gods G5207 Zoon.
  44 G1161 En G846 hetzelfde G3679 G5707 verweten G2532 Hem ook G3027 de moordenaars G3588 , die G846 met Hem G4957 G5685 gekruisigd waren.

1 Peter 4:4

  4 G1722 G3739 Waarin G3579 G5743 zij zich vreemd houden G5216 , als gij G3361 niet G4936 G5723 medeloopt G1519 tot G846 dezelfde G401 uitgieting G810 der overdadigheid G987 G5723 , en [u] lasteren;

1 Peter 4:14

  14 G1487 Indien G3679 G5743 gij gesmaad wordt G1722 om G3686 den Naam G5547 van Christus G3107 , zo zijt gij zalig G3754 ; want G4151 de Geest G1391 der heerlijkheid G2532 , en G2316 [de] [Geest] van God G373 G5731 rust G1909 op G5209 u G846 . Wat hen G2596 aangaat G3303 , Hij wordt wel G987 G5743 gelasterd G1161 , maar G5209 wat u G2596 aangaat G1392 G5743 , Hij wordt verheerlijkt.

Psalms 78:2

  2 H6310 Ik zal mijn mond H6605 H8799 opendoen H4912 met spreuken H2420 ; ik zal verborgenheden H5042 H8686 overvloediglijk uitstorten H6924 , van ouds her;

Proverbs 10:11

  11 H6310 De mond H6662 des rechtvaardigen H4726 is een springader H2416 des levens H2555 ; maar het geweld H3680 H8762 bedekt H6310 den mond H7563 der goddelozen.

Proverbs 13:14

  14 H2450 Des wijzen H8451 leer H4726 is een springader H2416 des levens H5493 H8800 , om af te wijken H4170 van de strikken H4194 des doods.

Proverbs 16:22

  22 H7922 Het verstand H1167 dergenen, die het bezitten H4726 , is een springader H2416 des levens H4148 ; maar de tucht H191 der dwazen H200 is dwaasheid.

Proverbs 20:5

  5 H6098 De raad H3820 in het hart H376 eens mans H6013 is [als] diepe H4325 wateren H376 ; maar een man H8394 van verstand H1802 H8799 zal dien uithalen.

Matthew 12:34

  34 G1081 G2191 Gij adderengebroedsels G4459 ! hoe G1410 G5736 kunt gij G18 goede dingen G2980 G5721 spreken G4190 , daar gij boos G5607 G5752 zijt G1063 ? want G1537 uit G4051 den overvloed G2588 des harten G2980 G5719 spreekt G4750 de mond.

John 4:14

  14 G1161 Maar G302 zo G3739 wie G4095 G5632 gedronken zal hebben G1537 van G5204 het water G3739 , dat G1473 Ik G846 hem G1325 G5692 geven zal G1519 , dien zal in G165 eeuwigheid G3364 niet G1372 G5661 dorsten G235 ; maar G5204 het water G3739 , dat G846 Ik hem G1325 G5692 zal geven G1722 , zal in G846 hem G1096 G5695 worden G4077 een fontein G5204 van water G242 G5740 , springende G1519 tot in G166 het eeuwige G2222 leven.

John 7:38-39

  38 G1519 Die in G1691 Mij G4100 G5723 gelooft G2531 , gelijkerwijs G1124 de Schrift G2036 G5627 zegt G4215 , stromen G2198 G5723 des levenden G5204 waters G1537 zullen uit G846 zijn G2836 buik G4482 G5692 vloeien.
  39 G1161 (En G5124 dit G2036 G5627 zeide Hij G4012 van G4151 den Geest G3739 , Denwelken G2983 G5721 ontvangen G3195 G5707 zouden G1519 , die in G846 Hem G4100 G5723 geloven G1063 ; want G40 de Heilige G4151 Geest G2258 G5713 was G3768 nog niet G3754 , overmits G2424 Jezus G3764 nog niet G1392 G5681 verheerlijkt was.)

Colossians 3:16

  16 G3056 Het woord G5547 van Christus G1774 G5720 wone G4146 rijkelijk G1722 in G5213 u G1722 , in G3956 alle G4678 wijsheid G1321 G5723 ; leert G2532 en G3560 G5723 vermaant G1438 elkander G1722 , met G5568 psalmen G2532 en G5215 lofzangen G2532 , en G4152 geestelijke G5603 liederen G103 G5723 , zingende G2962 den Heere G1722 met G5485 aangenaamheid G1722 in G5216 uw G2588 hart.

Colossians 4:6

  6 G5216 Uw G3056 woord G3842 zij te allen tijde G1722 in G5485 aangenaamheid G217 , met zout G741 G5772 besprengd G1492 G5760 , opdat gij moogt weten G4459 , hoe G5209 gij G1520 een G1538 iegelijk G1163 G5748 moet G611 G5738 antwoorden.

Leviticus 19:15

  15 H5766 Gij zult geen onrecht H6213 H8799 doen H4941 in het gericht H6440 ; gij zult het aangezicht H1800 des geringen H5375 H8799 niet aannemen H6440 , noch het aangezicht H1419 des groten H1921 H8799 voortrekken H6664 ; in gerechtigheid H5997 zult gij uw naaste H8199 H8799 richten.

Deuteronomy 1:16-17

  16 H6680 H8762 En ik gebood H8199 H8802 uw rechters H6256 ter zelfder tijd H559 H8800 , zeggende H8085 H8800 : Hoort H251 [de] [verschillen] tussen uw broederen H8199 H8804 , en richt H6664 recht H376 tussen den man H251 en tussen zijn broeder H1616 , en tussen deszelfs vreemdeling.
  17 H6440 Gij zult het aangezicht H4941 in het gericht H5234 H8686 niet kennen H6996 ; gij zult den kleine H1419 , zowel als den grote H8085 H8799 , horen H1481 H8799 ; gij zult niet vrezen H376 voor iemands H6440 aangezicht H4941 ; want het gericht H430 is Godes H1697 ; doch de zaak H7185 H8799 , die voor u te zwaar zal zijn H7126 H8686 , zult gij tot mij doen komen H8085 H8804 , en ik zal ze horen.

Deuteronomy 16:19

  19 H4941 Gij zult het gericht H5186 H8686 niet buigen H6440 ; gij zult het aangezicht H5234 H8686 niet kennen H7810 ; ook zult gij geen geschenk H3947 H8799 nemen H7810 ; want het geschenk H5786 H8762 verblindt H5869 de ogen H2450 der wijzen H5557 H8762 , en verkeert H1697 de woorden H6662 der rechtvaardigen.

1 Kings 21:9-14

  9 H3789 H8799 En zij schreef H5612 in die brieven H559 H8800 , zeggende H7121 H0 : Roept H6685 een vasten H7121 H8798 uit H3427 H8685 , en zet H5022 Naboth H7218 in de hoogste plaats H5971 des volks;
  10 H3427 H8685 En zet H8147 tegenover hem twee H582 mannen H1121 , zonen H1100 Belials H5048 , die tegen H5749 H8686 hem getuigen H559 H8800 , zeggende H430 : Gij hebt God H4428 en den koning H1288 H8765 gezegend H3318 H8689 ; en voert hem uit H5619 H8798 , en stenigt H4191 H8799 hem, dat hij sterve.
  11 H582 En de mannen H5892 zijner stad H2205 , die oudsten H2715 en die edelen H834 , die H5892 in zijn stad H3427 H8802 woonden H6213 H8799 , deden H834 gelijk als H348 Izebel H413 tot H7971 H8804 hen gezonden had H834 ; gelijk als H3789 H8803 geschreven was H5612 in de brieven H834 , die H413 zij tot H7971 H8804 hen gezonden had.
  12 H7121 H0 Zij riepen H6685 een vasten H7121 H8804 uit H3427 H8689 ; en zij zetten H5022 Naboth H7218 in de hoogste plaats H5971 des volks.
  13 H935 H8799 Toen kwamen H8147 de twee H582 mannen H1121 , zonen H1100 Belials H3427 H8799 , en zetten zich H5048 tegenover H582 hem; en de mannen H1100 Belials H5749 H8686 getuigden H5022 tegen hem, tegen Naboth H5048 , voor H5971 het volk H559 H8800 , zeggende H5022 : Naboth H430 heeft God H4428 en den koning H1288 H8765 gezegend H3318 H8686 . En zij voerden H4480 H2351 hem buiten H5892 de stad H5619 H8799 , en stenigden H68 hem met stenen H4191 H8799 , dat hij stierf.
  14 H7971 H8799 Daarna zonden zij H413 tot H348 Izebel H559 H8800 , zeggende H5022 : Naboth H5619 H8795 is gestenigd H4191 H8799 en is dood.

Job 13:7-8

  7 H410 Zult gij voor God H5766 onrecht H1696 H8762 spreken H7423 , en zult gij voor Hem bedriegerij H1696 H8762 spreken?
  8 H6440 Zult gij Zijn aangezicht H5375 H8799 aannemen H518 ? H410 Zult gij voor God H7378 H8799 twisten?

Job 34:19

  19 H834 [Hoe] [dan] [tot] [Dien], Die H6440 het aangezicht H8269 der vorsten H3808 niet H5375 H8804 aanneemt H7771 , en den rijke H6440 voor H1800 den arme H3808 niet H5234 H8765 kent H3588 ? Want H3605 zij zijn allen H3027 Zijner handen H4639 werk.

Psalms 82:2

  2 H5766 Hoe lang zult gijlieden onrecht H8199 H8799 oordelen H6440 , en het aangezicht H7563 der goddelozen H5375 H8799 aannemen H5542 ? Sela.

Proverbs 17:15

  15 H7563 Wie den goddeloze H6663 H8688 rechtvaardigt H6662 , en den rechtvaardige H7561 H8688 verdoemt H3068 , zijn den HEERE H8441 een gruwel H8147 , ja, die beiden.

Proverbs 24:23

  23 H2450 Deze [spreuken] zijn ook van de wijzen H6440 . Het aangezicht H4941 in het gericht H5234 H8687 te kennen H2896 , is niet goed.

Proverbs 28:21

  21 H6440 De aangezichten H5234 H8687 te kennen H2896 , is niet goed H1397 ; want een man H6595 zal om een stuk H3899 broods H6586 H8799 overtreden.

Isaiah 5:23

  23 H7563 Die den goddeloze H6663 H8688 rechtvaardigen H6118 om H7810 een geschenk H6666 , en de gerechtigheid H6662 der rechtvaardigen H5493 H8686 van dezelven afwenden.

Isaiah 59:14

  14 H4941 Daarom is het recht H268 achterwaarts H5253 H8717 geweken H6666 , en de gerechtigheid H5975 H8799 staat H7350 van verre H571 ; want de waarheid H3782 H8804 struikelt H7339 op de straat H5229 , en wat recht H3201 H8799 is, kan H935 H8800 er niet ingaan.

Micah 7:3

  3 H5921 Om H3709 [met] beide handen H3190 H0 wel dapper H7451 kwaad H3190 H8687 te doen H7592 H8802 , zo eist H8269 de vorst H8199 H8802 , en de rechter H7966 [oordeelt] om vergelding H1419 ; en de grote H1696 H8802 spreekt H1942 de verderving H5315 H1931 zijner ziel H5686 H8762 , en zij draaien ze dicht ineen.

Matthew 22:16

  16 G2532 En G649 G5719 zij zonden uit G846 tot Hem G846 hun G3101 discipelen G3326 , met G2265 de Herodianen G3004 G5723 , zeggende G1320 : Meester G1492 G5758 ! wij weten G3754 , dat G227 Gij waarachtig G1488 G5748 zijt G2532 , en G3598 den weg G2316 Gods G1722 in G225 der waarheid G1321 G5719 leert G2532 , en G4012 naar G3756 G3762 niemand G4671 G3199 G5719 vraagt G1063 ; want G991 G5719 Gij ziet G1519 G4383 den persoon G444 der mensen G3756 niet aan;

Proverbs 12:16

  16 H3708 De toorn H191 des dwazen H3117 wordt ten zelven dage H3045 H8735 bekend H6175 ; maar die kloekzinnig H3680 H8802 is, bedekt H7036 de schande.

Proverbs 13:10

  10 H2087 Door hovaardigheid H5414 H8799 maakt men H4683 niet dan gekijf H3289 H8737 ; maar bij de beradenen H2451 is wijsheid.

Proverbs 14:3

  3 H6310 In den mond H191 des dwazen H2415 is een roede H1346 des hoogmoeds H8193 ; maar de lippen H2450 der wijzen H8104 H8799 bewaren hen.

Proverbs 14:16

  16 H2450 De wijze H3373 vreest H5493 H8802 , en wijkt H7451 van het kwade H3684 ; maar de zot H5674 H8693 is oplopende toornig H982 H8802 , en zorgeloos.

Proverbs 16:27-28

  27 H1100 H376 Een Belialsman H3738 H8802 graaft H7451 kwaad H8193 ; en op zijn lippen H6867 is als brandend H784 vuur.
  28 H8419 Een verkeerd H376 man H4066 zal krakeel H7971 H8762 inwerpen H5372 ; en een oorblazer H6504 H8688 scheidt H441 den voornaamsten vriend.

Proverbs 19:19

  19 H1419 H1632 Die groot H2534 is van grimmigheid H6066 , zal straf H5375 H8802 dragen H5337 H8686 ; want zo gij [hem] uitredt H3254 H8686 , zo zult gij nog moeten voortvaren.

Proverbs 19:29

  29 H8201 Gerichten H3887 H8801 zijn voor de spotters H3559 H8738 bereid H4112 , en slagen H1460 voor den rug H3684 der zotten.

Proverbs 22:24-25

  24 H7462 H8691 Vergezelschap u H639 H1167 niet met een grammoedige H935 H8799 , en ga niet om H2534 met een zeer grimmig H376 man;
  25 H734 Opdat gij zijn paden H502 H8799 niet leert H4170 , en een strik H5315 over uw ziel H3947 H8804 haalt.

Proverbs 25:24

  24 H2896 Het is beter H3427 H8800 te wonen H6438 op een hoek H1406 van het dak H4079 H8675 H4066 , dan met een kijfachtige H802 huisvrouw H1004 , en dat in een huis H2267 van gezelschap.

Proverbs 27:3

  3 H68 Een steen H3514 is zwaar H2344 , en het zand H5192 gewichtig H3708 ; maar de toornigheid H191 des dwazen H3515 is zwaarder H8147 dan die beide.

Proverbs 29:9

  9 H2450 Een wijs H376 man H191 , met een dwaas H376 man H8199 H8737 in rechten zich begeven hebbende H7264 H8804 , hetzij dat hij beroerd is H7832 H8804 of lacht H5183 , zo is er toch geen rust.

Judges 11:35

  35 H1961 H8799 En het geschiedde H853 , als hij haar H7200 H8800 zag H7167 H8799 , zo verscheurde hij H899 zijn klederen H559 H8799 , en zeide H162 : Ach H1323 , mijn dochter H3766 H8687 ! gij hebt mij ganselijk H3766 H8689 nedergebogen H859 , en gij H1961 H8804 zijt H5916 H8802 onder degenen, die mij beroeren H595 ; want ik H6310 heb mijn mond H6475 H8804 opengedaan H413 tot H3068 den HEERE H3808 , en ik zal niet H3201 H8799 kunnen H7725 H8800 teruggaan.

1 Samuel 14:24-46

  24 H376 En de mannen H3478 van Israel H5065 H8738 werden mat H1931 te dien H3117 dage H7586 ; want Saul H5971 had het volk H422 H8686 bezworen H559 H8800 , zeggende H779 H8803 : Vervloekt H376 zij de man H438 , die H3899 spijze H398 H8799 eet H5704 tot aan H6153 den avond H4480 , opdat ik mij aan H341 H8802 mijn vijanden H5358 H8738 wreke H2938 H8804 ! Daarom proefde H3605 dat ganse H5971 volk H3808 geen H3899 spijs.
  25 H3605 En het ganse H776 volk H935 H8804 kwam H3293 in een woud H1961 H8799 ; en daar was H1706 honig H5921 H6440 op H7704 het veld.
  26 H5971 Toen het volk H413 in H3293 het woud H935 H8799 kwam H2009 , ziet H1706 H1982 , zo was er een honigvloed H369 ; maar niemand H5381 H8688 raakte H3027 met zijn hand H413 aan H6310 zijn mond H3588 , want H5971 het volk H3372 H8804 vreesde H7621 de bezwering.
  27 H3129 Maar Jonathan H3808 had het niet H8085 H8804 gehoord H1 , toen zijn vader H5971 het volk H7650 H8687 bezworen had H7971 H8799 , en hij reikte H7097 het einde H4294 van den staf H834 uit, die H3027 in zijn hand H2881 H8799 was, en hij doopte H853 denzelven H3295 H1706 in een honigraat H3027 ; als hij nu zijn hand H413 tot H6310 zijn mond H7725 H8686 wendde H5869 , zo werden zijn ogen H215 H8799 verlicht.
  28 H6030 H8799 Toen antwoordde H376 een man H4480 uit H5971 het volk H559 H8799 , en zeide H1 : Uw vader H5971 heeft het volk H7650 H8687 zwaarlijk H7650 H8689 bezworen H559 H8800 , zeggende H779 H8803 : Vervloekt H376 zij de man H834 , die H3117 heden H3899 brood H398 H8799 eet H5774 H8799 ! Daarom bezwijkt H5971 het volk.
  29 H559 H8799 Toen zeide H3129 Jonathan H1 : Mijn vader H776 heeft het land H5916 H8804 beroerd H7200 H8798 ; zie H4994 toch H3588 , hoe H5869 mijn ogen H215 H8804 verlicht zijn H3588 , omdat H4592 ik een weinig H2088 van dezen H1706 honig H2938 H8804 gesmaakt heb;
  30 H3588   H637 H3808 Hoe veel meer H3863 , indien H5971 het volk H3117 heden H398 H8800 had mogen vrijelijk H398 H8804 eten H4480 van H7998 den buit H341 H8802 zijner vijanden H834 , dien H4672 H8804 het gevonden heeft H3588 ! Maar H6258 nu H4347 is die slag H3808 niet H7235 H8804 groot geweest H6430 over de Filistijnen.
  31 H5221 H8686 Doch zij sloegen H1931 te dien H3117 dage H6430 de Filistijnen H4480 van H4363 Michmas H357 tot Ajalon H5971 ; en het volk H3966 was zeer H5774 H8799 moede.
  32 H5860 H8799 H6213 H8799 Toen maakte zich H5971 het volk H413 aan H7998 den buit H3947 H8799 , en zij namen H6629 schapen H1241 , en runderen H1121 , en kalveren H7819 H8799 , en zij slachtten H776 ze tegen de aarde H5971 ; en het volk H398 H8799 at H5921 ze met H1818 het bloed.
  33 H5046 H8686 En men boodschapte H7586 het Saul H559 H8800 , zeggende H2009 : Zie H5971 , het volk H2398 H8802 verzondigt zich H3068 aan den HEERE H398 H8800 , etende H5921 met H1818 het bloed H559 H8799 . En hij zeide H898 H8804 : Gij hebt trouwelooslijk gehandeld H1556 H8798 ; wentelt H3117 heden H1419 een groten H68 steen H413 tot mij.
  34 H559 H8799 Verder sprak H7586 Saul H6327 H8798 : Verstrooit u H5971 onder het volk H559 H8804 , en zegt H5066 H8685 tot hen: Brengt H413 tot H376 mij een iegelijk H7794 zijn os H376 , en een iegelijk H7716 zijn schaap H7819 H8804 , en slacht H2088 het hier H398 H8804 , en eet H2398 H8799 , en bezondigt u H3808 niet H3068 aan den HEERE H398 H8800 , die etende H413 met H1818 het bloed H5066 H8686 . Toen bracht H3605 al H5971 het volk H376 een iegelijk H7794 zijn os H3027 met zijn hand H3915 , des nachts H7819 H8799 , en slachtte H8033 ze aldaar.
  35 H1129 H8799 Toen bouwde H7586 Saul H3068 den HEERE H4196 een altaar H853 ; dit H2490 H8689 was het eerste H4196 altaar H3068 , dat hij den HEERE H1129 H8800 bouwde.
  36 H559 H8799 Daarna zeide H7586 Saul H3381 H8799 : Laat ons aftrekken H6430 de Filistijnen H310 na H3915 , bij nacht H962 H8799 , en laat ons dezelve beroven H5704 , totdat H1242 het morgen H216 licht H3808 worde, en laat ons niet H376 een man H7604 H8686 onder hen overig laten H559 H8799 . Zij nu zeiden H6213 H8798 : Doe H3605 al H2896 wat goed H5869 is in uw ogen H3548 ; maar de priester H559 H8799 zeide H1988 : Laat ons herwaarts H413 tot H430 God H7126 H8799 naderen.
  37 H7592 H8799 Toen vraagde H7586 Saul H430 God H3381 H8799 : Zal ik aftrekken H6430 de Filistijnen H310 na H3027 ? Zult Gij ze in de hand H3478 van Israel H5414 H8799 overgeven H6030 H8804 ? Doch Hij antwoordde H3808 hem niet H1931 te dien H3117 dage.
  38 H559 H8799 Toen zeide H7586 Saul H5066 H8798 : Komt H1988 herwaarts H3605 [uit] alle H6438 hoeken H5971 des volks H3045 H8798 , en verneemt H7200 H8798 , en ziet H4100 , waarin H2063 deze H2403 zonde H3117 heden H1961 H8804 geschied zij.
  39 H3588 Want H3068 [zo] [waarachtig] [als] de HEERE H2416 leeft H3478 , Die Israel H3467 H8688 verlost H3588 H518 , al H3426 ware het H1121 in mijn zoon H3129 Jonathan H3588 , H4191 H8800 zo zal hij den dood H4191 H8799 sterven H369 ; en niemand H4480 uit H3605 het ganse H5971 volk H6030 H8802 antwoordde hem.
  40 H559 H8799 Verder zeide hij H413 tot H3605 het ganse H3478 Israel H859 : Gijlieden H259 zult aan de ene H5676 zijde H1961 H8799 zijn H589 , en ik H1121 en mijn zoon H3129 Jonathan H259 zullen aan de andere H5676 zijde H1961 H8799 zijn H559 H8799 . Toen zeide H5971 het volk H413 tot H7586 Saul H6213 H8798 : Doe H2896 , wat goed H5869 is in uw ogen.
  41 H7586 Saul H559 H8799 nu sprak H413 tot H3068 den HEERE H430 , den God H3478 Israels H3051 H8798 : Toon H8549 den onschuldige H3129 . Toen werd Jonathan H7586 en Saul H3920 H8735 geraakt H5971 , en het volk H3318 H8804 ging [vrij] uit.
  42 H559 H8799 Toen zeide H7586 Saul H5307 H8685 : Werpt H996 [het] [lot] tussen H996 mij en tussen H1121 mijn zoon H3129 Jonathan H3129 . Toen werd Jonathan H3920 H8735 geraakt.
  43 H7586 Saul H559 H8799 dan zeide H413 tot H3129 Jonathan H5046 H8685 : Geef mij te kennen H4100 , wat H6213 H8804 gij gedaan hebt H5046 H0 . Toen gaf H3129 het Jonathan H5046 H8686 hem te kennen H559 H8799 , en zeide H2938 H8800 : Ik heb maar H4592 een weinig H1706 honigs H2938 H8804 geproefd H7097 , met het uiterste H4294 des stafs H834 , dien H3027 ik in mijn hand H2009 had; zie H4191 H8799 [hier] ben ik, moet ik sterven?
  44 H559 H8799 Toen zeide H7586 Saul H3541 : Zo H6213 H8799 doe H430 [mij] God H3541 , en zo H3254 H8686 doe Hij daartoe H3588 , H3129 Jonathan H4191 H8800 ! gij moet den dood H4191 H8799 sterven.
  45 H5971 Maar het volk H559 H8799 zeide H413 tot H7586 Saul H3129 : Zou Jonathan H4191 H8799 sterven H834 , die H2063 deze H1419 grote H3444 verlossing H3478 in Israel H6213 H8804 gedaan heeft H2486 ? Dat zij verre H3068 ! [zo] [waarachtig] [als] de HEERE H2416 leeft H518 , als H4480 er een H8185 haar H7218 van zijn hoofd H776 op de aarde H5307 H8799 vallen zal H3588 ; want H3117 H2088 hij heeft [dit] heden H5973 met H430 God H6213 H8804 gedaan H6299 H8799 . Alzo verloste H5971 het volk H3129 Jonathan H3808 , dat hij niet H4191 H8804 stierf.
  46 H7586 Saul H5927 H8799 nu toog op H4480 van H310 achter H6430 de Filistijnen H6430 , en de Filistijnen H1980 H8804 trokken H4725 aan hun plaats.

Psalms 64:8

  8 H3956 [064:9] En hun tong H3782 H8686 zal hen doen aanstoten H7200 H8802 tegen zichzelven; een ieder, die hen ziet H5074 H8709 , zal zich wegpakken.

Psalms 140:9

  9 H7218 (H140:10) Aangaande het hoofd H4524 dergenen, die mij omringen H5999 , de overlast H8193 hunner lippen H3680 H8762 overdekke hen.

Proverbs 6:2

  2 H3369 H8738 Gij zijt verstrikt H561 met de redenen H6310 uws monds H3920 H8738 ; gij zijt gevangen H561 met de redenen H6310 uws monds.

Proverbs 10:8

  8 H2450 Die wijs H3820 van hart H3947 H8799 is, neemt H4687 de geboden H191 aan; maar die dwaas H8193 is van lippen H3832 H8735 , zal omgeworpen worden.

Proverbs 10:14

  14 H2450 De wijzen H6845 H0 leggen H1847 wetenschap H6845 H8799 weg H6310 ; maar den mond H191 des dwazen H4288 is de verstoring H7138 nabij.

Proverbs 12:13

  13 H6588 In de overtreding H8193 der lippen H4170 is de strik H7451 des bozen H6662 ; maar de rechtvaardige H6869 zal uit de benauwdheid H3318 H8799 uitkomen.

Proverbs 13:3

  3 H6310 Die zijn mond H5341 H8802 bewaart H8104 H8802 , behoudt H5315 zijn ziel H4288 ; maar voor hem is verstoring H8193 , die zijn lippen H6589 H8802 wijd opendoet.

Ecclesiastes 10:11-14

  11 H5175 Indien de slang H5391 H8799 gebeten heeft H3908 , eer der bezwering H3504 geschied is, dan is er geen nuttigheid H3956 H1167 voor den allerwelsprekendsten [bezweerder].
  12 H1697 De woorden H2450 van een wijzen H6310 mond H2580 zijn aangenaam H8193 ; maar de lippen H3684 van een zot H1104 H8762 verslinden hemzelven.
  13 H8462 Het begin H1697 der woorden H6310 zijns monds H5531 is dwaasheid H319 , en het einde H6310 zijns monds H7451 is boze H1948 dolligheid.
  14 H5530 De dwaas H7235 H8686 maakt wel veel H1697 woorden H120 ; [maar] de mens H3045 H8799 weet H310 niet, wat het zij, dat geschieden zal; en wat na H5046 H8686 hem geschieden zal, wie zal het hem te kennen geven?

Mark 6:23-28

  23 G2532 En G3660 G5656 hij zwoer G846 haar G3754 : G1437 Zo G3739 wat G3165 gij van mij G154 G5661 zult eisen G1325 G , zal ik G4671 u G1325 G5692 geven G2193 , [ook] tot G2255 de helft G3450 mijns G932 koninkrijks!
  24 G1161 En G1831 G5631 zij, uitgegaan zijnde G2036 G5627 , zeide G846 tot haar G3384 moeder G5101 : Wat G154 G5698 zal ik eisen G1161 ? En G2036 G5627 die zeide G2776 : Het hoofd G2491 van Johannes G910 den Doper.
  25 G2532 En G2112 zij, terstond G3326 met G4710 haast G1525 G5631 ingaande G4314 tot G935 den koning G154 G5668 , heeft het geeist G3004 G5723 , zeggende G2309 G5719 : Ik wil G2443 , dat G3427 gij mij G1824 nu terstond G1909 , in G4094 een schotel G1325 G5632 , geeft G2776 het hoofd G2491 van Johannes G910 den Doper.
  26 G2532 En G935 de koning G4036 , zeer bedroefd G1096 G5637 geworden zijnde G1223 , [nochtans] om G3727 de eden G2532 , en G3588 degenen, die G4873 G5740 mede aanzaten G2309 G5656 , wilde hij G846 haar G3756 [hetzelve] niet G114 G5658 afslaan.
  27 G2532 En G935 de koning G649 G5660 zond G2112 terstond G4688 een scherprechter G2004 G5656 , en gebood G846 zijn G2776 hoofd G5342 G5683 te brengen G1161 . Deze nu G565 G5631 ging heen G607 G5656 , en onthoofdde G846 hem G1722 in G5438 de gevangenis;
  28 G2532 En G5342 G5656 bracht G846 zijn G2776 hoofd G1909 in G4094 een schotel G2532 , en G1325 G5656 gaf G846 hetzelve G2877 het dochtertje G2532 , en G2877 het dochtertje G1325 G5656 gaf G846 hetzelve G846 harer G3384 moeder.

Acts 23:14-22

  14 G3748 Dewelke G4334 G5631 gingen G749 tot de overpriesters G2532 en G4245 de ouderlingen G2036 G5627 , en zeiden G1438 : Wij hebben ons zelven G331 met vervloeking G332 G5656 vervloekt G3367 , niets G1089 G5664 te zullen nuttigen G2193 G3739 , totdat G3972 wij Paulus G615 G5725 zullen gedood hebben.
  15 G5210 Gij G3767 dan G3568 nu G1718 G , laat G5506 den overste G1718 G5657 weten G4862 met G4892 den raad G3704 , dat G846 hij hem G839 morgen G4314 tot G5209 u G2609 G5632 afbrenge G5613 , alsof G197 gij nadere G1231 G kennis G3195 G5723 zoudt G1231 G5721 nemen G4012 van G846 zijn G1161 zaken; en G2249 wij G2070 G5748 zijn G2092 bereid G846 hem G337 G5629 om te brengen G4253 , eer G846 hij G1448 G5658 bij [u] komt.
  16 G1161 En G5207 als de zoon G3972 van Paulus' G79 zuster G1749 deze lage G191 G5660 gehoord had G3854 G5637 , kwam hij daar G2532 , en G1525 G5631 ging G1519 in G3925 de legerplaats G518 G5656 , en boodschapte G3972 het Paulus.
  17 G1161 En G3972 Paulus G4341 G5666 riep tot zich G1520 een G1543 van de hoofdmannen over honderd G5346 G5713 , en zeide G520 G5628 : Leid G5126 dezen G3494 jongeling G4314 heen tot G5506 den overste G1063 ; want G2192 G5719 hij heeft G846 hem G5100 wat G518 G5658 te boodschappen.
  18 G3303   G3767 Deze dan G3880 G5631 nam G846 hem G71 G5627 en bracht G4314 [hem] tot G5506 den overste G2532 , en G5346 G5748 zeide G3972 : Paulus G1198 , de gevangene G3165 , heeft mij G4341 G5666 tot zich geroepen G2065 G5656 , en begeerd G5126 , dat ik dezen G3494 jongeling G4314 tot G4571 u G71 G5629 zou brengen G4671 , die u G5100 wat G2192 G5723 heeft G2980 G5658 te zeggen.
  19 G5506 De overste G1161 nu G1949 G5637 nam G846 hem G5495 bij de hand G2532 , en G2596 G2398 bezijden G402 G5660 gegaan zijnde G4441 G5711 , vraagde hij G5101 : Wat G2076 G5748 is het G3427 dat gij mij G2192 G5719 hebt G518 G5658 te boodschappen?
  20 G1161 En G2036 G5627 hij zeide G3754 : G2453 De Joden G4934 G5639 zijn overeengekomen G4571 , om van u G2065 G5658 te begeren G3704 , dat G3972 gij Paulus G839 morgen G1519 in G4892 den raad G2609 G5632 zoudt afbrengen G5613 , alsof G5100 zij iets G4012 van G846 hem G197 nader G3195 G5723 zouden G4441 G5738 onderzoeken.
  21 G4771   G3767 Doch G3982 G5686 geloof G846 hen G3361 niet G1063 ; want G4119 meer dan G5062 veertig G435 mannen G1537 uit G846 hen G1748 G leggen G846 hem G1748 G5719 lagen G3748 , welke G1438 zichzelven G332 G5656 met een vervloeking verbonden hebben G3383 noch G5315 G5629 te eten G3383 noch G4095 G5629 te drinken G2193 , totdat G846 zij hem G337 G5661 zullen omgebracht hebben G2532 ; en G1526 G5748 zij zijn G3568 nu G2092 gereed G4327 G5740 , verwachtende G1860 de toezegging G575 van G4675 u.
  22 G3303   G5506 De overste G3767 dan G630 G liet G3494 den jongeling G630 G5656 gaan G3853 G5660 , [hem] gebiedende G1583 G : Zeg G3367 niemand G1583 G5658 voort G3754 , dat G4314 G3165 gij mij G5023 zulks G1718 G5656 geopenbaard hebt.

Leviticus 19:16

  16 H3212 H8799 Gij zult niet wandelen H7400 [als] een achterklapper H5971 onder uw volken H5975 H8799 ; gij zult niet staan H1818 tegen het bloed H7453 van uw naaste H3068 ; Ik ben de HEERE!

Psalms 52:2

  2 H3956 [052:4] Uw tong H2803 H8799 denkt H1942 enkel schade H3913 H8794 als een geslepen H8593 scheermes H6213 H8802 , werkende H7423 bedrog.

Psalms 64:3-4

  3 H3956 [064:4] Die hun tong H8150 H8804 scherpen H2719 als een zwaard H4751 , een bitter H1697 woord H1869 H8804 aanleggen H2671 [als] hun pijl;
  4 H4565 [064:5] Om in verborgen plaatsen H8535 den oprechte H3384 H8800 te schieten H6597 ; haastig H3384 H8686 schieten zij H3372 H8799 naar hem, en vrezen niet.

Proverbs 12:18

  18 H3426 Daar is H4094 een, die [woorden] als steken H2719 van een zwaard H981 H8802 onbedachtelijk uitspreekt H3956 ; maar de tong H2450 der wijzen H4832 is medicijn.

Proverbs 16:28

  28 H8419 Een verkeerd H376 man H4066 zal krakeel H7971 H8762 inwerpen H5372 ; en een oorblazer H6504 H8688 scheidt H441 den voornaamsten vriend.

Proverbs 26:20-22

  20 H657 Als er geen H6086 hout H3518 H0 is, gaat H784 het vuur H3518 H8799 uit H5372 ; en als er geen oorblazer H4066 is, wordt het gekijf H8367 H8799 gestild.
  21 H6352 De dove kool H1513 is om de vurige kool H6086 , en het hout H784 om het vuur H4079 H8675 H4066 ; alzo is een kijfachtig H376 man H7379 , om twist H2787 H8771 te ontsteken.
  22 H1697 De woorden H5372 des oorblazers H3859 H8693 zijn als dergenen, die geslagen zijn H3381 H8804 , en die dalen H2315 in het binnenste H990 des buiks.

Job 30:29

  29 H8577 Ik ben den draken H251 een broeder H1961 H8804 geworden H7453 , en een metgezel H1323 der jonge H3284 struisen.

Proverbs 10:4

  4 H7423 Die met een bedriegelijke H3709 hand H6213 H8802 werkt H7326 H8802 , wordt arm H3027 ; maar de hand H2742 der vlijtigen H6238 H8686 maakt rijk.

Proverbs 23:20-21

  20 H3196 H5433 H8802 Zijt niet onder de wijnzuipers H2151 H8802 H1320 , noch onder de vleesvreters;
  21 H5433 H8802 Want een zuiper H2151 H8802 en vraat H3423 H8735 zal arm worden H5124 ; en de sluimering H7168 doet verscheurde klederen H3847 H8686 dragen.

Proverbs 24:30-34

  30 H5674 H8804 Ik ging H7704 voorbij den akker H376 H6102 eens luiaards H3754 , en voorbij den wijngaard H2638 H3820 van een verstandeloos H120 mens;
  31 H5927 H8804 En ziet, hij was gans opgeschoten H7063 van distelen H6440 ; zijn gedaante H2738 was [met] netelen H3680 H8795 bedekt H68 , en zijn stenen H1444 scheidsmuur H2040 H8738 was afgebroken.
  32 H2372 H8799 Als ik dat aanschouwde H7896 H8799 , nam ik H3820 het ter harte H7200 H8804 ; ik zag H3947 H0 het, [en] nam H4148 onderwijzing H3947 H8804 aan;
  33 H4592 Een weinig H8142 slapens H4592 , een weinig H8572 sluimerens H4592 , en weinig H2264 H3027 handvouwens H7901 H8800 , al nederliggende;
  34 H7389 Zo zal uw armoede H935 H8804 [u] overkomen H1980 H8693 , [als] een wandelaar H4270 , en uw velerlei gebrek H4043 als een gewapend H376 man.

Proverbs 28:24

  24 H1 Wie zijn vader H517 of zijn moeder H1497 H8802 berooft H559 H8802 , en zegt H6588 : Het is geen overtreding H7843 H8688 ; die is des verdervenden H376 mans H2270 gezel.

Matthew 25:26

  26 G1161 Maar G846 zijn G2962 heer G611 G5679 , antwoordende G2036 G5627 , zeide G846 tot hem G4190 : Gij boze G2532 en G3636 luie G1401 dienstknecht G1492 G5715 ! gij wist G3754 , dat G2325 G5719 ik maai G3699 , waar G3756 ik niet G4687 G5656 gezaaid heb G2532 , en G3606 van daar G4863 G5719 vergader G3756 , waar ik niet G1287 G5656 gestrooid heb.

Luke 15:13-14

  13 G2532 En G3756 niet G4183 vele G2250 dagen G3326 daarna G3501 , de jongste G5207 zoon G537 , alles G4863 G5631 bijeenvergaderd hebbende G589 G5656 , is weggereisd G1519 in G3117 een ver G5561 [gelegen] land G2532 , en G1563 heeft aldaar G846 zijn G3776 goed G1287 G5656 doorgebracht G2198 G5723 , levende G811 overdadiglijk.
  14 G1161 En G846 als hij G3956 het alles G1159 G5660 verteerd had G1096 G5633 , werd er G2478 een grote G3042 hongersnood G2596 in G1565 datzelve G5561 land G2532 , en G756 G5662 hij begon G5302 G5745 gebrek te lijden.

Luke 16:1-2

  1 G1161 En G3004 G5707 Hij zeide G2532 ook G4314 tot G846 Zijn G3101 discipelen G2258 G5713 : Er was G5100 een zeker G4145 rijk G444 mens G3739 , welke G3623 een rentmeester G2192 G5707 had G2532 ; en G3778 deze G846 werd bij hem G1225 G5681 verklaagd G5613 , als G846 die zijn G5224 G5723 goederen G1287 G5723 doorbracht.
  2 G2532 En G5455 G5660 hij riep G846 hem G2036 G5627 , en zeide G846 tot hem G5101 : Hoe G191 G5719 hoor ik G5124 dit G4012 van G4675 u G591 G5628 ? Geef G3056 rekenschap G4675 van uw G3622 rentmeesterschap G1063 ; want G3756 gij zult niet G2089 meer G3621 G5721 kunnen rentmeester G1410 G5695 zijn.

Romans 12:11

  11 G3361 Zijt niet G3636 traag G4710 in het benaarstigen G2204 G5723 . Zijt vurig G4151 van geest G1398 G5723 . Dient G2962 den Heere.

Hebrews 6:12

  12 G2443 Opdat G3361 gij niet G3576 traag G1096 G5638 wordt G1161 , maar G3402 navolgers G1223 zijt dergenen, die door G4102 geloof G2532 en G3115 lankmoedigheid G1860 de beloftenissen G2816 G5723 beerven.

Genesis 17:1

  1 H87 Als nu Abram H8672 H8141 negen H8673 en negentig H8141 jaren H1121 oud H1961 H8799 was H7200 H8735 , zo verscheen H3068 de HEERE H413 aan H87 Abram H559 H8799 , en zeide H413 tot H589 hem: Ik H410 ben God H7706 , de Almachtige H1980 H8690 ! Wandel H6440 voor Mijn aangezicht H1961 H8798 , en zijt H8549 oprecht!

Genesis 32:11

  11 H5337 H8685 Ruk mij H4994 toch H4480 uit H251 mijns broeders H3027 hand H4480 , uit H6215 Ezau's H3027 hand H3588 ; want H595 ik H3373 vreze H853 hem H6435 , dat hij niet misschien H935 H8799 kome H5221 H8689 , en mij sla H517 , de moeder H5921 met H1121 de zonen!

Genesis 32:28-29

  28 H559 H8799 Toen zeide Hij H8034 : Uw naam H5750 zal voortaan H3808 niet H3290 Jakob H559 H8735 heten H3588 H518 , maar H3478 Israel H3588 ; want H8280 H8804 gij hebt u vorstelijk gedragen H5973 met H430 God H5973 en met H582 de mensen H3201 H8799 , en hebt overmocht.
  29 H3290 En Jakob H7592 H8799 vraagde H559 H8799 , en zeide H4994 : Geef toch H8034 Uw naam H5046 H8685 te kennen H559 H8799 . En Hij zeide H4100 : Waarom H2088 is het H8034 , dat gij naar Mijn naam H7592 H8799 vraagt H1288 H8762 ? En Hij zegende H853 hem H8033 aldaar.

Exodus 3:13-15

  13 H559 H8799 Toen zeide H4872 Mozes H430 tot God H935 H8802 : Zie, wanneer ik kom H1121 tot de kinderen H3478 Israels H559 H8804 , en zeg H430 tot hen: De God H1 uwer vaderen H7971 H8804 heeft mij tot ulieden gezonden H559 H8804 ; en zij mij zeggen H8034 : Hoe is Zijn naam H559 H8799 ? wat zal ik tot hen zeggen?
  14 H430 En God H559 H8799 zeide H413 tot H4872 Mozes H1961 H8799 : IK ZAL ZIJN H834 , Die H1961 H8799 IK ZIJN ZAL H559 H8799 ! Ook zeide Hij H3541 : Alzo H1121 zult gij tot de kinderen H3478 Israels H559 H8799 zeggen H1961 H8799 : IK ZAL ZIJN H413 heeft mij tot H7971 H8804 ulieden gezonden!
  15 H559 H8799 Toen zeide H430 God H5750 verder H4872 tot Mozes H1121 : Aldus zult gij tot de kinderen H3478 Israels H559 H8799 zeggen H3068 : De HEERE H430 , de God H1 uwer vaderen H430 , de God H85 van Abraham H430 , de God H3327 van Izak H430 , en de God H3290 van Jakob H7971 H8804 , heeft mij tot ulieden gezonden H8034 ; dat is Mijn Naam H5769 eeuwiglijk H2143 , en dat is Mijn gedachtenis H1755 van geslacht H1755 tot geslacht.

Exodus 6:3

  3 H85 [06:2] En Ik ben aan Abraham H3327 , Izak H3290 , en Jakob H7200 H8735 verschenen H410 , als God H7706 de Almachtige H8034 ; doch met Mijn Naam H3068 HEERE H3045 H8738 ben Ik hun niet bekend geweest.

Exodus 34:5-7

  5 H3068 De HEERE H3381 H8799 nu kwam nederwaarts H6051 in een wolk H3320 H8691 , en stelde Zich H7121 H8799 aldaar bij hem; en Hij riep uit H8034 den Naam H3068 des HEEREN.
  6 H3068 Als nu de HEERE H6440 voor zijn aangezicht H5674 H8799 voorbijging H7121 H8799 , zo riep Hij H3068 : HEERE H3068 , HEERE H410 , God H7349 , barmhartig H2587 en genadig H750 H639 , lankmoedig H7227 en groot H2617 van weldadigheid H571 en waarheid.
  7 H2617 Die de weldadigheid H5341 H8802 bewaart H505 aan vele duizenden H5771 , Die de ongerechtigheid H6588 , en overtreding H2403 , en zonde H5375 H8802 vergeeft H5352 H8763 ; Die [den] [schuldige] geenszins H5352 H8762 onschuldig houdt H6485 H8802 , bezoekende H5771 de ongerechtigheid H1 der vaderen H1121 aan de kinderen H1121 , en aan de kindskinderen H8029 , in het derde H7256 en vierde [lid].

1 Samuel 30:6

  6 H1732 En David H3966 werd zeer H3334 H8799 bang H3588 , want H5971 het volk H559 H8804 sprak H5619 H8800 van hem te stenigen H3588 ; want H5315 de zielen H3605 van het ganse H5971 volk H4843 H8804 waren verbitterd H376 , een iegelijk H5921 over H1121 zijn zonen H5921 en over H1323 zijn dochteren H1732 ; doch David H2388 H8691 sterkte zich H3068 in den HEERE H430 , zijn God.

2 Samuel 22:3

  3 H430 God H6697 is mijn Rots H2620 H8799 , ik zal op Hem betrouwen H4043 ; mijn Schild H7161 en de Hoorn H3468 mijns heils H4869 , mijn Hoog Vertrek H4498 en mijn Toevlucht H3467 H8688 , mijn Verlosser H2555 ! Van geweld H3467 H8686 hebt Gij mij verlost!

2 Samuel 22:45-47

  45 H1121 H5236 Vreemden H3584 H8691 hebben zich mij geveinsdelijk onderworpen H241 ; zo haast als [hun] oor H8085 H8800 [van] [mij] hoorde H8085 H8735 , hebben zij mij gehoorzaamd.
  46 H1121 H5236 Vreemden H5034 H8799 zijn vervallen H2296 H8799 , en hebben zich aangegord H4480 uit H4526 hun sloten.
  47 H3068 De HEERE H2416 leeft H1288 H8803 , en geloofd H6697 zij mijn Rotssteen H7311 H8799 ; en verhoogd H430 zij God H6697 , de Rotssteen H3468 mijns heils!

2 Samuel 22:51

  51 H4024 H8675 H1431 H8688 [Hij] is een Toren H3444 der verlossingen H4428 Zijns konings H6213 H8802 , en Hij doet H2617 goedertierenheid H4899 aan Zijn gezalfde H1732 , aan David H2233 en aan zijn zaad H5704 , tot in H5769 eeuwigheid.

Psalms 18:2

  2 H3068 [018:3] De HEERE H5553 is mijn Steenrots H4686 , en mijn Burg H6403 H8764 , en mijn Uithelper H410 ; mijn God H6697 , mijn Rots H2620 H8799 , op Welken ik betrouw H4043 ; mijn Schild H7161 , en de Hoorn H3468 mijns heils H4869 , mijn Hoog Vertrek.

Psalms 27:1

  1 H1732 [Een] [psalm] van David H3068 . De HEERE H216 is mijn Licht H3468 en mijn Heil H3372 H8799 , voor wien zou ik vrezen H3068 ? De HEERE H2416 is mijns levens H4581 kracht H6342 H8799 , voor wien zou ik vervaard zijn?

Psalms 56:3-4

  3 H3117 [056:4] Ten dage H3372 H8799 , [als] ik zal vrezen H982 H8799 , zal ik op U vertrouwen.
  4 H430 [056:5] In God H1697 zal ik Zijn woord H1984 H8762 prijzen H982 H8804 ; ik vertrouw H430 op God H3372 H8799 , ik zal niet vrezen H1320 ; wat zoude mij vlees H6213 H8799 doen?

Psalms 61:3-4

  3 H4268 [061:4] Want Gij zijt mij een Toevlucht H5797 geweest, een sterke H4026 Toren H6440 voor H341 H8802 den vijand.
  4 H168 [061:5] Ik zal in Uw hut H1481 H8799 verkeren H5769 [in] eeuwigheden H2620 H8799 ; ik zal mijn toevlucht nemen H5643 in het verborgene H3671 Uwer vleugelen H5542 . Sela.

Psalms 91:2

  2 H3068 Ik zal tot den HEERE H559 H8799 zeggen H4268 : Mijn Toevlucht H4686 en mijn Burg H430 ! mijn God H982 H8799 , op Welken ik vertrouw!

Psalms 91:14

  14 H2836 H8804 Dewijl hij Mij zeer bemint H6403 H8762 , [spreekt] [God], zo zal Ik hem uithelpen H7682 H8762 ; Ik zal hem op een hoogte stellen H3045 H8804 , want hij kent H8034 Mijn Naam.

Psalms 144:2

  2 H2617 Mijn Goedertierenheid H4686 en mijn Burg H4869 , mijn Hoog Vertrek H6403 H8764 en mijn Bevrijder H4043 voor mij, mijn Schild H2620 H8804 , en op Wien ik mij betrouwe H5971 ; Die mijn volk H7286 H8802 aan mij onderwerpt!

Isaiah 9:6

  6 H3206 [09:5] Want een Kind H3205 H8795 is ons geboren H1121 , een Zoon H5414 H8738 is ons gegeven H4951 , en de heerschappij H7926 is op Zijn schouder H7121 H8799 ; en men noemt H8034 Zijn naam H6382 Wonderlijk H3289 H8802 , Raad H1368 , Sterke H410 God H1 , Vader H5703 der eeuwigheid H8269 H7965 , Vredevorst;

Isaiah 26:4

  4 H982 H8798 Vertrouwt H3068 op den HEERE H5703 tot in der eeuwigheid H3050 ; want in den Heere H3068 HEERE H5769 is een eeuwige H6697 rotssteen.

Isaiah 57:15

  15 H559 H8804 Want alzo zegt H7311 H8802 de Hoge H5375 H8737 en Verhevene H5703 , Die in de eeuwigheid H7931 H8802 woont H8034 , en Wiens Naam H6918 heilig H7931 H8799 is: Ik woon H4791 [in] de hoogte H6918 en [in] het heilige H1793 , en bij dien, die van een verbrijzelden H8217 en nederigen H7307 geest H2421 H8687 is, opdat Ik levend make H7307 den geest H8217 der nederigen H2421 H8687 , en opdat Ik levend make H3820 het hart H1792 H8737 der verbrijzelden.

Jeremiah 23:6

  6 H3117 In Zijn dagen H3063 zal Juda H3467 H8735 verlost worden H3478 , en Israel H983 zeker H7931 H8799 wonen H8034 ; en dit zal Zijn naam H7121 H8799 zijn, waarmede men Hem zal noemen H3072 : De HEERE: ONZE GERECHTIGHEID.

Habakkuk 3:19

  19 H3069 De Heere H136 HEERE H2428 is mijn Sterkte H7272 ; en Hij zal mijn voeten H7760 H8799 maken H355 als der hinden H1869 H8686 , en Hij zal mij doen treden H5921 op H1116 mijn hoogten H5329 H8764 . Voor den opperzangmeester H5058 op mijn Neginoth.

Matthew 1:23

  23 G2400 G5628 Ziet G3933 , de maagd G1722 G1064 G2192 G5692 zal zwanger worden G2532 , en G5207 een Zoon G5088 G5695 baren G2532 , en G846 gij zult Zijn G3686 naam G2564 G5692 heten G1694 Emmanuel G3739 ; hetwelk G2076 G5748 is G3177 G5746 , overgezet zijnde G2316 , God G3326 met G2257 ons.

Revelation 1:8

  8 G1473 Ik G1510 G5748 ben G1 de Alfa G2532 en G5598 de Omega G746 , het Begin G2532 en G5056 het Einde G3004 G5719 , zegt G2962 de Heere G3588 , Die G3801 is G2532 , en G3588 Die G2258 G5713 G3801 was G2532 , en G3588 Die G2064 G5740 komen G3801 zal G3841 , de Almachtige.

Deuteronomy 32:31

  31 H6697 Want hun rotssteen H6697 is niet gelijk onze Rotssteen H341 H8802 , zelfs onze vijanden H6414 rechters zijnde.

Job 31:24-25

  24 H518 Zo H2091 ik het goud H3689 tot mijn hoop H7760 H8804 gezet heb H3800 , of tot het fijn goud H559 H8804 gezegd heb H4009 : Gij zijt mijn vertrouwen;
  25 H518 Zo H8055 H8799 ik blijde ben geweest H3588 , omdat H2428 mijn vermogen H7227 groot H3588 was, en omdat H3027 mijn hand H3524 geweldig veel H4672 H8804 verkregen had;

Psalms 49:6-9

  6 H2428 [049:7] Aangaande degenen, die op hun goed H982 H8802 vertrouwen H7230 ; en op de veelheid H6239 huns rijkdoms H1984 H8691 roemen;
  7 H376 [049:8] Niemand H251 van hen zal [zijn] broeder H6299 H8800 immermeer H6299 H8799 kunnen verlossen H430 ; hij zal Gode H3724 zijn rantsoen H5414 H8799 niet kunnen geven;
  8 H6306 [049:9] (Want de verlossing H5315 hunner ziel H3365 H8799 is te kostelijk H5769 , en zal in eeuwigheid H2308 H8804 ophouden);
  9 H5331 [049:10] Dat hij ook voortaan geduriglijk H2421 H8799 zou leven H7845 , [en] de verderving H7200 H8799 niet zien.

Psalms 52:5-7

  5 H410 [052:7] God H5422 H8799 zal u ook afbreken H5331 in eeuwigheid H2846 H8799 ; Hij zal u wegrapen H168 en u uit de tent H5255 H8799 uitrukken H8327 H8765 ; ja, Hij zal u uitwortelen H776 uit het land H2416 der levenden H5542 . Sela.
  6 H6662 [052:8] En de rechtvaardigen H7200 H8799 zullen het zien H3372 H8799 , en vrezen H7832 H8799 ; en zij zullen over hem lachen, [zeggende]:
  7 H1397 [052:9] Ziet den man H430 , [die] God H7760 H8799 niet stelde H4581 tot Zijn Sterkte H982 H8799 , maar vertrouwde H7230 op de veelheid H6239 zijns rijkdoms H5810 H8799 ; hij was sterk geworden H1942 door zijn beschadigen.

Psalms 62:10-11

  10 H982 H8799 [062:11] Vertrouwt H6233 niet op onderdrukking H1498 , noch op roverij H1891 H8799 ; wordt niet ijdel H2428 , als het vermogen H5107 H8799 overvloedig aanwast H7896 H8799 , en zet H3820 er het hart niet op.
  11 H430 [062:12] God H259 heeft een H1696 H8765 ding gesproken H2098 , ik heb dit H8147 tweemaal H8085 H8804 gehoord H5797 : dat de sterkte H430 Godes is.

Proverbs 10:15

  15 H6223 Des rijken H1952 goed H7151 is een stad H5797 zijner sterkte H7389 ; de armoede H1800 der geringen H4288 is hun verstoring.

Proverbs 11:4

  4 H1952 Goed H3276 H8686 doet geen nut H3117 ten dage H5678 der verbolgenheid H6666 ; maar de gerechtigheid H5337 H8686 redt H4194 van den dood.

Ecclesiastes 7:12

  12 H2451 Want de wijsheid H6738 is tot een schaduw H3701 , [en] het geld H6738 is tot een schaduw H3504 ; maar de uitnemendheid H1847 der wetenschap H2451 is, dat de wijsheid H1167 haar bezitters H2421 H8762 het leven geeft.

Luke 12:19-21

  19 G2532 En G3450 ik zal tot mijn G5590 ziel G2046 G5692 zeggen G5590 : Ziel G2192 G5719 ! gij hebt G4183 vele G18 goederen G2749 G5740 , die opgelegd zijn G1519 voor G4183 vele G2094 jaren G373 G5732 , neem rust G5315 G5628 , eet G4095 G5628 , drink G2165 G5744 , wees vrolijk.
  20 G1161 Maar G2316 God G2036 G5627 zeide G846 tot hem G878 : Gij dwaas G5026 ! in dezen G3571 nacht G4675 zal men uw G5590 ziel G575 van G4675 u G523 G5719 afeisen G1161 ; en G3739 hetgeen G2090 G5656 gij bereid hebt G5101 , wiens G2071 G5704 zal het zijn?
  21 G3779 Alzo G1438 [is] [het] [met] [dien], die zichzelven G2343 G5723 schatten vergadert G2532 , en G3361 niet G4147 G5723 rijk is G1519 in G2316 God.

Job 42:6-17

  6 H5921 H3651 Daarom H3988 H8799 verfoei ik H5162 H8738 [mij], en ik heb berouw H5921 in H6083 stof H665 en as.
  7 H1961 H8799 Het geschiedde H310 nu, nadat H3068 de HEERE H428 die H1697 woorden H413 tot H347 Job H1696 H8765 gesproken had H3068 , dat de HEERE H413 tot H464 Elifaz H8489 , den Themaniet H559 H8799 , zeide H639 : Mijn toorn H2734 H8804 is ontstoken H8147 tegen u, en tegen uw twee H7453 vrienden H3588 , want H3808 gijlieden hebt niet H3559 H8737 recht H413 van H1696 H8765 Mij gesproken H5650 , gelijk Mijn knecht H347 Job.
  8 H3947 H8798 Daarom neemt H6258 nu H7651 voor ulieden zeven H6499 varren H7651 en zeven H352 rammen H3212 H8798 , en gaat henen H413 tot H5650 Mijn knecht H347 Job H5927 H8689 , en offert H5930 brandoffer H1157 voor H5650 ulieden, en laat Mijn knecht H347 Job H5921 voor H6419 H8691 ulieden bidden H3588 ; want H518 zekerlijk H6440 , Ik zal zijn aangezicht H5375 H8799 aannemen H1115 H0 , opdat H5973 Ik aan H1115 ulieden niet H6213 H8800 doe H5039 naar uw dwaasheid H3588 ; want H3808 gijlieden hebt niet H3559 H8737 recht H413 van H1696 H8765 Mij gesproken H5650 , gelijk Mijn knecht H347 Job.
  9 H3212 H0 Toen gingen H464 Elifaz H8489 , de Themaniet H1085 , en Bildad H7747 , de Suhiet H6691 , [en] Zofar H5284 , de Naamathiet H3212 H8799 , henen H6213 H8799 , en deden H834 , gelijk als H3068 de HEERE H413 tot H1696 H8765 hen gesproken had H3068 ; en de HEERE H5375 H0 nam H6440 het aangezicht H347 van Job H5375 H8799 aan.
  10 H3068 En de HEERE H7725 H8804 wendde H7622 H8675 H7622 de gevangenis H347 van Job H6419 H8692 , toen hij gebeden had H1157 voor H7453 zijn vrienden H3068 ; en de HEERE H3254 H8686 vermeerderde H3605 al H834 hetgeen H347 Job H4932 gehad had tot dubbel zoveel.
  11 H935 H8799 Ook kwamen H413 tot H3605 hem al H251 zijn broeders H3605 , en al H269 zijn zusters H3605 , en allen H6440 , die hem te voren H3045 H8802 gekend hadden H398 H8799 , en aten H3899 brood H5973 met H1004 hem in zijn huis H5110 H8799 , en beklaagden H5162 H8762 hem, en vertroostten H853 hem H5921 over H3605 al H7451 het kwaad H834 , dat H3068 de HEERE H5921 over H935 H8689 hem gebracht had H5414 H8799 ; en zij gaven H376 hem een iegelijk H259 een H7192 stuk gelds H376 , een iegelijk H2091 ook een gouden H5141 voorhoofdsiersel.
  12 H3068 En de HEERE H1288 H8765 zegende H347 Jobs H319 laatste H4480 meer dan H7225 zijn eerste H1961 H8799 ; want hij had H702 H6240 veertien H505 duizend H6629 schapen H8337 , en zes H505 duizend H1581 kemelen H505 , en duizend H6776 juk H1241 runderen H505 , en duizend H860 ezelinnen.
  13 H1961 H8799 Daartoe had hij H7658 zeven H1121 zonen H7969 en drie H1323 dochteren.
  14 H7121 H8799 En hij noemde H8034 den naam H259 der eerste H3224 Jemima H8034 , en den naam H8145 der tweede H7103 Kezia H8034 , en den naam H7992 der derde H7163 Keren-happuch.
  15 H3303 En er werden zo schone H802 vrouwen H3808 niet H4672 H8738 gevonden H3605 in het ganse H776 land H1323 , als de dochteren H347 van Job H1 ; en haar vader H5414 H8799 gaf H5159 haar erfdeel H8432 onder H251 haar broederen.
  16 H347 En Job H2421 H8799 leefde H310 na H2063 dezen H3967 honderd H705 en veertig H8141 jaren H7200 H8799 , dat hij zag H1121 zijn kinderen H1121 , en de kinderen H1121 zijner kinderen H702 , tot in vier H1755 geslachten.
  17 H347 En Job H4191 H8799 stierf H2205 , oud H3117 en der dagen H7649 zat.

Proverbs 15:33

  33 H3374 De vreze H3068 des HEEREN H4148 is de tucht H2451 der wijsheid H6038 ; en de nederigheid H6440 [gaat] voor H3519 de eer.

Proverbs 16:18

  18 H1347 Hovaardigheid H6440 is voor H7667 de verbreking H1363 , en hoogheid H7307 des geestes H6440 voor H3783 den val.

Proverbs 29:23

  23 H1346 De hoogmoed H120 des mensen H8213 H8686 zal hem vernederen H8217 ; maar de nederige H7307 van geest H3519 zal de eer H8551 H8799 vasthouden.

Isaiah 6:5-13

  5 H559 H8799 Toen zeide ik H188 : Wee H1820 H8738 mij, want ik verga H376 ! dewijl ik een man H2931 van onreine H8193 lippen H3427 H8802 ben, en ik woon H8432 in het midden H5971 eens volks H2931 , dat onrein H8193 van lippen H5869 is; want mijn ogen H4428 hebben den Koning H3068 , den HEERE H6635 der heirscharen H7200 H8804 gezien.
  6 H259 Maar een H8314 van de serafs H5774 H8799 vloog H7531 tot mij, en had een gloeiende kool H3027 in zijn hand H4457 , [die] hij met de tang H4196 van het altaar H3947 H8804 genomen had.
  7 H5060 H0 En hij roerde H6310 mijn mond H5060 H8686 daarmede aan H559 H8799 , en zeide H8193 : Zie, deze heeft uw lippen H5060 H8804 aangeroerd H5771 ; alzo is uw misdaad H5493 H8804 [van] [u] geweken H2403 , en uw zonde H3722 H8792 is verzoend.
  8 H8085 H8799 Daarna hoorde ik H6963 de stem H136 des Heeren H559 H8802 , dewelke zeide H7971 H8799 : Wien zal Ik zenden H3212 H8799 , en wie zal voor Ons henengaan H559 H8799 ? Toen zeide ik H7971 H8798 : Zie, [hier] ben ik, zend mij henen.
  9 H559 H8799 Toen zeide Hij H3212 H8798 : Ga henen H559 H8804 , en zeg H5971 tot dit volk H8085 H8800 : Horende H8085 H8798 hoort H995 H8799 , maar verstaat H7200 H8800 niet, en ziende H7200 H8798 ziet H3045 H8799 , maar merkt niet.
  10 H3820 Maak het hart H5971 dezes volks H8080 H8685 vet H241 , en maak hun oren H3513 H8685 zwaar H8173 H8685 , en sluit H5869 hun ogen H7200 H8799 , opdat het niet zie H5869 met zijn ogen H241 , noch met zijn oren H8085 H8799 hore H3824 , noch met zijn hart H995 H8799 versta H7725 H8802 , noch zich bekere H7495 H8804 , en Hij het geneze.
  11 H559 H8799 Toen zeide ik H136 : Hoe lang, Heere H559 H8799 ? En Hij zeide H5892 : Totdat de steden H7582 H8804 verwoest worden H3427 H8802 , zodat er geen inwoner zij H1004 , en de huizen H120 , dat er geen mens H127 zij, en dat het land H8077 met verwoesting H7582 H8735 verstrooid worde.
  12 H3068 Want de HEERE H120 zal die mensen H7368 H8765 verre wegdoen H5805 , en de verlating H7227 zal groot H7130 wezen in het binnenste H776 des lands.
  13 H6224 Doch nog een tiende H7725 H8804 deel zal daarin zijn, en het zal wederkeren H1197 H8763 , en zijn om af te weiden H424 ; [maar] gelijk de eik H437 , en gelijk de haageik H7995 , in dewelke na de afwerping H4678 [der] [bladeren] [nog] steunsel H6944 is, [alzo] zal het heilige H2233 zaad H4678 het steunsel daarvan zijn.

Ezekiel 16:49-50

  49 H5771 Ziet, dit was de ongerechtigheid H269 uwer zuster H5467 Sodom H1347 ; hoogmoed H7653 , zatheid H3899 van brood H8252 H8687 en stille H7962 gerustheid H1323 had zij en haar dochteren H2388 H8689 ; maar zij sterkte H3027 de hand H6041 des armen H34 en nooddruftigen niet.
  50 H1361 H8799 En zij verhieven zich H6213 H8799 , en deden H8441 gruwelijkheid H6440 voor Mijn aangezicht H5493 H8686 ; daarom deed Ik ze weg H7200 H8804 , nadat Ik het gezien had.

Ezekiel 28:2

  2 H1121 H120 Mensenkind H559 H8798 ! zeg H5057 tot den vorst H6865 van Tyrus H559 H8804 : Zo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H3820 : Omdat uw hart H1361 H8804 zich verheft H559 H8799 en zegt H410 : Ik ben God H3427 H8804 , ik zit H430 in Godes H4186 stoel H3820 , in het hart H3220 der zeeen H120 ! daar gij een mens H410 en geen God H5414 H8799 zijt, stelt gij H3820 nochtans uw hart H430 , als Gods H3820 hart.

Ezekiel 28:9

  9 H559 H8800 Zult gij [dan] enigszins H6440 , voor het aangezicht H2026 H8802 uws doodslagers H559 H8799 , zeggen H430 : Ik ben God H120 ? daar gij een mens H410 zijt en geen God H3027 , in de hand H2490 H8764 desgenen, die u verslaat?

Daniel 5:23-24

  23 H7313 H8712 Maar gij hebt u verheven H5922 tegen H4756 den Heere H8065 des hemels H3984 , en men heeft de vaten H1005 van Zijn huis H6925 voor H858 H8684 u gebracht H607 , en gij H7261 , en uw geweldigen H7695 , uw vrouwen H3904 , en uw bijwijven H2562 hebben wijn H8355 H8750 uit dezelve gedronken H426 , en de goden H3702 van zilver H1722 en goud H5174 , koper H6523 , ijzer H636 , hout H69 en steen H3809 , die niet H2370 H8751 zien H3809 , noch H8086 H8750 horen H3809 , noch H3046 H8751 weten H7624 H8745 , hebt gij geprezen H426 ; maar dien God H3028 , in Wiens hand H5396 uw adem H3606 is, en bij Wien al H735 uw paden H3809 zijn, hebt gij niet H1922 H8745 verheerlijkt.
  24 H116 Toen H6447 is dat deel H3028 der hand H4481 van H6925 Hem H7972 H8750 gezonden H1836 , en dit H3792 schrift H7560 H8752 getekend geworden.

Daniel 9:20

  20 H1696 H8764 Als ik nog sprak H6419 H8693 , en bad H3034 H8693 , en beleed H2403 mijn zonde H2403 , en de zonde H5971 mijns volks H3478 van Israel H8467 , en mijn smeking H5307 H8688 nederwierp H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H430 , mijns Gods H6944 , om des heiligen H2022 bergs H430 wil mijns Gods;

Daniel 9:23

  23 H8462 In het begin H8469 uwer smekingen H1697 is het woord H3318 H8804 uitgegaan H935 H8804 , en ik ben gekomen H5046 H8687 , om [u] [dat] te kennen te geven H2532 ; want gij zijt een zeer gewenst H995 H8798 [man]; versta H1697 dan dit woord H995 H8685 , en merk op H4758 dit gezicht.

Luke 14:11

  11 G3754 Want G3956 een iegelijk G1438 , die zichzelven G5312 G5723 verhoogt G5013 G5701 , zal vernederd worden G2532 ; en G1438 die zichzelven G5013 G5723 vernedert G5312 G5701 , zal verhoogd worden.

Acts 12:21-23

  21 G1161 En G5002 op een gezetten G2250 dag G2264 , Herodes G937 , een koninklijk G2066 kleed G1746 G5671 aangedaan hebbende G2532 , en G1909 op G846 den G968 rechterstoel G2523 G5660 gezeten zijnde G1215 G5707 , deed een rede G4314 tot G846 hen.
  22 G1161 En G1218 het volk G2019 G5707 riep G5456 [hem] toe: Een stem G2316 Gods G2532 , en G3756 niet G444 eens mensen!
  23 G1161 En G3916 van stonde aan G3960 G5656 sloeg G846 hem G32 een engel G2962 des Heeren G473 , daarom G3739 dat G2316 hij Gode G1391 de eer G3756 niet G1325 G5656 gaf G2532 ; en G1096 G5637 hij werd G4662 van de wormen gegeten G1634 G5656 , en gaf den geest.

1 Peter 5:5

  5 G3668 Desgelijks G3501 gij jongen G4245 , zijt den ouden G5293 G5649 onderdanig G1161 ; en G3956 zijt allen G240 elkander G5293 G5746 onderdanig G5012 ; zijt met de ootmoedigheid G1463 G5663 bekleed G3754 ; want G2316 God G498 G5731 wederstaat G5244 de hovaardigen G1161 , maar G5011 den nederigen G1325 G5719 geeft Hij G5485 genade.

Deuteronomy 13:14

  14 H1875 H8804 Zo zult gij onderzoeken H2713 H8804 , en naspeuren H3190 H8687 , en wel H7592 H8804 navragen H571 ; en ziet, het is de waarheid H1697 , de zaak H3559 H8737 is zeker H2063 , zulk H8441 een gruwel H7130 is in het midden H6213 H8738 van u gedaan;

2 Samuel 16:4

  4 H559 H8799 Zo zeide H4428 de koning H6717 tot Ziba H2009 : Zie H3605 , het zal het uwe zijn alles H834 wat H4648 Mefiboseth H6717 heeft. En Ziba H559 H8799 zeide H7812 H8694 : Ik buig mij neder H2580 , laat mij genade H4672 H8799 vinden H5869 in uw ogen H113 , mijn heer H4428 koning!

2 Samuel 19:24-30

  24 H4648 Mefiboseth H7586 , Sauls H1121 zoon H3381 H8804 , kwam ook af H4428 den koning H7125 H8800 tegemoet H7272 ; en hij had zijn voeten H3808 niet H6213 H8804 schoon gemaakt H8222 , noch zijn knevelbaard H6213 H8804 beschoren H3808 , noch H899 zijn klederen H3526 H8765 gewassen H4480 , van H3117 dien dag H4428 af, dat de koning H3212 H8800 was weggegaan H5704 , tot H3117 dien dag H834 toe, dat H7965 hij met vrede H935 H8804 wederkwam.
  25 H1961 H8799 En het geschiedde H3588 , als H3389 hij te Jeruzalem H4428 den koning H7125 H8800 tegemoet H935 H8804 kwam H4428 , dat de koning H559 H8799 tot hem zeide H4100 : Waarom H3808 zijt gij niet H5973 met H1980 H8804 mij getogen H4648 , Mefiboseth?
  26 H559 H8799 En hij zeide H113 : Mijn heer H4428 koning H5650 , mijn knecht H7411 H8765 heeft mij bedrogen H3588 ; want H5650 uw knecht H559 H8804 zeide H2543 : Ik zal mij een ezel H2280 H8799 zadelen H5921 , en daarop H7392 H8799 rijden H4428 , en tot den koning H3212 H8799 trekken H3588 , want H5650 uw knecht H6455 is kreupel.
  27 H5650 Daartoe heeft hij uw knecht H413 bij H113 mijn heer H4428 den koning H7270 H8762 valselijk aangedragen H113 ; doch mijn heer H4428 de koning H4397 is als een engel H430 Gods H6213 H8798 ; doe H2896 dan, wat goed H5869 is in uw ogen.
  28 H3588 Want H3605 al H1 mijns vaders H1004 huis H3808 is niet H1961 H8804 geweest H3588 , dan H518 maar H582 lieden H4194 des doods H113 voor mijn heer H4428 den koning H5650 ; nochtans hebt gij uw knecht H7896 H8799 gezet H7979 onder degenen, die aan uw tafel H398 H8802 eten H4100 ; wat H3426 heb ik H5750 dan meer H6666 voor gerechtigheid H5750 , en meer H2199 H8800 te roepen H413 aan H4428 den koning?
  29 H559 H8799 Toen zeide H4428 de koning H4100 tot hem: Waarom H1696 H8762 spreekt gij H5750 meer H1697 [van] uw zaken H559 H8804 ? Ik heb gezegd H859 : Gij H6717 en Ziba H2505 H8799 , deelt H7704 het land.
  30 H4648 En Mefiboseth H559 H8799 zeide H413 tot H4428 den koning H3947 H8799 : Hij neme H1571 het ook H3605 gans H310 H834 weg, naardien H113 mijn heer H4428 de koning H7965 met vrede H413 in H1004 zijn huis H935 H8804 is gekomen.

Esther 3:10-15

  10 H5493 H8686 Toen trok H4428 de koning H2885 zijn ring H4480 H5921 van H3027 zijn hand H5414 H8799 , en hij gaf H2001 hem aan Haman H1121 , den zoon H4099 van Hammedatha H91 , den Agagiet H3064 , der Joden H6887 H8802 tegenpartijder.
  11 H4428 En de koning H559 H8799 zeide H2001 tot Haman H3701 : Dat zilver H5414 H8803 zij u geschonken H5971 , ook dat volk H6213 H8800 , om daarmede te doen H2896 , naar dat het goed H5869 is in uw ogen.
  12 H5608 H8802 Toen werden de schrijvers H4428 des konings H7121 H8735 geroepen H7223 , in de eerste H2320 maand H7969 H6240 , op den dertienden H3117 dag H3789 H8735 derzelve, en er werd geschreven H3605 naar alles H834 , wat H2001 Haman H6680 H8765 beval H413 , aan H323 de stadhouders H4428 des konings H413 , en aan H6346 de landvoogden H834 , die H5921 over H4082 elk H4082 landschap H413 waren, en aan H8269 de vorsten H5971 van elk H5971 volk H4082 , elk H4082 landschap H3791 naar zijn schrift H5971 , en elk H5971 volk H3956 naar zijn spraak H3789 H8737 ; er werd geschreven H8034 in den naam H4428 van den koning H325 Ahasveros H4428 , en het werd met des konings H2885 ring H2856 H8738 verzegeld.
  13 H5612 De brieven H7971 H8736 nu werden gezonden H3027 door de hand H7323 H8801 der lopers H413 tot H3605 al H4082 de landschappen H4428 des konings H8045 H8687 , dat men zou verdelgen H2026 H8800 , doden H6 H8763 en verdoen H3605 al H3064 de Joden H4480 , van H5288 den jonge H5704 tot H2205 den oude H2945 toe, de kleine kinderen H802 en de vrouwen H259 , op een H3117 dag H7969 H6240 , op den dertienden H8147 H6240 der twaalfde H2320 maand H1931 (deze H2320 is de maand H143 Adar H7998 ), en dat men hun buit H962 H8800 zou roven.
  14 H6572 De inhoud H3791 van het schrift H1881 was, dat er een wet H5414 H8736 zou gegeven worden H3605 H4082 in alle H4082 landschappen H1540 H8803 , openbaar H3605 aan alle H5971 volken H2088 , dat zij tegen denzelfden H3117 dag H6264 zouden gereed H1961 H8800 zijn.
  15 H7323 H8801 De lopers H3318 H8804 gingen uit H1765 H8803 , voortgedrongen zijnde H1697 door het woord H4428 des konings H1881 , en de wet H5414 H8738 werd uitgegeven H1002 in den burg H7800 Susan H4428 . En de koning H2001 en Haman H3427 H8804 zaten H8354 H8800 en dronken H5892 , doch de stad H7800 Susan H943 H8737 was verward.

Esther 8:5-17

  5 H559 H8799 En zij zeide H518 : Indien H5921 het den H4428 koning H2896 goeddunkt H518 , en indien H2580 ik genade H6440 voor zijn aangezicht H4672 H8804 gevonden heb H1697 , en deze zaak H6440 voor H4428 den koning H3787 H8804 recht is H589 , en ik H5869 in zijn ogen H2896 aangenaam ben H3789 H8735 , dat er geschreven worde H5612 , dat de brieven H4284 en de gedachte H2001 van Haman H1121 , den zoon H4099 van Hammedatha H91 , den Agagiet H7725 H8687 , wederroepen worden H834 , welke H3789 H8804 hij geschreven heeft H3064 , om de Joden H6 H8763 om te brengen H834 , die H3605 in al H4082 de landschappen H4428 des konings zijn.
  6 H3588 Want H349 hoe H3201 H8799 zal ik vermogen H7200 H8804 , dat ik aanzie H7451 het kwaad H834 , dat H5971 mijn volk H4672 H8799 treffen zal H349 ? En hoe H3201 H8799 zal ik vermogen H7200 H8804 , dat ik aanzie H13 het verderf H4138 van mijn geslacht?
  7 H559 H8799 Toen zeide H4428 de koning H325 Ahasveros H4436 tot de koningin H635 Esther H4782 en tot Mordechai H3064 , den Jood H2009 : Ziet H1004 , het huis H2001 van Haman H635 heb ik Esther H5414 H8804 gegeven H853 , en hem H5921 heeft men aan H6086 de galg H8518 H8804 gehangen H5921 H834 , omdat H3027 hij zijn hand H3064 aan de Joden H7971 H8804 geslagen had.
  8 H3789 H8798 Schrijft H859 dan gijlieden H5921 voor H3064 de Joden H2896 , zoals het goed H5869 is in uw ogen H4428 , in des konings H8034 naam H2856 H8798 , en verzegelt H4428 het met des konings H2885 ring H3588 ; want H3791 het schrift H834 , dat H4428 in des konings H8034 naam H3789 H8737 geschreven H4428 , en met des konings H2885 ring H2856 H8737 verzegeld is H369 , is niet H7725 H8687 te wederroepen.
  9 H4428 Toen werden des konings H5608 H8802 schrijvers H7121 H8735 geroepen H1931 , ter zelfder H6256 tijd H7992 , in de derde H2320 maand H1931 (zij H2320 is de maand H5510 Sivan H7969 ), op den drie H6242 en twintigsten H3789 H8735 derzelve, en er werd geschreven H3605 naar alles H834 , wat H4782 Mordechai H6680 H8765 gebood H413 , aan H3064 de Joden H413 , en aan H323 de stadhouders H6346 , en landvoogden H8269 , en oversten H4082 der landschappen H834 , die H4480 van H1912 Indie H5704 af tot aan H3568 Morenland H3967 [strekken], honderd H7651 zeven H6242 en twintig H4082 landschappen H4082 , een ieder H4082 landschap H3791 naar zijn schrift H5971 , een ieder H5971 volk H3956 naar zijn spraak H413 ; ook aan H3064 de Joden H3791 naar hun schrift H3956 en naar hun spraak.
  10 H3789 H8799 En men schreef H8034 in den naam H4428 van den koning H325 Ahasveros H2856 H8799 , en men verzegelde H4428 het met des konings H2885 ring H7971 H8799 ; en men zond H5612 de brieven H3027 door de hand H7323 H8801 der lopers H5483 te paard H7392 H8802 , rijdende H327 op snelle kemelen H7409 , op muildieren H7424 , van merrien H1121 geteeld;
  11 H834 Dat H4428 de koning H3064 den Joden H5414 H8804 toeliet H834 , die H3605 H5892 in elke H5892 stad H6950 H8736 waren, zich te vergaderen H5921 , en voor H5315 hun leven H5975 H8800 te staan H8045 H8687 , om te verdelgen H2026 H8800 , om te doden H6 H8763 en om om te brengen H3605 alle H2428 macht H5971 des volks H4082 en des landschaps H853 , die hen H6696 H8802 benauwen zou H2945 , de kleine kinderen H802 en de vrouwen H7998 , en hun buit H962 H8800 te roven;
  12 H259 Op een H3117 dag H3605 in al H4082 de landschappen H4428 van den koning H325 Ahasveros H7969 H6240 , op den dertienden H8147 H6240 der twaalfde H2320 maand H1931 ; deze H2320 is de maand H143 Adar.
  13 H6572 De inhoud H3791 van dit geschrift H1881 was: dat een wet H5414 H8736 zou gegeven worden H3605 H4082 in alle H4082 landschappen H1540 H8803 , openbaar H3605 aan alle H5971 volken H3064 ; en dat de Joden H6264 H8675 H6259 gereed H1961 H8800 zouden zijn H2088 tegen dien H3117 dag H5358 H8736 , om zich te wreken H4480 aan H341 H8802 hun vijanden.
  14 H7323 H8801 De lopers H327 , die op snelle kemelen H7392 H8802 reden H7409 [en] op muildieren H3318 H0 , togen H926 H8794 snellijk H3318 H8804 uit H1765 H8803 , aangedreven zijnde H1697 door het woord H4428 des konings H1881 . Deze wet H5414 H8738 nu werd gegeven H1002 op den burg H7800 Susan.
  15 H4782 En Mordechai H3318 H8804 ging uit H4480 van H6440 voor het aangezicht H4428 des konings H8504 in een hemelsblauw H2353 en wit H4438 koninklijk H3830 kleed H1419 , en met een grote H2091 gouden H5850 kroon H8509 , en met een opperkleed H948 van fijn linnen H713 en purper H5892 ; en de stad H7800 Susan H6670 H8804 juichte H8056 en was vrolijk.
  16 H3064 Bij de Joden H1961 H8804 was H219 licht H8057 , en blijdschap H8342 , en vreugde H3366 , en eer;
  17 H3605 Ook in alle H4082 en een ieder H4082 landschap H3605 , en in alle H5892 en een iedere H5892 stad H4725 , ter plaatse H834 , waar H4428 des konings H1697 woord H1881 en zijn wet H5060 H8688 aankwam H3064 , daar was bij de Joden H8057 blijdschap H8342 en vreugde H4960 , maaltijden H2896 en vrolijke H3117 dagen H7227 ; en velen H4480 uit H5971 de volken H776 des lands H3054 H8693 werden Joden H3588 , want H6343 de vreze H3064 der Joden H5921 was op H5307 H8804 hen gevallen.

Job 29:16

  16 H595 Ik H34 was den nooddruftigen H1 een vader H7379 ; en het geschil H3808 , [dat] ik niet H3045 H8804 wist H2713 H8799 , dat onderzocht ik.

Proverbs 20:25

  25 H4170 Het is een strik H120 des mensen H6944 , dat hij het heilige H3216 H8804 verslindt H310 , en na H5088 [gedane] geloften H1239 H8763 , onderzoek te doen.

Daniel 6:9

  9 H3606 H1836 H6903 [06:10] Daarom H7560 H8754 tekende H4430 de koning H1868 Darius H3792 dat schrift H633 en gebod.

Daniel 6:14

  14 H116 [06:15] Toen H4430 de koning H4406 deze rede H8086 H8754 hoorde H888 H0 , was hij H7690 zeer H888 H8754 bedroefd H7761 H8754 bij zichzelven, en hij stelde H1079 het hart H5922 op H1841 Daniel H7804 H8756 om hem te verlossen H5705 ; ja, tot H4606 den ondergang H8122 der zon H1934 H8754 H7712 H8723 toe bemoeide hij zich H5338 H8682 , om hem te redden.

John 7:51

  51 G2919 G5719 Oordeelt G3361 ook G2257 onze G3551 wet G444 den mens G3362 , tenzij G4386 dat zij eerst G3844 van G846 hem G191 G5661 gehoord heeft G2532 , en G1097 G5632 verstaat G5101 , wat G4160 G5719 hij doet?

Job 1:20-21

  20 H6965 H0 Toen stond H347 Job H6965 H8799 op H7167 H8799 , en scheurde H4598 zijn mantel H1494 H8799 , en schoor H7218 zijn hoofd H5307 H8799 , en viel H776 op de aarde H7812 H8691 , en boog zich neder;
  21 H559 H8799 En hij zeide H6174 : Naakt H4480 ben ik uit H517 mijner moeders H990 buik H3318 H8804 gekomen H6174 , en naakt H8033 zal ik daarhenen H7725 H8799 wederkeren H3068 . De HEERE H5414 H8804 heeft gegeven H3068 , en de HEERE H3947 H8804 heeft genomen H8034 ; de Naam H3068 des HEEREN H1961 H8799 zij H1288 H8794 geloofd!

Job 2:7-10

  7 H3318 H0 Toen ging H7854 de satan H3318 H8799 uit H4480 van H6440 het aangezicht H3068 des HEEREN H5221 H8686 , en sloeg H347 Job H7451 met boze H7822 zweren H4480 , van H3709 H7272 zijn voetzool H5704 af tot H6936 zijn schedel toe.
  8 H3947 H8799 En hij nam H2789 zich een potscherf H1623 H8692 , om zich daarmede te schrabben H1931 , en hij H3427 H8802 zat neder H8432 in het midden H665 der as.
  9 H559 H8799 Toen zeide H802 zijn huisvrouw H2388 H0 tot hem: Houdt gij H5750 nog H2388 H8688 vast H8538 aan uw oprechtigheid H1288 H8761 ? Zegen H430 God H4191 H8798 , en sterf.
  10 H559 H8799 Maar hij zeide H413 tot H1696 H8762 haar: Gij spreekt H259 als een H5036 der zottinnen H1696 H8763 spreekt H1571 ; ja H2896 , zouden wij het goede H4480 van H430 God H6901 H8762 ontvangen H7451 , en het kwade H3808 niet H6901 H8762 ontvangen H2063 ? In dit H3605 alles H2398 H8804 zondigde H347 Job H8193 met zijn lippen H3808 niet.

Job 6:4

  4 H3588 Want H2671 de pijlen H7706 des Almachtigen H5978 zijn in H834 mij, welker H2534 vurig venijn H7307 mijn geest H8354 H8802 uitdrinkt H1161 ; de verschrikkingen H433 Gods H6186 H8799 rusten zich tegen mij.

Job 7:14-15

  14 H2865 H8765 Dan ontzet Gij H2472 mij met dromen H4480 , en door H2384 gezichten H1204 H8762 verschrikt Gij mij;
  15 H5315 Zodat mijn ziel H4267 de verworging H977 H8799 kiest H4194 ; den dood H4480 meer dan H6106 mijn beenderen.

Job 10:15-17

  15 H518 Zo H7561 H8804 ik goddeloos ben H480 , wee H6663 H8804 mij! En ben ik rechtvaardig H7218 , ik zal mijn hoofd H3808 niet H5375 H8799 opheffen H7649 ; ik ben zat H7036 van schande H7202 H8798 H8676 H7200 H8798 , maar aanzie H6040 mijn ellende.
  16 H1342 H8799 Want zij verheft zich H7826 ; gelijk een felle leeuw H6679 H8799 jaagt Gij H7725 H8799 mij; Gij keert weder H6381 H8691 en stelt U wonderlijk tegen mij.
  17 H2318 H8762 Gij vernieuwt H5707 Uw getuigen H5048 tegenover H7235 H8686 mij, en vermenigvuldigt H3708 Uw toorn H5978 tegen H2487 mij; verwisselingen H6635 , ja, een heirleger, zijn tegen mij.

Psalms 30:9-10

  9 H1215 [030:10] Wat gewin H1818 is er in mijn bloed H3381 H8800 , in mijn nederdalen H7845 tot de groeve H6083 ? Zal U het stof H3034 H8686 loven H571 ? Zal het Uw waarheid H5046 H8686 verkondigen?
  10 H8085 H8798 [030:11] Hoor H3068 , HEERE H2603 H8798 ! en wees mij genadig H3068 ; HEERE H5826 H8802 ! wees mij een Helper.

Psalms 32:3-4

  3 H2790 H8689 Toen ik zweeg H6106 , werden mijn beenderen H1086 H8804 verouderd H7581 , in mijn brullen H3117 den gansen dag.
  4 H3027 Want Uw hand H3119 was dag H3915 en nacht H3513 H8799 zwaar H3955 op mij; mijn sap H2015 H8738 werd veranderd H2725 H7019 in zomerdroogten H5542 . Sela.

Psalms 38:2-4

  2 H2671 [038:3] Want Uw pijlen H5181 H8738 zijn in mij gedaald H3027 , en Uw hand H5181 H8799 is op mij nedergedaald.
  3 H4974 [038:4] Er is niets geheels H1320 in mijn vlees H6440 , vanwege H2195 Uw gramschap H7965 ; er is geen vrede H6106 in mijn beenderen H6440 , vanwege H2403 mijn zonde.
  4 H5771 [038:5] Want mijn ongerechtigheden H5674 H8804 gaan over H7218 mijn hoofd H3515 ; als een zware H4853 last H3513 H8799 zijn zij mij te zwaar geworden.

Psalms 42:10-11

  10 H7524 [042:11] Met een doodsteek H6106 in mijn beenderen H2778 H8765 honen H6887 H8802 mij mijn wederpartijders H3117 , als zij den gansen dag H559 H8800 tot mij zeggen H430 : Waar is uw God?
  11 H7817 H8709 [042:12] Wat buigt gij u neder H5315 , o mijn ziel H1993 H8799 ! en wat zijt gij onrustig H3176 H8685 in mij? Hoop op H430 God H3034 H8686 , want ik zal Hem nog loven H3444 ; Hij is de menigvuldige Verlossing H6440 mijns aangezichts H430 , en mijn God.

Psalms 55:3

  3 H6963 [055:4] Om den roep H341 H8802 des vijands H6440 , vanwege H6125 de beangstiging H7563 des goddelozen H4131 H8686 ; want zij schuiven H205 ongerechtigheid H639 op mij, en in toorn H7852 H8799 haten zij mij.

Psalms 55:5

  5 H3374 [055:6] Vrees H7461 en beving H935 H8799 komt mij aan H6427 , en gruwen H3680 H8762 overdekt mij;

Psalms 77:2-3

  2 H3117 [077:3] Ten dage H6869 mijner benauwdheid H1875 H8804 zocht ik H136 den HEERE H3027 ; mijn hand H3915 was des nachts H5064 H8738 uitgestrekt H6313 H8799 , en liet niet af H5315 ; mijn ziel H3985 H8765 weigerde H5162 H8736 getroost te worden.
  3 H2142 H8799 [077:4] Dacht ik H430 aan God H1993 H8799 , zo maakte ik misbaar H7878 H8799 ; peinsde ik H7307 , zo werd mijn ziel H5848 H8691 overstelpt H5542 . Sela.

Psalms 88:14-16

  14 H3068 [088:15] HEERE H2186 H8799 ! waarom verstoot Gij H5315 mijn ziel H5641 H8686 , [en] verbergt H6440 Uw aanschijn voor mij?
  15 H5290 [088:16] Van der jeugd H6041 aan ben ik bedrukt H1478 H8802 en doodbrakende H5375 H8804 ; ik draag H367 Uw vervaarnissen H6323 H8799 , ik ben twijfelmoedig.
  16 H2740 [088:17] Uw hittige toornigheden H5674 H8804 gaan over H1161 mij; Uw verschrikkingen H6789 H8768 doen mij vergaan.

Psalms 109:22

  22 H6041 Want ik ben ellendig H34 en nooddruftig H3820 , en mijn hart H7130 is in het binnenste H2490 H8804 van mij doorwond.

Psalms 147:3

  3 H7495 H8802 Hij geneest H7665 H8803 de gebrokenen H3820 van hart H2280 H8764 , en Hij verbindt H6094 hen in hun smarten.

Proverbs 15:13

  13 H8056 Een vrolijk H3820 hart H6440 zal het aangezicht H3190 H8686 blijde maken H6094 ; maar door de smart H3820 des harten H7307 wordt de geest H5218 verslagen.

Proverbs 17:22

  22 H8056 Een blij H3820 hart H1456 zal een medicijn H3190 H8686 goed maken H5218 ; maar een verslagen H7307 geest H1634 zal het gebeente H3001 H8762 verdrogen.

Mark 14:33-34

  33 G2532 En G3880 G5719 Hij nam G3326 met G1438 Zich G4074 Petrus G2532 , en G2385 Jakobus G2532 , en G2491 Johannes G2532 , en G756 G5662 begon G1568 G5745 verbaasd G2532 en G85 G5721 zeer beangst te worden;
  34 G2532 En G3004 G5719 zeide G846 tot hen G3450 : Mijn G5590 ziel G2076 G5748 is G4036 geheel bedroefd G2193 tot G2288 den dood G3306 G5657 toe; blijft G5602 hier G2532 , en G1127 G5720 waakt.

Romans 5:3-5

  3 G1161 En G3756 niet G3440 alleenlijk G235 [dit], maar G2744 G5736 wij roemen G2532 ook G1722 in G2347 de verdrukkingen G1492 G5761 , wetende G3754 , dat G2347 de verdrukking G5281 lijdzaamheid G2716 G5736 werkt;
  4 G1161 En G5281 de lijdzaamheid G1382 bevinding G1161 , en G1382 de bevinding G1680 hoop;
  5 G1161 En G1680 de hoop G2617 G5719 beschaamt G3756 niet G3754 , omdat G26 de liefde G2316 Gods G1722 in G2257 onze G2588 harten G1632 G5769 uitgestort is G1223 door G40 den Heiligen G4151 Geest G3588 , Die G2254 ons G1325 G5685 is gegeven.

Romans 8:35-37

  35 G5101 Wie G2248 zal ons G5563 G5692 scheiden G575 van G26 de liefde G5547 van Christus G2347 ? Verdrukking G2228 , of G4730 benauwdheid G2228 , of G1375 vervolging G2228 , of G3042 honger G2228 , G1132 naaktheid G2228 , of G2794 gevaar G2228 , of G3162 zwaard?
  36 G2531 (Gelijk G1125 G5769 geschreven is G3754 : Want G1752 om G4675 Uwentwil G3650 worden wij den gansen G2250 dag G2289 G5743 gedood G3049 G5681 ; wij zijn geacht G5613 als G4263 schapen G4967 ter slachting.)
  37 G235 Maar G1722 in G5125 dit G3956 alles G5245 G5719 zijn wij meer dan overwinnaars G1223 , door G2248 Hem, Die ons G25 G5660 liefgehad heeft.

2 Corinthians 1:12

  12 G1063 Want G2257 onze G2746 roem G2076 G5748 is G3778 deze G3142 , [namelijk] de getuigenis G2257 van ons G4893 geweten G3754 , dat G1722 wij in G572 eenvoudigheid G2532 en G1505 oprechtheid G2316 Gods G3756 , niet G1722 in G4559 vleselijke G4678 wijsheid G235 , maar G1722 in G5485 de genade G2316 Gods G1722 , in G2889 de wereld G390 G5648 verkeerd hebben G1161 , en G4056 allermeest G4314 bij G5209 ulieden.

2 Corinthians 2:7

  7 G5620 Alzo G5209 dat gij G5121 daarentegen G3123 [hem] liever G5483 G5664 [moet] vergeven G2532 en G3870 G5658 vertroosten G3361 G , opdat G5108 de zodanige G4055 door al te overvloedige G3077 droefheid G3361 niet G4458 enigszins G2666 G5686 worde verslonden.

2 Corinthians 12:9-10

  9 G2532 En G3427 Hij heeft tot mij G2046 G5758 gezegd G3450 : Mijn G5485 genade G4671 is u G714 G5719 genoeg G1063 ; want G3450 Mijn G1411 kracht G1722 wordt in G769 zwakheid G5048 G5743 volbracht G3767 . Zo zal ik dan G3123 veel G2236 liever G2744 G5695 roemen G1722 in G3450 mijn G769 zwakheden G2443 , opdat G1411 de kracht G5547 van Christus G1909 in G1691 mij G1981 G5661 wone.
  10 G1352 Daarom G2106 G5719 heb ik een welbehagen G1722 in G769 zwakheden G1722 , in G5196 smaadheden G1722 , in G318 noden G1722 , in G1375 vervolgingen G1722 , in G4730 benauwdheden G5228 , om G5547 Christus' G1063 wil; want G3752 als G770 G5725 ik zwak ben G5119 , dan G1510 G5748 ben ik G1415 machtig.

James 1:2

  2 G2233 G5662 Acht het G3956 voor grote G5479 vreugde G3450 , mijn G80 broeders G3752 , wanneer G4164 gij in velerlei G3986 verzoekingen G4045 G5632 valt;

1 Peter 1:6

  6 G1722 In G3739 welke G21 G5736 gij u verheugt G737 , nu G3641 een weinig G1487 [tijds] (zo G1163 G5752 het nodig G2076 G5748 is G3076 G5685 ) bedroefd zijnde G1722 door G4164 menigerlei G3986 verzoekingen;

1 Kings 3:9

  9 H5414 H8804 Geef H5650 dan Uw knecht H8085 H8802 een verstandig H3820 hart H5971 , om Uw volk H8199 H8800 te richten H995 H8687 , verstandelijk onderscheidende H2896 tussen goed H7451 en kwaad H3588 ; want H4310 wie H2088 zou dit H3515 Uw zwaar H5971 volk H3201 H8799 kunnen H8199 H8800 richten?

Psalms 119:97-104

  97 H157 H8804 Mem. Hoe lief heb ik H8451 Uw wet H7881 ! Zij is mijn betrachting H3117 den gansen dag.
  98 H4687 Zij maakt mij door Uw geboden H2449 H8762 wijzer H341 H8802 , dan mijn vijanden H5769 zijn, want zij is in eeuwigheid bij mij.
  99 H7919 H8689 Ik ben verstandiger H3925 H8764 dan al mijn leraars H5715 , omdat Uw getuigenissen H7881 mijn betrachting zijn.
  100 H995 H8709 Ik ben voorzichtiger H2205 dan de ouden H6490 , omdat ik Uw bevelen H5341 H8804 bewaard heb.
  101 H7272 Ik heb mijn voeten H3607 H8804 geweerd H7451 van alle kwade H734 paden H1697 , opdat ik Uw woord H8104 H8799 zou onderhouden.
  102 H5493 H8804 Ik ben niet geweken H4941 van Uw rechten H3384 H8689 , want Gij hebt mij geleerd.
  103 H4452 H0 Hoe zoet H565 zijn Uw redenen H2441 mijn gehemelte H4452 H8738 geweest H1706 , meer dan honig H6310 mijn mond!
  104 H6490 Uit Uw bevelen H995 H8709 krijg ik verstand H8130 H8804 , daarom haat ik H8267 H734 alle leugenpaden.

Proverbs 1:5

  5 H2450 Die wijs H8085 H8799 [is], zal horen H3948 , en zal in lere H3254 H8686 toenemen H995 H8737 ; en die verstandig [is] H8458 , zal wijzen raad H7069 H8799 bekomen;

Proverbs 4:5

  5 H7069 H8798 Verkrijg H2451 wijsheid H7069 H8798 , verkrijg H998 verstand H7911 H8799 ; vergeet H5186 H8799 niet, en wijk H561 niet van de redenen H6310 mijns monds.

Proverbs 4:7

  7 H2451 De wijsheid H7225 is het voornaamste H7069 H8798 ; verkrijg H2451 [dan] wijsheid H998 , en verkrijg verstand H7075 met al uw bezitting.

Proverbs 9:9

  9 H5414 H8798 Leer H2450 den wijze H2449 H8799 , zo zal hij nog wijzer worden H3045 H8685 ; onderwijs H6662 den rechtvaardige H3948 , zo zal hij in leer H3254 H8686 toenemen.

Proverbs 15:14

  14 H995 H8737 Een verstandig H3820 hart H1847 zal de wetenschap H1245 H8762 opzoeken H6310 H8675 H6440 ; maar de mond H3684 der zotten H200 zal met dwaasheid H7462 H8799 gevoed worden.

Proverbs 23:23

  23 H7069 H8798 Koop H571 de waarheid H4376 H8799 , en verkoop H2451 ze niet, [mitsgaders] wijsheid H4148 , en tucht H998 , en verstand.

Luke 8:8-10

  8 G2532 En G2087 het andere G4098 G5627 viel G1909 op G18 de goede G1093 aarde G2532 , en G5453 G5651 opgewassen zijnde G4160 G , bracht het G1542 honderdvoudige G2590 vrucht G4160 G5656 voort G5023 . Dit G3004 G5723 zeggende G5455 G5707 , riep Hij G3775 : Wie oren G2192 G5723 heeft G191 G5721 , om te horen G191 G5720 , die hore.
  9 G1161 En G846 Zijn G3101 discipelen G1905 G5707 vraagden G846 Hem G3004 G5723 , zeggende G5101 : Wat G3778 mag deze G3850 gelijkenis G1498 G5751 wezen?
  10 G1161 En G2036 G5627 Hij zeide G5213 : U G1325 G5769 is het gegeven G3466 , de verborgenheden G932 van het Koninkrijk G2316 Gods G1097 G5629 te verstaan G1161 ; maar G3062 tot de anderen G1722 [spreek] [Ik] in G3850 gelijkenissen G2443 , opdat G991 G5723 zij ziende G3361 niet G991 G5725 zien G2532 , en G191 G5723 horende G3361 niet G4920 G5725 verstaan.

Luke 10:39

  39 G2532 En G3592 deze G2258 G5713 had G79 een zuster G2564 G5746 , genaamd G3137 Maria G3739 , welke G2532 ook G3869 G5660 , zittende G3844 aan G4228 de voeten G2424 van Jezus G846 , Zijn G3056 woord G191 G5707 hoorde.

2 Timothy 3:15-17

  15 G2532 En G3754 dat G575 gij van G1025 kinds G2413 af de heilige G1121 Schriften G1492 G5758 geweten hebt G3588 , die G4571 u G4679 G wijs G1410 G5740 kunnen G4679 G5658 maken G1519 tot G4991 zaligheid G1223 , door G4102 het geloof G3588 , hetwelk G1722 in G5547 Christus G2424 Jezus is.
  16 G3956 Al G1124 de Schrift G2315 is van God ingegeven G2532 , en G5624 is nuttig G4314 tot G1319 lering G4314 , tot G1650 wederlegging G4314 , tot G1882 verbetering G4314 , tot G3809 onderwijzing G1722 , die in G1343 de rechtvaardigheid is;
  17 G2443 Opdat G444 de mens G2316 Gods G739 volmaakt G5600 G5753 zij G4314 , tot G3956 alle G18 goed G2041 werk G1822 G5772 volmaaktelijk toegerust.

James 1:5

  5 G1161 En G1536 indien iemand G5216 van u G4678 wijsheid G3007 G5743 ontbreekt G3844 , dat hij [ze] van G2316 God G154 G5720 begere G3956 , Die een iegelijk G574 mildelijk G1325 G5723 geeft G2532 , en G3361 niet G3679 G5723 verwijt G2532 ; en G846 zij zal hem G1325 G5701 gegeven worden.

Genesis 32:20

  20 H1571 En gij zult ook H559 H8804 zeggen H2009 : Zie H5650 , uw knecht H3290 Jakob H310 is achter H3588 ons! Want H559 H8804 hij zeide H6440 : Ik zal zijn aangezicht H3722 H8762 verzoenen H4503 met dit geschenk H6440 , dat voor mijn aangezicht H1980 H8802 gaat H310 H3651 , en daarna H6440 zal ik zijn aangezicht H7200 H8799 zien H194 ; misschien H6440 zal hij mijn aangezicht H5375 H8799 aannemen.

Genesis 33:10

  10 H559 H8799 Toen zeide H3290 Jakob H408 H4994 : Och neen H518 ! indien H4994 ik nu H2580 genade H5869 in uw ogen H4672 H8804 gevonden heb H3947 H8804 , zo neem H4503 mijn geschenk H4480 van H3027 mijn hand H3588 ; daarom H5921 H3651 , omdat H6440 ik uw aangezicht H7200 H8804 gezien heb H430 , als had ik Gods H6440 aangezicht H7200 H8800 gezien H7521 H8799 , en gij welgevallen aan mij genomen hebt.

Genesis 43:11

  11 H559 H8799 Toen zeide H3478 Israel H1 , hun vader H413 , tot H518 hen: H2063 Is het H3651 H645 nu alzo H6213 H8798 , zo doet H3947 H8798 dit; neemt H2173 van het loffelijkste H776 dezes lands H3627 in uwe vaten H3381 H8685 , en brengt H376 dien man H4503 een geschenk H4592 henen af: een weinig H6875 balsem H4592 , en een weinig H1706 honig H5219 , specerijen H3910 en mirre H992 , terpentijnnoten H8247 en amandelen.

1 Samuel 25:27

  27 H6258 En nu H2063 , dit H1293 is de zegen H834 , dien H8198 uw dienstmaagd H113 mijn heer H935 H8689 toegebracht heeft H5414 H8738 , dat hij gegeven worde H5288 den jongelingen H113 , die mijns heren H7272 voetstappen H1980 H8693 nawandelen.

Proverbs 17:8

  8 H7810 Het geschenk H5869 is in de ogen H1167 zijner heren H2580 een aangenaam H68 gesteente H6437 H8799 ; waarhenen het zich zal wenden H7919 H8686 , zal het wel gedijen.

Proverbs 19:6

  6 H7227 Velen H2470 H8762 smeken H6440 het aangezicht H5081 des prinsen H7453 ; en een ieder is een vriend H376 desgenen H4976 , die giften geeft.

Proverbs 21:14

  14 H4976 Een gift H5643 in het verborgene H3711 H0 houdt H639 den toorn H3711 H8799 onder H7810 , en een geschenk H2436 in den schoot H5794 de sterke H2534 grimmigheid.

2 Samuel 16:1-3

  1 H1732 Als nu David H4592 een weinig H4480 van H7218 de hoogte H5674 H8804 was voortgegaan H2009 , ziet H7125 H8800 , toen ontmoette H6717 hem Ziba H4648 , Mefiboseths H5288 jongen H6776 , met een paar H2280 H8803 gezadelde H2543 ezelen H5921 , en daarop H3967 tweehonderd H3899 broden H3967 , met honderd H6778 stukken rozijnen H3967 , en honderd H7019 [stukken] zomervruchten H5035 , en een lederen zak H3196 wijns.
  2 H4428 En de koning H559 H8799 zeide H413 tot H6717 Ziba H4100 : Wat H428 zult gij daarmede H6717 ? En Ziba H559 H8799 zeide H2543 : De ezels H1004 zijn voor het huis H4428 des konings H7392 H8800 , om op te rijden H3899 en het brood H7019 en de zomervruchten H398 H8800 , om te eten H5288 voor de jongens H3196 ; en de wijn H3287 , opdat de moeden H4057 in de woestijn H8354 H8800 drinken.
  3 H559 H8799 Toen zeide H4428 de koning H346 : Waar H1121 is dan de zoon H113 uws heren H6717 ? En Ziba H559 H8799 zeide H413 tot H4428 den koning H2009 : Zie H3427 H8802 , hij blijft H3389 te Jeruzalem H3588 , want H559 H8804 hij zeide H3117 : Heden H1004 zal mij het huis H3478 Israels H1 mijns vaders H4468 koninkrijk H7725 H8686 wedergeven.

2 Samuel 19:24-27

  24 H4648 Mefiboseth H7586 , Sauls H1121 zoon H3381 H8804 , kwam ook af H4428 den koning H7125 H8800 tegemoet H7272 ; en hij had zijn voeten H3808 niet H6213 H8804 schoon gemaakt H8222 , noch zijn knevelbaard H6213 H8804 beschoren H3808 , noch H899 zijn klederen H3526 H8765 gewassen H4480 , van H3117 dien dag H4428 af, dat de koning H3212 H8800 was weggegaan H5704 , tot H3117 dien dag H834 toe, dat H7965 hij met vrede H935 H8804 wederkwam.
  25 H1961 H8799 En het geschiedde H3588 , als H3389 hij te Jeruzalem H4428 den koning H7125 H8800 tegemoet H935 H8804 kwam H4428 , dat de koning H559 H8799 tot hem zeide H4100 : Waarom H3808 zijt gij niet H5973 met H1980 H8804 mij getogen H4648 , Mefiboseth?
  26 H559 H8799 En hij zeide H113 : Mijn heer H4428 koning H5650 , mijn knecht H7411 H8765 heeft mij bedrogen H3588 ; want H5650 uw knecht H559 H8804 zeide H2543 : Ik zal mij een ezel H2280 H8799 zadelen H5921 , en daarop H7392 H8799 rijden H4428 , en tot den koning H3212 H8799 trekken H3588 , want H5650 uw knecht H6455 is kreupel.
  27 H5650 Daartoe heeft hij uw knecht H413 bij H113 mijn heer H4428 den koning H7270 H8762 valselijk aangedragen H113 ; doch mijn heer H4428 de koning H4397 is als een engel H430 Gods H6213 H8798 ; doe H2896 dan, wat goed H5869 is in uw ogen.

Proverbs 18:13

  13 H7725 H8688 Die antwoord geeft H1697 H8085 H8799 , eer hij zal gehoord hebben H200 , dat is hem dwaasheid H3639 en schande.

Acts 24:5-6

  5 G1063 Want G5126 wij hebben dezen G435 man G2147 G5631 bevonden G3061 te zijn een pest G2532 , en G4714 een, die oproer G2795 G5723 verwekt G3956 onder al G2453 de Joden G2596 , door G3625 de [ganse] wereld G5037 , en G4414 een oppersten voorstander G139 van de sekte G3480 der Nazarenen.
  6 G3739 Die G2532 ook G3985 G5707 gepoogd heeft G2411 den tempel G953 G5658 te ontheiligen G3739 , welken G2532 wij ook G2902 G5656 gegrepen hebben G2532 , en G2596 naar G2251 onze G3551 wet G2309 G5656 hebben willen G2919 G5721 oordelen.

Acts 24:12-13

  12 G2532 En G3165 zij hebben mij G3777 noch G1722 in G2411 den tempel G2147 G5627 gevonden G4314 tot G5100 iemand G1256 G5740 sprekende G2228 , of G1999 [enige] samenrotting G3793 des volks G4160 G5723 makende G3777 , noch G1722 in G4864 de synagogen G3777 , noch G2596 in G4172 de stad;
  13 G1410 G5736 En zij kunnen G3777 niet G3936 G5658 G3165 bewijzen G4012 G3739 , waarvan G3450 zij mij G3568 nu G2723 G5719 beschuldigen.

Joshua 14:2

  2 H1486 Door het lot H5159 hunner erfenis H834 , gelijk als H3068 de HEERE H3027 door den dienst H4872 van Mozes H6680 H8765 geboden had H8672 , aangaande de negen H4294 stammen H2677 en den halven H4294 stam.

1 Samuel 10:21-27

  21 H7626 Toen hij den stam H1144 van Benjamin H7126 H8686 deed aankomen H4940 naar zijn geslachten H4940 , zo werd het geslacht H4309 van Matri H3920 H8735 geraakt H7586 ; en Saul H1121 , de zoon H7027 van Kis H3920 H8735 , werd geraakt H1245 H8762 . En zij zochten H3808 hem, maar hij werd niet H4672 H8738 gevonden.
  22 H7592 H8799 Toen vraagden zij H5750 verder H3068 den HEERE H376 , of die man H5750 nog H1988 derwaarts H935 H8804 komen zou H3068 ? De HEERE H559 H8799 dan zeide H2009 : Ziet H1931 , hij H413 heeft zich tussen H3627 de vaten H2244 H8737 verstoken.
  23 H7323 H8799 Zij nu liepen H3947 H8799 , en namen H4480 hem van H8033 daar H3320 H8691 , en hij stelde zich H8432 in het midden H5971 des volks H1361 H8799 ; en hij was hoger H4480 dan H3605 al H5971 het volk H4480 , van H7926 zijn schouder H4605 en opwaarts.
  24 H559 H8799 Toen zeide H8050 Samuel H413 tot H3605 het ganse H5971 volk H7200 H8804 : Ziet gij H834 , dien H3068 de HEERE H977 H8804 verkoren heeft H3588 ? Want H3644 gelijk H369 hij, is er niemand H3605 onder het ganse H5971 volk H7321 H8686 . Toen juichte H3605 het ganse H5971 volk H559 H8799 , en zij zeiden H4428 : de koning H2421 H8799 leve!
  25 H8050 Samuel H1696 H8762 nu sprak H413 tot H5971 het volk H4941 het recht H4410 des koninkrijks H3789 H8799 , en schreef H5612 het in een boek H3240 H8686 , en leide H6440 het voor het aangezicht H3068 des HEEREN H7971 H0 . Toen liet H8050 Samuel H3605 het ganse H5971 volk H7971 H8762 gaan H376 , elk H1004 naar zijn huis.
  26 H7586 En Saul H1980 H8804 ging H1571 ook H1004 naar zijn huis H1390 te Gibea H2428 , en [van] het heir H3212 H8799 gingen H5973 met H834 hem, welker H3820 hart H430 God H5060 H8804 geroerd had.
  27 H1121 Doch de kinderen H1100 Belials H559 H8804 zeiden H4100 : Wat H2088 zou ons deze H3467 H8686 verlossen H959 H8799 ? en zij verachtten H935 H8689 hem, en brachten H3808 hem geen H4503 geschenk H1961 H8799 . Doch hij was H2790 H8688 als doof.

1 Samuel 14:42

  42 H559 H8799 Toen zeide H7586 Saul H5307 H8685 : Werpt H996 [het] [lot] tussen H996 mij en tussen H1121 mijn zoon H3129 Jonathan H3129 . Toen werd Jonathan H3920 H8735 geraakt.

1 Chronicles 6:63

  63 H1121 De kinderen H4847 van Merari H4940 , naar hun huisgezinnen H4480 , hadden van H4294 den stam H7205 van Ruben H4480 , en van H4294 den stam H1410 van Gad H4480 , en van H4294 den stam H2074 van Zebulon H1486 , bij het lot H8147 H6240 , twaalf H5892 steden.

1 Chronicles 24:31

  31 H1992 En zij H5307 H8686 wierpen H1571 ook H1486 loten H5980 , nevens H251 hun broederen H1121 , de zonen H175 van Aaron H6440 , voor het aangezicht H4428 van den koning H1732 David H6659 , en Zadok H288 , en Achimelech H7218 , en van de hoofden H1 der vaderen H3548 onder de priesteren H3881 en onder de Levieten H7218 ; het hoofd H1 der vaderen H5980 tegen H6996 zijn kleinsten H251 broeder.

Nehemiah 11:1

  1 H3427 H8799 Voorts woonden H8269 de oversten H5971 des volks H3389 te Jeruzalem H7605 ; maar het overige H5971 des volks H5307 H8689 wierpen H1486 loten H4480 , om uit H6235 tien H259 een H935 H8687 uit te brengen H6944 , die in de heilige H5892 stad H3389 Jeruzalem H3427 H8800 zou wonen H8672 , en negen H3027 delen H5892 in de [andere] steden.

Proverbs 16:33

  33 H1486 Het lot H2436 wordt in den schoot H2904 H8714 geworpen H4941 ; maar het gehele beleid H3068 daarvan is van den HEERE.

Genesis 4:5-8

  5 H413 Maar H7014 Kain H413 en H4503 zijn offer H8159 H0 zag Hij H3808 niet H8159 H8804 aan H2734 H8799 . Toen ontstak H7014 Kain H3966 zeer H6440 , en zijn aangezicht H5307 H8799 verviel.
  6 H3068 En de HEERE H559 H8799 zeide H413 tot H7014 Kain H4100 : Waarom H2734 H8804 zijt gij ontstoken H4100 , en waarom H6440 is uw aangezicht H5307 H8804 vervallen?
  7 H3808 [Is] [er] niet H518 , indien H3190 H8686 gij weldoet H7613 , verhoging H518 ? en zo H3808 gij niet H3190 H8686 weldoet H2403 , de zonde H7257 H8802 ligt H6607 aan de deur H8669 . Zijn begeerte H413 is toch tot H859 u, en gij H4910 H8799 zult over hem heersen.
  8 H7014 En Kain H559 H8799 sprak H413 met H251 zijn broeder H1893 Habel H1961 H8799 ; en het geschiedde H7704 , als zij in het veld H1961 H8800 waren H7014 , dat Kain H413 tegen H251 zijn broeder H1893 Habel H6965 H8799 opstond H2026 H8799 , en sloeg hem dood.

Genesis 27:41-45

  41 H6215 En Ezau H7852 H8799 haatte H3290 Jakob H5921 om H1293 dien zegen H834 , waarmede H1 zijn vader H1288 H8765 hem gezegend had H6215 ; en Ezau H559 H8799 zeide H3820 in zijn hart H3117 : De dagen H60 van den rouw H1 mijns vaders H7126 H8799 naderen H251 , en ik zal mijn broeder H3290 Jakob H2026 H8799 doden.
  42 H7259 Toen aan Rebekka H1697 deze woorden H6215 van Ezau H1419 , haar grootsten H1121 zoon H5046 H8714 , geboodschapt werden H7971 H8799 , zo zond zij heen H7121 H8799 , en ontbood H3290 Jakob H6996 , haar kleinsten H1121 zoon H559 H8799 , en zeide H413 tot H2009 hem: Zie H251 , uw broeder H6215 Ezau H5162 H8693 troost zich H2026 H8800 over u, dat hij u doden zal.
  43 H6258 Nu dan H1121 , mijn zoon H8085 H8798 ! hoor naar H6963 mijn stem H6965 H8798 , en maak u op H1272 H8798 , vlied gij H2771 naar Haran H413 , tot H3837 Laban H251 , mijn broeder.
  44 H3427 H8804 En blijf H5973 bij H259 hem enige H3117 dagen H5704 H834 , totdat H2534 de hittige gramschap H251 uws broeders H7725 H8799 kere;
  45 H5704 Totdat H639 de toorn H251 uws broeders H4480 van H7725 H8800 u afkere H7911 H8804 , en hij vergeten hebbe H834 , hetgeen H6213 H8804 gij hem gedaan hebt H7971 H8804 ; dan zal ik zenden H4480 , en u van H8033 daar H3947 H8804 nemen H4100 ; waarom H1571 zoude ik ook H8147 van u beiden H7921 H8799 beroofd worden H259 op een H3117 dag?

Genesis 32:6-11

  6 H4397 En de boden H7725 H8799 kwamen weder H413 tot H3290 Jakob H559 H8800 , zeggende H935 H8804 : Wij zijn gekomen H413 tot H251 uw broeder H413 , tot H6215 Ezau H1571 ; en ook H1980 H8802 trekt hij H7125 H8800 u tegemoet H3967 , en vierhonderd H376 mannen H5973 met hem.
  7 H3372 H8799 Toen vreesde H3290 Jakob H3966 zeer H3334 H8799 , en hem was bange H2673 H8799 ; en hij verdeelde H5971 het volk H834 , dat H854 met H6629 hem was, en de schapen H1241 , en de runderen H1581 , en de kemels H8147 , in twee H4264 heiren;
  8 H559 H8799 Want hij zeide H518 : Indien H6215 Ezau H413 op H259 het ene H4264 heir H935 H8799 komt H5221 H8689 , en slaat H1961 H8804 het, zo zal H7604 H8737 het overgeblevene H4264 heir H6413 ontkomen.
  9 H559 H8799 Voorts zeide H3290 Jakob H430 : O, God H1 mijns vaders H85 Abrahams H430 , en God H1 mijns vaders H3327 Izaks H3068 , o HEERE H413 ! Die tot H559 H8802 mij gezegd hebt H7725 H8798 : Keer weder H776 tot uw land H4138 , en tot uw maagschap H3190 H0 , en Ik zal wel H5973 bij H3190 H8686 u doen!
  10 H6994 H8804 Ik ben geringer H4480 dan H3605 al H2617 deze weldadigheden H4480 , en dan H3605 al H571 deze trouw H834 , die H5650 Gij aan Uw knecht H6213 H8804 gedaan hebt H3588 ; want H4731 ik ben met mijn staf H5674 H0 over H2088 deze H3383 Jordaan H5674 H8804 gegaan H2658 , en nu H8147 ben ik tot twee H4264 heiren H1961 H8804 geworden!
  11 H5337 H8685 Ruk mij H4994 toch H4480 uit H251 mijns broeders H3027 hand H4480 , uit H6215 Ezau's H3027 hand H3588 ; want H595 ik H3373 vreze H853 hem H6435 , dat hij niet misschien H935 H8799 kome H5221 H8689 , en mij sla H517 , de moeder H5921 met H1121 de zonen!

Genesis 37:3-5

  3 H3478 En Israel H157 H0 had H3130 Jozef H157 H8804 lief H4480 , boven H3605 al H1121 zijn zonen H3588 ; want H1931 hij H1121 was hem een zoon H2208 des ouderdoms H6213 H8804 ; en hij maakte H6446 hem een veelvervigen H3801 rok.
  4 H251 Als nu zijn broeders H7200 H8799 zagen H3588 , dat H1 hun vader H853 hem H4480 boven H3605 al H251 zijn broederen H157 H8804 liefhad H8130 H8799 , haatten zij H853 hem H3201 H8804 , en konden H3808 hem niet H7965 vredelijk H1696 H8763 toespreken.
  5 H2492 H8799 Ook droomde H3130 Jozef H2472 een droom H413 , dien hij aan H251 zijn broederen H5046 H8686 vertelde H8130 H8800 ; daarom haatten zij H853 hem H5750 nog H3254 H8686 te meer.

Genesis 37:11

  11 H251 Zijn broeders H7065 H8762 dan benijdden H1 hem; doch zijn vader H8104 H8804 bewaarde H1697 deze zaak.

Genesis 37:18-27

  18 H7200 H8799 En zij zagen H853 hem H4480 van H7350 verre H2962 ; en eer H413 hij tot H7126 H8799 hen naderde H5230 H0 , sloegen zij H853 tegen H5230 H8691 hem een listigen raad H4191 H8687 , om hem te doden.
  19 H559 H8799 En zij zeiden H376 de een H413 tot H251 den ander H2009 : Ziet H935 H8802 , daar komt H1976 die H1167 H2472 meesterdromer aan!
  20 H6258 Nu H3212 H8798 komt H2026 H8799 dan, en laat ons hem doodslaan H259 , en hem in een H953 dezer kuilen H7993 H8686 werpen H559 H8804 ; en wij zullen zeggen H7451 : een boos H2416 dier H398 H8804 heeft hem opgegeten H7200 H8799 ; zo zullen wij zien H4100 , wat H2472 van zijn dromen H1961 H8799 worden zal.
  21 H7205 Ruben H8085 H8799 hoorde H5337 H8686 dat, en verloste H4480 hem uit H3027 hun hand H559 H8799 ; en hij zeide H3808 : Laat ons hem niet H5315 aan het leven H5221 H8686 slaan.
  22 H559 H8799 Ook zeide H7205 Ruben H413 tot H8210 H8799 hen: Vergiet H408 geen H1818 bloed H7993 H8685 ; werpt H853 hem H413 in H2088 dezen H953 kuil H834 die H4057 in de woestijn H7971 H8799 is, en legt H3027 de hand H408 niet H4616 aan hem; opdat H853 hij hem H4480 uit H3027 hun hand H5337 H8687 verloste H413 , om hem tot H1 zijn vader H7725 H8687 weder te brengen.
  23 H1961 H8799 En het geschiedde H834 , als H3130 Jozef H413 tot H251 zijn broederen H935 H8804 kwam H6584 H0 , zo togen zij H3130 Jozef H854 zijn H3801 rok H6584 H8686 uit H6446 , den veelvervigen H3801 rok H834 , dien H5921 hij aanhad.
  24 H3947 H8799 En zij namen H7993 H8686 hem, en wierpen H853 hem H953 in den kuil H953 ; doch de kuil H7386 was ledig H369 ; er was geen H4325 water in.
  25 H3427 H8799 Daarna zaten zij neder H3899 om brood H398 H8800 te eten H5375 H0 , en hieven H5869 hun ogen H5375 H8799 op H7200 H8799 , en zagen H2009 , en ziet H736 , een reisgezelschap H3459 van Ismaelieten H935 H8802 kwam H4480 uit H1568 Gilead H1581 ; en hun kemelen H5375 H8802 droegen H5219 specerijen H6875 en balsem H3910 , en mirre H1980 H8802 , reizende H3381 H8687 , om dat af te brengen H4714 naar Egypte.
  26 H559 H8799 Toen zeide H3063 Juda H413 tot H251 zijn broederen H4100 : Wat H1215 gewin H3588 zal het zijn, dat H251 wij onzen broeder H2026 H8799 doodslaan H1818 , en zijn bloed H3680 H8765 verbergen?
  27 H3212 H8798 Komt H3459 , en laat ons hem aan deze Ismaelieten H4376 H8799 verkopen H3027 , en onze hand H1961 H8799 zij H408 niet H3588 aan hem; want H1931 hij H251 is onze broeder H1320 , ons vlees H251 , en zijn broederen H8085 H8799 hoorden [hem].

2 Samuel 13:22

  22 H53 Doch Absalom H1696 H8765 sprak H3808 niet H5973 met H550 Amnon H4480 , noch H7451 kwaad H5704 noch H2896 goed H3588 ; maar H53 Absalom H8130 H8804 haatte H550 Amnon H5921 , ter H1697 oorzake H834 dat H269 hij zijn zuster H8559 Thamar H6031 H8765 verkracht had.

2 Samuel 13:28

  28 H53 Absalom H6680 H8762 nu gebood H5288 zijn jongens H559 H8800 , zeggende H7200 H0 : Let H4994 er nu H7200 H8798 op H550 , als Amnons H3820 hart H2896 vrolijk is H3196 van den wijn H413 , en ik tot H559 H8804 ulieden zal zeggen H5221 H8685 : Slaat H550 Amnon H853 , dan zult gij hem H4191 H8689 doden H3372 H8799 ; vreest H408 niet H3808 ; is het niet H3588 , omdat H589 ik H854 het u H6680 H8765 geboden heb H2388 H8798 ? Zijt sterk H1961 H8798 en weest H1121 H2428 dapper.

1 Kings 2:23-25

  23 H4428 En de koning H8010 Salomo H7650 H8735 zwoer H3068 bij den HEERE H559 H8800 , zeggende H3541 : Zo H6213 H8799 doe H430 mij God H3541 , en zo H3254 H8686 doe Hij daartoe H3588 , voorzeker H138 Adonia H2088 zal dat H1697 woord H5315 tegen zijn leven H1696 H8765 gesproken hebben!
  24 H6258 En nu H3068 , [zo] [waarachtig] [als] de HEERE H2416 leeft H834 , Die H3559 H8689 mij bevestigd heeft H3427 H8686 , en mij heeft doen zitten H5921 op H3678 den troon H1 van mijn vader H1732 David H834 , en Die H1004 mij een huis H6213 H8804 gemaakt heeft H834 , gelijk als H1696 H8765 Hij gesproken had H3588 ; voorzeker H138 , Adonia H3117 zal heden H4191 H8714 gedood worden!
  25 H4428 En de koning H8010 Salomo H7971 H8799 zond H3027 door de hand H1141 van Benaja H1121 , den zoon H3077 van Jojada H6293 H8799 ; die viel op hem aan H4191 H8799 , dat hij stierf.

1 Kings 12:16

  16 H3605 Toen gans H3478 Israel H7200 H8799 zag H3588 , dat H4428 de koning H413 naar H3808 hen niet H8085 H8804 hoorde H7725 H0 , zo gaf H5971 het volk H4428 den koning H7725 H8686 weder H1697 antwoord H559 H8800 , zeggende H4100 : Wat H2506 deel H1732 hebben wij aan David H3808 ? Ja, geen H5159 erve H1121 [hebben] [wij] aan den zoon H3448 van Isai H168 ; naar uw tenten H3478 , o Israel H7200 H8798 ! Voorzie H6258 nu H1004 uw huis H1732 , o David H3212 H8799 ! Zo ging H3478 Israel H168 naar zijn tenten.

2 Chronicles 13:17

  17 H29 Abia H5971 dan, en zijn volk H5221 H8686 , sloeg H7227 hen met een groten H4347 slag H4480 ; want uit H3478 Israel H5307 H8799 vielen H2491 verslagen H2568 H3967 vijfhonderd H505 duizend H977 H8803 uitgelezen H376 mannen.

Proverbs 6:19

  19 H8267 Een vals H5707 getuige H3577 , [die] leugenen H6315 H8686 blaast H251 ; en die tussen broederen H4090 krakelen H7971 H8764 inwerpt.

Proverbs 16:32

  32 H750 H639 De lankmoedige H2896 is beter H1368 dan de sterke H4910 H8802 ; en die heerst H7307 over zijn geest H5892 , dan die een stad H3920 H8802 inneemt.

Acts 15:39

  39 G1096 G5633 Er ontstond G3767 dan G3948 een verbittering G5620 , alzo dat G575 zij van G240 elkander G673 G5683 gescheiden zijn G5037 , en G921 dat Barnabas G3138 Markus G3880 G5631 medenam G1519 , en naar G2954 Cyprus G1602 G5658 afscheepte;

Proverbs 12:13-14

  13 H6588 In de overtreding H8193 der lippen H4170 is de strik H7451 des bozen H6662 ; maar de rechtvaardige H6869 zal uit de benauwdheid H3318 H8799 uitkomen.
  14 H376 Een ieder H6529 wordt van de vrucht H6310 des monds H2896 met goed H7646 H8799 verzadigd H1576 ; en de vergelding H120 van des mensen H3027 handen H7725 H8686 H8675 H7725 H8799 zal hij tot zich wederbrengen.

Proverbs 13:2

  2 H376 Een ieder H6529 zal van de vrucht H6310 des monds H2896 het goede H398 H8799 eten H5315 ; maar de ziel H898 H8802 der trouwelozen H2555 het geweld.

Proverbs 22:18

  18 H5273 Want het is liefelijk H990 , als gij die in uw binnenste H8104 H8799 bewaart H3162 ; zij zullen samen H8193 op uw lippen H3559 H8735 gepast worden.

Proverbs 22:21

  21 H3045 H8687 Om u bekend te maken H7189 de zekerheid H561 van de redenen H571 der waarheid H561 ; opdat gij de redenen H571 der waarheid H7725 H8687 antwoorden moogt H7971 H8802 dengenen, die u zenden.

Proverbs 25:11-12

  11 H1697 Een rede H212 H8675 H655 , op zijn pas H1696 H8803 gesproken H2091 , is [als] gouden H8598 appelen H3701 in zilveren H4906 gebeelde schalen.
  12 H2450 Een wijs H3198 H8688 bestraffer H8085 H8802 bij een horend H241 oor H2091 , is een gouden H5141 oorsiersel H2481 , en een halssieraad H3800 van het fijnste goud.

Proverbs 10:19-21

  19 H7230 In de veelheid H1697 der woorden H2308 H8799 ontbreekt H6588 de overtreding H8193 niet; maar die zijn lippen H2820 H8802 weerhoudt H7919 H8688 , is kloek verstandig.
  20 H3956 De tong H6662 des rechtvaardigen H977 H8737 is uitgelezen H3701 zilver H3820 ; het hart H7563 der goddelozen H4592 is weinig [waard].
  21 H8193 De lippen H6662 des rechtvaardigen H7462 H8799 voeden H7227 er velen H191 ; maar de dwazen H4191 H8799 sterven H2638 door gebrek H3820 van verstand.

Proverbs 10:31

  31 H6310 De mond H6662 des rechtvaardigen H5107 H0 brengt overvloediglijk H2451 wijsheid H5107 H8799 voort H3956 ; maar de tong H8419 der verkeerdheden H3772 H8735 zal uitgeroeid worden.

Proverbs 11:30

  30 H6529 De vrucht H6662 des rechtvaardigen H6086 is een boom H2416 des levens H5315 ; en wie zielen H3947 H8802 vangt H2450 , is wijs.

Proverbs 13:2-3

  2 H376 Een ieder H6529 zal van de vrucht H6310 des monds H2896 het goede H398 H8799 eten H5315 ; maar de ziel H898 H8802 der trouwelozen H2555 het geweld.
  3 H6310 Die zijn mond H5341 H8802 bewaart H8104 H8802 , behoudt H5315 zijn ziel H4288 ; maar voor hem is verstoring H8193 , die zijn lippen H6589 H8802 wijd opendoet.

Proverbs 18:4-7

  4 H1697 De woorden H6310 van den mond H376 eens mans H6013 zijn diepe H4325 wateren H4726 ; en de springader H2451 der wijsheid H5042 H8802 is een uitstortende H5158 beek.
  5 H2896 Het is niet goed H6440 , het aangezicht H7563 des goddelozen H5375 H8800 aan te nemen H6662 , om den rechtvaardige H4941 in het gericht H5186 H8687 te buigen.
  6 H8193 De lippen H3684 des zots H935 H8799 komen H7379 in twist H6310 , en zijn mond H7121 H8799 roept H4112 naar slagen.
  7 H6310 De mond H3684 des zots H4288 is hemzelven een verstoring H8193 , en zijn lippen H4170 een strik H5315 zijner ziel.

Isaiah 57:19

  19 H1254 H8802 Ik schep H5108 de vrucht H8193 der lippen H7965 , vrede H7965 , vrede H7350 dengenen, die verre H7138 zijn, en dengenen, die nabij H559 H8804 zijn, zegt H3068 de HEERE H7495 H8804 , en Ik zal hen genezen.

Matthew 12:35-37

  35 G18 De goede G444 mens G1544 G brengt G18 goede dingen G1544 G5719 voort G1537 uit G18 den goeden G2344 schat G2588 des harten G2532 , en G4190 de boze G444 mens G1544 G brengt G4190 boze dingen G1544 G5719 voort G1537 uit G4190 den boze G2344 schat.
  36 G1161 Maar G3004 G5719 Ik zeg G5213 u G3754 , dat G3956 van elk G692 ijdel G4487 woord G1437 , hetwelk G444 de mensen G2980 G5661 zullen gesproken hebben G4012 , zij van G846 hetzelve G3056 zullen rekenschap G591 G5692 geven G1722 in G2250 den dag G2920 des oordeels.
  37 G1063 Want G1537 uit G4675 uw G3056 woorden G1344 G5701 zult gij gerechtvaardigd worden G2532 , en G1537 uit G4675 uw G3056 woorden G2613 G5701 zult gij veroordeeld worden.

Romans 10:14-15

  14 G4459 Hoe G3767 zullen zij dan G1941 G5698 [Hem] aanroepen G1519 , in G3739 Welken G3756 zij niet G4100 G5656 geloofd hebben G1161 ? En G4459 hoe G4100 G5692 zullen zij [in] [Hem] geloven G3739 , van Welken G3756 zij niet G191 G5656 gehoord hebben G1161 ? En G4459 hoe G191 G5692 zullen zij horen G5565 , zonder G2784 G5723 die [hun] predikt?
  15 G1161 En G4459 hoe G2784 G5692 zullen zij prediken G3362 , indien zij niet G649 G5652 gezonden worden G2531 ? Gelijk G1125 G5769 geschreven is G5613 : Hoe G5611 liefelijk G4228 zijn de voeten G3739 dergenen, die G1515 vrede G2097 G5734 verkondigen G18 , dergenen, die het goede G2097 G5734 verkondigen!

2 Corinthians 2:16

  16 G3739 Dezen G3303 wel G3744 een reuk G2288 des doods G1519 ten G2288 dode G1161 ; maar G3739 genen G3744 een reuk G2222 des levens G1519 ten G2222 leven G2532 . En G5101 wie G4314 is tot G5023 deze dingen G2425 bekwaam?

2 Corinthians 11:15

  15 G3767 Zo is het dan G3756 niets G3173 groots G1499 , indien G2532 ook G846 zijn G1249 dienaars G3345 G5743 zich veranderen G5613 , als G1249 [waren] [zij] dienaars G1343 der gerechtigheid G3739 ; van welke G5056 het einde G2071 G5704 zal zijn G2596 naar G846 hun G2041 werken.

Ephesians 4:29

  29 G3361 G3956 Geen G4550 vuile G3056 rede G1607 G5737 ga G1537 uit G5216 uw G4750 mond G235 , maar G1536 zo er enige G18 goede G4314 [rede] is tot G5532 nuttige G3619 stichting G2443 , opdat G5485 zij genade G1325 G5632 geve G191 G5723 dien, die dezelve horen.

Titus 1:10-11

  10 G1063 Want G1526 G5748 er zijn G2532 ook G4183 vele G506 ongeregelden G3151 , ijdelheidsprekers G2532 en G5423 verleiders van zinnen G3122 , inzonderheid G1537 die uit G4061 de besnijdenis zijn;
  11 G3739 Welken G1163 G5748 men moet G1993 G5721 den mond stoppen G3748 , die G3650 gehele G3624 huizen G396 G5719 verkeren G1321 G5723 , lerende G3739 wat G3361 niet G1163 G5748 behoort G5484 , om G150 vuil G2771 gewins wil.

James 3:6-9

  6 G1100 De tong G2532 is ook G4442 een vuur G2889 , een wereld G93 der ongerechtigheid G3779 ; alzo G2525 G is G1100 de tong G1722 onder G2257 onze G3196 leden G2525 G5743 gesteld G3650 , welke het gehele G4983 lichaam G4695 G5723 besmet G2532 , en G5394 G5723 ontsteekt G5164 het rad G1078 [onzer] geboorte G2532 , en G5394 G5746 wordt ontstoken G5259 van G1067 de hel.
  7 G1063 Want G3956 alle G5449 natuur G5037 , beide G2342 der wilde dieren G2532 en G4071 der vogelen G5037 , beide G2062 der kruipende G2532 en G1724 der zeedieren G1150 G5743 , wordt getemd G2532 en G1150 G5769 is getemd geweest G442 van de menselijke G5449 natuur.
  8 G1161 Maar G1100 de tong G1410 G5736 kan G3762 geen G444 mens G1150 G5658 temmen G183 ; zij is een onbedwingelijk G2556 kwaad G3324 , vol G2287 van dodelijk G2447 venijn.
  9 G1722 Door G846 haar G2127 G5719 loven wij G2316 God G2532 en G3962 den Vader G2532 , en G1722 door G846 haar G2672 G5736 vervloeken wij G444 de mensen G3588 , die G2596 naar G3669 de gelijkenis G2316 van God G1096 G5756 gemaakt zijn.

2 Peter 2:18

  18 G1063 Want G5246 zij, zeer opgeblazene G3153 ijdelheid G5350 G5726 sprekende G1185 G5719 , verlokken G1722 , door G1939 de begeerlijkheden G4561 des vleses G766 [en] door ontuchtigheden G3689 , degenen, die waarlijk G668 G5631 ontvloden waren G1722 van degenen, die in G4106 dwaling G390 G5746 wandelen;

Genesis 2:18

  18 H3068 Ook had de HEERE H430 God H559 H8799 gesproken H3808 : Het is niet H2896 goed H120 , dat de mens H909 alleen H1961 H8800 zij H5828 ; Ik zal hem een hulpe H6213 H8799 maken H5048 , [die] als tegen hem over [zij].

Genesis 24:67

  67 H3327 En Izak H935 H8686 bracht H168 haar in de tent H517 van zijn moeder H8283 Sara H3947 H8799 ; en hij nam H7259 Rebekka H1961 H8799 , en zij werd H802 hem ter vrouw H157 H8799 , en hij had haar lief H3327 . Alzo werd Izak H5162 H8735 getroost H310 na H517 zijner moeders [dood].

Genesis 29:20-21

  20 H5647 H8799 Alzo diende H3290 Jakob H7354 om Rachel H7651 zeven H8141 jaren H1961 H8799 ; en die waren H5869 in zijn ogen H259 als enige H3117 dagen H853 , omdat hij haar H160 liefhad.
  21 H559 H8799 Toen zeide H3290 Jakob H413 tot H3837 Laban H3051 H8798 : Geef H802 mijn huisvrouw H3588 , want H3117 mijn dagen H4390 H8804 zijn vervuld H413 , dat ik tot H935 H8799 haar inga.

Genesis 29:28

  28 H3290 En Jakob H6213 H8799 deed H3651 alzo H4390 H8762 ; en hij vervulde H7620 de week H2063 van deze H5414 H8799 . Toen gaf hij H7354 hem Rachel H1323 , zijn dochter H802 , hem tot een vrouw.

Proverbs 3:4

  4 H4672 H8798 En vind H2580 gunst H2896 en goed H7922 verstand H5869 , in de ogen H430 Gods H120 en der mensen.

Proverbs 5:15-23

  15 H8354 H8798 Drink H4325 water H953 uit uw bak H5140 H8802 , en vloeden H8432 uit het midden H875 van uw bornput;
  16 H4599 Laat uw fonteinen H2351 zich buiten H6327 H8799 verspreiden H6388 H4325 , [en] de waterbeken H7339 op de straten;
  17 H2114 H8801 Laat ze de uwe alleen zijn, en van geen vreemde met u.
  18 H4726 Uw springader H1288 H8803 zij gezegend H8055 H8798 ; en verblijd u H802 vanwege de huisvrouw H5271 uwer jeugd;
  19 H158 Een zeer liefelijke H365 hinde H2580 , en een aangenaam H3280 steengeitje H1717 ; laat u haar borsten H6256 te allen tijd H7301 H8762 dronken maken H7686 H8799 ; dool H8548 steeds H160 in haar liefde.
  20 H1121 En waarom zoudt gij, mijn zoon H2114 H8801 , in een vreemde H7686 H8799 dolen H2436 , en den schoot H5237 der onbekende H2263 H8762 omvangen?
  21 H376 Want eens iegelijks H1870 wegen H5227 zijn voor H5869 de ogen H3068 des HEEREN H6424 H8764 , en Hij weegt H4570 al zijne gangen.
  22 H7563 Den goddeloze H5771 zullen zijn ongerechtigheden H3920 H8799 vangen H2256 , en met de banden H2403 zijner zonden H8551 H8735 zal hij vastgehouden worden.
  23 H4191 H8799 Hij zal sterven H4148 , omdat hij zonder tucht H7230 geweest is, en in de grootheid H200 zijner dwaasheid H7686 H8799 zal hij verdwalen.

Proverbs 8:35

  35 H4672 H8802 Want die Mij vindt H4672 H8804 H8675 H4672 H8802 , vindt H2416 het leven H6329 H8686 , en trekt H7522 een welgevallen H3068 van den HEERE.

Proverbs 12:4

  4 H2428 Een kloeke H802 huisvrouw H5850 is een kroon H1167 haars heren H954 H8688 ; maar die beschaamt maakt H7538 , is als verrotting H6106 in zijn beenderen.

Proverbs 19:14

  14 H1004 Huis H1952 en goed H5159 is een erve H1 van de vaderen H7919 H8688 ; maar een verstandige H802 vrouw H3068 is van den HEERE.

Proverbs 31:10-31

  10 H2428 [Aleph]. Wie zal een deugdelijke H802 huisvrouw H4672 H8799 vinden H4377 ? Want haar waardij H7350 is verre H6443 boven de robijnen.
  11 H3820 [Beth]. Het hart H1167 haars heren H982 H8804 vertrouwt H7998 op haar, zodat hem geen goed H2637 H8799 zal ontbreken.
  12 H1580 H8804 [Gimel]. Zij doet H2896 hem goed H7451 en geen kwaad H3117 , al de dagen H2416 haars levens.
  13 H1875 H8804 [Daleth]. Zij zoekt H6785 wol H6593 en vlas H6213 H8799 , en werkt H2656 met lust H3709 harer handen.
  14 H591 [He]. Zij is als de schepen H5503 H8802 eens koopmans H935 H0 ; zij doet H3899 haar brood H4801 van verre H935 H8686 komen.
  15 H6965 H8799 [Vau]. En zij staat op H3915 , als het nog nacht H5414 H8799 is, en geeft H1004 haar huis H2964 spijze H5291 , en haar dienstmaagden H2706 het bescheiden deel.
  16 H2161 H8804 [Zain]. Zij denkt om H7704 een akker H3947 H8799 , en krijgt H6529 hem; van de vrucht H3709 harer handen H5193 H8804 plant zij H3754 een wijngaard.
  17 H2296 H8804 [Cheth]. Zij gordt H4975 haar lenden H5797 met kracht H553 H8762 , en zij versterkt H2220 haar armen.
  18 H2938 H8804 [Teth]. Zij smaakt H5504 , dat haar koophandel H2896 goed H5216 is; haar lamp H3518 H0 gaat H3915 des nachts H3518 H8799 niet uit.
  19 H7971 H0 [Jod]. Zij steekt H3027 haar handen H7971 H8765 uit H3601 naar de spil H3709 , en haar handpalmen H8551 H8804 vatten H6418 den spinrok.
  20 H6566 H8804 [Caph]. Zij breidt H3709 haar handpalm H6041 uit tot den ellendige H7971 H0 ; en zij steekt H3027 haar handen H7971 H8765 uit H34 tot den nooddruftige.
  21 H3372 H8799 [Lamed]. Zij vreest H1004 voor haar huis H7950 niet vanwege de sneeuw H1004 ; want haar ganse huis H8144 is met dubbele klederen H3847 H8803 gekleed.
  22 H6213 H8804 [Mem]. Zij maakt H4765 voor zich tapijtsieraad H3830 ; haar kleding H8336 is fijn linnen H713 en purper.
  23 H1167 [Nun]. Haar man H3045 H8737 is bekend H8179 in de poorten H3427 H8800 , als hij zit H2205 met de oudsten H776 des lands.
  24 H6213 H8804 [Samech]. Zij maakt H5466 fijn lijnwaad H4376 H8799 en verkoopt H5414 H8804 het; en zij levert H3669 den koopman H2289 gordelen.
  25 H5797 [Ain]. Sterkte H1926 en heerlijkheid H3830 zijn haar kleding H7832 H8799 ; en zij lacht H314 over den nakomenden H3117 dag.
  26 H6605 H0 [Pe]. Zij doet H6310 haar mond H6605 H8804 open H2451 met wijsheid H3956 ; en op haar tong H8451 is leer H2617 der goeddadigheid.
  27 H6822 H8802 [Tsade]. Zij beschouwt H1979 H8675 H1979 de gangen H1004 van haar huis H3899 ; en het brood H6104 der luiheid H398 H8799 eet zij niet.
  28 H1121 [Koph]. Haar kinderen H6965 H8804 staan op H833 H8762 , en roemen haar welgelukzalig H1167 ; [ook] haar man H1984 H8762 , en hij prijst haar, [zeggende]:
  29 H7227 [Resch]. Vele H1323 dochteren H2428 hebben deugdelijke H6213 H8804 gehandeld H5927 H8804 ; maar gij gaat die allen te boven.
  30 H2580 [Schin]. De bevalligheid H8267 is bedrog H3308 , en de schoonheid H1892 ijdelheid H802 ; [maar] een vrouw H3068 , die den HEERE H3373 vreest H1984 H8691 , die zal geprezen worden.
  31 H5414 H8798 [Thau]. Geef H6529 haar van de vrucht H3027 harer handen H4639 , en laat haar werken H1984 H8762 haar prijzen H8179 in de poorten.

Ecclesiastes 9:9

  9 H7200 H8798 Geniet H2416 het leven H802 met de vrouw H157 H8804 , die gij liefhebt H3117 , al de dagen H1892 uws ijdelen H2416 levens H5414 H8804 , welke [God] u gegeven heeft H8121 onder de zon H1892 , al uw ijdele H3117 dagen H2506 ; want dit is uw deel H2416 in dit leven H5999 , en van uw arbeid H6001 , dien gij arbeidt H8121 onder de zon.

Hosea 12:12

  12 H3290 [012:13] Jakob H1272 vlood H7704 toch [naar] het veld H758 van Syrie H3478 , en Israel H5647 diende H802 om een vrouw H8104 , en hoedde H802 om een vrouw.

1 Corinthians 7:2

  2 G1161 Maar G1223 om G4202 der hoererijen G1538 wil zal een iegelijk G1438 [man] zijn eigen G1135 vrouw G2192 G5720 hebben G2532 , en G1538 een iegelijke G2398 [vrouw] zal haar eigen G435 man G2192 G5720 hebben.

Genesis 42:7

  7 H3130 Als Jozef H251 zijn broederen H7200 H8799 zag H5234 H8686 , zo kende hij H5234 H8691 hen; maar hij hield zich vreemd H413 jegens H1696 H8762 hen, en sprak H7186 hard H854 met H559 H8799 hen, en zeide H413 tot H4480 hen: Van H370 waar H935 H8804 komt gij H559 H8799 ? En zij zeiden H4480 : Uit H776 het land H3667 Kanaan H400 ; om spijze H7666 H8800 te kopen.

Genesis 42:30

  30 H376 Die man H113 , de heer H776 van dat land H7186 , heeft hard H854 met H1696 H8765 ons gesproken H853 ; en hij heeft ons H5414 H8799 gehouden H7270 H8764 voor verspieders H776 des lands.

Exodus 5:2

  2 H6547 Maar Farao H559 H8799 zeide H3068 : Wie is de HEERE H6963 , Wiens stem H8085 H8799 ik gehoorzamen zou H3478 , om Israel H7971 H8763 te laten trekken H3045 H8804 ? Ik ken H3068 den HEERE H3478 niet, en ik zal ook Israel H7971 H8762 niet laten trekken.

Ruth 2:7

  7 H559 H8799 En zij heeft gezegd H4994 : Laat mij toch H3950 H8762 oplezen H6016 en [aren] bij de garven H622 H8804 verzamelen H310 , achter H7114 H8802 de maaiers H935 H8799 ; zo is zij gekomen H5975 H8799 en heeft gestaan H4480 H227 van H1242 des morgens H5704 af tot H6258 nu H2088 toe; nu H1004 is haar te huis H3427 H8800 blijven H4592 weinig.

1 Samuel 2:36

  36 H1961 H8804 En het zal geschieden H3605 , dat al H1004 wie van uw huis H3498 H8737 zal overig zijn H935 H8799 , zal komen H7812 H8692 , om zich voor hem neder te buigen H95 voor een stukje H3701 gelds H3603 , en een bolle H3899 broods H559 H8804 , en zal zeggen H5596 H0 : Neem H4994 mij toch H5596 H8798 aan H413 tot H259 enige H3550 priesterlijke bediening H6595 , dat ik een bete H3899 broods H398 H8800 moge eten.

1 Samuel 25:10

  10 H5037 En Nabal H6030 H8799 antwoordde H5650 den knechten H1732 van David H559 H8799 , en zeide H4310 : Wie H1732 is David H4310 , en wie H1121 is de zoon H3448 van Isai H3117 ? Er zijn heden H7231 H8804 vele H5650 knechten H6555 H8693 , die zich afscheuren H376 , elk H4480 H6440 van H113 zijn heer.

1 Samuel 25:17

  17 H3045 H8798 Weet H6258 dan nu H7200 H8798 , en zie H4100 , wat H6213 H8799 gij doen zult H3588 ; want H7451 het kwaad H3615 H0 is ten volle H413 over H113 onzen heer H3615 H8804 besloten H5921 , en over H3605 zijn ganse H1004 huis H1931 ; en hij H1121 is een zoon H1100 Belials H4480 , dat H413 men hem H1696 H8763 niet mag aanspreken.

2 Kings 4:1-2

  1 H259 Een H802 vrouw H4480 nu uit H802 de vrouwen H1121 van de zonen H5030 der profeten H6817 H8804 riep H413 tot H477 Elisa H559 H8800 , zeggende H5650 : Uw knecht H376 , mijn man H4191 H8804 , is gestorven H859 , en gij H3045 H8804 weet H3588 , dat H5650 uw knecht H3068 den HEERE H1961 H8804 was H3373 vrezende H5383 H8802 ; nu is de schuldheer H935 H8804 gekomen H8147 , om mijn beide H3206 kinderen H5650 voor zich tot knechten H3947 H8800 te nemen.
  2 H477 En Elisa H559 H8799 zeide H4100 tot haar: Wat H6213 H8799 zal ik u doen H5046 H8685 ? Geef mij te kennen H4100 , wat H1004 gij in het huis H3426 hebt H559 H8799 . En zij zeide H8198 : Uw dienstmaagd H369 heeft niet H3605 met al H1004 in het huis H3588 H518 , dan H610 een kruik H8081 met olie.

Isaiah 66:2

  2 H3027 Want Mijn hand H6213 H8804 heeft al deze dingen gemaakt H5002 H8803 , en al deze dingen zijn geweest, spreekt H3068 de HEERE H5027 H8686 ; maar op dezen zal Ik zien H6041 , op den arme H5223 en verslagene H7307 van geest H1697 , en die voor Mijn woord H2730 beeft.

Matthew 5:3

  3 G3107 Zalig G4434 [zijn] de armen G4151 van geest G3754 ; want G846 hunner G2076 G5748 is G932 het Koninkrijk G3772 der hemelen.

James 1:9-11

  9 G1161 Maar G80 de broeder G5011 , die nederig G2744 G5737 is, roeme G1722 in G846 zijn G5311 hoogheid.
  10 G1161 En G4145 de rijke G1722 in G846 zijn G5014 vernedering G3754 ; want G5613 hij zal als G438 een bloem G5528 van het gras G3928 G5695 voorbijgaan.
  11 G1063 Want G2246 de zon G393 G5656 is opgegaan G4862 met G2742 de hitte G2532 , en G5528 heeft het gras G3583 G5656 dor gemaakt G2532 , en G846 zijn G438 bloem G1601 G5627 is afgevallen G2532 , en G2143 de schone gedaante G846 haars G4383 aanschijns G622 G5639 is vergaan G3779 ; alzo G2532 zal ook G4145 de rijke G1722 in G846 zijn G4197 wegen G3133 G5701 verwelken.

James 2:3

  3 G2532 En G1914 G5661 gij zoudt aanzien G1909 dengene G2986 , die de sierlijke G2066 kleding G5409 G5723 draagt G2532 , en G846 tot hem G2036 G5632 zeggen G2521 G5737 : Zit G4771 gij G5602 hier G2573 op een eerlijke plaats G2532 ; en G2036 G5632 zoudt zeggen G4434 tot den arme G2476 G5628 : Sta G4771 gij G1563 daar G2228 ; of G2521 G5737 : Zit G5602 hier G5259 onder G3450 mijn G5286 voetbank;

James 2:6

  6 G1161 Maar G5210 gij G4434 hebt den armen G818 G5656 oneer aangedaan G2616 G5719 . Overweldigen G5216 u G3756 niet G4145 de rijken G2532 , en G1670 G5719 trekken G846 zij G5209 u G1519 [niet] tot G2922 de rechterstoelen?

1 Samuel 19:4-5

  4 H1696 H8762 Zo sprak H3083 dan Jonathan H2896 goed H1732 van David H413 tot H1 zijn vader H7586 Saul H559 H8799 ; en hij zeide H413 tot H4428 hem: De koning H2398 H8799 zondige H408 niet H5650 tegen zijn knecht H1732 David H3588 , omdat H3808 hij tegen u niet H2398 H8804 gezondigd heeft H3588 , en omdat H4639 zijn daden H3966 voor u zeer H2896 goed zijn.
  5 H5315 Want hij heeft zijn ziel H3709 in zijn hand H7760 H8799 gezet H6430 , en hij heeft den Filistijn H5221 H8686 geslagen H3068 , en de HEERE H1419 heeft een groot H8668 heil H3605 aan het ganse H3478 Israel H6213 H8799 gedaan H7200 H8804 ; gij hebt het gezien H8055 H8799 , en gij zijt verblijd geweest H4100 ; waarom H5355 zoudt gij dan tegen onschuldig H1818 bloed H2398 H8799 zondigen H1732 , David H2600 zonder oorzaak H4191 H8687 dodende?

1 Samuel 30:26-31

  26 H1732 Als nu David H413 te H6860 Ziklag H935 H8799 kwam H7971 H8762 , zo zond hij H2205 tot de oudsten H3063 van Juda H7453 , zijn vrienden H4480 , van H7998 den buit H559 H8800 , zeggende H2009 : Ziet H1293 , daar is een zegen H4480 voor ulieden, van H7998 den buit H341 H8802 der vijanden H3068 des HEEREN.
  27 H834 [Namelijk] tot die H1008 te Beth-el H7418 , en tot die te Ramoth H5045 tegen het zuiden H3492 , en tot die te Jather,
  28 H6177 En tot die te Aroer H8224 , en tot die te Sifmoth H851 , en tot die te Esthemoa,
  29 H7403 En tot die te Rachel H5892 , en tot die, welke in de steden H3397 der Jerahmeelieten H5892 waren, en tot die, welke in de steden H7017 der Kenieten waren,
  30 H2767 En tot die te Horma H3565 , en tot die te Chor-asan H6269 , en tot die te Atach,
  31 H2275 En tot die te Hebron H3605 , en tot al H4725 de plaatsen H834 H8033 , waar H1732 David H1980 H8694 gewandeld had H1931 , hij H582 en zijn mannen.

2 Samuel 1:26

  26 H6887 H8804 Ik ben benauwd H5921 om H251 uwentwil, mijn broeder H3083 Jonathan H3966 ! Gij waart mij zeer H5276 H8804 liefelijk H160 ; uw liefde H6381 H8738 was mij wonderlijker H4480 dan H160 liefde H802 der vrouwen.

2 Samuel 9:1-13

  1 H1732 En David H559 H8799 zeide H3426 : Is er H5750 nog H834 iemand die H3498 H8738 overgebleven is H1004 van het huis H7586 van Saul H2617 , dat ik weldadigheid H5973 aan H6213 H8799 hem doe H3083 , om Jonathans wil?
  2 H1004 Het huis H7586 van Saul H5650 nu had een knecht H8034 , wiens naam H6717 was Ziba H7121 H8799 ; en zij riepen H413 hem tot H1732 David H4428 . En de koning H559 H8799 zeide H413 tot H859 hem: Zijt gij H6717 Ziba H559 H8799 ? En hij zeide H5650 : Uw knecht.
  3 H4428 En de koning H559 H8799 zeide H657 : Is er H5750 nog H376 iemand H1004 van het huis H7586 van Saul H430 , dat ik Gods H2617 weldadigheid H5973 bij H6213 H8799 hem doe H559 H8799 ? Toen zeide H6717 Ziba H413 tot H4428 den koning H5750 : Er is nog H1121 een zoon H3083 van Jonathan H5223 , die geslagen H7272 is aan beide voeten.
  4 H4428 En de koning H559 H8799 zeide H375 tot hem: Waar H1931 is hij H6717 ? En Ziba H559 H8799 zeide H413 tot H4428 den koning H2009 : Zie H1931 , hij H1004 is in het huis H4353 van Machir H1121 , den zoon H5988 van Ammiel H3810 , te Lodebar.
  5 H7971 H8799 Toen zond H4428 de koning H1732 David H3947 H8799 heen, en hij nam H4480 hem uit H1004 het huis H4353 van Machir H1121 , den zoon H5988 van Ammiel H4480 , van H3810 Lodebar.
  6 H4648 Als nu Mefiboseth H1121 , de zoon H3083 van Jonathan H1121 , den zoon H7586 van Saul H413 , tot H1732 David H935 H8799 inkwam H5307 H8799 , zo viel hij H5921 op H6440 zijn aangezicht H7812 H8691 , en boog zich neder H1732 . En David H559 H8799 zeide H4648 : Mefiboseth H559 H8799 ! En hij zeide H2009 : Zie H5650 , [hier] is uw knecht.
  7 H1732 En David H559 H8799 zeide H3372 H8799 tot hem: Vrees H408 niet H3588 , want H6213 H8800 ik zal zekerlijk H2617 weldadigheid H5973 bij H6213 H8799 u doen H5668 , om H1 uws vaders H3083 Jonathans H3605 wil; en ik zal u alle H7704 akkers H1 van uw vader H7586 Saul H7725 H8689 wedergeven H859 ; en gij H8548 zult geduriglijk H3899 brood H398 H8799 eten H5921 aan H7979 mijn tafel.
  8 H7812 H8691 Toen boog hij zich H559 H8799 , en zeide H4100 : Wat H5650 is uw knecht H3588 , dat H6437 H8804 gij omgezien hebt H413 naar H4191 H8801 een doden H3611 hond H834 , als H3644 ik ben?
  9 H7121 H8799 Toen riep H4428 de koning H413 H6717 Ziba H7586 , Sauls H5288 jongen H559 H8799 , en zeide H413 tot H3605 hem: Al H834 wat H7586 Saul H1961 H8804 gehad heeft H3605 , en zijn ganse H1004 huis H1121 , heb ik den zoon H113 uws heren H5414 H8804 gegeven.
  10 H859 Daarom zult gij H127 voor hem het land H5647 H8804 bearbeiden H1121 , gij, en uw zonen H5650 , en uw knechten H935 H8689 , en zult [de] [vruchten] inbrengen H1121 , opdat de zoon H113 uws heren H3899 brood H1961 H8804 hebbe H398 H8804 , dat hij ete H4648 ; en Mefiboseth H1121 , de zoon H113 uws heren H8548 , zal geduriglijk H3899 brood H398 H8799 eten H5921 aan H7979 mijn tafel H6717 . Ziba H2568 H6240 nu had vijftien H1121 zonen H6242 en twintig H5650 knechten.
  11 H6717 En Ziba H559 H8799 zeide H413 tot H4428 den koning H3605 : Naar alles H834 , wat H113 mijn heer H4428 de koning H5650 zijn knecht H6680 H8762 gebiedt H3651 , alzo H5650 zal uw knecht H6213 H8799 doen H4648 . Ook zou Mefiboseth H398 H8802 , etende H5921 aan H7979 mijn tafel H259 , als een H4480 van H4428 des konings H1121 zonen zijn.
  12 H4648 Mefiboseth H6996 nu had een kleinen H1121 zoon H8034 , wiens naam H4316 was Micha H3605 ; en allen H1004 , die in het huis H6717 van Ziba H4186 woonden H5650 , waren knechten H4648 van Mefiboseth.
  13 H3427 H8802 Alzo woonde H4648 Mefiboseth H3389 te Jeruzalem H3588 , omdat H1931 hij H8548 geduriglijk H398 H8802 at H5921 aan H4428 des konings H7979 tafel H1931 ; en hij H6455 was kreupel H8147 aan beide H7272 zijn voeten.

2 Samuel 16:17

  17 H53 Maar Absalom H559 H8799 zeide H413 tot H2365 Husai H2088 : Is dit H2617 uw weldadigheid H7453 aan uw vriend H4100 ? Waarom H3808 zijt gij niet H7453 met uw vriend H1980 H8804 getogen?

2 Samuel 17:27-29

  27 H1961 H8799 En het geschiedde H1732 , als David H4266 te Mahanaim H935 H8800 gekomen was H7629 , dat Sobi H1121 , de zoon H5176 van Nahas H4480 , van H7237 Rabba H1121 der kinderen H5983 Ammons H4353 , en Machir H1121 , de zoon H5988 van Ammiel H4480 , van H3810 Lodebar H1271 , en Barzillai H1569 , de Gileadiet H4480 , van H7274 Rogelim,
  28 H4904 Beddewerk H5592 , en schalen H3335 H8802 , en aarden H3627 vaten H2406 , en tarwe H8184 , en gerst H7058 , en meel H7039 , en geroost H6321 [koren], en bonen H5742 , en linzen H7039 , ook geroost,
  29 H1706 En honig H2529 , en boter H6629 , en schapen H8194 H1241 , en koeienkazen H5066 H8689 , brachten H1732 tot David H5971 , en tot het volk H834 , dat H854 met H398 H8800 hem was, om te eten H3588 , want H559 H8804 zij zeiden H5971 : Dit volk H7457 is hongerig H5889 , en moede H6771 , en dorstig H4057 in de woestijn.

2 Samuel 19:30-39

  30 H4648 En Mefiboseth H559 H8799 zeide H413 tot H4428 den koning H3947 H8799 : Hij neme H1571 het ook H3605 gans H310 H834 weg, naardien H113 mijn heer H4428 de koning H7965 met vrede H413 in H1004 zijn huis H935 H8804 is gekomen.
  31 H1271 Barzillai H1569 , de Gileadiet H3381 H8804 , kwam ook af H4480 van H7274 Rogelim H5674 H8799 ; en hij toog H4428 met den koning H3383 over de Jordaan H3383 , om hem over de Jordaan H7971 H8763 te geleiden.
  32 H1271 Barzillai H3966 nu was zeer H2204 H8804 oud H1121 , een man H8084 van tachtig H8141 jaren H1931 ; en hij H4428 had den koning H3557 H8773 onderhouden H4266 , toen hij te Mahanaim H7871 zijn verblijf had H3588 ; want H1931 hij H3966 was een zeer H1419 groot H376 man.
  33 H4428 En de koning H559 H8799 zeide H413 tot H1271 Barzillai H5674 H0 : Trekt H859 gij H854 met H5674 H8798 mij over H853 , en ik zal u H5978 bij H3389 mij te Jeruzalem H3557 H8773 onderhouden.
  34 H1271 Maar Barzillai H559 H8799 zeide H413 tot H4428 den koning H4100 : Hoe veel H3117 zullen de dagen H8141 der jaren H2416 mijns levens H3588 zijn, dat H4428 ik met den koning H5927 H8799 zou optrekken H3389 naar Jeruzalem?
  35 H595 Ik H3117 ben heden H8084 tachtig H8141 jaren H1121 oud H3045 H8799 ; zou ik kunnen onderscheiden H996 tussen H2896 goed H7451 en kwaad H518 ? H5650 Zou uw knecht H2938 H8799 kunnen smaken H834 , wat H398 H8799 ik eet H834 en wat H8354 H8799 ik drink H518 ? H5750 Zoude ik meer H8085 H8799 kunnen horen H6963 naar de stem H7891 H8802 der zangers H7891 H8802 en zangeressen H4100 ? En waarom H5650 zou uw knecht H413 mijn H113 heer H4428 den koning H5750 verder H4853 tot een last H1961 H8799 zijn?
  36 H5650 Uw knecht H4592 zal maar een weinig H4428 met den koning H3383 over de Jordaan H5674 H8799 gaan H4100 ; waarom H4428 toch zou mij de koning H2063 zulk H1578 een vergelding H1580 H8799 doen?
  37 H4994 Laat toch H5650 uw knecht H7725 H8799 wederkeren H4191 H8799 , dat ik sterve H5892 in mijn stad H5973 , bij H6913 het graf H1 mijns vaders H517 en mijner moeder H2009 ; maar zie H5650 , daar is uw knecht H3643 Chimham H5973 , laat dien met H113 mijn heer H4428 den koning H5674 H8799 overtrekken H6213 H8798 , en doe H834 hem, wat H2896 goed H5869 is in uw ogen.
  38 H559 H8799 Toen zeide H4428 de koning H3643 : Chimham H854 zal met H5674 H8799 mij overtrekken H589 , en ik H6213 H8799 zal hem doen H2896 , wat goed H5869 is in uw ogen H3605 ; ja, alles H834 , wat H5921 gij op H977 H8799 mij begeren zult H6213 H8799 , zal ik u doen.
  39 H3605 Toen nu al H5971 het volk H3383 over de Jordaan H5674 H8799 gegaan was H4428 , en de koning H5674 H8804 [ook] was overgegaan H5401 H8799 , kuste H4428 de koning H1271 Barzillai H1288 H8762 , en zegende H7725 H8799 hem; alzo keerde hij weder H4725 naar zijn plaats.

2 Samuel 21:7

  7 H4428 Doch de koning H2550 H8799 H5921 verschoonde H4648 Mefiboseth H1121 , den zoon H3083 van Jonathan H1121 , den zoon H7586 van Saul H5921 , om H7621 den eed H3068 des HEEREN H834 , die H996 tussen H996 hen was, tussen H1732 David H996 en tussen H3083 Jonathan H7586 , Sauls H1121 zoon.

1 Chronicles 12:38-40

  38 H3605 Al H428 deze H582 H4421 krijgslieden H4634 , die zich in slagorde H5737 H8802 konden houden H935 H8804 , kwamen H8003 met een volkomen H3820 hart H2275 te Hebron H1732 , om David H4427 H8687 koning te maken H5921 over H3605 gans H3478 Israel H1571 . En ook H3605 was al H7611 het overige H3478 van Israel H259 een H3824 hart H1732 , om David H4427 H8687 tot koning te maken.
  39 H1961 H8799 En zij waren H8033 daar H5973 bij H1732 David H7969 drie H3117 dagen H398 H8802 lang, etende H8354 H8802 en drinkende H3588 ; want H251 hun broeders H1992 hadden voor hen H3559 H8689 [wat] toebereid.
  40 H1571 En ook H7138 de naasten H413 aan H5704 hen, tot aan H3485 Issaschar H2074 , en Zebulon H5321 , en Nafthali H935 H8688 , brachten H3899 brood H2543 op ezelen H1581 , en op kemelen H6505 , en op muildieren H1241 , en op runderen H3978 H7058 , meelspijs H1690 , stukken H6778 vijgen, en stukken rozijnen H3196 , en wijn H8081 , en olie H1241 , en runderen H6629 , en klein vee H7230 in menigte H3588 ; want H8057 er was blijdschap H3478 in Israel.

Proverbs 17:17

  17 H7453 Een vriend H157 H0 heeft H6256 te aller tijd H157 H8802 lief H251 ; en een broeder H6869 wordt in de benauwdheid H3205 H8735 geboren.

Proverbs 27:9

  9 H8081 Olie H7004 en reukwerk H8055 H8762 verblijdt H3820 het hart H4986 ; alzo is de zoetigheid H7453 van iemands vriend H6098 , vanwege den raad H5315 der ziel.

Matthew 26:49-50

  49 G2532 En G2112 terstond G4334 G5631 komende G2424 tot Jezus G2036 G5627 , zeide hij G5463 G5720 : Wees gegroet G4461 , Rabbi G2532 ! en G2705 G5656 hij kuste G846 Hem.
  50 G1161 Maar G2424 Jezus G2036 G5627 zeide G846 tot hem G2083 : Vriend G1909 G3739 ! waartoe G3918 G5748 zijt gij hier G5119 ! Toen G4334 G5631 kwamen zij toe G1911 G5627 , en sloegen G5495 de handen G1909 aan G2424 Jezus G2532 en G2902 G5656 grepen G846 Hem.

John 15:13-15

  13 G3762 Niemand G2192 G5719 heeft G3187 meerder G26 liefde G5026 dan deze G2443 , dat G5100 iemand G846 zijn G5590 leven G5087 G5632 zette G5228 voor G846 zijn G5384 vrienden.
  14 G5210 Gij G2075 G5748 zijt G3450 Mijn G5384 vrienden G1437 , zo G4160 G5725 gij doet G3745 wat G1473 Ik G5213 u G1781 G5736 gebiede.
  15 G3004 G5719 Ik heet G5209 u G3765 niet meer G1401 dienstknechten G3754 ; want G1401 de dienstknecht G1492 G5758 weet G3756 niet G5101 , wat G846 zijn G2962 heer G4160 G5719 doet G1161 ; maar G5209 Ik heb u G5384 vrienden G2046 G5758 genoemd G3754 ; want G3956 al G3739 wat G3844 Ik van G3450 Mijn G3962 Vader G191 G5656 gehoord heb G5213 , [dat] heb Ik u G1107 G5656 bekend gemaakt.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.